Zaaien en oogsten

0

Wim van de Laar

Uit: Yoga Vizier, www.yoganederland.nl

Er zijn veel redenen om aan yoga te ‘doen’, maar het ultieme doel ervan is toch de vervulling van ons diepste verlangen: vrijheid. Dat is van oudsher de kern, de oerdrijfveer achter alle beoefening.

Vrijheid laat zich omschrijven als: zijn wie je bent, gaan en staan waar je maar wilt, handelend naar wat het moment ingeeft, vanuit een ongehinderde, onafhankelijke geest. Voor de yogi ligt vrijheid daar, in de herkenning van jezelf als ‘dát’. Ach, hoe prachtig is de (wens)gedachte van de boeddhist dat iedereen in dat besef leven mag, verlost van kerfstok, positie en sleur. Een vrij iemand is, behalve een vreugde voor zichzelf, een geschenk aan de mensheid. Zij (hij) kijkt onbekommerd de wereld in, zelfs als die in brand staat, en toont iedereen wat paradijslijk mogelijk is. Hoe je de wonderlijke worsteling met jezelf beëindigen kunt en het authentieke en oorspronkelijke ‘ik’ tevoorschijn brengt.

Ontwaken ― Gussen Wie[1]

Het verwerkelijken van vrijheid is ontwaken in je Zelf. Je bevrijdt je van alle ketenen en trammelant. Vrijheid en bevrijding, ze lijken synoniem, maar toch is er een subtiel verschil. Bevrijding is een loskomen van iets, ze gebéúrt op enig moment. Vrijheid drukt uit wat je ten diepste bent, ze ís altijd. Dit verschil maakt van het streven naar vrijheid iets paradoxaals: je doet je best om haar binnen bereik te krijgen, terwijl ze er al die tijd al voor je is. Gek genoeg ‘moet’ je die moeite wel doen. Anders gaan de bevrijdende ogen niet open. Vrijheid komt een mens alleen in zeer hoge uitzondering zomaar aanwaaien.

Waar verlos je je precies van bij bevrijding? Wat staat vrijheid in de weg?

De voornaamste reden voor onvrijheid die yoga en de algehele Indiase filosofie aandragen is onwetendheid (avidyā of ajñāna), met in het kielzog daarvan begeerte en afkeer. Onwetendheid maakt dat je jezelf verwart met wat je eigenlijk niet bent (het lichaam, of de geest met zijn rijke stroom aan gedachten en gevoelens). Dat gaat gepaard met een gevoel van isolement. Je ervaart jezelf als een afgescheiden ‘persoon’, alsof je op een of andere manier buiten het leven staat.

Hoewel we er allemaal intrappen, stoelt deze beleving gelukkig louter op die verwarring. Bevrijding komt met het inzicht in je ware aard. Het is eigenlijk heel simpel: als je volledig begrijpt wat je ten diepste bent ― puur Bewustzijn ― valt alle kommer en kwel van je af. En zolang je dat niet doorhebt, gaat de ellende door. De meest directe weg naar bevrijding is daarom het zien van wat werkelijk is. Met de komst van inzicht of waarachtig besef verdwijnt onmiddellijk het valse zicht van onwetendheid, zoals de duisternis verdwijnt als de zon ‘verschijnt’.

Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het geloof in het illusoire zelf heel hardnekkig en lastig te tackelen. Je kunt heel goed snappen hoe dit bestaan in elkaar steekt, met inbegrip van alle verwarring, en er desondanks steeds weer ‘instinken’. Heel frustrerend is dat. Je hebt een/de sleutel in handen, maar op de een of andere manier wil de deur toch niet open.

Geen kennis hebben van het Zelf heeft weinig met domheid of een gebrek aan intelligentie van doen. Er zit iets anders in de weg. De tweede reden ― naast onwetendheid ― van die heel basale zelfbegoocheling is karma. Karma maakt een soort extra verdichting in de nevel waar je al in zit.

Karma is een weids begrip. In beginsel betekent het ‘handeling’, maar het gaat met name over werkzaamheid, iets in werking zetten, werkelijkheid geven. Een handeling geeft gevolg en dat gevolg geeft weer aanleiding tot ‘nieuw’ handelen. Karma is deels individueel, deels cultureel, deels universeel. Je bent er de weerslag van, en alles om je heen ook, tot en met de rondgang van de planeten toe. De hele wereld is de uitdrukking en optelsom van karma, in voortdurende beweging.

Om vrij te worden is de omgang met je individuele karma van vitaal belang. Met het karma van je overbuurman of de kikkers in de vijver heb je hooguit in tweede instantie wat te maken. De Yoga Sūtra van Patañjali (én het commentaar van Vyāsa) besteedt uitgebreid aandacht aan karma. Het staat in verband met de vijf kwellingen (onwetendheid, ik-gevoel, begeerte, afkeer, zelfbehoud), waarop het valse zelf gedijt. Ook de laatste van de vijf wervelingen van het denken, ‘herinnering’, heeft ermee van doen.

Herinnering (smriti) is vasthouden aan wat eerder is ervaren, het niet loslaten van oude indrukken. Je grift je ervaringen in je geheugen. De hele verzameling daarvan ligt opgeslagen in je systeem en maakt dat je op een ‘geprogrammeerde’ manier gaat denken en reageren. Je raakt vast in sporen van geconditioneerd gedrag, een steeds herhaald patroon van indruk-actie-reactie-waardering-indruk…. Een perpetuum mobile van zaaien en oogsten, waarin niets nieuws meer kan gebeuren. In het ergste geval dan.

Oogsten ― Cornelis Jetses[2]

Inzicht in je ware aard zou dit hele mechanisme in één keer aan diggelen kunnen gooien, maar de Yoga Sūtra maakt duidelijk dat velen van ons gebaat zullen zijn bij wat ondersteunend ‘grondwerk’. De praktische aanwijzingen die Patañjali geeft tonen verwantschap met de vaardigheden van een tuinman. Deze weet hoe hij de aarde moet bewerken, en waar en wanneer hij de zaden plant. Consequent verwijdert hij het woekerende onkruid en begeleidt de opwaartse beweging van het gewenste groen. De term die gebezigd wordt is bhāvana, een agrarische term, die ‘cultiveren’ maar ook ‘mediteren’ betekent. Bij geestelijke arbeid is het reciterend verzinken in Aum er een voorbeeld van, net als de beoefening van mededogen en gelijkmoedigheid, of het pareren van negatieve handelingen met hun tegendelen. Ook de yama’s en niyama’s (de ‘do’s en don’ts’), de eerste bestanddelen van het achtvoudige pad, behoren tot de praktijk van het opschonen van je binnenwereld.

Karma belemmert het zicht. Het toegewijd verzorgen van je innerlijke tuin stilt het denken en brengt vrede in het hart. Je haalt de knellende wortels van het verleden weg en breekt de karmische ban. In de dan ontstane ruimte kunnen de schellen van je ogen vallen, plots en zomaar, en zie je het Zelf, helder oplichtend, altijd in bloei.

Noten

[1] Bron: Ontwaken (1969) ― Gussen Wie, Venray
[2] Bron: Schoolplaat ‘Een Julidag op het land’ ― Cornelis Jetses (1873-1955)

Avatar foto

geeft les in yoga en meditatie. Niet alleen de ervaring van openheid en levendigheid die uit de beoefening van yoga verkregen wordt, maar ook de immense rijkdom van de yoga-filosofie — met bovenal het gegeven van vrijheid als het wezen van de eigen natuurlijke staat — is voor hem een dagelijkse bron van inspiratie. Daarin zijn hem de klassieke bronteksten zeer dierbaar: hij vertaalde zowel De Upanishads als Bronnen van Yoga (met toelichting).