Flor di boka

0

Fred de Haas, tekst, vertaling/ bewerking

deel 1deel 2deel 3deel 4 deel 5deel 6 – deel 7 – deel  8deel 9 – deel 10deel 11deel 12
Luis Daal(1919-1997)[1]

Goede wijn behoeft geen krans. In het poëtisch werk van de gelauwerde Curaçaose dichter Luis Daal (Curaçao, 1919-Den Haag, 1997) zijn de woorden eenvoudig, onopgesmukt en even gewoon als de voorwerpen die ze aanduiden: een verlaten put, een kerkhof …

Ze vormen beelden die de poëtische geladenheid van dingen, waar de voorbijganger vaak achteloos langs loopt, aan ons openbaren.

Het eerder op het Wijsheidsweb gepubliceerde Ajó pa sémpr verscheen in de tweetalige bundel Na Ora Oradu/ Te juister stonde, (Flamboyant/P, 1976), gedichten van Luis Daal in de vertaling van Fred de Haas.
Ook het gedicht  Flor di boka, een doorvoelde ode aan zijn moedertaal het Papiaments, maakt deel uit van deze bundel.

Flor di boka

Uit mijn mond een bloem

Mi ta habrakabu, bèrdè,
Papjamentu,
Dushi lenga di mi mama?
Bo mes, ku m’a jega di jama
Gròf i fini alabès,
Por tin algu ‘i keha di mi?

Ora ku mi alma
A sinti su mes subi i krese,
I ku é mester a buska salida,
E rosea débil di alma,
Mi mes stem,
A pèrta sali for di mi garganta
I t’abo, lenga di mi mama,
Tá’a esún ku mi boka
Sin fasún di muchu ‘i nada
A papja pa mi pidi ‘pan’ òf ‘awa’!

Bo n’ta korda mas e tempu
Ku ‘War-wari mi ta ‘aj skol’?
Ja e tempu ej – n’t’asina? –
‘Wawa’ a para bira ‘awa’ kaba!
Kwantu bja’a nos dos n’locha
Pa bo zonido para bira
Pan ‘i tur día den mi boka?

Kwántu expreshonnan straño
Den mi boka kèns di mucha:
‘Djin’ ta toka; ‘mia’ hende,
‘Mèj-mèj di mi’, ‘Tá mi Banga’.
Promé e roj di palábranan
Tolèlè i sin fashi
Por a bira Papjamentu…

I despwés – i te ainda –
Un kandela
Den mi alma pa bo,lenga dushi!
Mjentras mas mi studia otro,
Mas aínda mi ta stima
Bo muzik den mi orea,
Bo tambú den mi mondongo,
Bo kandela den mi alma!

Is het waar, dat ik je radbraak,
Papiamentu,
Lieve moedertaal?
Heb jij, die ik wel eens als grof
En ook als fijn bestempeld heb,
Misschien iets op mij aan te merken?

Toen mijn ziel zich voelde groeien
Naar omhoog en
Zich een uitweg zoeken moest,
Heeft zich mijn eigen stem
– de zwakke ziele-adem –
Door mijn keel gewrongen en
Jíj was het, moedertaal,
Die – nog onvast en pril ook –
Door mijn mond gesproken werd
En mij om ‘brood’ of ‘water’ vragen liet.

Weet je nog die tijd, dat
Ik naar school zou gaan in ‘jannejari’?
In die tijd had ‘ate’
Toch al plaats gemaakt voor ‘water’, niet?
Hoe vaak stoeiden wij niet allebei
Om in mijn mond jouw klank
Tot dagelijks brood te laten worden?

Wat een gekke dingen
Heeft mijn malle kindermond gezegd:
‘Tsjing doet boem’, ‘me jemp is vies’ en
‘Ik ben goeierder dan Banga’,
Vóór de woordenstroom,
Eruitgeflapt nog zonder vorm,
Tot Papiamentu worden kon.

Daarna – tot nu –
Vlamt, lieve taal,
Voor jou een vuur in mijn gemoed!
Hoe meer andere ik studeer ook
Des te mooier klinkt
Jouw klank mij in de oren en
Jouw trillen in mijn lichaam en
Jouw vuurgloed in mijn ziel!

Luis Daal
vertaling/ bewerking FdH

[1] Bron: Luis Daal (1919-1997), Werkgroep Caraïbische letteren

Avatar foto

studeerde cum laude af in de Franse, Spaanse en Portugese taal- en letterkunde. Vanaf het begin combineerde hij zijn functies met werkzaamheden als literair vertaler. Fred de Haas vertaalde onder meer uit het Papiaments, het Frans, het Spaans en het Russisch. Hij is leider, zanger en gitarist bij het Latijns-Amerikaans ensemble Alma Latina.