Wim van de Laar
Uit: Tijdschrift voor yoga van de Vereniging Yogadocenten Nederland (VYN), december 2017, www.yoganederland.nl
Een bloemlezing, vrij uit De Upanishads
Ik ben het Zelf in je, het Zelf dat in alles is.
Ik ben dat door wat je ziet en hoort, dat door wat je ruikt en spreekt, dat door wat je zoet onderscheidt van zuur.
Ik ben niet dit of dat. Ik laat me niet begrijpen. Ik ben onverwoestbaar. Niets kan mij vernietigen.
Ik voeg me naar elke vorm. In elke vorm laat ik me zien.
Ik ben grof noch fijn, kort noch lang, schaduw noch duisternis. Ik ben niet de lucht, noch de ruimte. Ik heb geen gezicht en ben zonder maat, zonder binnen of buiten.
Ik eet niets en word door niets gegeten.
Ik beweeg en ik beweeg niet. Ik ben ver weg en dichtbij. Ik ben binnen in alles, én daarbuiten. Er is niets buiten mij.
Ik word gekend door wie mij niet bevatten kan. Wie mij bevatten kan, kent mij niet.
Wie mij kent, is voor altijd vrij van angst.
Ik word niet geboren en ik sterf niet als het lichaam sterft. Ik ben zonder begin, zonder oorzaak.
Kleiner dan het allerkleinste en groter dan het grootste verblijf ik in het hart van ieder schepsel. Ik ben wakker in al wat slaapt, en schep verlangen na verlangen.
Zonder handen en voeten grijp ik, en ik beweeg vliegensvlug. Ik zie zonder ogen en hoor zonder oren. Alles is in mij verborgen, en ik ben verborgen in alles.
Ik ben niet het lichaam, niet een individu. Ik ben er altijd. Ik ben louter Bewustzijn.
In mij alleen wordt alles geboren, in mij is alles gegrondvest, in mij lost alles op. Ik heb geen vorm en ken alles, maar ik ben daarbuiten. Iedereen kent mijn spel, maar niemand kent mij.
Ik ga nimmer verloren.
Ik ben het Zelf in je, het Zelf dat in alles is.