Wim van de Laar
Uit: Tijdschrift voor yoga van de Vereniging Yogadocenten Nederland (VYN), november 2015, www.yoganederland.nl
In de Upanishads gebeurt de overdracht van wijsheid binnen de beslotenheid van leraar en leerling. Het initiatief voor de ontmoeting ligt bij de leerling. Hij ontbeert iets, iets wat hem kwelt en gevangen houdt en waarin hij uit zichzelf geen uitweg weet. Vanuit dat verlangen naar bevrijding benadert hij een leraar en verzoekt om onderricht.
De leraar geeft zijn wijsheid niet zomaar prijs. Meermalen komt het voor dat de leerling wordt onderworpen aan een test. De leraar probeert de leerling af te leiden, de vraag uit zijn hoofd te praten of af te zwakken. Hij biedt alternatieven: rijkdom, roem, een lang, lang leven in een vreugdevolle wereld. De toets is om te zien wat het werkelijke kaliber van de zoeker is, hoe oprecht en onvoorwaardelijk zijn verlangen is. Het is niet zo dat de leraar niet wil spreken. Wat telt is of de leerling de woorden in hun volle betekenis kan horen en niet gaat wankelen. De realisatie van vrijheid kent geen tussenwegen.
Het onderricht in de Upanishads betreft steeds het Zelf, de ongeziene essentie van Bewustzijn en volkomenheid. Daarin wordt de leerling niet zo zeer iets nieuws aangereikt. Jezelf zijn is iets wat je per definitie steeds bent. Daaraan hoeft niets te worden toegevoegd, integendeel. Het gaat om iets wat er al is, maar wat niet wordt gezien. Bevrijdend inzicht is als een heldere hemel, waaruit de wolken van verwarring en onwetendheid zijn verdreven.
De tegenwoordige zucht naar vernieuwing lijkt soms een verdekte voortzetting van oude wegen. Het oorspronkelijke verlangen naar bevrijding is dan uit zicht geraakt. Ware vernieuwing, in de geest van de Upanishads, staat in het teken van bevrijding, niet in verandering omwille van verandering.
Met de realisatie van het Zelf wordt de verknoopte herhaling van het oude weggevaagd. Wat dan rest is louter vernieuwing, spontaan en zonder voorwaarden. Want werkelijke vernieuwing is niets anders dan het onophoudelijke bruisen van het nu.
[1] Bron: Guru met leerlingen – B.K. Mitra