Hindoe richtingen

Hoofdredactie m.m.v. Nivedita Yohana

Hindoe richtingen — Oorsprong, ontwikkeling en filosofie van het hindoeïsme  — De Veda’s, AUM en de heldendichten — Yoga scholen of wegenHinduism: an overview  — Perspectieven vanuit de Advaita Vedānta — Kastenstelsel

Het hindoeïsme is te beschouwen als een zich door de eeuwen heen ontwikkelende wijsheidstraditie, die andere richtingen als een spons in zich opnam.
Het is een inclusieve, op verlossing gerichte leer, gebaseerd op wedergeboorte, karma en verlichting.

Het hindoeïsme kent geen groot architect, die het bouwwerk op een bepaald tijdstip heeft ontworpen.
Het is geëvolueerd als een sociaal en symbolisch systeem dat zich steeds aan de wisselende invloeden van binnen en van buiten heeft weten aan te passen.
Deze polytheïstische richting kent een lange ontwikkeling waarin de van vele volkeren uit Voor-Indië afkomstige mythologie, religieuze gebruiken van devotie en offerandes en uiteenlopende filosofieën zijn opgenomen.

Het hindoeïsme is omstreeks de 4e eeuw ontstaan uit de Vedische religie, waarin allerhande offerrituelen centraal staan. Later zijn daaraan de filosofische speculaties van de Upanishads toegevoegd.
Het hindoeïsme wordt meestal henotheïstisch genoemd omdat de verschillende goden families vormen en elke god binnen een familie de andere vertegenwoordigt. Uiteindelijk vertegenwoordigt elke God het goddelijke in het algemeen, dat Brahmā wordt genoemd, dit bestaat op twee manieren: als principe zonder vorm en als manifestatie in een godheid.

Diverse tradities

Er zijn diverse scholen en tradities te onderscheiden. De vier belangrijkste zijn het vaishnavisme (volgelingen van Vishnu), het shaivisme (volgelingen van Shiva), het shaktisme (waarin Shakti, de Heilige Moeder, in al haar vormen wordt vereerd inclusief haar mannelijke en onzijdige kant) en het smartisme (een visie die nauw samenhangt met de advaita traditie) zijn.

In deze richtingen heersen verschillende opvattingen over de hoogste godheid Ishvara en diens ambivalente natuur als eenheid enerzijds en anderzijds als belichaming van diverse aspecten.
Trimurti is de benaming voor de drie belangrijkste aspecten: Brahma (schepper of demiurg), Vishnu (onderhouder) en Shiva (vernietiger).

De strijd — de nomadenstammen van de Arya vielen het noordwesten van het huidige India en Pakistan binnen — en het vuur — in offerrituelen — vormen belangrijke symbolische elementen.
Het vuur is behalve aan de vuurgod Agni ook verbonden aan Shiva (die ook meerdere gezichten kent als vriendelijke, kosmische danser maar ook als vernietigende godheid) en aan Durga (godin die vruchtbare natuurkracht belichaamt, vaak voorgesteld met acht armen en drie ogen, rijdend op een tijger) en Kali (de duistere aardgodin).

De heilige boeken van het hindoeïsme

De heilige boeken van het hindoeïsme, de Veda’s en de Upanishads, zijn pas na eeuwenlange mondelinge overlevering op schrift gesteld.
De Veda’s bevatten hymnen en andere religieuze teksten, die tussen 1500 en 1000 vC zijn verzameld en op schrift gesteld.
De diverse verzameling bevat onder meer liturgisch materiaal, mythische vertellingen, gedichten, gebeden en magische ‘formules’ die alle als heilig worden beschouwd.
De basis wordt gevormd door de Samitha, die uit vier delen bestaat (de Veda’s in engere zin):

  • Rig Veda: Kennis van de hymnen van verering, voor recitatie
  • Sama Veda: Kennis van de melodieën, voor gezang
  • Yajur Veda: Kennis van de offerrituelen, voor liturgie
  • Atharva Veda: Kennis van de magische formules, genoemd naar de groepering van priesters

De symboliek van strijd met de boog en andere wapens, de strijdwagen en de wagenmenner vormen belangrijke elementen in de oude geschriften: de Rig Veda en de Upanishads.
En verder in de twee heldendichten, de Ramayana en de Mahabaratha.

Het beeld van de koets met de paarden, de koetsier en reiziger, verwijst symbolisch naar de mens die op de levensreis de kunst beoefent de natuurkrachten te beteugelen en de wagen te leiden naar de bestemming van de reis.

Yoga

Yoga is een weg waarlangs men verlossing kan verkrijgen. De yogamethodiek kan met zeer verschillende filosofieën worden verbonden. Het uiteindelijke doel van deze wegen is een transcendentale eenheidservaring te bereiken, die de tijd overschrijdt. De yoga-scholen kennen daarom vele vormen van fysieke en mentale discipline, die afgestemd zijn op mensen van verschillende aard en verschillend geestelijk niveau.
Ondanks deze diversiteit is de hoofdgedachte achter yoga simpel: lichaam, ziel en geest vormen een eenheid, die niet duidelijk van elkaar kunnen worden onderscheiden.

Kastensysteem

Het Indiase woord voor klasse is varna, dat betekent letterlijk kleur. Het staat bekend onder de foutief weergegeven benaming: kaste.
Er worden in het Kastenstelsel vier grote groepen (met daarbinnen zo’n 3000 sub-kasten) onderscheiden.
In de kleuren wit, rood, geel en zwart voor respectievelijk: de Brahmanas (priesters en godsdienstleraren; de Kshatriyas (koningen, krijgslieden en aristocraten); Vaisyas (handelaren, landbouwers, kooplieden en andere beroepen); Sudras (de overwonnenen, dienaren, etc.).

  • Barlingay, S. S. (2016). A modern introduction to Indian aesthetic theory: the development from Bharata to Jagannātha. New Delhi: DK Printworld.
  • Coomaraswamy, A. K. (1939). The Vedanta and western tradition: an address devoted to the Vedanta of Sankaracaya, given before the Radcliffe College chapter of Phi Beta Kappa. New York: American Scholar.
  • Coomaraswamy, A. K. (1974). The Dance of Shiva: fourteen Indian essays ; with an introductory pref. New Delhi: Munshiram Manoharlal Pub. Pvt. Ltd.
  • Dalmia, V., & Sadana, R. (2012). The Cambridge companion to modern Indian culture. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Das, G. (1908). Hinduism and India. London: Theosophical Publishing Society.
  • Dasgupta, S., & Dasgupta, S. (1961). A history of Indian philosophy. Cambridge: Cambridge University Pres
  • Davies, J. (2012). Hindu philosophy: the Bhagavad gītā, or, The sacred lay: a Sanskriet philosophical poem. Hong Kong: Forgotten Books.
  • Doeser, M. C., & Kraay, J. N. (1986). Facts and Values: Philosophical Reflections from Western and Non-Western Perspectives. Dordrecht: Springer Netherlands.
  • Heehs, P. (2006). Indian religions: the spiritual traditions of South Asia: an anthology. Delhi: Permanent Black.
  • Hiriyanna, M. (1975). The essentials of indian philosophy. London: Mandala Books.
  • Hiriyanna, M. (2017). The essentials of Indian philosophy. New Delhi: DK. Printworld.
  • Howard, V. R., & Sherma, R. D. (2016). Dharma: the Hindu, Buddhist, Jain and Sikh traditions of India. London: I.B. Tauris et Co. Ltd.
  • Monier-Williams, S. M. (2012). Hinduism. Place of publication not identified: Rarebooksclub Com.
  • Nugteren, A. (2005), Hindoeïsme, heden en verleden. Antwerpen: Garant Uitgevers
  • , & Tennyson, A. T. (2015). Rasa theory: an Indian approach to western literature. New Delhi, India: VL Media Solutions.
  • Perry, R. B. (1954). Realms of value; a critique of human civilization. Cambridge: Harvard University Press.
  • Radhakrishnan, S. (2006). Indian religious thought. Delhi: Orient Paperbacks.
  • Rao, D. J. (2012). Essence of Hindu religion and philosophy. New Delhi: Viva Books.
  • Sarvepalli Radhakrishnan & Moore, C.A. (ed. 1973) A source book in Indian Philosophy. New Jersey: Princeton Universersity Press.
  • Tagore, R. (1961). Rabindranath Tagore on art aesthetics: a selection of lectures, essays and letters. Calcutta: Orient Longmans.
  • Vatsyayan, K. (2007). Classical Indian dance in literature and the arts. New Delhi: Sangeet Natak Akademi.
  • Vroom, H. M. (1989). Religions and the truth: philosophical reflections and perspectives. Grand Rapids, MI: W.B. Eerdmans.
2019-05