Daoïstische stromingen

Hoofdredactie

Water — wegen van het hart — Daoïstische stromingenEnkele daoïstische grondbegrippen — Chinese filosofische scholen — Chinese klassieke werken — Chinese astrologie — Taijitu symbool

De bekendste en eerste klassiek Chinese wijsheidstekst van het daoïsme, de Dao De Jing — het boek van de Weg en de Deugd — wordt toegeschreven aan Lao Zi.

De teksten van de grondleggers

Dao De Jing of Laozi

De Dao De Jing is de basistekst van de daoïstische filosofie. Dit boek is in China tot op de dag van vandaag talloze malen becommentarieerd en behoort als een van de meest vertaalde teksten tot de wereldliteratuur.
Volgens de Chinese overlevering is Lao Zi de auteur. De Dao De Jing wordt daarom ook wel kortweg de Laozi genoemd; het dateert van rond 500 v.o.j..
De legende vertelt dat toen Laozi constateerde dat de Zhou-dynastie in verval raakte, hij uit Zhou weg besloot te gaan.

Lao Zi vertrekt uit China[4]

Bij de landgrens aangekomen, werd hij als volgt aangesproken door de grenswachter (Yin Xi genaamd):

“Meester, nu u op het punt staat u terug te trekken, sta ik erop dat u een boek voor me schrijft.”

Daarop schreef Laozi een boek van meer dan 5.000 woorden in twee delen, waarin hij de betekenis van de Weg (Dao) en de Deugd (De) uitlegde. Daarna is hij voorgoed verdwenen en heeft nooit iemand nog iets van hem gehoord…
De Laozi is een vorstenspiegel voor die tijd. Nergens wordt in de Laozi een beroep gedaan op een openbaring, maar op menselijke ervaring.

Laozi[5]

De naam Laozi van deze deels historische deels legendarische figuur betekent letterlijk Oude Meester en Oud Kind. Jing verwijst naar een canoniek geschrift met in dit geval 81 hoofdstukken, ingedeeld in twee delen (respectievelijk het Dao-deel en het De-deel).

De belangrijk(st)e bewaard gebleven tekstversie ligt vervat in het commentaar op de Laozi van de hand van Wang Bi (226-249 ). De indeling in 81 hoofdstukken heeft Wang Bi hoogstwaarschijnlijk ontleend aan Liu Xiang (circa 79-6 v.o.j.). Volgens sommigen is het aantal 81 bewust gekozen en symboliseert het ‘volmaaktheid.’ Binnen het kwalificatiesysteem in termen van yin en yang is 81 namelijk het volmaakte yang-getal (9×9).

Er is een ding ontstaan vanuit het onbepaalbare, voordat hemel en aarde tot leven kwamen.
Hoe stil! Hoe leeg! Het staat op zichzelf en verandert niet.
Het gaat overal heen maar het raakt niet uitgeput, je kunt het beschouwen als de moeder van hemel en aarde.
Ik ken zijn naam niet, als ik het benoem zeg ik Dao.
Als ik toch gedwongen zou worden het een naam te geven, zeg ik groot.
Groot wil zeggen voortgaan, voorbij gaan wil zeggen ver weg gaan, ver weg gaan wil zeggen terugkeren.
Daarom: Dao is groot, de hemel groot, de aarde groot en de vorst ook groot.
In het universum zijn er vier groten en de koning neemt er één plaats van in.
De mens volgt de aarde, de aarde volgt de hemel, de hemel volgt Dao, Dao volgt het ‘vanuit zichzelf zo.’

Laozi 25[1]

Zhuangzi

Zhuang Zi’s droom over een vlinder[6]

Naast Laozi is Zhuangzi (370–290 v.o.j.) de tweede grondlegger van het daoïsme. Ook over Zhuangzi’s persoon en leven is weinig met zekerheid vast te stellen. Het meeste wat over hem bekend is, is terug te vinden in de biografie die Sima Guang over hem schreef. Zhuangzi’s persoonlijke naam was Zhou. In Chinese teksten wordt hij daarom vaak Zhuang Zhou genoemd. Hij was afkomstig uit Song, een van de feodale Chinese staten ten tijde van de periode van de Strijdende Staten (403-221 v.o.j.). Song grensde aan de staat Chu, volgens Sima Guang de geboortestreek van Lao Zi.
De Zhuangzi is de aan hem toegeschreven tekst. In de overgeleverde vorm bestaat de tekst uit drieëndertig hoofdstukken, waarvan de eerste zeven, de Innerlijke Geschriften, bijna unaniem worden erkend als weergave van Zhuangzi’s eigen denken. De resterende hoofdstukken worden de Uiterlijke Geschriften en de Gemengde Geschriften genoemd.

Zhuangzi en Huizi wandelden over de brug van de Hao-rivier.

Zhuangzi zei: “Die ellerlingen zwemmen daar zo vredig rond. Dat is de vreugde van de vissen.”

Koivis schildering[7]

“Jij bent geen vis,” zei Huizi, “Hoe weet jij nou wat de vreugde van de vissen is?”

“Jij bent mij niet,” zei Zhuangzi, “Hoe weet jij dat ik niet weet wat de vreugde van de vissen is?”

“Ik ben jou niet, en dus weet ik zeker niet wat jij weet. En jij bent beslist geen vis, en je weet dus niet waaruit de vreugde van de vissen bestaat. Daarmee is de zaak rond.”

“Laten we teruggaan naar het begin,” zei Zhuangzi. “Je zei: ‘Hoe weet jij nou wat de vreugde van de vissen is.’ Dat wil zeggen dat toen je dat vroeg, je eigenlijk al wist dat ik het wist. En ik weet het, omdat ik nu hier op de brug van de Hao-rivier loop.”

Uit: Zhuangzi, hoofdstuk 17[2]

Liezi

De derde klassieke tekst is de Liezi, die aan Lie Yukou, een filosoof uit de 5e eeuw v.o.j. wordt toegeschreven. Het boek bevat mythische en magische thema’s, kosmologische beelden en parabels en is eeuwenlang geëerd voor de uitleg van ‘zi ran’ — vanzelf zo, ongekunsteldheid en spontaniteit — als basis voor het daoïsme. Zo werd het tijdens het bewind van keizer Song Zhenzong (997-1022) ‘Het ware boek van eenvoud en leegte en volmaakte deugd’ genoemd, de Chongxu zhide zhenjing.

Vandaar is er het geschapene, en er is de schepper van het geschapene;
er is het gevormde, en er is de vormer van het gevormde;
er is het klinkende, en er is dat wat het klinkende zijn klank geeft;
er is het gekleurde, en er is dat wat gekleurde zijn kleur geeft;
er is het smakende, en er is dat wat het smakende zijn smaak geeft.
Wat door het geschapene wordt geschapen gaat dood; maar de schepper van het geschapene komt nooit aan zijn eind.
Wat door het gevormde wordt gevormd is tastbaar; maar de vormer van het gevormde is volstrekt ongrijpbaar.
Wat door het klinkende aan klank wordt voortgebracht is hoorbaar; maar wat het klinkende zijn klank geeft, komt nooit tevoorschijn.
Wat door het gekleurde aan kleur wordt voortgebracht is duidelijk zichtbaar; maar wat het gekleurde zijn kleur geeft toont zich nooit.
Wat het smakende aan smaak voortbrengt kan worden geproefd; maar wat het smakende zijn smaak geeft manifesteert zich nooit.
Verantwoordelijk in al deze gevallen is ‘niet-handelen”.

Het kan yin maken, en ook yang,
Het kan zacht maken, en ook hard,
Het kan kort maken, en ook lang,
Het kan rond maken, en ook vierkant,
Het kan doen leven, en ook doen sterven,
Het kan heet maken, en ook koud,
Het kan doen drijven, en ook doen zinken,
Het kan gong doen klinken, en ook shang,
Het kan doen verschijnen, en ook doen ondergaan,
Het kan donker maken, en ook geel,
Het kan zoet smaken, en ook bitter,
Het kan doen stinken, en lekker doen ruiken.

Het weet niets, het kan niets, en toch is er niets, wat het niet weet, en niets wat het niet kan.

Uit: Liezi, hoofdstuk 1, III[3]
Liezi vliegt op een wolk weg, terwijl ontzagwekkende figuren zijn mysterieuze verdwijning bespreken (Japans: Resshi – ca. 1606, Kano School)[9]

Taiji quan, yin en yang

De praxis van taiji quan — de ‘trage gevechtskunst’, die veelal door groepen mensen buiten in parken en op pleinen wordt beoefend — is gebaseerd op het daoïsme.
De mythische verhalen, kunstvormen, rituelen en symbolen — met de draak, de karper, de Phoenix, de schildpad, water en vuur, de pioenroos en bamboe, en andere natuurbeelden — bevat mede de basale symboliek van yin en yang.

Taijitu — het symbool, het diagram van de opperste uiterlijkheid — is hèt Chinese symbool van de polaire krachten yin en yang. Het yin-yang symbool is – in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt – zeker niet specifiek daoïstisch, maar het is doordesemd in de hele Chinese filosofie en mythologie.

  • De Meyer, J. (2008) De geschriften van Liezi, de taoïstische kunst van het relativeren, vertaling en toelichting. Amsterdam: Uitgeverij Augustus.
  • Martelaere, P. de (2011) Taoïsme, de weg om niet te volgen, Amsterdam: Ambo.
  • Ransdorp, R. (2007) Zwervend met Zhuang Zi, wegwijs in de taoïstische filosofie. Budel: Damon.
  • Schipper, K. (2007) Zhuang Zi, de volledige geschriften, het grote klassieke boek van het taoïsme, vertaling en toelichting. Amsterdam: Uitgeverij Augustus.
  • Schipper, K. (2010) Lao Zi, het boek van de Tao en de innerlijke kracht, vertaling en toelichting. Amsterdam: Uitgeverij Augustus.
Noten

[1] Uit: Koppius, J.M. en H.D., Laozi — Daodejing, aantekeningen bij de leescursus (2006-2011) in Utrecht o.l.v. dr. René Ransdorp
[2] Schipper, K. (2007) Zhuang Zi, de volledige geschriften, het grote klassieke boek van het taoïsme, vertaling en toelichting. Amsterdam: Uitgeverij Augustus, p. 235
[3] De Meyer, J. (2008) De geschriften van Liezi, de taoïstische kunst van het relativeren, vertaling en toelichting. Amsterdam: Uitgeverij Augustus, p. 56-57.
[4] Bron:  Lao Zi verlaat China. Aan de westgrens kwam Lao Zi de poortwachter Guan Yin Zi tegen. Die vroeg hem zijn ideeën op te schrijven. Lao Zi zou hierop de Dao De Jing hebben geschreven.
[5] Bron: de daoïst Lao Zi, schildering
[6] Bron: Zhuangzi Dreaming of a Butterfly, door de Japanse schilder Shibata Zeshin (1888)
[7] Bron:  vis, schildering
[9] Bron: de daoïst Lie Zi vliegt op een wolk weg. 

2018-01