Over herinnering

0

Wim van de Laar

Uit: Tijdschrift voor yoga van de Vereniging Yogadocenten Nederland (VYN), www.yoganederland.nl
Hindu Kush in de Swat-vallei[1]

Op vakantie keek ik veeltijds uit op een berg. In de eerste dagen was dat heel gewoon, het uitzicht viel in de alledaagse dingen. Je bent in een ander land en daar hebben ze bergen en die zie je dan. De berg stond in een vertrouwd decor met een rivier, fruitbomen, een strakblauwe lucht en de zon ― ik ben wel vaker weggeweest.

Maar na een poosje verschoof er iets in mijn kijk en raakte ik meer en meer gefascineerd door de berg. Niet omdat hij zo bijzonder of spectaculair oogde, hij was zeker geen kandidaat voor de regionale ansichtkaart. Desondanks zoog de berg stilaan al mijn aandacht naar zich toe, heel rustig en gestaag. Hij wist waarschijnlijk vooraf al dat hij me helemaal in bezit zou nemen. Ik zat in mijn stoel en verzonk in zijn vorm. Ik zag de wisselingen van de dag op zijn hoge rug, het spel van licht en schaduw, de kleurschakeringen van het kranige struikgewas op zijn flanken, dingen die ik plots opmerkte, maar die er toch al die tijd geweest moesten zijn. Wonderlijk was dat, te ontdekken hoe de afwisseling van uiterlijke verschijnselen de berg zelf meer in zicht bracht. Het is een eeuwenoud mysterie: het veranderlijke dat het onveranderlijke tegelijkertijd verhult en onthult.

We verlieten de berg natuurlijk elke dag ― soms even, soms wat langer ― voor wandeltochten, een zwempartij, boodschappen of een bezoek aan een meestal te vol stadje. Bij thuiskomst was hij er weer, of nog steeds, rustend in zichzelf. Soms had ik het idee dat hij wachtte op ons gezelschap. Alsof hij ervan hield gezien te worden.

Waar kwam mijn fascinatie vandaan? Waarom kan ik uren naar een doodgewone berg kijken zonder me te vervelen, zonder verder iets nodig te hebben? Van nature ben ik best een actief baasje. Ik kan evengoed heel lang stilzitten, mediterend, maar gek genoeg zit daar voor mij nog iets van nut aan vast. Het is ‘goed’ om te doen. Het turen naar de berg was een vredig tijd verspillen, aangenaam nutteloos. Wat ik bedacht ― en dat had ik met andere dingen ook al eens ontdekt ― was dat de berg iets van mezelf liet zien. Alsof hij mezelf in herinnering bracht.

Het Sanskrietwoord voor ‘herinnering’ is smriti. Het heeft verschillende betekenissen. In de Indiase filosofie maakt men bijvoorbeeld in de voor ons beschikbare kennis een onderscheid tussen smriti en shruti. Shruti ― dat zijn de Veda’s en dan vooral de Upanishads ― geldt als geopenbaarde kennis, die het mensenbrein te boven gaat en eenvoudigweg onverklaarbaar is.

‘Het Zelf is alles.’ ‘Dit is volledig, Dat is volledig.’

Cruijff zou zeggen dat het van die dingen zijn die je pas snapt als je ze doorhebt. Het plotse, uit het niets vallende besef

‘Dít ben ik ― Bewustzijn!’

valt er wat mij betreft ook onder. Smriti is de kennis die door mensen is overgedragen, dat wat in herinnering gehouden wordt, de traditie. Ze bevat naast wijsheid onder andere de machtige verhalen van goden en mensen, allerlei rituele regels, kennis van de ordening van de verschillende werelden, methoden, dingen om te doen.

Pagina’s uit Patanjali’s Yogabhasya[2]

De Yoga Sūtra van Patañjali omschrijft ‘herinnering’ meer psychologisch, namelijk als het ‘vasthouden aan eerdere ervaringen’. Letterlijk betekent smriti

‘niet laten wegglippen’, ‘niet laten stelen’.

Je houdt dingen vast, of je wilt of niet, en die bestaan dan als herinnering voort. Opgeteld vormen herinneringen de inhoud en ‘geladenheid’ van je geheugen. Elke indruk die je opdoet wordt opgeslagen. Ieder mens heeft zo een enorme voorraad indrukken opgebouwd, een geheel eigen verzameling van levenservaringen. Herinneringen zijn je referentie en je conditionering, ze bepalen hoe je kijkt en reageert, wat je weet (of denkt te weten), waar je naar verlangt en wat je vreest. Ze kunnen zomaar opborrelen, als impulsen. Soms hoor je in je hoofd een liedje van jaren terug of brengt een gebeurtenis nu je terug naar je kindertijd. Het is vaak een raadsel waar zoiets zich al die jaren heeft opgehouden.

Herinnering heeft op meerdere vlakken te maken met aandacht. De betekenis van smriti als ‘niet laten ontsnappen (of verdwijnen)’ laat zich nuanceren in

‘voor ogen houden’ of ‘niet uit het oog verliezen’.

Als zodanig is herinnering in de Yoga Sūtra ― net als in de boeddhistische praktijk van meditatie ― een van de vijf heilzame mentale krachten (bala’s), naast vertrouwen, geestdrift, meditatieve verzonkenheid en inzicht. Herinnering is hier het vermogen om ergens bij te blijven, om valse verleidingen en afleidingen te weerstaan en steeds te zien wat werkelijk nastrevenswaardig is, of geacht wordt. Het is focus, de kunde om onverstoorbaar gericht te zijn op één iets (of om daar onmiddellijk naar terug te keren). De ultieme vorm ervan is het ‘steeds zien van het Zelf’, onder alle omstandigheden.

Het onderricht van Krishna aan Arjuna over ‘vrijheid en plicht’[3]

In de Bhagavad Gītā ― het relaas van het onderricht van Krishna aan Arjuna over ‘vrijheid en plicht’ ― valt het woord smriti (of smrita) aan het slot van het laatste hoofdstuk. Arjuna zegt dat Krishna’s wijze woorden zijn wanhoop en verwarring hebben vernietigd, dat alles hem nu volkomen duidelijk is. Alle twijfel is verdwenen. Smriti betekent hier ‘opheldering’. Arjuna was beneveld, maar nu weet hij wat werkelijk is en wat hem te doen staat. Hij wist het feitelijk al die tijd al. Krishna heeft het slechts bij hem ‘in herinnering gebracht’. Dat is wat leraren doen.

Ik kan zo terughalen hoe ik ginds in den vreemde op een stoel of in het gras zat, mijn hoofd als altijd vol gedachtespinsels en herinneringen, steeds mijn blik op die onverstoorbare, haast tijdloze berg. Wat was ik er tussenuit die dagen. De vakantie is helaas voorbij.
De berg staat daar vast nog, en ik zit weer hier, in de prikkelende stad, voorlopig. Ik herinner me ons samen, de berg en mijn Zelf, beide onverwoestbaar en rustend in zichzelf. En ach, zie, de lucht klaart op, er is weer even helderheid alom.

Noten

[1] Bron: Terraced fields amongst the Hindu Kush in the Swat valley, Pakistan – photo Laila Mahmood
[2] Bron: Pages from Patanjali’s Yogabhasya (Sanskrit, Devanagari). The Yoga Sūtra is terse and needs interpretation and commentary called bhasya in the Hindu tradition ― photo Ms Sarah Welch.
[3] Bron: Krishna en Arjuna ― (Bali)  foto רפאל גורי

Avatar foto

geeft les in yoga en meditatie. Niet alleen de ervaring van openheid en levendigheid die uit de beoefening van yoga verkregen wordt, maar ook de immense rijkdom van de yoga-filosofie — met bovenal het gegeven van vrijheid als het wezen van de eigen natuurlijke staat — is voor hem een dagelijkse bron van inspiratie. Daarin zijn hem de klassieke bronteksten (en de vertaling daarvan) zeer dierbaar: De Upanishads zijn door hem vertaald en toegelicht en hij werkt aan een nieuwe vertaling en toelichting van de Yoga Sutra’s van Patañjali.