Heidi Muijen
Wijsheidsweb, Queeste en Questies, september 2018
De hittegolf die over Europa trok deze zomer maakt plaats voor welkome nazomerse verkoeling.
Op de campings in ons kikkerland was het even benauwd als aan de Spaanse steden en costa’s. Teruggekeerd van camping, strandappartement of stedentrip wacht weer het leven van alledag: voor veel mensen is dat ‘de waan van de dag’ van werk en gezin, en vooral de hectiek van de combinatie!
Eerst schakelen, het terugzien van collega’s, uitwisselen van vakantieverhalen en weer hervinden van de werkroutines. Niettegenstaande goede voornemens, het vakantiegevoel zo lang mogelijk vast te houden en meer rust in het werk-levensritme in te bouwen …, — het druk-druk-druk-gevoel zal onvermijdelijk weer de overhand nemen met overstromende werk- en privé agenda’s.
Of de cursussen op de markt van welzijn en geluk hier het juiste antwoord op zijn is de vraag. In ieder geval lijken ze mij een symptoom te zijn van hetzelfde maatschappelijke fenomeen. “Onthaasten, ontstressen, onthiërarchiseren, ‘ont-moeten’, ontregelen, ….”
Er circuleren steeds meer woorden die mens en organisatie oproepen minder rigide te organiseren, in je kracht te gaan staan, lekker in je vel te zitten, ‘gewoon’ bij je zelf te blijven, geluk op de werkvloer organiseren, dingen en relaties los te laten die je niet meer leuk vindt of die niet meer bij jou passen ….
Hoe langer je stilstaat bij dergelijke frasen hoe holler ze gaan klinken. En toch komt deze terminologie wellicht voort uit betrokkenheid, inspiratie, verontwaardiging en andere morele gevoelens en motieven! Welke questie schuilt er achter deze kwesties?
Laten we een mogelijk motief onderzoeken. ‘Gij zult genieten’ — het elfde gebod dat we massaal hebben omarmd. De kunst van het genieten is door de klassieke school van het Hedonisme van Epicurus (341-270 v.o.j.) als vorm van levenskunst op de kaart gezet.
Genot niet om het genieten zelf en in de overtreffende trap, maar als ‘kunst’, als vrijheidspraktijk. Vrijheid is het doel waarvoor ook andere, schijnbaar tegenovergestelde filosofische scholen zoals de Stoïcijnen, wijsheid onderwezen. Oefeningen en praktijken voor bevrijding door het ontwikkelen van een lossere verhouding tot de eigen emoties en door inzicht te verkrijgen in de eigen denkbeelden en aannamen ‘achter’ het gebruikelijke ventileren van je mening, het verkrampen in een emotionele reflex, enz.
Het bevrijdende potentieel van de kunst van het genieten verschilt radicaal van de platte norm het vooral ‘leuk’ te moeten hebben in je werk, op vakantie, in je relatie ….
Die verplatting van de klassieke hedonistische levenskunst blijkt een even verslindende keerzijde te hebben. Lijden door dodelijke loyaliteit. Werknemers die zich verplicht voelen aan de gulzige norm in organisaties voor het nauwgezet bijhouden van (uren) administratie, met een grenzeloze (digitale) beschikbaarheid, ook voor ‘urgente’ mails in de avonden en weekenden.
Het ‘lijden in organisaties’ volgt de ‘leuk-verkramping’— met symptomen zoals ‘grijs’ ziekteverzuim, burn-out, ontslagen, pestgedrag op de werkvloer, het straffen van klokkenluiders in plaats van het aanpakken van de misstand waarover zij de klok luiden … — als haar schaduw op de voet.
Er overheerst verkramping naar beide kanten toe, naar de zon- en schaduwzijde van het bestaan. De opgestoken duimen op facebook verhullen eenzaamheid, depressie en suïcidale gevoelens.
Deze kwestie lijkt mij te wijzen op een pervertering van het klassieke vrijheidsideaal, die de scholen van filosofische levenskunst hebben gevoed met hedonistische, stoïcijnse, cynische en sceptische wijsheid! Zouden westerse waarden zoals levensgeluk, vrijheid en vooruitgang door oude wijsheid nieuw leven ingeblazen kunnen krijgen?
Eerst een kritische noot in de sfeer van de cynische levenskunst. Reeds in de 19e eeuw is de verplatting van het geluk visionair door Nietzsche in bevlogen beelden gesignaleerd. In zijn boek ‘Also sprach Zarathustra’ spreekt hij over ‘de laatste mens’ die over de aarde hipt, als een aardvlo onuitroeibaar is en het langste leeft: “Wij hebben het geluk ontdekt — zeggen de laatste mensen en knipogen.”
In het spoor van de filosofische kritiek dat het klassieke hedonisme is vervormd tot de dwang neurotische vorm dat alles ‘leuk’ moet zijn, tot vervlakking en verharding van relaties, zijn er hedendaagse bijdragen van filosofisch levenskunst te noemen, zoals die van Paul van Tongeren, Joep Dohmen en Wilhelm Schmid. Ook columnist Hofland, die een paar jaar terug in ‘De Groene Amsterdammer’ schreef dat er een dik en lomp type mens is ontstaan dat je overal op straat tegenkomt.
Het betreft meer dan kritiek op individueel egoïsme en narcisme. Cultuurcritici kaarten aan dat de overvloedige welvaart heeft geleid tot een wegwerpcultuur, consumentisme en nihilisme; dat het vrijheidsideaal is verworden tot vrijblijvendheid en collectieve verhuftering ….
Evenwel: we hebben niet alleen analyses in een sceptische geest nodig maar ook alternatieve richtingen te vinden.
Zo verbindt de kritisch-humanistisch filosoof Harry Kunneman aan zijn tot de verbeelding sprekende diagnose van ‘het walkman ego’ en ‘het dikke ik’ een geneesmiddel, met name voor werkcontexten. Hij schrijft een bittere filosofische pil voor. Dat professionaliteit niet alleen een ‘technische’ betekenis heeft — in de zin dat professionals hun kennis met de verplichte bijscholingen up to date houden, en ‘state of the art’ protocollen volgen — hij roept op vooral vanuit de waarden, die aan een professie ten grondslag liggen, professioneel te handelen. Dat betekent dat het geven van goede zorg en vormend onderwijs van professionals vraagt minder de alom opgetuigde ict- en organisatiesystemen te bedienen, gericht op het beheersen van de (patiënten en studenten)‘stromen’ ten behoeve van (het verhogen van) de output, zichtbaar in goede cijfers op ‘het dashboard’ van managers. En meer aandacht te geven aan de concrete patiënten en studenten met hun levensverhalen en vragen, respons te geven op hun pijn en zorgen, op hun verlangens naar kennis en vorming.
Zo simpel is die filosofische therapie van ‘minder aandacht voor de digitale en meer aandacht voor de concrete werkelijkheid’ overigens niet!
Wellicht hebben we stoïcijnse levenskunst nodig, zoals die van het zeer gewaardeerde Vlaamse erelid van de Quest for wisdom foundation. Psychiater Dirk De Wachter heeft in een bestseller onze tijd gediagnosticeerd als ‘Borderline Times’.
In dat boek karakteriseert hij maatschappelijke fenomenen aan de hand van de 9 criteria van de Borderline Personality Disorder, volgens het officiële DSM standaard diagnose-instrument van psychiaters (van verlatingsangst tot zinloosheid en leegte).
Zo typeert hij bijvoorbeeld het chronische gebrek aan tijd en aandacht:
Tegenover het uitdiepen van iets en de tijd nemen om iets te laten groeien, biedt onze hedendaagse maatschappij het ‘zappen’ aan, het niet blijven hangen bij wat niet meer voldoet of wat onze aandacht niet langer kan vasthouden.
Geïnspireerd door de ethiek van Levinas stelt De Wachter dat “het Gelaat van de Ander mij voor een radicale keuze” (p. 280) stelt:
Ofwel weiger ik in te gaan of het appel van de Ander — en ik heb steeds die keuze — maar dan blijft mijn vrijheid gevangen in willekeur. Ofwel ga ik in op de roep van de Ander en riskeer ik mij op de weg van de verantwoordelijkheid, die zonder einde is, omdat de eis tot rechtvaardigheid nooit is uitgeput. (…)
Bij Levinas gaat de verantwoordelijkheid onze vrijheid vooraf, maar ook onze wil, keuze en zelfontwerp.
Essentie van deze ‘stoïcijnse therapie’ is het voorrang geven aan anderen boven het ‘dikke ik’, aan verantwoordelijkheid boven vrijheid of liever gezegd vrijblijvendheid. Vanuit het inzicht dat er behalve de lege vrijheid, die nu het sociale weefsel overwoekert, er een volle, vervullende vrijheid bestaat.
De crux hiertoe lijkt mij de kunst zich te kunnen laten raken. Dat betekent open en ontroerd te (mogen) zijn en zich van daaruit uit te spreken. Aanspreekbaar te zijn. Deze zijnskwaliteiten zijn vanuit de dialogisch relationele visie van filosofen als Heidegger, Levinas en De Wachter ook de diepste vorm van ‘(zelf-)verstaan’ en ‘(zelf-)vervulling’.
Bijzonder vind ik dat er ondanks culturele verschillen er vergelijkbare inzichten vanuit diverse wijsheidstradities zijn geformuleerd!
Het mooie in de globaliserende wereld is dat die visies en praktijken zoals ‘Ubuntu’, ‘mindfulness’ uit verschillende culturen ons als medicijnen ter beschikking staan.
Met een dergelijke inspirerende therapie uit een Indiaanse levensvisie maakte ik kennis tijdens mijn studentassistentschap bij de cultureel antropoloog Jack D. Forbes van de Universiteit van Davis, California, die begin jaren ‘80 de Tinbergen leerstoel aan de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft bekleed. Hij hekelt ‘het complex van geweld, begeerte en agressie’ dat de huidige maatschappij overheerst en als een plaag sociale waarden en medemenselijkheid bedreigt en menselijke waardigheid consumeert.
Hij noemt de kwaal daarom kannibalistisch (ofwel ‘wetiko’, in de taal en volgens het Indiaanse perspectief van zijn eigen voorouders). Zo bedankt hij in het voorwoord van zijn boek (dat onder de titel ‘Die Wetiko-seuche’, ‘de Wetiko-plaag’, in 1981 is verschenen bij uitgeverij Peter Hammer in Wuppertal) niet alleen zijn partner, kinderen, vrienden en voorouders, maar ook dieren, bomen en planten:
Ik moet nog veel andere auteurs noemen, inclusief geiten, eenden, honden, katten en andere dieren die mij veel hebben geleerd over de vreugde en spontaniteit van een oorspronkelijk leven, vrij van de kleinzieligheid en slechtheid, die je soms in de mensenwereld vindt (…) In het bijzonder een reusachtige eik, die mij jarenlang als kind beschutting gaf wanneer een vervreemdend schoolsysteem en pestende kinderen zwaar op mij drukten (…) Ook de met salie bedekte heuvels, canyons en kale kloven in de woestijn schonken mij beschutting, kennis en liefde van Moeder Aarde.
Noten
[1] Bron: walkman
[2] Bron: quercus rubra