Wim van de Laar
Uit: Tijdschrift voor yoga van de Vereniging Yogadocenten Nederland (VYN), maart 2017, www.yoganederland.nl
Iedereen wil vrijheid en vervulling, de ongehinderde volheid van leven. In de Upanishads geldt inzicht — het herkennen van wat je ten diepste bent, het Zelf — als dé opening daartoe.
Aan het woord inzicht kleeft soms een zweem van intellectualiteit. Alsof je dat met je hoofd doet, alsof het gaat om snappen en slimheid en studie. Je zit met iets wat je (nog) niet weet, wat je niet begrijpt, maar wat je door stevig nadenken kunt ‘verkrijgen’. De Upanishads zelf zeggen dat dit niet zo is, en dat een teveel aan woorden alleen maar vermoeienis geeft. Dat dat juist dwars gaat zitten.
In de Katha Upanishad staat dit:
‘Iemand die zich niet van het kwade heeft afgewend, die rusteloos is, die zijn geest niet weet te beteugelen en geen vrede in zijn hart heeft, kan het (Zelf) onmogelijk door kennis realiseren.’
Hier komt iets anders aan het licht. Blijkbaar gaat inzicht of ‘bevrijdende’ kennis gepaard met vrede. Waar onvrede is, woedt hinder en onrust en woelig verlangen. Het denken verduistert door de van daaruit opgeworpen gedachten. Vrede neemt die troebelheid weg
Alles wat je denkt en voelt, alles waarnaar je verlangt, komt tevoorschijn uit een onderliggend ik, meer nog, uit het beeld van een ik. De ‘grote grap’ is dan ook dat je jezelf met jezelf in de weg zit. Er is zoveel ik en mijn dat je je eigenlijke zelf niet meer ziet.
Vrede is in diepste zin een verstilling van het denken, het uitdoven van alle gedachten van ‘ik’ en ‘mijn’. Zo stopt het verlangen naar vervulling via buiten. Als dat gebeurt, komt inzicht op de enige manier waarop het komen kan, vanzelf, spontaan. En is er een diepere vrede, het weten dat vervulling er steeds is en was, maar dat de bron elders lag.
Daar komt geen boek aan te pas.
[1] Bron: Verses 1.1.1 to 1.1.3 of the Katha Upanishad, Krishna Yajurveda (Sanskrit, Devanagari script) — foto Ms Sarah Welch