Maand November 3

0

Mensis November, slachtmaand, bloedmaand, smeermaand, reuzelmaand

Machteld Roede

januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3maart 1, maart 2 en maart 3april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3— juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3— augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2 en september 3 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2 en november 3 — december 1, december 2 en december 3

Natuur

Pollennieuws

In de maand november geeft de Atlasceder sterk allergene klachten.
Het nabloei van het straatgras blijft allergene prikkels geven.
Het kruid bijvoet blijft matig allergeen.

Flora

De groenblijvende liaan klimop — Hedera helix- is een van de weinige planten die tot in de winter kan bloeien en zo in de donkere, koude maanden nog actieve insecten nectar en stuifmeel blijft leveren.

Op enkele onverwachte plekken bloeit verrassend de hier in het wild zeldzame herfstijloos (Colchicum autumnale), zonder bladeren bij de bloei. De bloemen van dit bolgewas lijken op die van de krokus.

Vlinders[2]

De citroenvlinder is de enige vlinderoverwinteraar die de vrieskou zonder beschutting trotseert en blijft in planten zoals klimop zitten.
De overige hier overwinterende vlinders als de atalanta, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en nachtvlinders, de najaarsspanner, bruine herfstuil, herfstspanner, grote wintervlinder, kleine wintervlinder en gammauil zoeken houtstapels, zolders en schuurtjes op.

In een kale schoon geharkte tuin kan geen vlinder overwinteren. Dode planten en bladeren kun je het best (gedeeltelijk) laten staan respectievelijk liggen. Ook vogels en egels verstoppen zich in dergelijke tuinhoekjes. Je tuin winterklaar maken? Niet doen!

Libellen[3]

Al voor de winter inzet zijn de vrijwel alle volwassen libellen gestorven, op de Bruine winterjuffer na. De overige soorten overwinteren als ei of larve, met uiteenlopende voorkeuren voor een vaste winterplek.

Zo vindt de Geelvlekheidelibel winterrust als ei in drassige oevergedeelten en laat de Steenrode heidelibel haar eitjes dobberen op het wateroppervlak. Eitjes van de Groene glazenmaker zitten beschut in krabbenscheerplanten, de Bruine glazenmaker verstopt haar eieren in een snee in de stengel van een waterplant, gemaakt met haar legboor.
En de eieren van de Houtpantserjuffer zitten onder de bast van takken die over water hangen, waarna in de lente de larven in het water vallen. Larven van de Azuurwaterjuffer overwinteren op drijvende waterplanten.

Libellen en juffers in het zomer halfjaar — foto’s Joke Koppius

Vogeltrek[4]

Spreeuwen — foto Karel Odink

Vanaf begin november luwt de grote herfst trek, al blijven er nog spreeuwen en roeken passeren tot begin december. Bij helder weer kunnen grote troepen barmsijsjes te zien zijn. Zodra er vorst komt trekken de nog aanwezige laatste kieviten zuidwestwaarts weg. Naast de standvogels is ons land nu gevuld met overwinteraars. Kol- en rietganzen vervingen de grauwe ganzen.

Bijzondere dagen

  • 1 november: Allerheiligen, RK
  • 2 november: Allerzielen, RK
  • 2 november World Right to Die Day (wereld, sinds 2008)
  • 1e woensdag: Dankdag voor Gewas en Arbeid, protestants (NL, sinds 1653)
  • 3 november: Werelddag van de Man (Andrologen Universiteit van Wenen, sinds 2000, gezondheid van de man)
  • 1e zondag: Wintertijd (VS)
  • 9 november: Kristalnacht (1938, D)
  • 9 november: Val van de Berlijnse Muur (1989, D)
  • 9 november: Internationale Dag tegen Fascisme en Antisemitisme
  • 11 november: Remembrance Day (VK en Gemene Best)
  • 11 november: Sint Maarten
  • 11 november: 11e van de 11e (in NL onder de grote rivieren)
  • 1e zaterdag na Sint Maarten: Intocht van Sinterklaas (NL)
  • 17 november: Dag van de Beaujolais Primeur (FR)
  • 20 november: Internationale Dag van de Rechten van het Kind (VN)
  • 4e donderdag: Thanksgiving Day (VS)
  • 4e zaterdag: Herdenking Holodomor (Oekraïne, 1932-1933)
  • 29 november: Internationale Dag van Solidariteit met het Palestijnse Volk (VN, sinds 1947)

Weerspreuken

Da Costa Getijdenboek, november — Simon Bening[5]

Als de bomen voor de tweede keer bloeien, gaat de winter zich met ons tot mei bemoeien.
Als november ‘s morgens broeit, wis dat de storm ‘avonds loeit.
Als het met Allerheiligen sneeuwt, leg dan uw pels gereed.

Allerheiligen

Brengt Allerheiligen de winter aan, dan doet Martinus (11/11) de zomer staan.
Brengt Allerheiligen winterweer, tien dagen duurt dat zeer.
Een Allerheiligen met zonneschijn, geeft in de winter veel pijn.
Geeft Allerheiligen zonneschijn, spoedig zal het winter zijn.
Houden de kraaien voor Allerheiligen school, zorg dan voor hout en kool.

Allerzielen

Allerzielen zonder vuur, spaart geen brandhout uit de schuur.
Allerzielens witte pelder, maakt het voorjaar mild en helder.
Als Allerzielen zacht begint, volgen veel regen en wind.
Met Allerzielen wit gewemel, in het voorjaar blauwe hemel.

Sint Maarten

Als het nevelig is met St. Martijn, dan zal de winter niet koud zijn,
maar heeft de Sint een witte baard, dan blijft ons sneeuw nog ijs gespaard.
Is het donkere lucht op St. Martijn, zo zal het een zachte winter zijn,
maar is dag van St. Martijn helder, de vorst dringt door tot menig kelder.
Is om St. Maarten nog loof aan de bomen, zo moogt ge van een strenge winter dromen.
Na het feest van St. Maarten, krijgt de winter schone kaarten.
Nevels in de St. Maartensnacht, maken de winter kort en zacht.
St. Maarten zet zich met veel dank, bij het haardvuur op de bank.
St. Martinus warmte en regen, brengt het zaad geen grote zegen.
Staat met St. Maarten op ‘t ijs de gans, zo houdt ze Kerstmis in ‘t water een dans.
Wolken op St. Maarten, geven een onbestendige winter aan.

November gedichten

November

Thomas Hood[6]

No sun — no moon!
No morn — no noon —
No dawn — no dusk — no proper time of day —
No sky — no earthly view —
No distance looking blue —
No road — no street — no “t’other side the way” —
No end to any Row —
No indications where the Crescents go —
No top to any steeple —
No recognitions of familiar people —
No courtesies for showing ‘em —
No knowing ‘em! —
No travelling at all — no locomotion,
No inkling of the way — no notion —
“No go” — by land or ocean —
No mail — no post —
No news from any foreign coast —
No Park — no Ring — no afternoon gentility —
No company — no nobility —
No warmth, no cheerfulness, no healthful ease,
No comfortable feel in any member —
No shade, no shine, no butterflies, no bees,
No fruits, no flowers, no leaves, no birds, —
November!

Thomas Hood (1799-1845)

O Pereboom, belaên

O Pereboom, belaên
met al goudgeelwe blaên,
octoberziek en treurig,
de winter is ‘t, die naast,
en ‘t al het land uit blaast
dat groeizaam is en geurig!

Nog onlangs stondt gij daar,
o schoone perelaar,
één’ witte wolke blommen,
die ‘t weerd was om te zien,
en die naar u de bien
van verre en na deed kommen.

De zomer ging voorbij,
en dan bekroondet gij
uw edel hoofd met bruine,
zoetvleeschde peren, van
daar schier mijn hand aan kan
tot in uw’ hoogste kruine.

Nu staat gij daar en treurt,
ontkinderd en ontkleurd,
en schijnt alom te vragen:
zal niemand, die mij zag
in mijnen schoonen dag,
me een meêlijend herte dragen?

o Pereboom, vaart wel;
‘n wilt voor winter fel
noch weemoed buigen neder:
de winter komt en gaat,
o pereboom: weêrstaat,
verrijzen zult gij weder!

Guido Gezelle (1830–1899)[6a]

November

J.C. Bloem[7]

Het regent en het is November:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt.

En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijksch leven wordt verricht,
Schijnt uit de troostelooze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.

De jaren gaan zooals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tusschen doove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.

Verloren zijn de prille wegen
Altijd November, altijd regen,
Altijd dit leege hart, altijd.

J.C. Bloem (1887–1966)

In Flanders Fields

John McCrae[8]

In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row,
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly

Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow,
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

John McCrae (1872-1918; 1915)

De kollebloemen van Vlaanderen

Vlaanderens hart bloedt in zijn kollebloemen open,
tussen de kruisjes door, die, rij naast rij geplant,
het simpel teeken zijn, waaronder wij steeds hoopen,
dat onze milde dood de vree werd voor dit land.

Bij rooden dageraad volgden wij in het blauwe
den zoeten leeuwerik, wiens jubel werd gestoord
door schroot en vloek en klacht. Tot men ons kwam houwen
en op dit Vlaamsche veld ons streven werd gesmoord.

Gij, die nu na ons leeft, wij reiken u de toortsen,
verheft ze naar het licht, elk roepe een nieuwen held:
verbreekt gij onze trouw, dan wordt in wreedste koortsen
ons ‘t heilig verbod te slapen in dit veld:
in elke kollebloem zouden wij blijvend bloeden!

Vertaling: Rachel Schaballie (1919)
Klaprozen — foto Joke Koppius

Wichterlaidje bie de rommelpot

Mouder, zet mien kinnekapke op,
t’ Oavend komt mien vrijer;
Komt hai nait, ik hoal hom nait;
Neem hom in mien aarm nait:
Scheepkes van drij weken,
Loat de zaailtjes streken,
Hoalt de zaailtjes in de tòp,
Geeft mie wat veur de rommelpòt!

L. Doornbos (Laandjebloumen p. 48[9])

‘t Zwien

‘n Zwienekoopman ging op stap
Om zwienen op te koopen;
Ien ‘n stukje laand van Iesbrand Laps
Doar zag ‘e gounent loopen.

Hai ging er hēn, bekeek ze ais
En docht: “Dat ben’ gain minnen.”
Dou kuierde hai noar Iesbrand’s ploats
En stapte koamer binnen.

Moar Iesbrand zulf was nait ien hoes,
Dei was noar Drent aan ‘t joagen
En Iesbrand’s vrouw wis nait precies,
Wat zai veur ‘n zwien môs vroagen.

De koopman wòl veur ‘t dikste zwien
Nait meer as zóóveul geven;
Von boer dat goud, den was ‘t moar ‘t best,
As zai ‘t hom even schreven.

En ‘s annerdoags schreef Iesbrand Laps:
“Gij kunt het geld betalen:
“‘k Ben ‘t eens met verkoop van mijn vrouw,
“Kom dus het zwijn maar halen.”

P.J. Werkman (1880- …; Laandjebloumen p. 224[9])
Noten

[1] Bron: Herfsttijloos — foto AnRo0002
[2] Informatie uit Vlinderstichting, kalender 2008 in het kader van 25 jaar Vlinderstichting
[3] Zie: Ssst de libellen slapen… https://www.natuurpunt.be/nieuws/ssst-de-libellen-slapen-20131220 geraadpleegd op 30-11-2022
[4] Uit: Tinbergen, L. (1949). Vogels Onderweg. Amsterdam: Scheltema & Holkema
[5] Bron: Da Costa Getijdenboek, november (circa 1515) — Simon Bening. Op een omsloten boerenerf wordt twee mannen vlas gebraakt met een bookhamer en een vrouw zwingelt het vlas vervolgens met een zwingelmes. Een man in een deuropening slaat met een werktuig, mogelijk een dorsvlegel. Op het erf lopen varkens en een kip. Op het rechterblad staat het sterrenbeeld Boogschutter onderin binnen een lijst: een centaur die een pijl en boog richt. Verder staan twee standbeelden van mannelijke figuren in illusionistische architecturale nissen rechts in het frame. De pagina’s hebben een illusionistisch houten frame. MS M.399, fol. 12v en MS M.399, fol. 13r, The Morgan Library & Museum.
[6] Bron: Thomas Hood (1799-1845) — artiest onbekend, uit The Project Gutenberg EBook of The World’s Best Poetry, Volume 3, by Various
[6a] Uit: Piet Worm (1980). ‘k hoorde zo geerne de vogelkens schuifelen. Utrecht: Uitgeverij Altiora, Omniboek.
[7] Bron: J.C. Bloem (1887-1966) in zijn studeerkamer (1933?) — fotograaf onbekend, Letterkundig Museum
[8] Bron: John Alexander McCrae (1872–1918), Canadees chirurg en luitenant-kolonel — fotograaf onbekend, uit: In Flanders fields, and other poems (1919), by Lieut.-Col. John McCrae, M.D., with an essay in character, by Sir Andrew Macphail. New York, London: G.P. Putnam’s Sons.
[9] In: Ter Laan, K., G.W. Spitzen en G. Stel (1923, 1e druk) Laandjebloumen, bloemlezing uit de letterkundige voortbrengelen in de Groninger Volkstaal. p. 44. Groningen: Drukkerij-Uitgeverij C. Weis. Met ‘Veuraof door Geert Teis Pzn.’, pseudoniem van G.W. Spitzen (1864-1945). Geraadpleegd op 2022-12-02 dbnl.org/arch/laan005laan01_01/pag/laan005laan01_01.pdf

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie