Machteld Roede
calendarium 1, calendarium 2, calendarium 3 en calendarium 4 — januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3 — maart 1, maart 2 en maart 3 — april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2, september 3 en september 4 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2, november 3 en november 4 — december 1, december 2 en december 3
Kalenders vervolg
De Gregoriaanse kalender, de christelijke jaartelling
Paus Gregorius XIII introduceerde de Gregoriaanse kalender in 1582, waarbij de tijd wordt gemeten sinds de (vermeende) geboortedag van Christus. Het is een aangepaste versie van de tot dan gebruikte Juliaanse kalender. Door de ingevoerde schrikkeljaren lijkt het kalenderjaar nu meer op het gemiddelde zonnejaar.
Er werden tien dagen aan de kalender toegevoegd. Hierdoor zou de Stille Omgang, een bedetocht in Amsterdam ter herdenking van het Hostiewonder van 15 maart 1345 (de niet verbrande ouwel) verschuiven, maar er is niet aan terug datering gedaan.
Een Gregoriaans kalenderjaar telt 365 dagen, verdeeld over twaalf maanden. Een kalenderjaar duurt echter ongeveer 6 uur korter dan het tropisch jaar met 365, 2422 zonnedagen. Een correctie met eens in de vier jaar een extra schrikkeldag voorkomt dat de seizoenen, vast aan het tropisch jaar verbonden, te veel in een jaar verschuiven. De schrikkeldag valt op 29 februari. En wel als het jaartal deelbaar is door 4, maar niet door 100; tenzij het jaartal restloos deelbaar door 400 is. Dus 1600 en 2000 waren ook schrikkeljaren.
De gregoriaanse kalender is in bijna alle landen ter wereld de officiële kalender. Sommige landen en religieuze groeperingen gebruiken daarnaast ook de eigen kalender. Zo vermelden Joodse rouwadvertenties meer dan eens data van geboorte en overlijden volgens de oude joodse jaartelling.
Christelijke feestdagen
Ook binnen het gregoriaanse kalenderjaar schuiven de meeste liturgische feestdagen, omdat ze jaarlijks berekend worden volgens de stand van de maan. Bij de orthodoxe kerk, waar de Juliaanse kalender wordt gebruikt, vallen de vieringen enige tijd later.
Carnaval
De data voor de voor het zuiden van het land zo belangrijke drie hoogtijdagen (en nachten) voordat op Aswoensdag de vastenperiode ingaat, worden teruggeteld vanaf Pasen: veertig vastendagen, de zondagen niet meegerekend. Wel is het een onwrikbare gegeven dat de aanloop naar carnaval wordt ingeluid op de 11e van de 11e. Dan staan al even velen, veelal al wat verkleed, mee te deinen op de vertrouwde carnavalsmuziek.
Pasen
De term Pasen is het meervoud van het joodse Pesach, de viering van de uittocht van de Israëlieten uit Egypte (Exodus). Christenen vieren bij het liturgisch belangrijke paasfeest, dat de op Goede Vrijdag gekruisigde Jezus op de derde dag, de zondag na zijn graflegging bleek te zijn herrezen uit de dood.
Pasen wordt in Nederland gevierd op de zondag en maandag na de eerste volle maan van de lente. Indien de eerste volle maan van de lente op een zondag valt, wordt Pasen de volgende zondag gevierd. Dat is op z’n vroegst op 22 en 23 maart en op z’n laatst op 25 en 26 april.
Pasen is ook het feest van de lente en nieuw leven. Vaak wordt gewezen op een pre-christelijke oorsprong van diverse Paasgebruiken. Er is echter weinig overgeleverd over de voorchristelijke lentefeesten en -rituelen in Noordwest-Europa. Het veel eieren eten stamt uit de middeleeuwen. De paashaas dook op in een Duits boek uit 1682 en na vertaling in 1825 in Nederland.
Paasvuren werden voor het eerst beschreven in 1559. Ze gaan echter wellicht terug tot Ostara, het lente equinox feest voor de Germaanse lentegodin godin Eostre of Ostara. Het paasvuur met veel rook zou voor vruchtbaarheid zorgen. Mensen sprongen door het vuur of werden tussen vuren geleid, er werd wild rond het vuur gesprongen; uitspattingen waren geen uitzondering.
Er zijn overeenkomsten met het 3500 jaar oude Nowruz of Noroez feest, gevierd onder meer in Iran, Koerdistan, Azerbeidzjan, Afghanistan, ook door soefisten en aanhangers van de Bahaï. Het valt rond 21 maart om de terug keer van het licht en de zon te vieren, met onder meer springen over zeven vuren.
Hemelvaartsdag
Negenendertig dagen na Christus’ opstanding uit de dood wordt Hemelvaartsdag of ‘s Heren Hemelvaart (Lat. Ascensio Domini) gevierd (altijd op een donderdag). Hemelvaartsdag telt als de veertigste paasdag.
Pinksteren
Vijftig dagen na Pasen volgt Pinksteren. Hierbij wordt de door Jezus bij zijn ten hemelvaart beloofde komst van de Heilige Geest (van de Drie-eenheid de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest) herdacht.
Na Jezus dood kwam een zich uitbreidende groep volgelingen en leerlingen regelmatig bijeen, samen met Jezus’ 12 apostelen. (De verrader van Jezus Judas was dood en vervangen door Mattias).
Op de zevende zondag na Pasen vulde plotseling het geluid van een hevige windvlaag hun ruimte. En over alle (naar verluidt 120) aanwezigen daalden tongen van vuur en vervulden hen met de Heilige Geest. Ze begonnen in tongentaal te spreken, in vreemde talen en dialecten. Ze gingen naar buiten en verkondigden het woord van God. In die tijd woonden in Jeruzalem mensen vanuit alle windstreken. Buiten zichzelf zeiden ze verwonderd tegen elkaar:
Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken? Hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn?
Handelingen 2 8, Statenvertaling
Het werd het begin van de evangelisatie, van de kerk van Christus, ook ver buiten de gebieden die tijdens Jezus’ leven al waren bereikt.
Overig
Vele mythen verhalen dat eind oktober/ begin november hemel en aarde naar elkaar toe bewegen. Hierdoor komen de werelden van de goden en van het materiële bestaan dicht bij elkaar en is een overgang tussen beide mogelijk. In deze periode wordt dan ook veel aandacht gegeven aan het mysterie van de dood zoals bij Halloween (31 oktober), Allerzielen (2 november) en Samhain (rond 31 oktober). Het Keltisch Nieuwjaar, ook het begin van de winter, verschuift door het gebruik van een maankalender wat op onze lunisolaire kalender.
De Franse republikeinse kalender
Op 5 oktober 1793 werd in Frankrijk de Franse republikeinse kalender, ook wel revolutionaire of Jacobijnse genoemde kalender ingevoerd. Met terugwerkende kracht vanaf 22 september 1792, de datum waarop twee dagen na de overwinning bij Valmy de Eerste Franse Republiek was uitgeroepen. De kalender was van 24 oktober 1793 tot 1 januari 1806 officieel in gebruik.
Door de Franse Revolutie was Frankrijk een seculiere staat geworden. Bij de strenge scheiding van kerk en staat werd de gregoriaanse kalender, waarbij de tijd werd gemeten sinds de (vermeende) geboortedag van Christus, ongewenst en in april 1798 officieel verboden.
De nieuwe kalender werd ontworpen door de wiskundige Charles- Gilbert Romme en de schrijver, acteur en dichter Fabre d’Eglantine. Ze zouden later beiden slachtoffer worden van het Schrikbewind.
Met als ijkpunt de astronomie, werd een jaar verdeeld in twaalf maanden van elk drie decaden van elk tien 10 dagen, met per jaar vijf of zes aanvullende dagen om de duur van het kalenderjaar gelijk te trekken met het astronomische jaar. De jaartallen werden met Romeinse cijfers geschreven.
De week werd vervangen door de decade, een periode van 10 dagen, waarbij men in beginsel alleen nog op de tiende dag vrij was. De dagen van de taboe geworden zevendaagse week werden vervangen door tien namen, gebaseerd op de telwoorden in het Latijn: Primidi, Duodi, Tridi, Quartidi, Quintidi, Sextidi, Septidi, Octidi, Nonidi en Decadi.
Fabre d’Églantine bedacht de namen van de maanden. Iedere maand stond daarbij voor een kenmerk van de seizoenen in Frankrijk; de uitgangen van de namen gaven aan bij welk seizoen een maand behoorde.
Wintermaanden
Nivôse |
Sneeuwmaand |
21 december-19 januari |
Pluviôse |
Regenmaand |
20 januari-18 februari |
Ventôse |
Windmaand |
19 februari-20 maart |
Lentemaanden
Germinal |
Kiemmaand |
21 maart-19 april |
Floréal |
Bloeimaand |
20 april-19 mei |
Prairia |
Weidemaand |
20 mei-18 juni |
Zomermaanden
Messidor |
Oogstmaand |
19 juni-18 juli |
Thermidor |
Hittemaand |
19 juli-17 augustus |
Fructidor |
Fruitmaand |
18 augustus-16 september |
Herfstmaanden
Vendémiaire |
Wijnmaand |
22 september-21 oktober |
Brumaire |
Mistmaand |
22 oktober-20 november |
Frimaire |
Koudemaand |
21 november-20 december |
Nadat Frankrijk in 1795 de Oostenrijkse Nederlanden annexeerde werd ook daar de Republikeinse kalender ingevoerd. In de Burgerlijke Stand al vanaf 17 juni 1796, en algemeen verplicht vanaf 3 april 1798.
Hoewel er na de val van Robespierre juli 1794 er sprake van was de kalender af te schaffen, werd in 1795 de kalender in de nieuwe grondwet opgenomen. In 1802 werd de tiendaagse week door de zevendaagse vervangen. Dit bleef nog drie jaar in gebruik. Maar op 10 Nivôse van het jaar XIV (31 december 1805) werd het systeem afgeschaft en op 1 januari 1806 ging men opnieuw over op de gregoriaanse kalender.
De Azteken kalender
In Centraal-Mexico gebruikten de Azteken (circa 1300–1521) en andere precolumbiaanse bewoners een van de Meso-Amerikaanse kalenders, met een zelfde basisstructuur als de kalenders uit het antieke Meso-Amerika.
De 365-dagencyclus voor het jaar en de 260-dagencyclus vormden samen een 52-jarige eeuw (ook ronde kalender genoemd). Het kalenderjaar begon met de eerste verschijning van Plejaden in het oosten. De heilige periode van 260 dagen kent geen zon noch maan, maar bestaat uit 13 dagenperiodes, gewijd aan verschillende goden.
De oorsprong is onbekend. Er zijn uiteenlopende theorieën over het unieke kalendersysteem. Zoals het vertegenwoordigt de cyclus van Venus, of de zwangerschapsperiode van de mens, of het is niet gebaseerd op een natuurlijk fenomeen, maar op totalen van 13 en 20, belangrijke getallen in Meso-Amerika.
De Maya kalenders
De Maya’s (250–900),die de sterren en de tijd bestudeerden, hadden drie belangrijke kalenders. Een lange telling voor historische doeleinden (360 dagen), een burgerlijke (Haab, 365 dagen) en een religieuze (Tzolkin, 260 dagen) kalender. De dagen werden puur geteld in serie op elkaar volgend. Er was geen synchronisatie met de zon of maan.
Vooral de lange telling heeft overeenkomst met moderne tellingen zoals de datumtelling in computersystemen. Ook begint elke telling bij nul en niet bij 1, zoals in de meeste kalenders.
De hindoe kalender
De hindoe kalender bestaat al sinds de verre tijden dat de Veda’s, de aanvankelijk mondeling doorgegeven oudste en heiligste composities van het hindoeïsme, in het Sanskriet werden opgeschreven. Hiervoor wordt zowel de periode van 1200-1000 v.o.j als 1500-1000 v.o.j. genoemd.
Vanwege diverse ingrepen en aanpassingen bestaan er sterk uiteenlopende regionale varianten van deze kalender. De kalenderdag begint met de lokale zonsopgang. Er zijn zeven weekdagen.
De boeddhistische jaartelling
De boeddhistische jaartelling worden gebruikt in Zuidoost Azië, in Cambodja, Laos, Myanmar, Sri Lanka en Thailand. De jaartelling begint vanaf de dood van Gautama Boeddha, de stichter van het boeddhisme. Zijn sterfjaar is echter onbekend en niet alle genoemde landen dateren het op 543 v.o.j.. Zo komt ons jaar 33%4 in Thailand overeen met het Boeddhistische jaar 2567, maar op Sri Lanka met 2568. Thailand gebruikt de Boeddhistische jaartelling in overheidsdocumenten en op munten en kalenders.
De Indiase kalender
De Indiase nationale kalender of Saka-kalender, ingevoerd in 1957, is de officiële kalender van de staat India en wordt naast de Westerse Gregoriaanse kalender gebruikt. In allebei telt een jaar 365 of 366 dagen. Het Saka-jaar telt echter de jaren vanaf het Gregoriaanse jaar 78. Het jaar waarin koning Gautamiputra Satakarni van het rijk Satavahana zijn tegenstanders versloeg.
Tijdmetingen klokken
Ooit leefden de mensen, als de dieren, zonder klok. Maar de mensheid zocht naar methodes om de tijd te meten. Lang waren de volgens vaste perioden verlopende maan- en zonnestanden de belangrijkste indicator voor de dag en nacht indeling en voor het onderscheiden van de seizoenen.
Middeleeuwse astronomen bedachten onze tijdsindeling in uren en minuten, waarbij ze teruggrepen op de Babyloniërs die telden in zestigtallen.
De katholieke leefgemeenschappen als de kloosterordes kenden een strenge tijdsindeling voor de gebedsuren. Het kunnen aangeven van de juiste tijd was hierom belangrijk.
De eerste kerktorenuurwerken, eind 13e eeuw, gaven de tijd aan door het slaan van de uren op de grote luidklokken (bellen), waarvan het geluid werd versterkt door de galmgaten in de hoge torenspits. Men hóórde de tijd.
De zichtbare tijdaanduiding door middel van wijzerplaten, met eerst slechts een enkele wijzer, verscheen pas in het midden van de 15e eeuw. in 1859 kreeg de Domtoren te Utrecht de eerste minuutwijzer.
Avondklok
Belangrijk was de avondklok (het ignitegium). Deze luidde aan het einde van de werkdag om de mensen eraan te herinneren hun vuren te doven, om te vermijden dat er ‘s nachts brand zou ontstaan.
Het angelus
Het Angelus klept in de verte
In tonen zo zuiver en hel
De grootmoeder knielt op de drempel
De kind’ren zij staken hun spel
Grootmoeder bidt: Onze Vader
De kind’ren zeggen ‘t haar na
Een zonnestraal glijdt door het lover
Een glimlach, een glimlach
Van ‘s Heren genâ
Zij bidt O, God, schenk uw zegen
Ook over deez’kinderkens klein
En wees hun nabij met uw liefde
Als ik niet meer bij hen kan zijn
Grootmoeder bidt: Onze Vader
De kind’ren zeggen ‘t haar na
Een zonnestraal glijdt door het lover
Een glimlach, een glimlach
Van ‘s Heren genâ
V.A. De la Montagne,
Catharina van Rennès (componist)[12]
Voorheen stopten de katholieke gelovigen hun werkzaamheden om zes uur ‘s morgens, twaalf uur ‘s middags en zes uur ‘s avonds het angelus[13] te bidden. (Afgeleid van de Latijnse beginwoorden Angelus Domini nuntiavit Mariae = De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt). Het gebed werd aangekondigd door het luiden van het kleine angelusklokje. Drie keer wordt na drie slagen op de klok na de aanroep Angelus etc. het Weesgegroet Maria gebeden. Ten slotte wordt de klok gedurende twee minuten geluid en het afsluitend gebed gebeden. In zijn huidige vorm bestaat het angelus sinds 1571, de tijd van paus Pius V. Het angelus bidden is grotendeels in onbruik geraakt.*
Zonnewijzers
De eerste klokken voor althans overdag, mits niet te bewolkt, waren de zonnewijzers. Waarbij met behulp van de zon de tijd wordt aangewezen door de schaduw die een stift volgens de draaiing van de aarde. werpt op een schijf. De oudst bekende zonnewijzer van omstreeks 1500 v.o.j. werd in Egypte teruggevonden. Zandlopers gaven het verloop van een zekere kortere tijd aan.
Waterklok
Een vooruitgang bracht de waterklok. Het is een reservoir, waar een schaal de door toevoer of afvoer veranderende hoogte van de waterspiegel aangeeft.
De rechtbanken van Attica en Rome gebruikten waterklokken om beperkte spreektijden aan te geven, en in het parlement om te lange debatten te voorkomen.
Mechanische uurwerken
Mechanische uurwerken brachten een ware verbetering van de tijdmeting. Een van de vroegste vormen was de nog niet zo nauwkeurige en snel ontregelde foliot klok of waag. Ze heeft geen slinger maar een verticale as ook wel een horizontale slinger genoemd. Er is dwarsbalk met daarop een horizontale staaf met verstelbare gewichtjes om de trilling snelheid van een rand- of verticale spindel te regelen.
Een grote verbetering bracht Christiaans Huygens, die in 1657 het nauwkeurige slingeruurwerk of pendule introduceerde, met een praktisch constant heen en weer bewegende slinger..
Standaardtijd
Toen treinen over ver uitgestrekte gebieden gingen rijden werden de verschillen in tijd op plaatsen op verschillende lengtegraden problematisch. Daarom werd een standaardtijd ingevoerd, de middelbare zonnetijd van een centrale meridiaan. De klokken werden gelijkgezet op de lokale middelbare tijd.
Tot 1940 gold in Nederland de middelbare tijd van Amsterdam, die ongeveer 19 minuten voorloopt op de middelbare tijd van de meridiaan van Greenwich, GMT. Sinds WO-II hebben wij in Nederland de Midden Europese Tijd die 40 minuten afwijkt van de werkelijke stand van de zon in Nederland; tijdens de zomertijd zelfs ruim anderhalf uur.
Atoomklokken
Nu wordt de tijd met uiterste precisie bepaald door atoomklokken[16]. Hierbij wordt een elektromagnetisch veld gecreëerd dat meetrilt met de resonantiefrequentie van atomen, die per type atoom altijd hetzelfde is.
Vrijdag de 13e
Wanneer een maand met een zondag begint, zit er een vrijdag de dertiende in. Er bestaat een specifieke angst voor vrijdag de dertiende als ongeluksdag, paraskevidekatriafobie. Een term bedacht door dokter Donald Dossey. Hij verzekerde zijn patiënten dat ze door het tong brekende woord correct uit te spreken van hun angst verlost zouden zijn.
Een van de verklaringen voor deze angst verwijst naar het Laatste Avondmaal waaraan 13 mannen aanzaten. Die avond werd Jezus Christus verraden door Judas; Jezus werd gekruisigd op een vrijdag. De combinatie van vrijdag en dertien, betekent dan ook ongeluk.
Noten
[1] Bron: Paus Gregorius XIII (waarschijnlijk voor 10 April 1585) ― Lavinia Fontana, foto Christie’s lot 6074459, privécollectie
[2] Bron: Vrolijk Pasen (Glædelig Paaske, circa 1909-1911) ― Jenny Nystrøm (1854-1946), Mittet & Co, digitale kopie van het origineel, Noorse nationale bibliotheek
[3] Bron: Brandend vuurwiel rolt tijdens Pasen van een heuvel ― foto Nifoto, Lügde, katholieke enclave binnen Lippe (D)
[4] Bron: Verbeelding van de hemelvaart van Jezus (1303) ― Giotto di Bondone, Web Gallery of Art, Scrovegni kapel, Padua (It)
[5] Bron: Charles-Gilbert Romme (1889) ― H. Rousseau, uit: Album du centenaire. Grands hommes et grands faits de la Révolution française (1789-1804).
[6] Bron: Fabre d’Eglantine (circa 1790-1794) ― kunstenaar onbekend, Palais de Versailles
[7] Bron: Franse republikeinse kalender (1794) ― uit Calendrier républicain… : an III : [estampe]/ P.L. Debucourt del. et sculp, BnP, Parijs
[8] Bron: Piedra del Sol ― kunstenaar anoniem, foto Rosemania. Museo Nacional de Antropología, Mexico City.
[9] Bron: Stone version of the Maya 260 calendar ― foto MBisanz, Smithsonian Institution, Washington, D.C.
[10] Bron: Pagina uit de Hindoekalender 1871-72, met de tien avatars van Vishnu (links), in de middelste rechterkolom de twaalf tekens van de hindoeïstische dierenriem. In het boven middenpaneel toont Ganesha met twee echtgenotes; het tweede paneel toont Krishna met twee echtgenotes, Rajasthan, India.
[11] Bron: Saka kalender ― tabel door Asmitghosh3, Indiase nationale kalender
[12] Zie: Het angelus klept in de verte Nederlands liederenbank, Uit: ‘Lenteleven’ van Catharina. van Rennes, Amsterdam: Alsbach & Co.. Opus 5: Lenteleven. 5 tweestemmige liederen met pianobegeleiding = Frühlingszauber 5 zweistimmige Lieder mit Klavierbegleitung. Deutsche Übersetzung von Eldar.
[13] Zie: nl.wikipedia.org/wiki/Angelus_(gebed)
[14] Bron: Antieke Perzische waterklok ― foto Maahmaah, Deze waterklok werd gebruikt om de tijd van het verdelen van water in qanats of kareez bij te houden.
[15] Bron: Binnenkant Haags slingeruurwerk (1657) ― Slingeruurwerk volgens Christiaan Huygens, Salomon Coster Den Haag, collectie Rijksmuseum Boerhaave V09853.
[16] Zie: nl.wikipedia.org/wiki/Atoomklok