Het QFWF storytelling programma Animal Wisdom ― 2
Heidi Muijen
Wijsheidsweb, 17 september 2020
deel 1 ― deel 2 ― deel 3 ― deel 4 ― deel 5 ― deel 6 ― deel 7 ― deel 8
“Strijd is de vader van alle dingen.”
Herakleitos van Efeze
In deze tweede Gulden Snede beschrijf ik een aantal mythische transculturele thema’s, die kenmerkend zijn voor de verhalen van het QFWF-storytelling programma.
In mythen uit Oost en West, Noord en Zuid is te lezen hoe de dynamiek tussen de natuurelementen en de ambivalentie van mannelijke en vrouwelijke scheppingskrachten de basis vormen van een natuurlijke, sociale en kosmische ordening.
Mythische wijsheid
Het motto bij deze Gulden Snede is afkomstig van de filosoof Herakleitos, die in de 6e eeuw v.o.j. in het huidige Turkse Efeze leefde. Hij wordt ‘de duistere’ genoemd, mede door diens paradoxale uitspraken. Zijn filosofie is geen betogende tekst, maar een verzameling aforismen en gezegden die een mythische geest ademen: zoals de beroemde zinnen dat je geen twee keer in dezelfde rivier stapt en dat alles stroomt, ‘panta rhei’. Die spreuken getuigen van de wijsheid dat tegenpolen mythisch gezien bij elkaar horen en het strijdige aan de wortel ligt van het ontstaan van de kosmos, van het leven op aarde en van de ordening in de mensenwereld.
De dynamiek in de natuur toont zowel strijd als liefde: zoals water en vuur; zoals een vis in het water.
Het leven van dieren is wezenlijk verbonden met het spel der elementen. Zowel letterlijk als figuurlijk: de slang kronkelend op de aarde, soms onderaards in waterige krochten; de leeuw met vurige moed; de raaf niet alleen als een vrije vogel in de lucht maar volgens de mythen verbonden met krachten van zon en vuur.
Eenheid der tegendelen
Zo vertellen de mythische verhalen over schijnbare tegenstellingen: overweldigende krachten en het rauwe leven in de natuur, samen met de schoonheid van het minuscuul kleine en subtiele.
De verzamelde verhalen gaan over elementaire wijsheid in de natuur. Over de eenheid der tegendelen ― hoe het mannelijke en het vrouwelijke zowel letterlijk als symbolisch een samenhang verbeelden ― van scheppingsprocessen buiten in de natuur, in de ziel en in de mensenwereld. Zowel de dieren zelf als hun elementaire kracht verbeelden de correspondentie van het leven op aarde en in de kosmos ― en de wiskundige regelmaat ― van de gulden snede, de wonderlijke ‘ratio’ van organische groeiprocessen.
De Griekse natuurfilosofen gingen minder op de narratieve verbeelding in, als wel op die in de natuur verborgen ‘ratio’ ofwel verhoudingen: de elementen bevatten een ‘beginsel’ èn vormen het begin van het ontstaan van alles.
Hoe meer we teruggaan naar de mythische oorsprong, waaruit de natuurfilosofen hun ideeën putten, des te meer de dynamiek van de natuurelementen ― aarde, water, lucht, vuur ― gevisualiseerd is als het leven van natuurgeesten, fabeldieren, reuzen, goden en godinnen. Uit hun onderlinge strijd, jaloezie, liefde en haat komt het geheel voort: zowel het natuurgeweld als de menselijke strijd, emoties en verwikkelingen. Het spel der elementen ìs, mythisch gezien, het bezielde universum; te samen met ether,― de kosmische oerstof waaruit de sfeer van het Olympos gebergte bestaat; daar waar de goden wonen.
De wijsheid van de paradox
Zowel de natuurfilosofische ‘wijsheid der ouden’ als de spreekwoorden en gezegden getuigen van paradoxale inzichten. Ze gaan over de mythische samenhang tussen het strijdige en het liefdevolle, tussen het speelse en onvermijdelijke, tussen vrijheid en noodzaak, tussen toeval en het noodlot, tussen het blijvende en de voortdurende verandering. De tegenstellingen verhullen een oerdynamiek tussen de elementen, die zich zowel kenbaar maakt in de kosmos, in de ziel en in de natuur.
De verhalen uit de mythologie van de verschillende culturele (wijsheid)tradities getuigen zowel van nauwkeurige observaties van het natuurlijke leven en het gedrag van de dieren, als dat er in de beschreven avonturen meer van betekenis lijkt te zitten. Vanuit dat vermoeden wordt er in het QFWF-storytelling programma een betekenislaag van (trans)culturele wijsheid uit gepeld: wijsheid van het elementaire leven die juist ook van waarde is voor de mensenwereld. Voor menswording en gemeenschapsvorming.
De mythische beschrijving van dit gelaagde, elementaire krachtenspel vertoont veelzeggende ambivalenties:
- De dynamiek der natuurelementen laat creatie èn destructie zien
- Het samenspel van de elementen is zowel opgevat als een letterlijke ‘alchemie’ ― bijvoorbeeld als het ideaal van ‘de alchemisten’ uit lood goud te maken ― als symbolisch voor een ‘quest for wisdom’
- het spel der elementen vindt zowel buiten in de natuur plaats als ‘van binnen’, in de krochten van de ziel: de mythische verhalen visualiseren tegelijkertijd een kosmisch scheppingsproces, als menselijke oerthema’s over geweld en harmonie, over mannelijk en vrouwelijk, over liefde en strijd, jaloezie en schuld, eer en schaamte, verbinding en scheiding, enz.
Kenmerkend voor de ‘mythische logica’ lijken juist deze ambivalenties in de observaties en verborgen wijsheid van het elementaire leven, die zowel verwijzen naar ‘goddelijke’, ‘menselijke’ als ‘natuurlijke’ kwaliteiten.
Het mysterie
De gelaagdheid van de elementaire wijsheid lijkt iets van ‘het mysterie’ te reflecteren: het mystieke ‘on-gedeelde’, waarin aarde en hemel, mannelijk en vrouwelijk, licht en duister, goddelijk en dierlijk, en andere tegenpolen wezenlijk samenhangen in een groter geheel. Het rationele verstand brengt hierin onderscheidingen aan, waar het ‘mythische perspectief’ in analogieën denkt: het vertrekt vanuit een (‘diepere’, ‘omvattendere’) eenheid en benadrukt juist de samenhang, herkent tegenpolen als een schijnbare tegenstelling.
Bezien vanuit ‘het mythische perspectief’ kunnen de tegenpolen in het creatieve proces en kan het ‘niveau’ waarop het polaire samenspel zich afspeelt, steeds verspringen: het kosmische ontstaan van hemel en aarde uit chaos (de nog ongedeelde oorsprong) ìs de voortdurende dynamiek van de natuurelementen, ìs het wiel van samsara ofwel het ‘rad van vrouwe fortuna’ (het rad van fortuin). De wisselvalligheid van voor- en tegenspoed herbergt liefde èn strijd tussen goden en godinnen, tussen goden en mensen, tussen mannelijke en vrouwelijke scheppende krachten, tussen water(geesten) en vuur(geesten), enz.
Waar de natuurfilosofen en wetenschappers ernaar streefden het geheel te willen verklaren en terugbrengen tot elementaire principes, daar verbeelden de mythen het mysterie van de samenhang, van het ontstaan van de kosmos en van het leven op aarde met oog voor de eenheid en ordening der dingen.
Bezien vanuit ‘logos’ staan de afzonderlijke elementen en tegenpolen (de verdeeldheid) voorop. Terwijl ‘mythos’ oog heeft voor eenheid en dynamiek tussen polariteiten: het leven als voortdurende verandering en een spel der elementen.
Transculturele symboliek
De schildpad verbeeldt een transcultureel thema: diens welvend schild is als een hemelgewelf en wijst naar de vier windrichtingen[1]
Het QFWF-storytelling programma beoogt zowel de eigenheid van de culturele verhalentradities uit de vier windstreken te kenschetsen, als transculturele symboliek in de diversiteit van verhalen te ontdekken.
Derhalve stelt zij de mythische verbeelding centraal: de kunst oog te ontwikkelen voor analogieën.
Voorop staat de samenhang door de kracht van verbinding (liefde) en de scheidende dynamiek (strijd) zowel waar te nemen in het krachtenveld tussen hemel en aarde, tussen goden en mensen als tussen de natuurelementen.
Boeiende patronen dienen zich aan door parallelle processen van creatie en destructie te ontwaren tussen de verschillende werelden: in de kosmos, op aarde en in de mensenwereld. De verschillende ‘niveaus’ zijn mythisch gezien verbonden, wat met het transculturele symbool van de wereldboom is verbeeld.
Liefde en strijd
Hoe verschillend de culturele mythen het decor voor de strijd en de liefde ook schilderen ― hoe de goddelijke krachten zich concreet manifesteren als vaderlijke en moederlijke scheppers ― het oergegeven van een natuurlijke dynamiek als een bezielende, goddelijke scheppingskracht, lijkt daarin gemeenschappelijk te zijn. Die transculturele thematiek van liefde en strijd als scheppende dynamiek verbindt de diverse mythen uit de verschillende windstreken met elkaar.
Het ontstaan van de mythische ‘werelden’ vertoont nog een opmerkelijke transculturele symboliek: zo bevinden de moedergodinnen zich vaak in de aarde en het water; terwijl de vadergoden meer met de elementen lucht, licht en het vuur zijn verbonden.
Goden en godinnen
In de Griekse mythologie bijvoorbeeld zijn Gaia, Demeter en Persephone in verschillende goddelijke rollen met de aarde verbonden: met specifieke vruchten van de aarde, zoals het graan; met het laten groeien en bloeien van al het leven, inclusief de vruchtbaarheid van mensen.
Een vrouwelijke boodschapper van de goden is de mythische figuur Sybille, die in het gehele middellandse zeegebied en het Midden-Oosten tot Libië en Iran (Perzië) voorkomt. Zij zijn orakels die goddelijke inspiratie doorgaven, zoals de Pythia in Delphi.
De mannelijke goden Ouranos, Zeus, Helios en Apollo zijn aan de elementen lucht en vuur verbonden. Ze hebben het hemelgewelf, het zonlicht, het luchtruim, de bliksem en de weersverschijnselen onder hun hoede.
Een vergelijkbare portefeuille bezitten de Germaanse annex Noorse goden Wodan en Odin, respectievelijk Donar en Thor.
In de ontwikkeling van diverse mythologieën worden moedergodinnen veelal overwonnen door vaderlijke schepper- of hemelgoden ― zoals Apollo in de Griekse mythologie het vrouwelijke slangenwezen Python overwon.
Intergenerationeel geweld
Een hieraan verwant boeiend transcultureel motief is dat er in mythen over het ontstaan van de kosmos en de aarde vaak een eerste generatie goden of een reuzengeslacht overwonnen wordt door de tweede generatie van kinderen.
Zo kregen in de Griekse mythologie moeder aarde Gaia en hemelvader Ouranos een nageslacht, de zogenoemde generatie van de Giganten, die hen in macht opvolgden. De mythische verhalen verbeelden een overheersingstructuur op basis van intergenerationeel geweld, dat uitmondde in een patriarchale overheersing.
Vooral de mythe van Chronos vertelt hierover, die ook tegenwoordig nog als ‘vadertje tijd’ verbeeld wordt. Terwijl Chronos de onderdrukking van zijn Hemelvader had bestreden door hem te castreren, daar zette het geweld zich voort in de volgende generatie: Chronos at steeds zijn eigen kinderen op!
Zeus wist dat te voorkomen door een list, samenspannend met zijn moeder Rheia, die hem in de wieg verwisselde met een steen. Hierdoor verslond Chronos deze steen in plaats van zijn boreling.
Gezoogd door de geit Amalthea groeide Zeus op Kreta op. Eenmaal volwassen stootte hij zijn vader van de troon en eiste de heerschappij op: op de Olympos, het gebergte in etherische sferen, waar de derde generatie goden en godinnen leefden.
De oermens of het oerpaar
Weer een ander transcultureel thema is dat de aarde en al het leven op aarde uit een oermens of een oerpaar zouden zijn voortgekomen.
Ook Adam en Eva in de christelijke mythe vormen een oerpaar; specifiek voor deze traditie is dat het scheppingswerk door god zelf is gedaan.
In de Noorse mythologie ontstaat de gehele aarde uit de reus Ymir.
Eenzelfde verbeelding treffen we aan in een Chinese mythe met de reusachtige Pan Gu: deze is tevens een scheppergod, die samenwerkt met de scheppergodin Nu Wa. Zij kleit het mensengeslacht uit de gele leem.
In de Chinese mythologie figureren Nu Wa en Fu Xi zowel als scheppergod(inn)en, als het oerpaar, waaruit de mensheid is ontstaan, en als ‘sjamanische’ zus en broer. Kenmerkend voor de Chinese traditie is dat ook de (mythische) dieren participeren in het scheppingswerk.
Wat dit betreft zijn er boeiende culturele verschillen op te merken tussen Oost en West, zoals over de elementaire kracht en wijsheid van de draak.
Waar de moedergodin Nu Wa haar scheppingswerk verrichtte in een slangachtige drakengestalte — in een samenspel en kosmisch cocreatieproces met andere mythische dieren (eenhoorn, phoenix, schildpad) — daar staat de draak in Europese mythen veelal voor ‘het kwaad’ of voor duistere aspecten van de ziel, die overwonnen moeten worden.
Een (zond)vloed en een nieuw mensengeslacht
Veel mythen vertellen van een eerste mensengeslacht — een ras van reuzen — die, soms omdat zij hun scheppers ontstemden, door een enorme overstroming werden weggevaagd, waarna er een nieuw mensengeslacht geboren wordt.
Ook dit is een transcultureel thema dat verschillende culturen met elkaar verbindt.
Bekend is het oudtestamentische verhaal over de zondvloed, doch ouder zijn de Mesopotamische mythen over Enlil, die de mensheid met een vloed zou hebben bestraft.
In het QFWF-storytelling programma is een mythe van de Noord-Amerikaanse Tlingit opgenomen, waarin de Raaf als sjamaan de vloed weet te bedwingen.
Ook in Chinese mythen is er sprake van een vloed ten gevolge van de strijd tussen (mannelijke) vuurgeesten en (vrouwelijke) watergeesten.
En er bestaat een Aboriginal mythe, waarin wordt verteld van een vloed die het gevolg is van een vergelijkbare strijd tussen de twee Zusters uit de oceaan en de mannelijke Regenboogslang.
Zo blijkt ook het symbool van de regenboog in dit verband transcultureel.
In de mythologie van de Andes (Inca’s) is eveneens sprake van een nieuw mensengeslacht. De scheppergod Viracocha liet via de heilige verhalen weten dat er ooit een goddelijk nageslacht met rijzige en glanzende gestalten over het grote water aan de kust zou verschijnen.
Die mythe zorgde voor het misverstand dat de inheemse volken de Europese veroveraars aanzagen voor de goddelijke wezens uit hun verhalen. Zo verwelkomden zij hen met bijzondere gastvrijheid.
De mythische aanduiding ‘de eeuwige jachtvelden van de voorouders’ ― ofwel het land Paititi, waarover inheems Amerikaanse mythen vertellen ― is in dat verband misverstaan. Dit werd door de Spanjaarden het El Dorado genoemd en letterlijk genomen als ‘de gouden stad’, wat mede aan de basis zou hebben gestaan van de ‘gold rush’ door de veroveraars.
Heimwee naar het paradijs
Op vergelijkbare wijze is het transculturele thema van een ‘paradijselijk oord’ steeds soms letterlijk, als een werkelijk bestaand land, en soms overdrachtelijk geïnterpreteerd. Bovendien kleeft er aan die dubbelzinnige notie nog andere mythisch-religieuze thematiek: namelijk de religieuze vraag hoe het paradijs ofwel de oorspronkelijke goedheid weer te bereiken?
Hoewel er in de mythen van vrijwel alle windstreken verteld wordt over een paradijselijke toestand of een arcadisch landschap, is de precieze inkleuring hiervan cultureel heel divers en wordt haar betekenis in de diverse wijsheidstradities verschillend uitgewerkt.
Dit gegeven vormt een intercultureel ‘knooppunt’, waarin de hierboven genoemde transculturele thema’s op boeiende wijze in de mythische verhalen en als religieuze vragen samenkomen.
In de volgende Gulden Snede meer over dit mythisch-religieuze thema van een paradijselijk oord, waar ooit het mensengeslacht zou zijn ontstaan, en de boeiende transculturele thematiek hoe die verhalen zowel ‘doel’ als ‘weg’ reflecteren hoe die oorspronkelijke goede (goddelijke) natuur weer te bereiken.
- Borchert, B. (1994). Het verschijnsel, de geschiedenis, de nieuwe uitdaging. Haarlem: J.H. Gottmer.
- Campbell, J. (2008 [origin 1949]). The Hero with a Thousand Faces. Novato, California: New World Library.
- Campbell, J. (2002). Gij zijt dat: Transformatie van een religieuze metafoor. Deventer: Ankh-Hermes.
- Coudert, A. (1984). De steen der wijzen. Deventer: Ankh-Hermes.
- Grimm (1981). Sprookjes voor kind en gezin. (Volledige uitgave van de 200 sprookjes en 10 kinderlegenden verzameld door de gebroeders Grimm met uitvoerige aantekeningen en registers). Rotterdam: Lemniscaat.
- Jung, C-G. (1933). Modern Man in Search of a Soul. San Diego, CA: A Harvest Book: Harcourt Brace & Company.
- Jung C-G. (1993 [origin. 1950, transl. Pety de Vries-Ek]). Symbolism of the Mandala [Symboliek van de Mandala]. Lemniscaat: Rotterdam.
- Narby, J. (1998). The Cosmic Serpent. DNA and the Origins of Knowledge. Ives: Phoenix.
- Plattner, S. & Vonk, E. (Ed.) (2019). Congo tales: Told by the People of Mbomo. (Photographs by Pieter Henket). Munich/London/New York: Prestel.
- Quispel, G. (red.) (1992). De Hermetische Gnosis in de loop der eeuwen. Beschouwingen over de invloed van een Egyptische religie op de cultuur van het westen. Baarn: Tirion.
- Scott Littleton, C. (2005). (red.) Een geïllustreerde geschiedenis van mythen en verhalen uit de gehele wereld. Kerkdriel: Librero.
- Ten Berge, H.C. (1987). Mythen en fabels van Noordelijke volken. (Samengesteld, vertaald en ingeleid door H.C. Ten Berge). Amsterdam: Meulenhoff.
Noten
[1]Bron: Afbeelding uit het QFWF-Adinkraspel met Ghanese spreekwoorden
[2]Wijsheidsweb: Sybille naar Michelangelo
[3]Bron: standbeeld van Chronos (1865–1952)
[4]Bron: Regenboog olieverfschilderij (circa 1803) door de Oostenrijkse schilder Joseph Anton Koch