Maand Maart 2

0

Mensis Martius, lentemaand, buienmaand, guldenmaand, windmaand, dorremaand

Machteld Roede

januari 1 en januari 2februari 1, februari 2 en februari 3maart 1 en maart 2 – aprilmeijunijuliaugustusseptemberoktober 1 en oktober 2november 1 en november 2 – december 1 en december 2

Natuur

Pollennieuws

In februari veroorzaakt de bloei van de bomen de hazelaar, de witte els en zwarte els sterk allergene klachten. De Atlasceder kan zorgen voor matig allergene klachten.
De voorbloei van het straatgras geeft allergene prikkels.

Natuurontwikkeling

Maart roert meer dan eens behoorlijk zijn staart. Er kunnen bijna zomers aandoende dagen zijn, met kort daarna hagel, een dik sneeuwtapijt. Tot voorbij eind maart kan er ’s nachts nachtvorst optreden.

Flora

Ondanks de koude, sneeuw, en lichte nachtvorst verschijnen er steeds meer voorjaarsbloemen.

Flora foto’s — Joke Koppius

In maart kan het laagblijvende gewone speenkruid mooie fris groene tapijten vormen. Bij slecht weer blijven de bloemen gesloten, maar bij zon staan de botergele bloemen wijd open. Na de bloei verdwijnt geleidelijk het bovengrondse deel helemaal. Ondergronds zitten echter talloze knolletjes van waaruit het volgende vroege voorjaar weer op veel plekken het groen overal opduikt. Omdat de grond aanvankelijk verder nog vrij kaal is een welkome voorjaarsbode, maar er zijn tuinbezitters die tegen het woekerende speenkruid optreden.

Het speenkruid moet niet verward worden met de eveneens laag bij de grond met gele bloemen bloeiende winterakoniet, die van januari tot in maart ook gele vlaktes kan kleuren. Al staan ze op andere plekken slechts met enkele stuks. Het is een stinsenplant, die vooral bij op en nabij landgoederen valt te zien.

De tweeslachtige witte bosanemoon bloeit van maart tot in mei. Ze staan meestal met meerdere bij een, en kunnen in hun toptijd ook hele bloemtapijten vormen. Daarnaast zijn zeker in maart ook wat verscholen paarse anemoontjes te zien. Tussen de bladeren van het slingerende groenblijvende maagdenpalm verschijnt hier en daar een lila bloem. De kerstroos Helleborus bloeit tot eind maart nog uitbundig. En wie goed oplet ontdekt plat tegen de grond kleine toefjes van het welriekende maarts viooltje, dat ondanks de naam tot eind mei door kan bloeien. Vanaf maart tot juni zijn ook de paarse bloemetjes van de winterharde bodembedekker hondsdraf te zien.

Maart toont uiteenlopende bolgewassen. Begin maart bloeien er nog late krokussen. Er zijn blauwe en enkele witte druifjes. Er komen steeds meer narcissen in vele variëteiten. In plantsoenen en bermen langs de weg staat vooral talloze grote gele narcissen. Naarmate maart vordert staan er ook steeds meer hyacinten met hun volle trossen in bloei. Minder vaak ziet men de hoge kievitsbloem, met soms witte maar meestal wit-geblokte paarse kelkbladen. De wilde vorm is in Nederland vrijwel uitgestorven. maar de kievietsbloem komt voor als stinsenplant, en ook vandaaruit verwilderd, en is in tuincentra te koop.

De camilia’s met een mooie grote bloemen in diverse kleuren bloeien uitbundig tot april. De berberis struiken bloeien naar eind maart toe met steeds meer fel gele bloemtrossen. Op de nog bladloze takken van de forsythia komen steeds meer kleine gele bloemen zodat er enige weken fel gele ‘wolken’ worden gevormd. De kleinbloemige magnolia kan al eind maart volledig tot bloei komen.

Bloemenwinkels verkopen houtgewassen als peren- en appelbloesemtakken; prunus en wilgenkatjes.

De obscene lente

Bij het overlijden eind maart 2023 van de geliefde taalvirtuoos en tv-persoonlijkheid Wim de Bie werd mede herinnerd aan de boze uitvallen van zijn alter ego, de oud-leraar Duits O. den Beste:
Gegeneerd door die bloemen die maar schaamteloos opengaan zodat je in die kelken kan kijken .en die vieze meeldraden en stampers open en bloot ziet hangen…. De lente maakt teveel emoties los die de mensen niet kunnen hanteren.
Met op de achtergrond Franz Schuberts: Es lächelt am tiefblauen Himmel so mild
Und hat mir das Auge mit Tränen gefüllt!
Warum? Warum? (Zie ook de videos hieronder).

Vogels[1]

Al valt de top van de vogeltrek in april en mei, ook in maart valt al van diverse vogelsoorten hun doortrek naar het hogere noorden of de terugkomst naar de broedgebieden hier te zien en ook te horen. Voor trekvogels biedt ons land, zeker de Waddenzee, een ideale tussenstop door onze natte gebieden met ondiep water met veel voedsel.

Juist langs onze kust valt veel waar te nemen gezien de trekrichting vanuit Zuid-Europa en Afrika veelal gaat van zuidwest naar noordoost. Liefst met een zwakke wind uit het zuiden in de rug volgen ze de kustlijn om de open Noordzee te mijden. Er wordt harder gevlogen dan bij de najaarstrek. Het is zaak zo vroeg mogelijk in het broedgebied te arriveren om op tijd een goede broedplek te kunnen veroveren.

Vogelaars bezoeken graag toplocaties voor speciale waarnemingen en goede tellingen, zoals in Zeeuws-Vlaanderen bij Breskens aan de zuidkant van de monding van de Westerschelde. Hier moet de keuze gemaakt tussen het grote open water van de Scheldemonding oversteken of de kustlijn naar het oosten volgen. Bij goede weersomstandigheden wordt het passeren gerapporteerd van onder andere wel tienduizenden piepers, kwikstaarten en zwaluwen. Ook zijn bijvoorbeeld al kemphanen en bonte strandlopers gezien.

Vogelfoto’s — Karel Odink

Eind februari waren er al enkele exemplaren maar begin maart keren de grutto’s massaal terug; ook de kemphanen, tureluurs en de zomertalingen.
Begin maart zijn de eerste tjiftjafs te horen. Aanvankelijk klinkt nog wat aarzelend de karakteristieke afwisseling van het hogere ‘tjif’ en het lagere ‘tjaf’ van het onopvallende kleine vogeltje.

Vanaf half maart wordt het steeds drukker. Vogelaars melden het arriveren van de eerste blauwborsten. Steeds beter kinkt het gezang van onder andere de zanglijster, merel, veld- en boomleeuwerik, groenling en de winterkoning. De spechten roffelen. De fitis, de roodstaart en de boerenzwaluw zijn terug. De bruine kiekendief laat zich zien, de lepelaar begint te arriveren, de kleine mantelmeeuw. Er zijn witte en rouwkwikstaarten, eind maart gevolgd door de gele kwikstaarten.

Broedseizoen

Eind maart is het broedseizoen in volle gang. Het broedgedrag wordt sinds 2007 tussen 1 maart en 1 juli bij uiteenlopende soorten gevolgd door miljoenen bezoekers op de gratis website Beleef de Lente van Vogelbescherming Nederland Zij stellen webcams op waarmee live in hun nest zowel het nestelen, het leggen van de eieren, het uitbroeden, het grootbrengen en tenslotte het uitvliegen van heel nabij is te volgen. Met ook mislukkingen, bedreigende vijanden, soms echte drama’s. Bij sommige soorten broedt alleen het vrouwtje, wat door het mannetje gevoerd kan worden; bij andere soorten broeden ze om beurten of samen.

Aaisykje

Kieviten zijn de eerste weide vogels die beginnen met eieren leggen; een week of twee later volgen de grutto’s, en weer later de tureluurs, en als laatste de scholeksters. Daarom geldt het eerste kievitsei als een symbool voor het begin van de lente.

Een nest kievitseieren[2]

Lang was het in Friesland een eer het eerste ei van dat jaar te vinden. Al vanaf eind februari werd in de weilanden gezocht, waarbij werd gelet op het gedrag van de kieviten. Het door een vogelpaar veel terugkeren naar een bepaalde plek, deze verdedigen tegen roofvogels kon duiden op een nest. Door de schutskleuren zijn de eieren dan toch nog niet makkelijk te vinden.
Het eerste opgeraapte ei werd vroeger aangeboden aan de koningin of de burgemeester. Sinds 2015 is echter het rapen van de eieren verboden De vinder mag het alleen laten registreren, en er komt een officiële melding. Er is een vroege melding van 6 maart; meestal is nog altijd aandacht trekkende vondst minstens een week later.

De regels zijn steeds strenger geworden. Er mag (vanaf een leeftijd van 12 jaar) alleen bij daglicht worden gezocht, in slechts een aantal weilanden; zeker niet in weilanden waar ganzen zitten. En zowel een account als een papieren nazorgpas is nodig om te mogen zoeken. Nazorg houdt in dat de vinder alles moet doen om te zorgen dat het ei alsnog wordt uitgebroed.

Bijzondere dagen

  • 1 maart: begin van de metereologische lente
  • 3 maart: Werelddag van de Wilde Dieren en Planten (VN, sinds 1973)
  • 4 maart: Wereld Obesitas Dag (wereld, sinds 2020)
  • 8 maart: Internationale Vrouwendag (VN)
  • 12 maart: Internationale dag tegen internetcensuur (Verslaggevers zonder Grenzen (RSF), sinds 2008)
  • 20 maart: Internationale Dag van de mus (wereld)
  • 20 maart: Wereldverteldag (wereld)
  • 20 maart: Internationale Dag van de Astrologie (association for Astrological Networking (AFAN sinds 1993)
  • 20 maart: Internationale Dag van het Geluk (VN, sinds 2012)
  • 20 of 21 maart: lente-equinox; start astronomische lente noordelijk halfrond; herfst-equinox zuidelijk halfrond, begin herfst
  • 20 of 21 maart Nowruz, start Perzisch nieuwjaar
  • 21 maart: Dag tegen Racisme en Discriminatie (VN, sinds 1960)
  • 22 maart: Wereldwaterdag (VN, sinds 1993)
  • 24 maart: Nationale Dag van de Muziek (NL, sinds 2017)
  • 24 maart: Wereld Tuberculose Dag (IUATLD en WHO, sinds 1995)
  • 24 maart: Internationale Dag voor het recht op de Waarheid aangaande Mensenrechtenschendingen en voor de Waardigheid van Slachtoffers (VN, sinds 2011)
  • vrijdag voordat de lente begint: Internationale dag van de Slaap (wereld)
  • laatste zondag van maart: Zomertijd (EU)
  • 1e dag van de maand Chaitra: Holi-Phagwa, het hindoeïstische Holi: lente-, overwinnings- en nieuwjaarsfeest: de overwinning van het goede op het kwade, de overwinning van de lente op de winter; nationale feestdag in Suriname.

Weerspreuken

Da Costa Getijdenboek, maart — Simon Benin[3]

Veel wind in maart geeft appels in de gaard.
Zaai in maart niet te vroeg, d’r is nog tijd genoeg.
Een koude maart, een lente te paard
Als ‘t lammetje danst in maart, pakt april ‘t bij de staart.
Danst in maart de mug, veel schapen op een dooie rug.
Een koekoeksroep ter helft van maart, is voor de boer een daalder waard.
Hoor je de koekoek al op 20 maart, doof dan maar gauw de haard.
De kievit legt in maart, ook al vriest het op zijn staart.
Op Onze Lieve Vrouwe Boodschap keren bij ons steeds de zwaluwen were.
Zolang de kikvors zingt voor half maart, zo lang zwijgt hij nadien, de mottigaard.
Als het dondert op een kale maartse top, voeren de boeren de aren op.
Als in maart veel mist valt, in de zomer het onweer bovenmatig knalt.
Als maart is zacht in wil, verwacht men een koude april.
Brengt maart storm en wind, de sikkel is de boer gezind.
Daar is geen maart zo goed, of het sneeuw wel op de boer zijn hoed.
De maand maart, heeft ‘t venijn in de staart.
Dondert ‘t in de maand maart, in mei dekt sneeuw de aard.
Een droge maart is goud waard, vochtige maart, dure haard.
Een droge maartse wind, maakt de boeren goed gezind.
Een natte maart, is niks waard.
Geeft maart al veel gedonder, dan is een witte Paas geen wonder.
Komt men in maart onweer tegen, dan krijgt men in juli regen.
Koude in maart, wordt een lente te paard en zaait vruchten in de haard.
Lentemaands ruwheid geeft zomermaands luwheid.
Maart guur geeft een volle schuur.
Maart koel en nat, veel koren in het vat.
Maart met een lange staart, brengt later spek en pens aan de haard.
Maart niet te droog en niet te nat, vult de boer zijn kist en vat.
Maart pakt ze bij de staart, april bij de bil.
Maart roert zijn staart, april doet wat hij wil en mei doet er ook nog wat bij.
Maartse buien beduien, dat de zomer aan komt kruien.
Maartse regen brengt geen zegen.
Maartse snee doet de akkervruchten wee.
Mist in maart, water en vorst in mei.
Niet te droog, niet te nat, dan vult maart een duchtig vat.
Nooit is maart zo goed, of het sneeuwt een hoed.
Oh, maart, wat roert ge uw staart, elk is verkouden, hoest en kucht en snakt naar zoele, reine lucht.
Op de lentedag de wind uit noord, blaast ze nog zeven weken voort.
Sint Mathilde (14) komt uit drie hoeken, met hagelstenen bakt zij koeken.
Sneeuw en hagel, regen en wind, daarvan is maart een vrind.
Voor oude lieden heeft maart kwaad in hare staart.
Zijn in maart de wolken groots en wijd, in mei is het dan het gewas dat goed gedijt.
Zo menig vorst in maart, zo menig dauw in april.
Zoveel nevels zich in maart vertonen, met zoveel onweer zal de zomer lonen.

Maartgedichten

Kinderen en het standbeeld van Ryōkan[4]

Lente (drie tanka’s)

Ook deze lange lentedag,
waarop de nevels rijzen,
heb ik doorgebracht
als altijd, kaatsbal spelend
met de kinderen van het dorp.

Naar het dorp kwam ik
om rijst te bedelen,
maar verdeed mijn tijd
met het plukken van viooltjes
die bloeiden op de lentevelden.

Viooltjes, vermengd
met paardenbloemen
in mijn bedelnap,
offer ik aan de Boeddha’s
van de drie perioden.

Ryōkan (1758-1831)

Lente (vier haiku’s)

Lenteregen —
het strotouw aan de pijnen
hangt slap terneer.

Onvast ter been
als was hij licht beschonken:
de lentewind.

Op het watervlak
lopen de dessins dooreen
van de lenteregen.

Door het gekwaak
van de kikkers verdwenen
is het berggehucht.

Ryōkan (1758-1831)[5]

Morgen komt de lente

Morgen komt de lente:
daar is niets aan te doen!
Mijn hart slaat
sneller en sneller
en ik kan niet slapen:
de lente komt morgen.

Ryōkan (1758-1831)[6]

First days of spring

First days of spring
the sky is bright blue,
the sun huge and warm.
Everything’s turning green.
Carrying my monk’s bowl,
I walk to the village
to beg for my daily meal.
The children spot me at the temple gate
and happily crowd around,
dragging to my arms till I stop.
I put my bowl on a white rock,
hang my bag on a branch.
First we braid grasses and play tug-of-war,
then we take turns singing and
keeping a kick-ball in the air:
I kick the ball and they sing,
they kick and I sing.
Time is forgotten, the hours fly.
People passing by point at me and laugh:
“Why are you acting like such a fool?”
I nod my head and don’t answer.
I could say something, but why?
Do you want to know what’s in my heart?
From the beginning of time:
just this! just this!

Ryōkan (1758-1831)[7]
William Wordsworth — Benjamin Robert Haydon[8]

A Morning in March

The cock is crowing,
The stream is flowing,
The small birds twitter,
The lake doth glitter
The green field sleeps in the sun;
The oldest and youngest
Are at work with the strongest;
The cattle are grazing,
Their heads never raising;
There are forty feeding like one!

Like an army defeated
The snow hath retreated,
And now doth fare ill
On the top of the bare hill;
The plowboy is whooping- anon-anon:
There’s joy in the mountains;
There’s life in the fountains;
Small clouds are sailing,
Blue sky prevailing;
The rain is over and gone!

William Wordsworth (1770–1850)
Narcis — foto Joke Koppius

I Wandered Lonely as a Cloud

I wandered lonely as a cloud
That floats on high o’er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed — and gazed — but little thought
What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.

William Wordsworth (1770–1850)

Schubert: Schwanengesang, D 957 — Frühlingssehnsucht — Dietrich Fischer-Dieskau, tenor en Alfred Brendel, piano (1983)

De lente — Van Kooten en De Bie — Wim de Bie (1939-2023): O. den Beste, ex-leraar Duits (1989)

Frühlingssehnsucht

Säuselnde Lüfte wehend so mild,
Blumiger Düfte atmend erfüllt!
Wie haucht ihr mich wonnig begrüßend an!
Wie habt ihr dem pochenden Herzen getan?
Es möchte euch folgen auf luftiger Bahn,
Wohin?

Bächlein, so munter rauschend zumal,
Wollen hinunter silbern ins Tal.
Die schwebende Welle, dort eilt sie dahin!
Tief spiegeln sich Fluren und Himmel darin.
Was ziehst du mich, sehnend verlangender Sinn,
Hinab?

Grüßender Sonne spielendes Gold,
Hoffende Wonne bringest du hold.
Wie labt mich dein selig begrüßendes Bild!
Es lächelt am tiefblauen Himmel so mild
Und hat mir das Auge mit Tränen gefüllt!
Warum?

Grünend umkränzet Wälder und Höh’!
Schimmernd erglänzet Blütenschnee.
So dränget sich alles zum bräutlichen Licht;
Es schwellen die Keime, die Knospe bricht;
Sie haben gefunden, was ihnen gebricht:
Und du?

Rastloses Sehnen! Wünschendes Herz,
Immer nur Tränen, Klage und Schmerz?
Auch ich bin mir schwellender Triebe bewußt!
Wer stillet mir endlich die drängende Lust?
Nur du befreist den Lenz in der Brust,
Nur du!!

D 957, Franz Schubert (1797-1828) componist, Ludwig Rellstab (1799-1860) dichter; (1828)
Jacqueline van der Waals[9]

Maart

‘t Is pas Maart, de winterweiden
Dragen nog een waasje wit
En de zwarte akkers beiden
‘t Zaad nog naakt en omgespit.

Maar de musschen in de boomen
Piepen al met luid misbaar
En de fijne katjes komen
Reeds aan wilg en hazelaar.

‘t Is al Maart, de dagen lengen
En de zon begint alvast,
Op de wei wat kleur te brengen
Met een lichte schilderskwast.

Nog een maand en allerwegen
Kiemt het veld en kleurt de wei;
Nog een maand of twee gezwegen,
Dan is ‘t bloeimaand, dan is ‘t Mei!

Jacqueline van der Waals (1868-1922)[10]

Naõr Klapker maart

Mien luutke, luutke Anneman!
Geist mit naor ‘t klapker maart?
Mien broene bleste span ik an!
En ‘t Kooster deur, de Wieke langs!
Veurt wie naor ‘t Klapker maart!

Nee, Janne, Janne, Janneman!
‘k Gao nich naor ‘t Klapker maart
Mien mouder zeg, dat magste nich!
Mien vaoder zeg, as ‘t deiste wicht!
‘k Gao nich naor ‘t Klapker maart.

Mien luutke, luutke, Anneman!
Gao mit naor ‘t Klapker maart!
Dien mouder, och, dij meint dat nich!
Dien vaoder, nee, dij sleit die nich!
Gao mit naor ‘t Klapker maart!

Mien lijve, Hive janneman!
Span doe dien broene bleste an!
As mouder ragt, dat heur ik nich!
As vaoder sleit, dat vuil ik nich!
‘t Gao mit naor ‘t Klapker maart!

J.H. Neuteboom (1865-1929), dialect van Z.-Westerwolde[11]
Noten

[1] Zie: Vogelinformatiecentrum Texel
[2] Bron: Een nest kievitseieren – foto Rasbak
[3] Bron: Da Costa Getijdenboek, maart (circa 1515) — Simon Bening. Op een pad staat en man met een bont gevoerde jas naast een ander. Hij praat met twee tuinlieden die zaaibedden spitten. Verderop op het pad bindt een man wijnstokken aan een prieel. Rechts, op een brug over de slotgracht praat een stel met elkaar. Een ooievaarsnest zit op de schoorsteen van het kasteel. In de velden achter het kasteel praten twee andere personen met elkaar. Daarachter wordt het veld geploegd. Aan de rechterkant van de lijst van de maandkalender staan beelden van een vrouwen- en een mannenfiguur in illusionistische architectonische nissen. Langs de onderrand staat een ram — het sterrenbeeld Ram — in een landschap. De scènes zitten in illusionistische houten lijsten. MS M.399, fol. 4v en MS M.399, fol. 5r, Morgan Library and Museum, NY.
[4] Bron: Kinderen en het standbeeld van Ryokan — foto Reggaeman, Taigu Ryokan (de Grote Dwaas Ryokan) was een zen monnik en dichter
[5] Tanka’s en haiku’s uit: Een nieuwe vijver (1996) Gedichten van de excentrieke zenpriester Ryōkan. Vertaald en toegelicht door Frits Vos. Amsterdam: Meulenhoff.
[6] Uit: John Stevens (1993) Drie zenmeesters: Ikkyu, Hakuin, Ryokan. Amsterdam: Karnak
[7] Uit: Stephen Mitchell (1993) The Enlightened Heart, An Anthology of Sacred Poetry. Harper Perrenial
[8] Bron: William Wordsworth (1842) — Benjamin Robert Haydon, National Portrait Gallery, London
[9] Bron: Jacqueline E. van der Waals — fotograaf onbekend
[10] Uit: De laatste Verzen (1922)
[11] In: Ter Laan, K., G.W. Spitzen en G. Stel (1923, 1e druk) Laandjebloumen, bloemlezing uit de letterkundige voortbrengelen in de Groninger Volkstaal. p. 154. Groningen: Drukkerij-Uitgeverij C. Weis. Met ‘Veuraof door Geert Teis Pzn.’, pseudoniem van G.W. Spitzen (1864-1945). Geraadpleegd op 2023-02-19. dbnl.org/arch/laan005laan01_01/pag/laan005laan01_01.pdf

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie