Sharifa de Vries
Bron: Soefi-Gedachte (maart 2012) p. 33
Martin Buber en Hazrat Inayat Khan — twee grote ontmoetingen in de tijd
Enige tijd geleden kwam ik in het boekje Encounter with Martin Buber van Aubrey Hodes een passage tegen, die mij ogenblikkelijk herinnerde aan een soortgelijke gebeurtenis in het leven van Hazrat Inayat Khan.
Deze gebeurtenis in Inayats leven vond plaats in de tegenwoordigheid van Sayed Mohammed Abu Hashim Madani, de Murshid van Inayat Khan.
Na zijn inwijding bezocht de jonge Inayat gedurende zes maanden lang het huis van de Murshid. Gedurende die tijd sprak Murshid geen woord met Inayat over metafysische onderwerpen, terwijl Inayat verlangend uitkeek naar het moment waarop dit wel zou gaan plaatsvinden.
Toen dan het ogenblik aanbrak dat Murshid met hem sprak over onderwerpen als tanzih, tashbih, (entiteit en identiteit) als ook over wujud en shuhud (manifestatie en bewustzijn) en hem verschillende aspecten uitlegde, pakte Inayat ogenblikkelijk een schrijfblokje om Murshids woorden op te schrijven. Zodra Murshid echter het potlood en schrijfblokje in Inayat’s hand zag, veranderde hij van onderwerp.[1]
Op dit cruciale moment eindigt deze passage en wil ik u getuige laten zijn van een andere ontmoeting, een andere sfeer, waar toch een soortgelijke gebeurtenis plaatsvindt.
Eigenlijk kun je hier misschien spreken van parallelle gebeurtenissen in de tijd, die dezelfde diepere betekenis spiegelen van de eigenlijke context van de ervaring, namelijk de overdracht die plaatsvindt tussen leraar en leerling.
Het lijkt mij alsof er in deze laatste zin een paradox schuil gaat.
Ik bedoel het volgende: een context betekent de omlijsting van de ervaring, het kader waarin het verhaal zich afspeelt. Toch kunnen er momenten zijn waarop de context zozeer de kern weerspiegelt, dat als het ware een verschuiving plaatsvindt.
De context valt hier namelijk samen met de essentie van de ervaring, de verbinding tussen Murshid en mureed, waardoor de feitelijke overdracht plaats kan vinden. De overdracht zelf is niet vast te leggen, op geen enkele manier, omdat de overdracht zelf zijn oorsprong niet vindt in de tastbare wereld. Elke poging daartoe is gedoemd te mislukken.
Het volgende speelde zich af tijdens een van de talrijke ontmoetingen tussen de toen eveneens jonge Aubrey Hodes en de op dat moment ongeveer 75-jarige Martin Buber. Voor de jonge Aubrey Hodes was Buber een openbaring. Buber, zo schrijft hij, had de unieke gave, mensen te kunnen zien en horen middels dat wat zij zeiden en niet zeiden.
Hij zag als het ware door alle afweermechanismen heen en stemde zichzelf af op de toonsoort van diegene die tegenover hem zat. Er was een zeker ongeduld in hem betreffende alle factoren, die dit proces zouden kunnen verstoren. Zo strekte dit ongeduld zich uit naar alle vormen van mechanische communicatie of opname apparatuur, of dit nu bestond uit elektronische middelen of simpelweg potlood en papier.
Zo gebeurde het, vertelt Aubrey Hodes, dat tijdens een tweede of misschien derde ontmoeting Buber exact datgene samenvatte en verwoordde, wat de oorzaak was van mijn verwarring. Zonder mijn hoofd ook maar in het minst weg te draaien, schreef ik deze zin op het schrijfblokje, dat op mijn rechterknie lag. Buber stopte midden in het woord en sperde zijn ogen wijd open, alsof hij heel verbaasd was.
“Wat doe je, vroeg hij?”
Ik schrijf iets op, dat mij raakte, mompelde ik. Hij keek mij aan met een vriendelijke welwillende blik en zei:
“Als je je datgene wilt herinneren wat ik zeg, waarom luister je dan niet naar de woorden zelf, zoals ik ze tegen jou zeg? terwijl als je het opschrijft om het naderhand te lezen, zal je je concentreren op datgene wat je hebt opgeschreven en niet op datgene wat is gezegd. Het belangrijke is om datgene te begrijpen wat wij tegen elkaar zeggen, want dan zal je het je altijd herinneren. Is dat niet waar? ”
Ik begreep wat hij bedoelde en heb nooit meer geprobeerd zijn woorden op te schrijven in zijn tegenwoordigheid.
Dit is de gelijkenis die mij raakte bij deze twee grote ontmoetingen. Zoals eeuwen geleden Maria eens sprak: Deze woorden bewaar ik diep in mijn hart, zo wordt de essentie van de essentie van de woorden van Murshid voor altijd opgeslagen in ons diepste zelf.
[1] Biographhy of Pir-O-Murshid Inayat Khan, p. 76. De Engelse tekst luidde als volgt: If you wish to remember what I say, why don’t you listen to the words themselves as I say them to you.