Wim van de Laar
Uit: Nieuwsbrief van de Yoga Federatie (B), nr. 138- 2024
Yoga is momenteel immens populair. Het is bijna een open deur om dat zo te zeggen. Vrijwel iedereen kent het woord, zelfs kinderen weten ervan. Beroemdheden van allerlei slag, topsporters en ook gewone burgers beoefenen yoga dagelijks of wekelijks als rustpunt in hun drukke bestaan. Yoga is dan vooraleerst een lichamelijke activiteit. Het filosofische of spirituele aspect staat mensen minder voor ogen. Dat vindt men vaak zweverig, een beetje ‘zenachtig’. In Nederland en België samen zijn er ruim twee miljoen yogabeoefenaars. Een klein aantal daarvan ziet yoga als hét middel tot een gezonde, harmonische leefwijze, een nog kleiner aantal omarmt het als een weg naar verlossing en het waarachtig vinden van zichzelf.
Yoga mag dan één begrip zijn, het toont zich in vele gedaantes. Georg Feuerstein noemt in zijn boek The deeper dimension of yoga maar liefst veertig soorten yoga, die hij allemaal schaart onder ‘hindoe-yoga’. Dat zijn bijvoorbeeld ― onder veel yogadocenten vertrouwde vormen als ― hatha, rāja, jñāna, bhakti, kundalinī, karma en asthānga yoga. Ze hebben betrekking op de yoga-traditie zoals die in hindoeïstisch India gestalte kreeg, los dus van de boeddhistische en jaïnistische tradities. Hij heeft het ook niet over de vele andere vormen van yoga waarin westerse elementen en invloeden zijn ingebracht (ook al krijgen ook die vaak een Sanskriet of anderszins oosterse naam mee). Zeker de laatste decennia heeft yoga zich hoogst creatief doorontwikkeld. Onder wat ‘moderne yoga’ heet, vallen termen als nidrā, yin, tao, acu, power, vinyasa, flow motion, hot bikram, body balance, et cetera. Sommige vormen zijn alweer in vergetelheid geraakt, want er is een voortdurende vernieuwing gaande. Wat een specifieke yogamethode precies inhoudt, is niet altijd helder. In dit artikel wil ik graag wat licht op deze hele ontwikkeling werpen. Welke vorm van yoga hoort bij welke beoefenaar?
Uiteenlopende vormen en beoefenaars
Naar aanleiding van mijn boek Bronnen van Yoga heb ik me grondig verdiept in de buitengewoon boeiende geschiedenis van yoga. Daarin fietsen nogal wat ideeën door elkaar heen over wat yoga zoal behelst. Sommige opvattingen zijn tegenstrijdig, bijvoorbeeld over de oorsprong van yoga. Zo zou, las ik, yoga al zeker vijfduizend jaar oud zijn. Als dat al waar is, wat beoefende die yogi van toen dan precies? Waar was hij op uit? En hoe verhoudt zich die eventueel toen beoefende vorm tot de yoga die nu in een ashram in India of Bali gegeven wordt, in een hippe yoga academy in New York, of hier om de hoek in het buurthuis of de sportschool verderop? Die laatste blijken over het algemeen helemaal zo oud niet te zijn. Hoe eender en/of verschillend is zijn al die beoefeningen van elkaar?
De definitie van yoga biedt een ingang om het allemaal wat helderder te krijgen. Yoga stamt van juy, wat ‘verbinden’ en ‘verenigen’, maar ook ‘beteugelen’ betekent. Het beteugelende aspect maakt yoga tot een discipline, een ‘methodische inzet’. Yoga beoogt beheersing ― van de lichamelijke impulsen, van de zintuiglijke activiteit, en bovenal van de bewegingen van het denken.
De verbinding of vereniging die yoga voorstaat, is voor meerderlei interpretatie vatbaar. Is dat de vereniging van lichaam en geest, van mens en wereld, van de ‘persoon’ met zijn ware Zelf, of met God? Van oudsher is vrijheid het hoogste doel van yoga, en is yoga als methode het middel daartoe. Maar ook over vrijheid (en verlossing) wordt verschillend gedacht. Wat houdt die precies in? Hoe ziet het leven er dan uit? Doe je nog dezelfde dingen, maar zie je alles in een heel ander licht? Of ben je volledig getransformeerd, los van de wereld en je oude zelf, een ‘herschapen’ mens? Beschik je over bijzondere vermogens? Ben je voortdurend gelukkig en in extase, is alles louter liefde en bewustzijn? Of hou je helemaal op te bestaan en ben je weg van hier? En nogmaals, is dat wat een hedendaagse yogi nastreeft?
Klassieke yoga en hatha yoga

Yoga komt eigenlijk pas voor het eerst systematisch ter sprake in de Katha Upanishad, een brontekst van een paar eeuwen voor onze jaartelling. Yoga is dan het middel tot de beheersing van het persoonlijke ‘levende’ zelf. Een kalm en vredig zelf was een voorwaarde voor het (her)kennen van het ware Zelf (ātman), dat niets anders is dan de uiteindelijke werkelijkheid. De yogi is als een wagenmenner die zijn paarden bedwingt en leidt. Vanuit die beheersing kon hij doordringen in de subtiele gelaagdheid van het bestaan, om tot slot samen te vallen met de oergrond daarvan, Brahman. In zichzelf én in het totale universum: Brahman ís Ātman.
Behalve lichamelijke beteugeling en zuivering was yoga een weg van meditatie en inzicht (jñāna). Een van de fundamentele teksten van wat ‘klassieke yoga’ is gaan heten is de Yoga Sūtra van Patañjali. In een andere tekst, de Bhagavad Gītā, werd naast de noodzaak van kennis belangeloos handelen (karma) en vooral devotie (bhakti) benadrukt. Een mens, zo zegt God-Krishna, vindt alleen bevrijding door volledige overgave aan hem.
Andere vormen van yoga zijn meer energetisch en ascetisch van aard. Ook deze zijn oud, hoewel zeker geen vijfduizend jaar, maar als vastomlijnd ‘programma’ redelijk recent. De beoefening richt zich op het lichaam, op het beproeven daarvan en het omzetten van de primaire levenskracht (kundalinī). De yogi was net zo uit op bevrijding, al was ‘verenging’ nu het extatisch opgaan van het goddelijk mannelijke (shiva) met het goddelijk vrouwelijke (shakti). Daarnaast was er een streven naar (fysieke) onsterfelijkheid en bijzondere vermogens (siddhi’s), zoals onzichtbaarheid, vliegen of het binnengaan van andermans lichaam. Dit alles vond zijn min of meer definitieve uitwerking in de twaalfde eeuw en staat bekend als ‘hatha yoga’. Het is een tantrische vorm van yoga, met tal van inwijdingen, voorschriften, rituelen en ‘energetische manipulaties’, die dienen voor het opstuwen van de seksuele energie. Hun beoefenaars staan bekend als de nāth yogi’s.
Moderne yoga

Moderne yoga, zoals heden ten dage beoefend, stamt uit de koloniale tijd van India en zou een samengaan zijn van klassieke yoga en hatha yoga. Dat verhaal lijkt niet helemaal te kloppen. Hatha yoga werd in de negentiende eeuw door velen verguisd. Nastrevenswaardig was alleen de klassieke, koninklijke (rāja) weg van yoga. De yogi’s van destijds waren niet alleen vreedzame lieden, die verstild en vredig in ‘hogere sferen’ verkeerden. De nāth yogi’s, vooral afkomstig uit de lagere kasten, lieten zich in met lust, list en bedrog. India kende tot ver in de achttiende eeuw roverbendes en huurlingenlegers die bestonden uit tantrische yogi’s. Het zijn dingen die niet passen in ons beeld van yoga, maar die wel werkelijkheid blijken te zijn. In de vorige eeuw werd hatha yoga als beoefening gekuist tot een geheel van vooral fysieke houdingen en ademtraining. Zowel het tantrische als het filosofische gedeelte verdween daarmee naar de achtergrond.
De laatste decennia wordt steeds meer academisch onderzoek gedaan naar de geschiedenis van yoga. Tal van manuscripten worden ontcijferd en vertaald, tradities in kaart gebracht, historische gebeurtenissen geduid. Daarbij sneuvelen de nodige heilige huisjes en blijkt yoga op allerlei terrein minder mystiek en vredelievend dan gedacht. Veel ingeburgerde aannames en clichés over yoga die u en ik beoefenen gaan op de fles. De welbekende ‘zonnegroet’ zou weleens gestoeld kunnen zijn op de ochtendgymnastiek van het Britse koloniale leger. Veel oefeningen die onderdeel zouden zijn van hatha yoga zijn in de bronteksten onvindbaar en blijken afkomstig uit de worstel- en bodybuildingcultuur van India, dan wel uit de wereld van (circus)acrobatiek en dans. Ook de in Europa gewortelde medische heilgymnastiek heeft zo zijn bijdrage geleverd.
Zelfs als we ons via boeken of leraren wenden tot de Indiase filosofie is het de vraag of we de oorspronkelijke, authentieke kennis tot ons nemen. Net als bij de fysieke beoefening is er sprake van een vermenging met ‘moderne’ opvattingen. Vivekananda (1863-1902), een van de eerste wegbereiders van yoga naar het Westen, was vol trots over zijn moederland India ― de bakermat van een universele spiritualiteit en broederschap ― maar tapte voor veel van zijn ideeën uit westerse bronnen, met name de theosofie. Yoga werd een ‘wetenschap’, omdat rationaliteit zo hoog in het westerse vaandel stond. En de psychologische interpretatie van de chakra’s (de energiecentra van het ‘subtiele’ lichaam) is zeer recent en geheel van westerse (new age) makelij.
De eigen invulling

Het Oosten ging naar het Westen en het Westen nam het Oosten tot zich. Om de yoga van nu te begrijpen, is het van belang te zien hoe wij westerlingen het oosterse gedachtengoed tot ons namen. Daarin zat vooringenomenheid. Onze benadering van yoga is een reflectie van onze eigen leefwijze. Natuurlijk stoelt het op een authentiek verlangen naar geluk en vrijheid, maar er is ook sprake van vervorming, puur door onze eigen bagage.
Naar mijn mening zijn er vier zaken die onze blik op yoga hebben vertroebeld: individualisering, secularisering, verlichamelijking en commercialisering.
Met individualisering bedoel ik dat we in onze motivatie kijken naar wat yoga voor ons als persoon kan betekenen. Hoe kan yoga ons leven verbeteren, aangenamer maken, ons vervulling schenken? We willen dat persoonlijke zelf behouden, want dat heeft ons onze unieke identiteit geschonken. Een dergelijk ik-idee druist in tegen het oorspronkelijke oogmerk van yoga. Wil je het ware Zelf realiseren, dan moet je juist afscheid nemen van dat geconstrueerde zelf. We willen dus vasthouden aan wat yoga ons vraagt om op te geven.
Secularisering is iets wat al eeuwen in onze maatschappij gaande is. Velen van ons hebben God, al dan niet terecht, uit hun leven gebannen. Yoga heeft echter voor een belangrijk deel een theïstische grondslag. God en goden spelen in de traditionele beoefening van yoga een vanzelfsprekende en belangrijke rol. Je kunt natuurlijk yoga doen zonder ‘goddelijke inbreng’, maar welke plaats nemen devotie en overgave dan in?
Verlichamelijking is de beperking van yoga tot het fysieke, wat soms zelfs leidt tot een verheerlijking daarvan. We leven, zo zegt ons geseculariseerde geloof ons, in een materiële werkelijkheid en onze stoffelijke verschijning is daar de uitdrukking van. We zijn eerst en vooral een lichaam, dat van zichzelf geniet, en van een wereld van objecten. Lichamelijke yoga geeft bovendien houvast, het lichaam laat zich ‘bewerken’, makkelijker dan de vluchtige geest. Maar volgens de oude yogageschriften is het lichaam ons meest grove voertuig, dat het verst afstaat van wat we ten diepste zijn. Hoe behulpzaam ook in de beoefening, het lichaam is vergankelijk, illusoir, bedrieglijk, een bron van verleiding en teleurstelling.
Tot slot is er de commerciële drijfveer. We leven in een wereld die alles te gelde maakt en ook onze omgang met yoga is daarmee ‘besmet’ geraakt. De initiële bevrijdingsdrang heeft bij menig yogi plaatsgemaakt voor ondernemingslust. Winst en succes prevaleren dan boven vrede en verlichting. Dat kan heel individueel zijn ― yoga als een persoonlijke carrière, je kostwinning of publiekelijk aanzien. Op wereldschaal is yoga ‘booming business’ geworden, met up-to-date yogascholen (en dependances) die korte cursussen met maximaal en gecertificeerd resultaat aanbieden, trendy tijdschriften met stralende modelyogi’s, retraites op paradijselijke plekjes, een levendige handel in matjes, kussens en ander ondersteunende artikelen…
Verder én terug
Het is een complex verhaal, waarin yoga zelf soms het onderspit dreigt te delven. De klassieke yoga van Patañjali en de Bhagavad Gītā geniet steeds minder belangstelling, net als de oorspronkelijke beoefening van hatha yoga. Wie daaraan gekoppelde termen bezigt, mag zich afvragen in welke context je die moet plaatsen. De yogi van nu zoekt zijn weg in afgeleide vormen, die vooral lichamelijk en persoonlijk gericht zijn. Dat is niet erg of te veroordelen, integendeel. De moderne invulling van yoga heeft veel heil gebracht, voor ieder van ons individueel en zeker ook voor de samenleving. Yoga werpt zijn vele vruchten af in de omgang met gebrekkigheid, ziekte en trauma, bij het afwerpen van de last van het verleden. We worden er vitale, mooiere mensen van! Evengoed is het jammer dat de ‘yoga van weleer’ met al haar rijkdom aan kennis in vergetelheid lijkt te raken.
Gelukkig blijft een mens altijd naar vrijheid verlangen. De vervulling daarvan wijst hem terug. Naar zijn oorsprong, en daarmee mogelijk ook naar die van yoga.
Noten
[1] Bron: Katha Upanishad (Sanskrti Devangari script, pre-14th century) ― foto Ms Sarah Welch. The early Variously dated by scholars to have been composed between 900 BCE to about 200 BCE, these texts are in Sanskrit language and embedded within a layer of the Vedas. The verses 1.1.1–3, partially 4 (the text starts in the mid-1st-line, after salutations to Ganesha).
[2] Bron: Ascetics Performing Tapas (c. 1820) ― unknown artist South India, Opaque watercolor on paper, British Museum.
[3] Bron: Lord Bahubali ― foto Ananth H V, ascetisch Jain standbeeld, 17 m hoge monoliet, Shravanabelagola (India)