Maand Oktober 1

0

Mensis October, wijnmaand, zaaimaand, rozenkransmaand

Machteld Roede

januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3maart 1, maart 2 en maart 3april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3— juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3— augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2 en september 3 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4november 1, november 2 en november 3 — december 1, december 2 en december 3

Versie 19 november 2022, herzien februari 2024

Oktober, Les Très Riches Heures du duc de Berry — Gebroeders Van Lymborch[1]

De naam Mensis October komt van octo, het Latijnse woord voor acht, aangezien ooit volgens de Romeinse kalender october de achtste maand van het jaar was.

De maand oktober, de tiende maand van de gregoriaanse kalender, telt 31 dagen.

Vendémiaire[2]

De Franse republikeinse kalender (1793 tot 1806) kende de Vendémiaire of Wijnmaand, die liep van 22 september tot 21 oktober) en de Brumaire of Mistmaand, van 22 oktober tot 20 november.

 

Oktober is van oudsher de periode dat wijn wordt gemaakt.

Wijnmaand — Dionysus en Bacchus

Zowel de Frygische, Thracische en Griekse mythologie verhaalt over de wijngod Dionysos (Διόνυσος), de zoon van oppergod Zeus, en een priesteres van de Zeustempel, de koningsdochter Semele met haar maanblonde haren. Zij was een van de om hun schoonheid bekend staande dochters van Kadmos, de stichter van Thebe; haar grootmoeder was Aphrodite.

Door intrieste gebeurtenissen — uitgelokt door Zeus’ als oude heks vermomde jaloerse echtgenote Hera — kwam Dionysos veel te vroeg ter wereld, waarna Zeus het onvoldragen kind voor drie maanden onder de huid van zijn dij naaide tot het tijd was voor zijn geboorte en de god Hermes de dij opensneed. (Zelfs Ovidius vond het verhaal te mooi om waar te zijn, merkt Stephan Fry op).

Dionysos[3]

Door het uitzonderlijke tweemaal geboren te zijn en het unieke intense lijfelijke contact met zijn goddelijk vader kreeg hij zoveel extra goddelijke krachten mee dat hij niet slechts een halfgod was, maar als god in het Griekse pantheon werd opgenomen.
Om aan de toorn van Zeus’ jaloerse eega Hera te ontkomen werd hij gezoogd door de regennimfen in het gebergte van Nysa, en opgevoed samen met de halfgod Nysos. Waar deze berg was gelegen is onbekend; wellicht op Naxos of in Thracië, Egypte of India.

Oorspronkelijk was Dionysos de god van de vruchtbaarheid, de eeuwig weer nieuwe groeikracht van de natuur, van de fruitteelt en de wijnbouw. Bovendien bracht hij als god van de vrede mensen nader tot elkaar. Later werd hij vooral de god van wijn en plezier, van extatische dronkenschap en losbandigheid.
Hij werd afgebeeld als een (half) naakte, baardeloze jongeman, met een kroon van wijnranken of wingerd, vaak met een staf en vergezeld van Ariadne of een panter.

Dionysos werd vooral vereerd in Athene, Thracië, Boëtië, op Naxos, en in het door Alexander de Grote gehelleniseerde noord westen van India.

De wijnstok

Stephan Fry beschrijft in zijn heerlijke boek Mythos (2017) hoe in de 5e eeuw de dichter Nonnos in een lange epische gedicht Dionysiaka uitgebreid Dionysos’ hartstocht voor de jongeling Ampelos bezong.

Bij de vele sportwedstrijden die de verliefde jonge god tussen hun beiden organiseerde liet hij Ampelos steeds liet winnen.

Dit maakte Ampelos overmoedig en hij pochte dat hij zijn gehoornde stier beter bereed dan godin Selene haar maansikkel, waarop de beledigde Selena een horzel zond om de stier overal te steken. Dol geworden wierp het dier Ampelos af en doorboorde hem.

Toen Dionysus zijn lief niet meer kon redden transformeerde hij het zo gehavende lichaam tot een kronkelende klimplant. De vele druppels bloed zwollen op tot unieke bessen, die herinnerde aan de frisheid van de gestorven aanbedene. Zo werd Ampelos op magische wijze tot de eerste wijnstok. (In het Grieks heet een wijnstok ampelos).

Meer dan levensgrote Dionysos met satyr, panter, en druiven op een wijnstok[7]

En zo plantte als jongvolwassen Dionysos de eerste wijnstok op aarde. Het vreemde, tot dan onbekende sap dat hij na de allereerste wijnoogst ooit uit de vruchten perste bedwelmde hem en de nimfen die met hem optrokken.

Om de goddelijke wijnstok aan de mensen te schenken en ze de wijnteelt te leren trok Dionysos op zijn door panters getrokken wagen naar vele plekken en landen, zoals Noord Hellas en Klein-Azië.
(Stephan Fry zegt in een voetnoot dat alle bekende landen het geheim van de wijnstok kregen, behalve Engeland en Ethiopië; beide bepaald niet bekend om hun goede wijn.)

Hij bracht de dronkenschap, maar ook beschaving en inspiratie in de schone kunsten.

 

Centaur[8]

Dionysus werd op zijn tochten vergezeld door een uitgelaten, vrolijk, bizar gevolg (in het Engels retinue) van nimfen, silenen, saters, centaurs en een bezeten groep vrouwen, de maenaden. De meesten verkeerden in een vrijwel voortdurende toestand van beneveling.

Een centaur was een natuur-demoon met voor driekwart het lichaam van een paard en de borstkas, nek en hoofd van een mens. Hij had dus vier paardenbenen en twee menselijke armen. Ze zaten graag achter de zatte nimfen van bossen en bronnen, en ook wel achter sterfelijke vrouwen aan, om in grotten met ze te vrijen.

De Silenen waren baardige dikbuikige boswezens. Evenals de vrolijk, ondeugende, meestal fluit spelende kleine, naakte satyrs, met een lange paardenstaart, puntige paardenoren en veelal een voortdurend erecte grote penis (Ithyphallos). De Griekse satyrs zijn sterk behaard en dragen een baard, bij de Romeinen zien ze er jeugdiger en minder harig uit.
De wellustige satyr drinkt graag wijn, verleidt graag nimfen maar ook efeben (nog baardlozen jongelingen), stelt anarchie boven orde en extase boven matigheid.

De maenaden of bacchanten waren vrouwen in lange gewaden, meestal het hoofd bekranst met klimop, die op pauken slaande in Bacchische extase in vervoering wild rond dansten. ‘
Het toonbeeld van de effecten van inname van te veel alcohol. Ze konden overgaan tot grof geweld, seks, ja verminking, wanneer zij met blote handen vlees van hun slachtoffer afscheurden en opaten.

Waar Dionysos met zijn gevolg ook kwam, liet men zich meeslepen door de onweerstaanbare godheid; vooral vrouwen. Een enkele man verbood zijn vrouw om mee te dansen, durfde twijfel uit te spreken of dit wel een godheid was. Dionysus duldde echter geen ongeloof en verzet en meedogenloos vernietigde hij wie hem trachtte te weerstaan.

Dit gebeurde o.a. in Thebe, waar koning Pentheus streng optrad tegen de nieuwe, volgens hem immorele wijnorgieën, geïntroduceerd door een schare bizarre vreemdelingen. Pentheus werd door zijn eigen moeder Agaué die zich bij de bacchanten aansloot verscheurd, omdat ze hem in haar extase voor een wild dier hield. Pas toen openbaarde Dionysos zich als god en strafte de hele familie.

Dionysia

De gevleugelde god Dionysos berijdt een panter[14]

De Atheners vierden jaarlijks twee Dionysos feesten. In het voorjaar het lentefeest, de Grote Dionysia, gevierd in de stad.
Het feest van de wijnoogst werd gevierd op het land tijdens de Kleine Dionysia tijdens december en januari.

Bacchus

Bij de Romeinen stond Dionysus bekend als Bacchus, zoon van Jupiter en Semele, de god van wijn, van de roes en dronkenschap.

Latere belangstelling

Bacchus met Pan — Michelangelo[16]

Er zijn veel beelden en mozaïeken uit de klassieke tijd, maar ook latere beeldende kunstenaars zowel als schrijvers werden door Dionysos/ Bacchus geïnspireerd, zoals Michelangelo en Caravaggio.

De Florentijnse vorst Lorenzo de’ Medici spoorde in zijn beroemde gedicht Trionfo di Bacco e Arianna (1490) de mens aan van het (korte) leven te genieten.

Gustav Klimt maakte in 1886-1887 voor het nieuwe Burgtheater in Wenen en een sensuele plafond schildering van het Altaar van Dionysus.

Ook later inspireerden Dionysus en zij die hem omringden. Zo verscheen Dionyzos, de roman van Louis Couperus (1904) en The Retinue of Dionyos van de Griekse dichter Cavafis (1907).
Denk ook aan het ballet Bacchus et Ariadne van Albert Roussel (1930; première in Parijs 1931) of Bache bene venies (“Bacchus wees welkom”) uit de Carmina Burana van Carl Orff (1935-1936).

Het altaar van Dionysus — Gustav Klimt[18]

Over de druivenpluk en de wijnoogst

Onder studenten gingen stoere, wellicht wat geromantiseerde verhalen rond over het druivenplukken in meer zuidelijke streken. Veel gelezen werd Den Dolaards boek De Druivenplukkers, gebaseerd op zijn eigen ervaringen. Want hij was zelf ooit van Narbonne tot Avignon druivenplukker en –drager.

Het artikel in De Locomotief[20].

In De Locomotief van 31 oktober 1931 schreef hij in De plukploeg in actie:

“Het hoogtepunt van de heele oogstperiode, het symbool der brandende vruchtbaarheid, is en blijft de wijnoogst. (…) Je weet niet waarom, maar druiven plukken maakt je gelukkig.”

De Druivenplukkers is een roman over hartstochtelijk levende mensen, afkomstig uit heel uiteenlopende landen (“een klein vreemdelingenlegioen”).
Mannen en vrouwen, arbeiders en intellectuelen, treffen elkaar bij de druivenoogst in het zonnige, rijke, wilde, boeiende wijnland Bourgondië.
Het boek vertelt van een aantal de markante levensgeschiedenissen, “want de wijn maakt spraakzaam”. De hoofdpersoon is gebaseerd op vechtersbaas André met het woeste oog.

A. den Dolaard (1901–1994) beschrijft fascinerend over hun gezwoeg, hun angsten en zorgen, over de groeiende spanningen door de liefde die opbloeide en de haat die opschoot.

Persoonlijke herinneringen

Banyuls-sur-mer (Zuid-Frankijk)

Aan de Middellandse Zeekust van het nabij de Spaanse grens gelegen Banyuls–sur–Mer staat het grote marien-biologische Laboratoir Arago. Tijdens mijn studie biologie (UvA) onderzocht ik daar vanuit mijn kleine stalle (werkkamer) twee maanden de sierlijke lipvissen (les girelles).

Medestudentonderzoekers namen me mee naar de kamer van een van ons om samen des crêpes te maken en smullend op te eten, en naar een concert van de 85-jarige grote Catalaanse cellist Pablo Casals in Prades.

Banyuls dessertwijnen[21]

Er was nog iets wat la petite Hollandaise niet mocht missen. Samen met jongelui uit de omgeving trokken we op een avond naar een nabijgelegen wijngaard.

Rond Banyuls produceren de tegen de steile hellingen of op met kleine keermuren opgebouwde smalle terrassen gelegen wijnvelden de voor de Rouisillon streek unieke zoete dessertwijn Banyuls.
De Grenache noir is hierbij het belangrijkste druivenras; de bruine leisteen uit de bodem geeft de Banyuls wijn mede zijn speciale karakter.
Bij de vinificatie, het gisten van de most, verhoogt toevoeging van alcohol het alcoholgehalte waardoor het gistingsproces stopt voordat alle suikers vergist zijn. Hierdoor is de zoete Banyuls een van de weinige wijnen die kan worden gedronken bij chocola.

De kostbare druiven waren er nog niet aan toe om geplukt te worden, maar er was toestemming om op een mooie zwoele nacht in groepjes op de grond tussen de druivenstruiken te zitten. Er was wijn — zij het niet de dure Banyuls — kaas en worst (uiteraard vol knoflook). Er werd gedold, geplaagd, samen gezongen. Soms viel een stilte en tegen elkaar leunend of de rug op de grond liggend bewonderden we de diep paarszwarte hemelkoepel over ons, vol sterren, ook duidelijk zichtbaar de Melkweg. Ik kende de meesten niet, maar het was of we samen één kloppende ziel vormden. Het was een soort mystieke ervaring.

Evia (Griekenland)

Evia — na Kreta het grootste eiland van Griekenland — ligt in de Egeïsche Zee voor de oostkust van Attica. In de oudheid was de naam Euboea (eu- = goed, bo- = rund; geschikt voor rundvee). Er wordt gezegd dat Homerus er een tijd woonde. Aristoteles had op het Koeieneiland zijn familielandgoed, waar hij heen vluchtte toen hij uit de gratie viel nadat het rijk van Alexander de Grote uiteenviel, en overleed er in 322 v.o.j.

Philip Sherrard[22]

Op Evia logeerde ik enige keren in het zomerhuis wat dierbaren uit Amsterdam iets buiten het dorp Limni (Katounia) dichtbij de kust lieten bouwen. De kleurrijke zonsondergangen waren er uitzonderlijk betoverend.
Bijzonder was de invitatie voor een wijnavond bij de Engelsman Philip Sherrard. Hij woonde iets verder op in de heuvels bij Katounia in een door hem gekochte en gerestaureerde in onbruik geraakte magnesiet (magnesiumcarbonaat) mijn, waarom heen hij bomen, planten en ook druiven had geplant.
Philip was schrijver en een hoog aangeschreven vertaler van Griekse teksten, zoals van de zo specifieke, meestal weemoedige poëzie van Kavafis (Cavafy).

Kavafis

Efebe[23]

De Nieuwgrieks dichter Konstantinós Petros Kaváfis (Καβάφης, 1863-1933) kreeg pas na zijn dood wereldwijde waardering voor zijn in 1935 postuum gebundelde 155 filosofische gedichten over de (homo)erotische liefde en belangrijke (meestal decadente) Griekse historische gebeurtenissen, vanaf de val van Troje tot de ondergang van het Byzantijnse Rijk.
Hij schreef aangrijpend over het verlies van de schoonheid bij het ouder worden en bezong de efebes, adolescente jongens nog zonder haar op de kin.

Een van zijn beroemdste gedichten is Ithaka. Het thuiseiland waar Odysseus na tien jaar rondzwerven uiteindelijk naar terugkeerde. Bij de begrafenis van Jacqueline Kennedy werd Ithaka voorgelezen.

Iedere reiziger zou zo lang mogelijk over een reis moeten doen; niet de bestemming telt, maar de weg ernaartoe, als in het leven.

Het proeven van Philip’s retsina (9 mei 1982)

Philip schonk volop van de door hem geproduceerde retsina, de speciale over hars getrokken Griekse wijn.

Naast het grote terras lag de wijnoogst opgeslagen in een grote open kuip. Het viertal aanwezige jonge vrouwen werd uitgenodigd met blote voeten de druiven te komen vertrappen.
Wat beschroomd klom ik over de rand, maar al snel stond ook ik, luid aangemoedigd door de vrienden om ons heen, verwoed de sappige druiven steeds verder stuk te maken. Het bleek een wonderlijke sensatie het fruit tussen je tenen stuk te voelen knappen en in de steeds meer sappige brij rond te springen.
Jaren later begreep ik de pret van Pretty Woman (1990) Julia Roberts bij haar op de tv kijken naar de comédienne Lucy Ball, die ook eerst wat verdwaasd in een kuip vol druiven rond sjokte om er al snel hilarisch in rond te springen.

Athene

In Athene ligt tegen een heuvel in de schaduw van de Akropolis de wijk de Plaka, met langs de steile straatjes door Griekse families gerunde tavernes. De meeste toeristen lopen niet door tot helemaal bovenin waar een terras ligt waar vooral de lokale bewoners komen.

Op de tussenstop naar hun huis op Evia namen mijn Amsterdamse vrienden me mee voor een afspraak met de bevriende Griekenland journalist Frans van Hasselt in deze taverne, waar hij duidelijk een geliefde stamgast was.

Retsina druivenoogst[24]

De twee keren dat ik vrij kort daarna in Athene overnachtte op doorreis naar congressen verderop, keerde ik, nu alleen, naar de Plaka taverne terug. Ik werd er ook als een ware stamgast warm begroet en meteen mee naar de keuken genomen om aan te wijzen wat ik wilde eten.

Een keer keek ik echter wat bevreemd naar de ober die zodra ik opstond met me meeliep naar het toilet en daar nog net niet mee naar binnen ging, maar wel even later er op me stond te wachten. De patroon gaf me lachend uitleg.
Die ochtend was de nieuwe voorraad retsina bezorgd. Dat geeft de eerste dagen zo’n sterke damp af, dat een groot gevaar bestaat er door beneveld te raken, ja in zwijm te vallen. Dit kan zelfs fataal worden. Ook de pal naast de kelder gelegen toilet kon zich vullen met de retsina damp. Er was dus gecontroleerd of ik niet aan de retsina was bezweken.

 

Noten

[1] Bron: Les Très Riches Heures du duc de Berry, oktober — Gebroeders Van Lymborch (1411-1416). De miniatuur toont een boer te paard, die de akker bewerkt met een met een kei verzwaarde eg, zodat de houten tanden ervan dieper in de aarde komen. Op de reeds geploegde en nu bewerkte akker wordt al winterkoren ingezaaid.
Kraaien en eksters pikken daarvan een graantje mee. Een vogelverschrikker in de vorm van een boogschutter en de gespannen lijnen met veren eraan zijn bedoeld om het zaaigoed tegen die vraat te beschermen.
[2] Vendémiaire, de wijnmaand, was eerste maand van de Franse republikeinse kalender — Tresca, Salvatore (graveur), Louis Lafitte (dessinateur du modèle, 1770-1828); allégorie pour le mois de Vendémiaire. Domaine public français, bibliothèque nationale & Bureau des Longitudes.
[3] Bron: Dionysos (circa 160-180) — foto Dosseman, Burdur Museum
[4] Bron: Dionysos, god van de druiven (2e eeuw) — foto Marie-Lan Nguyen, Louvre museum
[5] Bron: Bronzen beeld van Bacchus (2e eeuw v.o.j.) — foto Claus Ableiter, Pompeï
[6] Bron: Dionysos met Ampelos (Romeinse kopie ca. 150-200) — foto Jl FilpoC, British museum
[7] Bron: Meer dan levensgrote Dionysos met satyr, panter, en druiven op een wijnstok (Romeinde kopie 2e eeuw) — foto Marie-Lan Nguyen, Palazzo Altemps, Rome
[8] Bron: Centaur (ca. 447–433 v.o.j.) — foto Adam Carr, Parthenon metope 31, British Museum
[9] Bron: Slapende Satyr of Barberini Faun (Hellenistisch, circa 220 v.o.j) — foto Matthias Kabel, Glyptothek München
[10] Bron: Standbeeld van Satyr, Silenus (540-530 v.o.j.) — foto Grant Mitchell, Nationaal Archeologisch Museum, Athene
[11] Bron: Dronken Silene (Romeins, 2e eeuw) — foto Jastrow, Louvre Museum
[12] Bron: Dansende Maenaden — foto Hugo DK, Neoattisch reliëf in Pentelisch marmer, naar een model van de 5e eeuw v.o.j. (Kallimachos), Museo Barracco, Rome
[13] Bron: Pentheus werd door zijn eigen moeder en door andere bacchanten in Bacchische vervoering verscheurd (5e eeuw v.o.j.) — foto Bibi Saint-Pol Louvre Museum
[14] Bron: De gevleugelde god Dionysos berijdt een panter Grieks mozaïek uit het huis van Dionysos (eind 2e eeuw v.o.j) — foto Olaf Tausch Archeologisch Museum Delos.
[15] Bron: Bacchus — Michelangelo Caravaggio, Uffizi Galeries Florence
[16] Bron: Bacchus met Pan (1496–1497) — Michelangelo (di Lodovico Buonarroti Simoni), Museo del Bargello, Florence
[17] Bron: Bacchus en Ariadne (circa 1520-1523) — Titian, National Gallery, Londen
[18] Bron: Het altaar van Dionysus — Gustav Klimt (1886-87) — foto 陳寅恪, Burgtheater Wenen.
[20] Bron: Artikel ‘De plukploeg in actie’ in De Locomotief (31 oktober 1931)
[21] Bron: Banyuls dessertwijnen — foto Slastic
[22] Bron: Philip Sherrard (1922–1995) — foto Dimitri Papadimos
[23] Bron: Efebe 5e eeuw v.o.j. — foto José Luiz Bernardes Ribeiro / CC BY-SA 4.0, Museo Archeologico Regionale (Agrigento)
[24] Bron: Retsina druivenoogst

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie