Germaanse, Noordse en Keltische perspectieven

Hoofdredactie

Lucht — wegen van het hoofdGermaanse, Noordse en Keltische perspectieven — Germaanse, Noordse en Keltische goden en godinnen — Germaanse, Noordse en Keltische feesten en kalenders
De religieuze en magisch-mythische (denk)beelden uit de Germaanse, Noordse en Keltische mythologieën vertonen enerzijds een grote verscheidenheid, anderzijds bevatten de mythische verhalen een rijke symboliek die gedeeltelijk overeenkomstig is.
De symboliek weerspiegelt een natuurmystiek en (pantheïstische) natuurbeleving, die bijzondere betekenis toekent aan licht- en luchtverschijnselen en (runen)tekens.

Pantheïstische en animistische visies

De Germanen, Kelten en Vikingen die in Noord-, West- en gedeeltelijk Zuid-Europese streken leefden, kenden een geschiedenis die teruggaat op de eerste menselijke cultuurgemeenschappen, die waarschijnlijk vanuit Afrika naar het noorden waren uitgezwermd.

Deze in stamverbanden levende gemeenschappen leefden vanuit pantheïstische en animistische visies, waarin de natuur bezield en goddelijk is.
Juist deze verschillende denkbeelden over een door goden en natuurwezens bevolkte natuur, met kabouters, zeemeerminnen, elfen etc., werden door de dominante (Romeins-Christelijke) cultuur als ‘heidens’ bestempeld.

Leven met natuurwezens

De Germaanse, Noordse en Keltische mythen, rituelen en symbolen vertellen over het menselijk leven in een met natuurwezens bevolkte wereld, tussen de hemelse godenwereld en een schimmige onderwereld, waar de gestorvenen, een reusachtige slang en andere onderaardse wezens leven.

Witte Wieven – Myths and Legends Contest[1]

De mythische verbeelding lijkt te wijzen op een magisch-mythische hantering van voorwerpen in rituele handelingen en vertellingen, afgaande op het werk van Mircea Eliade en andere antropologische studies, die uitgaan van een analogie met nog levende natuurvolkeren met animistische denkbeelden en sjamanistische rituelen.

De prehistorische opgravingen en stoffelijke resten bevatten soms grafgiften, zoals werktuigen, wapens en sieraden, wat op rituelen rond het sterven wijst. Mogelijk fungeerden deze voorwerpen als een fetisj, een talisman of instrument in sjamanistische praktijken.

De stoffelijke resten lijken soms met rode oker bestrooid. Dat lijkt erop te wijzen dat er riten rond de dood waren, zoals het ontvlezen en het aanbieden van de stoffelijke resten aan vogels zoals gieren. Deze luchtwezens golden als gezanten van de goden en bezorgden de doden een ‘hemelvaart’; zoals ook bij de zoroasters[2] en sommige Noord-Amerikaanse Inuit en indianenstammen nog steeds gebeurt.

Daarnaast zijn er grotschilderingen, beeldhouwwerken en inscripties op rotsblokken, wapens en werktuigen gevonden, die op een diepe verbondenheid met dieren en mogelijk magische en rituele handelingen lijken te wijzen.

Licht- en jaarfeesten

Odin in de Proza-Edda van Snorri Sturluson uit IJsland (18e eeuw)[3]

De tijdrekening, symboliek en rituelen zijn zowel op de zonnecyclus als op de maancyclus gebaseerd.

Het is bekend dat het kerstfeest[4] — met de daaraan voorafgaande adventtijd die de komst van het licht als symbool voor christus voorbereidt — met oud-Germaanse, Keltische en Noordse symboliek is doordesemd, zoals de lichtjes in de kerstboom, waarin de verering van heilige (eiken)bomen is ‘overgeschreven’.

Ook in andere licht- en jaarfeesten — zoals het Julfeest in het huidige Scandinavië tijdens de winterwende — is deze symboliek nog levend. De midwinterfeesten zijn gewijd aan de lichtgoden zoals de Keltische Lugh en Belenos, de Noordse Odin en de Germaanse Wodan. Aan nog andere hemelse goden, zoals Thor en Donar, zijn bliksem en donder en andere weersverschijnselen en luchtwezens verbonden.

De Germaanse oppergod Wodan is verwant aan de Noordse god Odin, de stamvader van de Asen. Het Noordse epos de Edda verhaalt over de strijd tussen de lagere goden van de Wanen en de hogere Asen. Het woord ‘Asen’ lijkt afkomstig van een oud-Indo-Europese stam, die ‘leven, ziel en geest’ aanduidt en het woord ‘Wanen’ is etymologisch verwant aan het Duitse woord voor gelukzaligheid, ‘Wonne’.

Runenschrift

Runeninscriptie (circa 160 nC). De mannennaam Harja is in het Oude Futhark schrift geschreven[5]

Het runenschrift is het oudste schrift van Germaanse en Noordse volkeren. De runentekens bestaan uit — per streek verschillende — reeksen van rechte en hoekige reeksen van gekraste lijnen (steen en hout) en soms ronde vormen (metaal).

De betekenis van het schrift varieert van functioneel en dagelijks gebruik tot magisch-mythische symboliek en rituelen. Vergelijkbaar met de Yijing bijvoorbeeld als kunst (toekomstige) situatie te duiden.
Vanuit de Noordse mythologie speelt het runenschrift een rol in de zoektocht van Odin naar wijsheid en verborgen natuurkrachten, waarbij zijn queeste hem onder meer langs de bronnen van mede van poëzie (van de reus Suttung) en naar de wereldboom, de Yggdrasill, bracht.

Vanaf de zevende eeuw werd het runenschrift hand in hand met de opkomst van het christendom verdrongen.

Germaanse perspectieven

‘Freyja and the Necklace’ door James Doyle Penrose (1890)[6]

Archeologische vondsten wijzen op een verwantschap tussen Germaanse en Keltische volkeren en hun mythologieën, die op de linker- en rechteroever van de Rijn leefden.

Waar de noordelijke Friezen en Belgen (Belgae, zoals de Kimbren, Teutonen en Eburonen) meer Germaanse invloed hebben ondergaan, geldt voor de Zuid-Europese volkeren, zoals de Menapiërs, Morinen, Trevieren en Nerviërs, dat er meer Keltische invloeden te zien zijn in archeologische vondsten, overgeleverde gebruiken en mythen.

De archaïsche sporen van deze volkeren lijken op een leefwijze te duiden, waarin ‘priester-sjamanen’ — de druïden — vanuit animistische en pantheïstische visies rituelen uitvoerden en een spilfunctie in de gemeenschappen vervulden.

De mythologie vertelt zowel van natuurgeesten die met de elementen zijn verbonden — zoals witte wieven, nimfen, trollen, kabouters — als over goden, hun avonturen en strijd, die onder meer de verpersoonlijking schijnen te zijn van sociale rollen en groepen in de gemeenschappen.

Waar Wodan en Odin als oppergoden met wijs bestuur, magische handelingen en poëzie zijn geassocieerd, dragen de goden Donar en Thor vaak een hamer of bijl en hebben vooral de beschikking over natuurkrachten zoals donder en bliksem.

Van de hemellichamen, de (hemelse en aardse) goden en godinnen zijn de namen van de dagen afgeleid, zoals goed hoorbaar is in zondag, maandag, donderdag (Donar) en vrijdag (Freya, de godin van de liefde).

Noordse perspectieven

Yggdrasil van Oluf-Olufsen-Bagge (1847)[7]

Het Noordse epos, de Edda — dat letterlijk overgrootmoeder betekent wat duidt op het van generatie op generatie navertellen van de oude verhalen — bestaat uit een oudere versie met de opgetekende mondeling doorgegeven mythen en een jongere geschreven versie door de IJslandse geschiedschrijver en dichter Snorri Srturluson (1179-1241).

Behalve de strijd tussen de godenstammen van de Wanen en Asen, gaan de mythische verhalen ook over de schepping van de wereld.

Een belangrijk symbool van de oorsprongsmythen is de Yggdrasil, de wereldboom. In de kruin van deze machtige Es leefden de twee raven Munin (gedachten) en Hugin (geheugen) en een arend die de wereld afspeurde.

Volgens de mythen nam Wodan zelf soms de gedaante van een arend aan.
Het verhaal hoe Odin uiteindelijk stierf — aan deze boom gehangen en door de wind heen en weer geslingerd, nadat hij uitriep “ik aan Odin, mijzelf aan mijzelf” en hoe zijn lijden hem de kracht gaf naar de Runentekens te grijpen — vertoont mythische verwantschap met de legende van Jezus’ dood.

Keltische perspectieven

Stonehenge[8]

De Keltische mythologie weerspiegelt een sacraliteit van de natuur, vooral bomen (de heilige eik), rivieren en bronnen werden vereerd.

Daarnaast is de mythologie rijk aan verhalen over strijd en avontuur.
Bekend is de legende van Parcival die vertelt over de queeste naar de heilige graal.
Ook andere verhalen van koning Arthur en de ridders van de ronde tafel, hebben mede een Keltische oorsprong en zijn door meerdere (Middeleeuwse) schrijvers naverteld — onder andere door Wolfram von Eschenbach en Chrétiens de Troyes.

Naast verschillen bevatten de diverse vertellingen van de mythische verhalen ook vergelijkbare symbolische thema’s van het lijden (van de Visserkoning) en de verlossing (door het verlossende woord van Parcival door naar diens lijden te vragen) van de zoektocht (queeste) en het ontvangen (de graal).

  • Borchert, B. (1994) Het verschijnsel, de geschiedenis, de nieuwe uitdaging. Haarlem: J.H. Gottmer.
  • Janssens, U. (2009) De heidenen. Riten, culten en religie in de Lage Landen. Van oertijd tot christendom. Houten: Lannoo.
  • Libbrecht, U. (2017) Ierse meditaties. Naar een nieuw pantheïsme. Antwerpen/ Apeldoorn: Garant.
  • Looijenga, T. (2003) Texts en contexts of the oldest Runic inscriptions. The nordern world. Volume 4. Leiden: Brill
  • McCoy, D. (2012-2017) norse-mythology.org
  • Murray, Alexander (1874). Manual of Mythology: Greek and Roman, Norse, and Old German, Hindoo and Egyptian Mythology. London, Asher and Co.
    Digitized version of the book by the Internet Archive, org/details/manualofmytholog00murruoft
    Published earlier in Reusch, Rudolf Friedrich (1865) Die nordischen Göttersagen.
  • norse-mythology.net/the-nine-worlds-in-norse-mythology/
  • norse-mythology.org/cosmology/the-nine-worlds/
  • Scott Littleton, C. (2005) (red.) Een geïllustreerde geschiedenis van mythen en verhalen uit de gehele wereld. Kerkdriel: Librero.
Noten

[1] Bron: Witte Wieven Myths and Legends Contest
[2] Zie Zoroastrische ceremonies, rituelen en bedevaarten
[3] Bron: why-odin-is-one-eyed
[4] Mitras de oud Perzische god is geboren op 25 december, zie Praag, van H. (1967) Het wonder van Perzië. Hilversum: W. de Haan
[5] Bron: Kam-med-runer-fra-Vimose
[6] Bron: the-vanir-gods-and-goddesses/freya
[7] Bron: yggdrasil-and-the-well-of-urd
[8] Bron: Stonehenge

2018-01