Weesper filosofiekring
Heidi Muijen
Wijsheidsweb, 14 januari 2019, foto’s Joke Koppius
deel 1 — deel 2 — deel 3 – deel 4
De laatste bijeenkomst voor de kerstvakantie stond in het teken van de tweede spelronde van het Levensvisiespel. Evenwel: eerst moest de boog worden gespannen naar een aantal weken terug, toen we met het spel startten. Toen had ik verteld hoe de symbolen op het speelbord van de buitenste kring zijn gekoppeld aan de klassieke scholen van de levenskunst – de denkramen met de geluksprincipes – en de natuurfilosofen die over de vier elementen filosofeerden als begin en beginsel van alle leven. Nu vertelde ik dat de tweede ronde gekoppeld is aan de filosofen uit de Verlichting en de periode daarna, aan Kant, Spinoza, Kierkegaard, Buber, Nietzsche en Arendt.
Met het maken van de sprong van de eerste naar de tweede spelronde moesten we ook de thema’s die deze filosofen aansnijden gaan vertalen naar eigen levensthema’s en levensvragen. Dat leverde de boeiende opgave op hoe de gekozen startpositie van de eerste bijeenkomst (het thema ‘eigenheid’ en de filosofische levenskunst ‘te worden wie je bent’) te verbinden met het thema van deze tweede ronde, ‘vorming’. Ook nu is het de vraag (de rode draad door het spel): hoe is jouw innerlijk kompas geijkt? Daar zijn twee radicaal verschillende filosofische antwoorden op gegeven! De Verlichtingsfilosofen verkondigden een emancipatoir programma door de Rede als gids te zien (zoals Kant en Spinoza en in zekere zin ook Arendt deden). Terwijl latere filosofen uit de Romantiek en de existentiële filosofen het ijkpunt voor het innerlijk kompas juist in ‘de schaduw van de redelijkheid’ zochten (zoals Kierkegaard, Nietzsche en Buber).
In de tweede kring op het speelbord staan de symbolen van filosofisch gereedschap, die het thema van vorming verbeelden. Deze keer is het geen vrije keuze maar moet de dobbelsteen worden gegooid! Dat staat symbolisch voor het existentiële gegeven dat we in het leven steeds in een situatie worden geworpen! De menselijke vrijheid bestaat eruit zelf betekenis aan die ‘geworpenheid’ te geven. Juist in het omgaan met ‘het levenslot’ (Amor Fati) is het de kunst ruimte te winnen en het eigen leven (als een kunstwerk zoals Foucault schreef) te ontwerpen!
Met het werpen van de dobbelsteen van filosofisch gereedschap is iedereen symbolisch uitgenodigd te reflecteren op hoe de eigen ‘natuur’ schuurt met, geplooid wordt door de ‘cultuur’ waarin je bent opgegroeid!
Het lot (de dobbelsteen) speelde ons de volgende filosofische gereedschappen toe:
De wijsheid van de ‘filosofische bril’, gekoppeld aan Kants visie op de redelijke en vrije natuur van de mens: “Behandel een mens nooit alleen als middel maar ook steeds als doel in zichzelf”.
De wijsheid van de ‘filosofische brug’ van Buber, de filosoof die de relatie boven het individu stelt: “er is een relationele wereld vanuit het grondwoord ‘ik-jij’ en een verdingelijkte wereld vanuit het grondwoord ‘ik-het’.”
De wijsheid van het ‘filosofische anker’ van Kierkegaard, die je in de diepte van de levensstroom laat verzinken naar de hartstochtelijke innerlijkheid als ijkpunt!
De wijsheid van de ‘filosofische klauwhamer’ van Nietzsche, die de mens oproept te vertrouwen op de eigen natuurlijke instincten en levenswil, door je te bevrijden van dogma’s en leefregels die je door anderen zijn opgedrongen: “De geest ontwikkelt zich van een dienstbare kameel, tot leeuw die heerst in zijn eigen koninkrijk, tot spelend kind”.
Na het gooien van de dobbelsteen moest iedereen eerst de zilveren speelfiguur (met in het hoofd het symbool van eigenheid – aarde/ het oog; water/ het hart; lucht/ de spiraal; vuur/ de hand) uit de eerste spelronde verplaatsen naar het symbool van het gegooide gereedschap. Vervolgens luidde de eerste vraag voor de dialoog ‘rond de speeltafel’:
Wat roept dit beeld – van de bril, het anker, de brug en de hamer – bij je op?
En heeft dat beeld als symbool je iets te zeggen over hoe je jouw innerlijk kompas op een ‘wijze’ manier ijkt om goede keuzes in het leven te maken?
Dit thema leverde een levendige dialoog op. Zo werd er bijvoorbeeld vanuit de filosofische bril gereflecteerd op hoe je je ijkpunt in de loop van je leven kunt veranderen ofwel dat je levensloop je uitdaagt je innerlijk kompas te herijken! Waar je in een eerdere fase bijvoorbeeld rationeel en plannend in het leven staat, kun je later gevoeliger worden voor wat niet rationeel te verklaren en te bepalen valt; dan heb je meer voeling met onderstromen in het leven.
De filosofische brug werd als symbool van ‘verbinding’ verbonden met het gegeven dat ook de ‘kringen van betrokkenheid’ waarin je verkeert, in de loop van je leven veranderen. Waar je eerst vooral gericht kunt zijn op het koesteren van/ gekoesterd worden door je eigen gezin, biedt later een werkkring een ruimere bedding voor ‘het woekeren met je talenten’.
Het ‘menselijk al te menselijke’ je te willen laten gelden, was het levensthema dat werd aangesneden door de filosofische klauwhamer. Een sterke levenswil kan, zoals elke kwaliteit bij een ‘teveel van het goede’, ook tegenkrachten ontlokken tussen mensen. Het vraagt van mensen zich aan elkaar te ontwikkelen en in een samenspel ‘het goede midden’ te vinden. Een interessant gegeven kwam in het gesprek naar voren: dat zo’n kwaliteit vaak ook intergenerationeel herkenbaar is als ‘familietrek’ of een typisch karakter, of bijvoorbeeld een ‘sterke vrouwelijke familielijn’.
Er was nog slechts korte tijd over voor het verdiepen van het thema in een tweede dialoogronde aan de hand van de speelkaarten, die aan de symbolen van filosofisch gereedschap zijn gekoppeld. Daarom werden de teksten op de kaarten (met de zeer compacte verhalen over de aan het gereedschap gekoppelde filosofen, die je meerdere keren moet lezen om het te snappen!) niet uitgespeld, maar luidde de vraag om met elkaar in gesprek te gaan:
“Is er een zin of woord op de kaart dat in je oog springt en, of voegt het citaat van de filosoof iets toe aan de betekenis die je aan het symbool van filosofisch gereedschap hebt gegeven?”.
Zo bleek de omschrijving van de kanteling die Kierkegaard gaf aan een dominant idee over de waarheid als ‘objectief’ en met ‘zekerheid’ te weten, naar iets subjectiefs zoals een ‘hartstochtelijke innerlijkheid’ een stevig ‘filosofisch brokje’ om nog langer op te kauwen!
Naar ik hoop hebben de donkere dagen van de winterzonnewende en het tafelen tijdens de feestdagen genoeg gelegenheid gegeven deze brokken filosofisch te herkauwen! Graag ontmoet ik iedereen weer op vrijdag 1 februari 2019 rond de filosofische speeltafel en hoor dan of er nog meer licht op de aangeroerde questies van het leven is gevallen!