Mensis Maius, bloeimaand, Mariamaand
Machteld Roede
calendarium 1, calendarium 2, calendarium 3 en calendarium 4 — januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3 — maart 1, maart 2, maart 3, maart 4 en maart 5 — april 1, april 2, april 3 en april 4 — mei 1, mei 2, mei 3, mei 4 en mei 5 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2, september 3 en september 4 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2, november 3 en november 4 — december 1, december 2, december 3 en december 4
Mei 2022, upgrade april 2025
Natuur (vervolg)
Flora (vervolg)
Fluitekruid

‘Hollands kant’ noemde de geliefde schrijver en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse het fluitekruid vanwege de tere, fijne vorm van de kleine witte bloemen.
Deze wijdverspreide, snelgroeiende schermbloem is een van de eerste soorten die in het voorjaar zonnige tot halfschaduwrijke graslanden en wegbermen in Nederland en Vlaanderen kleur geeft. Ze bloeien door tot juni. De plant met de samengestelde schermen met acht tot vijftien schermstralen kan wel tot 1,5 m hoog worden. De twee- tot drievoudig geveerde bladeren zijn aan de onderzijde zacht behaard. De gegroefd stengels zijn hol. Wie de kunst beheerst kan er fluitjes van maken.
Irissen

In mei en juni bloeien de irissen, met hun lange stelen en grote, sierlijke bloemen; wit, goudgeel tot blauw, soms lavendel of paars van kleur. Vanwege de vele kleuren kregen ze de naam Iris, Grieks voor regenboog. Ze worden ook lissen genoemd, en soms leliebloemen.
Sommige soorten groeien vanuit een bol, de dwergiris, die klein blijft en al kan bloeien in februari, maart. De meeste wilde lissen groeien echter uit een vlezige wortelstok. Een derde groep, moerasplanten, groeit met lange wortels.
Ze horen allemaal tot het geslacht Iris. Er bestaan 300 soorten en haast ontelbare gecultiveerde hybride varianten. Ze komen voor in de Noordelijke gematigde zone van alle werelddelen.
De spectaculaire irissen werden al 4000 jaar geleden in Egypte gekweekt en rond 1500 v.o.j. in piramiden afgebeeld.
Irissen in de heraldiek[1]
Toen de Franse koning Clovis (466–511) zich tot christen liet dopen verving hij de drie padden op zijn banner door drie irissen.
In de heraldiek komt de gestileerde iris, een vereenvoudigde weergave van de Florentijnse lis, veelvuldig voor, vooral in Frankrijk. Het werd al sinds de 10e eeuw, en zeker sinds koning Lodewijk VII, een symbool van de Franse koningen.
Ook vele niet vorstelijke families steden en provincies voeren een fleur de lis in hun wapen.
Zo is in Florence op vele plekken de lelie te vinden. Op gebouwen en stadsmuren, en in de Sala dei Gigli (Zaal van de Lelies) in het palazzo, waar eens De’ Medici hun gasten ontvingen.
Ooit, in de periode dat de Ghibellijnener er de macht hadden, vertoonde het wapenschild van Florence een witte lelie op een rode achtergrond. Toen de Welfen de macht over namen werd als teken van de grote veranderingen de kleuren van het stadswapen omgekeerd. Sindsdien is de rode lelie op een wit veld het stadswapen.
Dante schreef hierover in zijn Divina Commedia:
‘De lelie aan de vlaggenmast was nog niet omgekeerd en nog niet door verdeeldheid rood gemaakt …’.
Bij het afbeelden van de fleur de lis speelt vanaf het begin een naamverwarring. In de Middeleeuwen deden legenden en sagen de ronde over de maagd Maria die Franse koningen te hulp was geschoten. De witte lelie staat symbool voor haar zuiverheid en maagdelijkheid. Deze witte lelie is echter een geheel andere bloemensoort (Lilium candidum, de Madonna lelie).
Aangezien de iris, ook in het Frans, ook wel leliebloem, lis, lys wordt genoemd, en de witte lelie in het Frans eveneens lys, werd de sierlijke gestileerde vorm van de iris al vroeg in de heraldiek ingevoerd, en dat is altijd zo gebleven.
Irissen in de kunst
De meermaals door zowel door Vincent van Gogh als Claude Monet geschilderde (wortelstok) blauwe irissen werden wereldbekend.
Vogels

In het vroege voorjaar keren uiteenlopende vogelsoorten terug naar Nederland om hier te broeden. De meeste zijn er al vanaf half april, andere zomervogels vertonen een terugkeerpiek in mei, zoals de boerenzwaluwen, die overwinterden in West- en Centraal Afrika, of de spotvogel. Door de minder koude winters verschuiven diverse waarnemingen wel naar een wat vroegere datum.
Tot ver in mei zijn ook meerdere steltlopers te zien op doortrek vanuit hun zuidelijke overwinterplekken naar hun broedplaatsen in het hoge Noorden. Eind mei is echter eveneens een eerste herfsttrek waar te nemen, van kievieten die al hun oostelijke gebieden verlaten voor een verblijf hier om in de herfst verder te trekken.
Meestal arriveert van de soorten die hier komen broeden het mannetje wat eerder om een mooi plekje te vinden. Bij de meeste vogelsoorten bakent hij met gefluit en gezang dan af wat zijn territorium is en tracht een vrouwtje te lokken. Hoewel vogelzang het hele jaar is te horen, klinkt toch het meeste in de eerste helft van het jaar, met een top in de derde week van mei. De nachtegaal; maar ook rietzangvogels en de roodborst zingen vaak ‘s nachts. Vaak al twee uur vóór zonsopkomst beginnen de merels en zanglijsters te zingen.
Het is overigens geen echt zingen, vogels hebben namelijk geen strottenhoofd. Wat we horen is het de lucht laten trillen met gebruik van de membranen in hun syrinx, een orgaan aan het einde van hun luchtpijp. Ooievaars en lepelaars klepperen met hun snavel, of wapperen luid met hun vleugels. Sommigen maken overigens ook veel lawaai tijdens de trek zoals de kraanvogels.
Er zijn mannetjes die trachten een vrouwtje te imponeren door te pralen met de opgeheven staartveren zoals de pauw, met in onze ogen kolderieke sprongen, of met een betoverende baltsdans, zoals de flamingo’s of de paradijsvogels.
In mei leggen alle vogels een ei, alleen de koekoek en de griet (grutto), die leggen in de meimaand niet’.
Dit oude gezegde ontstond omdat in de maand mei veel vogelsoorten beginnen met broeden en het leggen van eieren. Het wordt dan warmer en er is komt meer voedsel om de jongen groot te brengen. Meerdere soorten broeden echter in een andere maand, zoals bosuilen soms al in december, terwijl onder andere de merel en huismus al kunnen beginnen in april. Veel koekoeken en grutto’s leggen echter in mei juist wel een ei.

Speelt de opwarming van de aarde een rol? Het trieste achteruitgaan van het aantal vogels wordt mede toegeschreven aan het feit dat meerdere nesten mislukken omdat het voeren van de jongen niet meer synchroon loopt met beschikbare insecten aangezien de voorjaarsboei veelal eerder inzet. Mezen leggen eieren als de bomen beginnen te bloeien waarop dan de rupsen komen die ze hun kuikens voeren. Nu bomen eerder in bloei komen leggen de mezen hun eieren eerder.
Zomertrekvogels als de bosrietzanger of de wielewaal die pas eind april hier terugkeren leggen pas tussen mei en juli hun eerste ei.
IJsheiligen
De IJsheiligen zijn de naamdagen van een aantal katholieke heiligen die vallen in de periode van 11 tot en met 15 mei: Mamertus (11 mei), Pancratius (12 mei), Servatius van Maastricht (13 mei) en Bonifatius van Tarsus (14 mei); soms ook Sophia van Rome (15 mei). De martelaar Pancratius werd onthoofd, Bonifatius gefolterd en in gloeiende pek gegooid en Sophia omgebracht met het zwaard.
Omdat drie het heilig getal is rekent men in de meeste landen maar drie tot de ijsheiligen. Sommige landen laten Sint-Mamertus weg, elders telt Sint-Bonifatius niet mee. Dit is niet de Engelse Bonifatius die in 754 door Friezen in de buurt van Dokkum werd gedood (naamdag 5 juni). De ijsheilige Bonifatius was een Romeinse burger die in 307 de marteldood stierf tijdens de christenvervolging onder keizer Diocletianus.


De kerk noemde hen niet ijsheiligen, dat heeft de al 1500 jaar oude volksweerkunde er van gemaakt. Reeds rond het jaar 1000 werden waarschuwingen over de ijsheiligen gegeven.
Weerkundig zijn de ijsheiligen de laatste dagen in het voorjaar op het noordelijk halfrond met koud weer, noorderwind en ijskoude nachten met kans op nachtvorst. Afhankelijk van de geografische ligging wordt 11 mei dan wel 12 mei als de eerste ijsheilige beschouwd. De ijsheiligen vormen de overgang naar meer zomers getint weer. De kans op nachtvorst is na half mei heel klein.

De nachtvorst levert gevaar voor de gewassen en de fruitteelt. Gewassen worden afgedekt, er worden ook wel vuren gestookt om de nieuwe knoppen te beschermen. De fruittelers bestrijden de gevreesde nachtvorst door te benevelen. De stollingswarmte wanneer het water op en rond de knoppen, de al aanwezige bloesem bevriest, voorkomt dat de bloesem zelf bevriest.
In sommige landen, zoals Duitsland, Hongarije en Zwitserland, was 15 mei de dag van koude Sophie, al sinds de 11e eeuw de beschermvrouwe tegen de nachtvorst. In de Alpen werden dan vuren ontstoken ter bescherming tegen de vorst. Duitsland kent de uitdrukking Pflanze nie vor der kalten Sophie, nooit plantgoed poten vóór 15 mei.
Bijzondere dagen kalender
- 1 mei: Dag van de Arbeid (wereld)
- 3 mei: Internationale Dag van de Persvrijheid (UNESCO, sinds 1993)
- 4 mei: Nationale Dodenherdenking (NL)
- 5 mei: Bevrijdingsdag (NL)
- 5 mei: Oprichting van de Raad van Europa (1949)
- 8 mei: Internationale Dag van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (wereld)
- 9 mei: Dag van Europa (EU, sinds 1985)
- 10 mei: 1940 Begin van de Tweede Wereldoorlog voor Nederland (NL)
- 12 mei: Internationale Dag van de Verpleging (wereld, sinds 1965)
- 14 mei: 1940 Bombardement van Rotterdam (NL)
- 15 mei: 1940 Capitulatie (uitgezonderd Zeeland, NL)
- 17 mei: 1940 Zwarte Zaterdag Middelburg. Grote brand verwoest grotendeels de historische binnenstad (NL).
- 17 mei: Internationale dag tegen homofobie, bifobie, transfobie en interseksefobie (IDAHOBIT, wereld, sinds 2005)
- 21 mei: Werelddag voor Culturele Ontwikkeling (VN, sinds 2001)
- 23 mei: Internationale dag van de Vermiste Kinderen (Global Missing Children’s Network, sinds 2001)
- 29 mei: Memorial Day (VS)
- 31 mei: Wereld Anti-tabaksdag, Wereld Niet Roken Dag (WHO)
- 31 mei: Wereld MS Dag (MS International Federation, MSIF)
en
- 11-15 mei: IJsheiligen
- 1e dinsdag in mei: Wereld Astma Dag (Global Initiative for Asthma, GINA, sinds 1993)
- 2e zondag in mei: Moederdag
- 2e zaterdag in mei: World Fair Trade Day (WFTO, sinds 2004)
- 2e zaterdag in mei: Nationale Molendag en Landelijke Fietsdag (NL, sinds 1976)
Weerspreuken
Als het dondert in mei, valt er dikwijls hagel bij.
Donder in mei, zingt de boer: jochei.
Donder in mei, geeft gras in de wei.
Een onweer in mei, maakt de boeren blij.
Regen en wind in het midden van mei, maakt de boeren vast niet blij.
Een koude mei, een gouden mei.
Een natte mei, boter in de wei.
Zingt de vink vroeg in de meimorgen, dan zal die dag voor regen zorgen.
In mei leggen alle vogels een ei, behalve de koekoek en de griet, die leggen in de meimaand niet.
Een bij in mei, is zo goed als een ei.
Een bijenzwerm in mei maakt de hooiboer blij.
Een meikeverjaar is een goed jaar.
Meimaand trekt men schapen door de vaart, dan blijven ze voor schurft bewaard.
Als mei de wei laat verwelken, ziet ge de boer met een vingerhoed melken.
Avonddauw en zon in mei, hooi met karren uit de wei.
De zonne in de meie, zet oude lieden aan het vrijen.
Is het weer in mei te mooi, dan krijgt de schuur maar weinig hooi.
Sint Urbanus (25) en de zon, wijn in de ton.
Zoele mei, boerengeschrei.
In mei staat het vast, zijn vaak de jas en de hoed tot last.
Het weer wat koel, met een buitje erbij, dan maakt in mei de landman blij.
Als het op Sint Filippus (1) regent, is de oost gezegend.
In mei warme regen, betekent vruchten zegen
Is het koel maar niet te nat in mei, dan is het hooiboerke blij.
Is mei nat, een droge juni volgt haar pad.
Mei koel en nat, brengt koren in het vat.
Meiregen genoeg en ‘t weer is mooi, dan ‘t hele jaar lang brood en hooi.
Meiregen, geldregen
Meiregen, meizegen.
Koele mei, en dat is regel, brengt werk voor zeis en vlegel.
Koude mei, gouden mei.
De mei is nog wel eens stout en maakt de lente graag eens koud.
Nachtvorst in mei, houdt jonge groen niet schadevrij.
IJs in mei, nutteloos getij.
IJsheiligen
Het kan vriezen in de mei, tot de ijsheiligen zijn voorbij.
Voor ijsheiligen de bloemen buiten, veelal kun je daar naar fluiten.
Zijn de ijsheiligen in het land, vroege bloesem houdt dan kort stand.
Al is Mamertus oud en grijs, hij houdt van vriezen nog en ijs.
Meike, meike, ‘k zal je pakken, zei de duivel en hij verleide Pancraas tot vriezen.
Pancraas, Servaas en Bonifaas, zij geven vorst en ijs, helaas.
Tot Bonifaas, die strenge baas, wees voor de vrucht op vorst beducht.
Van nachtvorst ben je nimmer vrij, als Bonifaas nog niet is voorbij.
Voor nachtvorst bent u niet beschermd tot Servaas zich over u ontfermt.
Al wil het in mei nog wel eens vriezen, met Servaas neemt de vorst de biezen.

Mei gedichten

Wilhelmus
Eerste couplet
Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen Bloedt,
Den Vaderland ghetrouwe
Blijf ick tot inden doet;
Een Prince van Orangien
Ben ick vry onverveert.
Den Coninck van Hispangien
Heb ick altijt gheeert.
Zesde couplet
Mijn schilt ende betrouwen
Zijt ghy, O Godt, mijn Heer.
Op U soo wil ick bouwen,
Verlaet my nimmermeer;
Dat ick doch vroom mag blijven
U dienaer t’aller stond
Die tyranny verdrijven,
Die my mijn hert doorwondt.
Auteur onbekend (circa 1570)[15]

The Merry Month of May
O the month of May, the merry month of May,
So frolic, so gay, and so green, so green, so green!
O, and then did I unto my true love say:
“Sweet Peg, thou shalt be my summer’s queen!
Now the nightingale, the pretty nightingale,
The sweetest singer in all the forest’s choir,
Entreats thee, sweet Peggy, to hear thy true love’s tale;
Lo, yonder she sitteth, her breast against a brier.
But O, I spy the cuckoo, the cuckoo, the cuckoo;
See where she sitteth: come away, my joy;
Come away, I prithee: I do not like the cuckoo
Should sing where my Peggy and I kiss and toy.”
O the month of May, the merry month of May,
So frolic, so gay, and so green, so green, so green!
And then did I unto my true love say:
“Sweet Peg, thou shalt be my summer’s queen!”
Thomas Dekker (circa 1572-1632)[17]

De roep van de koekoek[18]
op de Kugami-yama
klinkt daar droeviger
dan wanneer met hem
op andere plaatsen hoort.
Jij nare koekoek,
ga niet zo vreselijk tekeer!
Zonder jouw roepen
Is deze eenzame reis
al naargeestig genoeg.
Op het watervlak
lopen de dessins dooreen
van de lenteregen.
Door het gekwaak
van de kikkers verdwenen
is het berggehucht.
Ryōkan (1758-1831)[19]

May
May! queen of blossoms,
And fulfilling flowers,
With what pretty music
Shall we charm the hours?
Wilt thou have pipe and reed,
Blown in the open mead?
Or to the lute give heed
In the green bowers?
Thou hast no need of us,
Or pipe or wire;
Thou hast the golden bee
Ripened with fire;
And many thousand more
Songsters, that thee adore,
Filling earth’s grassy floor
With new desire.
Thou hast thy mighty herds,
Tame and free-livers;
Doubt not, thy music too
In the deep rivers;
And the whole plumy flight
Warbling the day and night—
Up at the gates of light,
See, the lark quivers!
Edward Hovell-Thurlow (1781–1829)

May
The clouds “have wept their fill” the whole night long,
And what a change is wrought! But yesterday,
We look’d around, and scarce could deem that May,
The poet’s theme,— the month of flowers and song,—
Could do her own sweet lineaments such wrong
As to frown on us like a very shrew:
To-day, we feel what poets sing is true;
Like them, we hail her reign, and wish it long.
See, how each budding spray, each floweret fair
Retains the liquid treasure! how the trees,
Lest summer should o’ertake them unaware,
Haste to unfold their leaflets to the breeze;
While in the orchard every moss-grown stem,
And sapling shoot, a thousand blossoms gem!
Rebecca Hey (1797-1867)
Noten
[1] Info onder meer uit: nl.wikipedia.org/wiki/Fleur_de_lis
[2] Bron: Fleur de lis of fleur de lys — tekening Yorick
[3] Bron: Wapenschild van koninklijk Frankrijk (modern) — tekening Sodacan
[4] Bron: Wapen van De’ Medici — tekening ScolopendraJazz
[5] Bron: Het wapen van Florence (giglio di Firenze)
[6] Bron: Irissen (1890) — Vincent van Gogh, Metropolitan Museum of Art, New York
[7] Bron: Irissen (1914-1917) — Claude Monet, National Gallery, Londen
[8] Bron: Spotvogel — © Vogeldagboek van Adri de Groot, vogeldagboek.nl
[9] Bron: Wielewaal — © Vogeldagboek van Adri de Groot, vogeldagboek.nl
[10] Bron: Vier traditionele IJsheiligen — foto Luca Lorenzi.
[11] Bron: IJsheiligen — Henri Verstijnen, Rijksmuseum Amsterdam, RP-T-2015-41-1585, Pancratius, Servatius en Bonifatius allen met een baard, staan op een rij. Ze dragen een staf, stok, ski’s en een slee.
[12] Bron: Heilige Sophia van Rome met haar drie dochters (1470) — foto Ralph Hammann, kerk Saint-Trophime van Eschau, Elzas
[13] Bron: Da Costa Getijdenboek, mei (circa 1515) — Simon Bening. Twee mannen en twee vrouwen zitten in een boot op het meer bij een kasteel; een is de roerganger, verder spelen een man fluit en een vrouw luit. Een fles hangt buitenboord. Een ooievaar staat op de oever en zwanen zwemmen in het meer. Links rijden ruiters langs het meer. De kalenderpagina toont langs de onderrand een landschap waarin een naakt figuur staat: met één hoofd en twee omhelzende lichamen; het sterrenbeeld Tweelingen. De scènes zitten in illusionistische houten lijsten. MS M.399, fol. 6v en MS M.399, fol. 7r, Morgan Library and Museum, NY.
[14] Bron: Het Wilhelmus (omstreeks 1570) — auteur onbekend; uit: Adrianus Valerius (1626) Geschiedschrijving Nederlandtsche Gedenck-Clanck
[15] Zie: nl.wikipedia.org/wiki/Wilhelmus Het Wilhelmus is sinds 1932 het Nederlandse volkslied
[16] Bron: The Shomaker’s Holiday or the Gentle Craft (1610) — Thomas Dekker, Titelpagina van het toneelstuk, The British Library
[17] The Merry Month of May, Uit: het toneelstuk ‘The Shomaker’s Holiday or the Gentle Craft’
[18] In de Manyoshu (112/11, 26 wordt de koekoek beschreven als een vogel die droevig aan de oude tijden terugdenkt.
[18a] Bron: Kalligrafie (vroeg 19e eeuw) — Ryōkan Taigu
[19] Uit: Een nieuwe vijver (1996) Gedichten van de excentrieke zenpriester Ryōkan. Vertaald en toegelicht door Frits Vos. Amsterdam: Meulenhoff.
[20] Bron: Edward, First Lord Thurlow (1803) — kunstschilder Thomas Lawrence, Royal Collection
[21] Bron: Amandelbloesem — Rebecca Hey, Uit: Moral of Flowers. London : Longman, Rees, Orme, Brown, Green & Longman, and J. Hatchard; Leeds: M. Robinson