Door Anita de Vries – de Graaf
Met medewerking van Liesbeth van Heijningen
Met dank namens de Stichting Herbezinning op Nabijheid
“Rumi’s work has left the sacred power to initiate directly, that can only come from someone who has not only burnt away in the fire of divine Love but become that Fire.”
Dit is het vierde deel uit een serie van vijf ontmoetingen met bijzondere mensen — deel 1 over Rumi, deel 2 een verhaal van Sinan Can en deel 3 een interview met Sheikh-al Masheikh Mahmood Khan — waarin wij op zoek gaan naar heling. Heling voor psychisch leed; vooral van mensen in verpleeghuizen: de mens die bij het naderende einde van het leven is aangekomen, met rouw over dat wat voorbij is. Hoe gaan wij allen als mens in ons menszijn hiermee om? U en ik. Psychisch leed, rouw en pijn markeren vaak grenzen die soms zo moeilijk te slechten zijn. Maar toch, het bewustzijn van wie wij werkelijk zijn, schemert als een schijnsel van licht achter deze grens.
Hebben wij nog de moed ons bewustzijn op te lichten, dragers van het licht te mogen zijn in een duistere wereld waar al die vonkjes zo hard nodig zijn?
Een interview met Monique de Veth
Wij zijn vandaag bij Monique de Veth, een heel bijzondere psychiater. Het interview wordt afgenomen door Kathy de Vries: de gestelde vragen zijn steeds schuingedrukt. Aanwezig is Liesbeth van Heijningen, die sinds enige jaren werkzaam is in de ouderenzorg, eerder als gastvrouw en nu als huiskamermedewerkster en zorg zangeres.
“U hebt vele jaren ervaring binnen de reguliere zorg naast vijftien jaar werkzaam te zijn als gevestigd psychiater. Wat ik zo fascinerend vind is dat u in 2020 nog een jaar Integrale Geneeskunde bent gaan studeren en in 2024 hebt u ook nog de opleiding als homeopathisch arts afgerond, een holistisch psychiater.
Voor mij betekent dit dat u al vorm heeft gegeven aan het nieuwe paradigma in de zorg.
Zou u hier wat meer over kunnen vertellen?”
Zeker, zoals je al zei, ik heb altijd als regulier psychiater gewerkt, in een eigen praktijk met een aantal collega’s, maar ik merkte steeds meer dat ik daarmee niet echt tevreden was. Ik schreef medicatie voor maar ik vond mensen niet opknappen. Sommigen wel, maar niet altijd; en heel belangrijk, je kwam niet tot de kern. Er spelen vaak nog andere zaken die je niet met medicatie alleen weg kan krijgen.
Toen is mijn zoektocht begonnen, dat is net voor de coronatijd geweest. Ik ben inderdaad Integrative Medicine, Integrale Geneeskunde gaan studeren, ik had veel vragen. Ik dacht, dit is een heel brede opleiding, daar werd onder andere over leefstijl veel verteld. Ook kwam de homeopathie daar aan de orde en dat sprak mij heel erg aan. Ik ben stage gaan lopen en tijdens de stage dacht ik, dan ga ik (op mijn leeftijd) ook maar de driejarige opleiding doen. Ik heb vorig jaar de opleiding afgerond en ben heel blij om als psychiater te werken, maar wel met een andere kijk, een holistische kijk. Dat is wat ik fijn vind…
Uiteraard ben ik echt niet tegen medicatie. Sommige mensen willen de medicatie ook, gewoon om wat te dempen, symptomen te verminderen, (symptoomreductie) maar je kunt ook dieper gaan. Die keuze hangt af van datgene waar iemand op een bepaald moment aan toe is. Het is heel fijn om dat te combineren en open te bespreken met mensen, holistisch te kijken.
Daar word ik heel enthousiast van.
“Eigenlijk bent u een pionier in uw professie die de moed had de zoektocht aan te gaan naar een andere, bredere visie in de zorg. Zo kunt u een brug slaan tussen het reguliere werkveld en andere domeinen van heling zoals homeopathie.

Ik heb het idee dat er iets aan het veranderen is.
Ja, ik ben wel een van de weinigen, denk ik, die dit doet. Dat merkte ik ook in mijn intervisiegroep psychiatrie-intervisiegroep. Daarin ben ik de enige die dit combineert. Maar wat ik heel erg fijn vind, wat ik ook merk, is dat er ruimte voor breder kijken is. Mijn intervisiegroep vindt het heel erg leuk wat ik doe en interessant. Ik kan het gewoon bespreken. Dat merk ik ook vaker met collega’s in het veld, intercollegiaal overleg bijvoorbeeld, er lijkt wel een verandering te zijn, er is steeds meer openheid over. Dat er wel overlegd kan worden, dat heeft, denk ik, eveneens te maken met het feit dat cliënten hier zelf ook ruimte voor willen krijgen. Het is een onderwerp dat cliënten zelf steeds vaker ter sprake brengen. Ik heb het idee dat er iets aan het veranderen is. Wij zijn er nog lang niet maar er is wel iets meer ruimte voor mijn gevoel. Ik doe alle twee en dat is heel fijn. Ik wil open kijken, ik vind ook niet dat wij zaken moeten uitsluiten. Dat hebben wij natuurlijk in de coronatijd gehad, mensen werden uitgesloten. Dat moeten wij in ons vak ook niet willen. De westerse geneeskunde is westerse geneeskunde, er is natuurlijk ook de Chinese geneeskunde en de Ayurveda en al dat soort dingen. Deze zijn er al duizenden jaren, waarom moeten wij dat uitsluiten? Dat moeten wij niet doen. Dat is een andere kijk…en er is geen goed of fout.
“Dus u vindt toch wel dat er een soort verschuiving plaatsvindt?”
Dat idee heb ik wel, heel geleidelijk. Ik ben positief. Het begin is er. Neem bijvoorbeeld het Congres in Baarlo, Gezondheidszorg Congres, 2025, ook daar zie je hoeveel mensen hier belangstelling voor hebben. Daar werd heel breed gekeken naar de geneeskunde, naar klachten. Ik denk dat dat heel fijn is, dat mensen dat horen en het zich kunnen voorstellen. Dat is zeker nodig.
Vervolgens vertelt Monique over de coronatijd, waarin vooral de mensen in verpleeghuizen erg geleden hebben. Dat is uitermate schrijnend geweest. Daar is verder niet meer over gesproken, over datgene wat wij onze ouderen hebben aangedaan. Het is zo belangrijk om in deze fase van je leven nog contact te hebben met elkaar, mensen te zien, aangeraakt te worden-huidhonger. Ook in haar eigen praktijk zag Monique dat het ontbreken van de levende ontmoeting met cliënten niet goed was voor mensen. Bellen of beeldbellen voldeed absoluut niet, er is namelijk iets anders. Dat werd op het congres in Baarlo als non-lokaal bewustzijn geduid. Het gaat om het contact hebben met mensen, mensen aanvoelen. Monique vertelt hoe zij in coronatijd dingen ging uitzoeken, risico’s onderzocht en afwegingen maakte. Gelukkig heeft zij haar cliënten wel kunnen en mogen zien, hen uit de angst kunnen halen en hen gerust kunnen stellen. Een groot goed.
Dan komt zij op een interessant punt waar vervolgens de paden van Marco de Vries en Monique de Veth zich kruisen. Anno 1972 wordt Marco geïnterviewd in Vrij Nederland. Het interview kopt met de woorden Medische Wetenschap verliest de mens uit het oog. Hij zegt daarin onder andere
“Een van de symptomen van het conflict tussen de generaties enerzijds en de medisch-biologische wetenschappen en maatschappij anderzijds, is de door velen eerder gerapporteerde toenemende anti-natuurwetenschappelijke en anti-technologische houding van het publiek en weer vooral van de jeugd. Dit komt onder andere tot uiting rondom de discussies over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de wetenschapper voor de toepassingen van de resultaten van dit onderzoek.”
Dan een belangrijke conclusie:
“Het moet echter met de meeste nadruk gesteld worden dat het hier niet zomaar gaat om een tegen de natuurwetenschappen gerichte instelling, als wel om bezwaren tegen de sterk mathematisch, fysisch en chemisch gerichte veronderstellingen, begrippen, methoden en probleemstellingen.”
Anno 2025 constateert Monique de Veth dat wij gedurende de coronaperiode in een mechanisch denken en voelen terecht zijn gekomen. Hoe wij mechanisch naar dingen kijken als iets dat je aanvalt, slecht voor je is en waar je vervolgens ziek van wordt. Vijftig jaar na publicatie van het interview met Marco de Vries kampen wij inderdaad met een zeer dreigende, ontmenselijkte houding, die voor de kwetsbare ouderen, met name weer in verpleeghuizen, dramatische gevolgen heeft. En Monique de Veth verzucht: Waar blijft het menselijke, het andere stukje?
Mooi vind ik hoe Monique oprecht in het midden tracht te blijven in deze moeilijke tijd en ernaar streeft vanuit liefde en rust te reageren, ook als je getriggerd wordt.
Juist voor de kwetsbare groep ouderen, onze doelgroep, zou het gebruik van homeopathische middelen in plaats van psychofarmaca toch een wereld van verschil kunnen uitmaken. Mede omdat bij deze groep mensen vaak moeilijk te onderscheiden is of er sprake is van depressie, van beginnende dementie of ouderdomsverschijnselen. Genuanceerd, zo bedoel ik dit… Uiteraard met de kanttekening dat medicatie ook in bepaalde situaties goed kan zijn.
Monique de Veth beaamt dit:
Dat denk ik ook. Ik heb homeopathie leren kennen als iets dat zacht en helend is. Het is gebaseerd op natuur. Er zijn natuurlijk meer middelen, bijvoorbeeld essentiële oliën, al dat soort dingen. Dat zou zo fijn zijn om in te zetten bij mensen die misschien al gevoelig zijn, die reageren op medicijnen. Dat zou geweldig zijn…
Ik vind dit al zo’n mooi deel van de oplossing.
Hier heb ik zo’n diffuser staan. Essentiële oliën. Ook daarvan is bekend dat bepaalde oliën rust geven. Het zou in een verpleeghuis geweldig zijn om deze op verschillende plekken te hebben staan. Via de neus gaat het rechtstreeks naar binnen. Het zou voor iedereen fijn zijn. Ik heb afgelopen weekend een lezing bijgewoond over frequenties, vertelt Monique. Dat zijn allemaal heel natuurlijke dingen. We bestaan voor zoveel procent uit water en het is bekend dat bepaalde frequenties iets doen. Het kan rust geven, het kan ook op angsten inwerken. Dat zijn allemaal zulke belangrijke natuurlijke zaken die ingezet kunnen worden, die niet invasief zijn en geen schade kunnen berokkenen. Deze week ga ik naar een verpleeghuis waar deze diffusers al gebruikt worden. Prachtig.
Ik denk dat het zo mooi zou zijn, dat is dan ook wel weer een droom, maar dat je terug bij de natuur bent, dat je op een plek bent waar ruimte is, waar een tuin is, dat zijn zulke belangrijke elementen. Eigenlijk zou dit ook bij ziekenhuizen zo moeten zijn.
Ik heb ook nog even geschreven over Midazolam, zou u daar ook nog iets over kunnen zeggen?
Eigenlijk gaat het om verdragen…
Ja, met die ‘pammetjes’[1] is het vaak heel lastig. Ik heb er ook wel in studies naar gezocht. Het nadeel van die pammetjes is, aan de ene kant geeft het je rust, je spieren komen tot rust, die verlammen wel een beetje, maar dat geeft inderdaad wel rust. Maar als je echt kijkt naar EEG’s, dan worden die slaappatronen niet beter. Dus het is niet zo dat je slaapritme ook echt verbetert. Het akelige is dat dit soort medicatie zeer verslavend is. Dat maakt dat ik heel veel moeite heb met dit soort medicijnen. Ik denk dan, ja, maar dit is niet zo medicijn-achtig. Je kunt het natuurlijk ook tijdelijk doen. Ik doe het soms ook tijdelijk bij mensen zodat zij wat tot rust kunnen komen. Het is het gevoel alsof je slaapt maar je slaapritme wordt uiteindelijk niet beter. Je moet echt wel kijken naar afbouw en stoppen. Ik heb het idee dat er wel meer bewustzijn is bij artsen om daar iets voorzichtiger mee om te gaan. Het wordt ook niet meer zo standaard voorgeschreven, maar het wordt nog wel veel voorgeschreven. Je hebt er wel die lichter, milder zijn. Lorazepam is wat lichter maar lorazepam is wel weer zeer verslavend.
Liesbeth vraagt daarop: “Je wilt eigenlijk dat iemand intern, in het hoofd maar ook in het zielsbewustzijn rust krijgt. Lukt dit dan ook met zulke middelen?
Nee, antwoordt Monique:
Dat is het juist. Je wilt eigenlijk vooral weten, waarom slaapt iemand slecht? Wat is de onrust overdag? Waar komt die vandaan? Dat is veel belangrijker, door zo’n benzodiazepine te geven doe je niets anders dan de spieren ontspannen wat misschien wel maakt dat je slaapt, maar het echte probleem, de zielepijn, haal je niet weg. Dus nogmaals, je kunt het wel tijdelijk geven, dat is van belang, maar nog wezenlijker is het mensen bewust te maken waar het vandaan komt en wat er eigenlijk gebeurd is.
Liesbeth komt in haar werk veel mensen tegen die bang zijn en angsten hebben. Soms, zegt zij, is het ook simpel even bij die mens te gaan zitten, zijn of haar hand vast te houden en het gewoon te laten zijn.
Dat klopt, beaamt Monique:
We leven natuurlijk in een maatschappij die probeert de zaken weg te werken. Soms helpt het juist om zoals je al zei, even naast iemand te zitten en de angst en de onrust te laten zijn. Daarmee zie je het ook vaak weer verdwijnen. Het toepassen van oliën of muziek laten horen, zijn allemaal dingen die kunnen helpen iemand tot rust te laten komen, zodat iemand de situatie kan verdragen. Want eigenlijk gaat het om verdragen…
In de zorg is hier geen tijd voor maar Liesbeth, in haar functie van huiskamermedewerkster en zorg-zangeres, geeft mensen wel liefdevolle aandacht en zorg. Met haar muziek is zij in staat door te dringen tot het wezen van mensen en hen op die momenten liefde en vreugde te geven.
Monique vertelt daarop dat zij in Eindhoven met een aantal mensen Stichting Vitaal-Vooruit opgericht heeft. Dit is een platform met een aantal ZZP’ers die holistisch kijken naar mensen. Door bijvoorbeeld te dansen, in beweging te zijn, door goed in het lichaam aanwezig te zijn, zie je de psyche ook echt opknappen. Het is heel fijn samen te werken met mensen die op alle mogelijke vlakken hun expertise hebben. Hier vloeit uit voort breed en individueel kijken. Wat heeft iemand nodig?
Dit is een mooi gedeelte van de oplossing. Ook waar wij eerder over spraken, het non-lokaal bewustzijn. Het is niet alleen mechanisch. Juist ook dat andere stuk is zo wezenlijk.
Waar zit hun ziel? – lees hierover het Interview met Mahmood Khan – Waar zit hun verlangen? Dat is zo essentieel.
“Dit is eigenlijk zoals ik een praktijk wil voeren, zo natuurlijk. Waar je echt in contact bent met mensen… Samen.”
“In deze context is uw eigen methode om psychofarmaca af te bouwen (afbouwmedicatie) van groot belang. Had u dit al in uw hoofd toen u voor homeopathie koos? Juist omdat het afbouwen zowel mentaal als fysiek ernstige klachten kan geven. Het kan een zwaar en pijnlijk proces zijn waar risico’s aan verbonden zijn als dit uiteraard niet door een arts of psychiater begeleid wordt. U schrijft dan homeopatische middelen voor om als het ware af te kicken van o.a. het psychoticum of bijvoorbeeld een antidepressivum.”
Nee nee, helemaal niet. Ik ben er echt zo ingestapt, het is zo op mijn pad gekomen, ik had echt helemaal niet van homeopathie gehoord, ik ben er niet mee opgegroeid, bij mijn ouders bestond dit niet. Het was een heel vreemd element, Waarom ik het gedaan heb, ik heb geen idee, maar het deed iets met mij…Dit is eigenlijk zoals ik een praktijk wil voeren, zo natuurlijk. Waar je echt in contact bent met mensen, dat je echt het gesprek aangaat. Dat je ook inderdaad niet ‘hier’ zit, dus heel hoog, en waar de patiënt ‘laag’ zit. Dat je gewoon samen als mensen gaat kijken en onderzoeken en uitpluizen, waar komt dit vandaan en daar is homeopathie ook echt een onderdeel van. Dat vond ik zo mooi en daarom ben ik het ook echt gaan doen. Dus ik wist ook niet van afbouwmedicatie, gedurende de opleiding hoor je daar wat dingen over. Zo ben ik het gewoon met mensen gaan inzetten, want er is heel veel vraag naar afbouw medicatie. Je ziet het ook in het reguliere circuit, er komen steeds meer lezingen over en er is ook een stichting die daarmee bezig is. Er is heel veel belangstelling voor. In het reguliere circuit wordt nog wel gezegd: als mensen weer last krijgen van klachten, moeten zij terug naar de medicijnen. Ik denk, nee, want op heel veel verschillende vlakken kun je het ondersteunen. Het is immers logisch dat je last krijgt van klachten. Je haalt het kapje eraf en dan krijgen mensen klachten. Ik zie dat homeopathie dat kan ondersteunen maar ook met zaken als oliën of plantaardige producten, met voeding heel breed gezien, leefstijl, kun je mensen en processen ondersteunen.
Je kunt mensen krachtiger maken. Ik heb nu een programma met Muriël Nieuwkoop, zij is fysiotherapeut en psychosomatisch behandelaar. Eigenlijk hebben wij samen iets ontwikkeld. Ik zie mensen en ondersteun hen vanuit de homeopathie, zij helpt mensen met haar therapieën, om op deze wijze mensen smoothly van hun medicatie af te helpen als dat geïndiceerd is en als dat goed is.
“Je gaat veel breder kijken…een mijlpaal in het veld van de psychiatrie, lijkt mij?”
Ja, het geeft zoveel plezier in je vak…
“Zijn er nog collega’s die ook hun ervaringen beschrijven?”
Ik ben nog alleen erin. Ik heb wel een intervisiegroep hier in Eindhoven waar ik mijzelf mag zijn en waar ik de dingen kan benoemen. Dat is heel fijn. Er zijn wel enige psychiaters die ook holistisch werken, die zie ik ook wel geregeld, maar het is nog een klein groepje.
“Zoals gezegd is onze documentaire opgedragen aan (wijlen) Marco de Vries.
In 1972 stond het volgende beschreven[2]:
‘De patholoog-anatoom Prof. dr. M. J. de Vries, verbonden aan de medische faculteit van Rotterdam, maakt zich ernstige zorgen over de medische wetenschapsbeoefening en de opleiding van beroepen in de gezondheidszorg. Het laboratoriumonderzoek heeft de zintuiglijke waarneming en het beleven van de mens in zijn totaliteit verdrongen.
De bedreiging wordt gevormd door een geloof dat het etiket wetenschap wel aandacht geeft aan de ontleding van het protoplasma van de patiënt, maar niet aan een beschrijving van zijn pijn door instrumenten die de mens waarnemen als een gereduceerd fragment, maar niet als een intact geheel.’
Hoe ziet u dit anno 2025? Mist u bijvoorbeeld ook binnen de context van het werken bij de GGZ de klinische blik, het observeren van gedrag en dergelijke? Moeten we niet eens meer terug naar open zijn?”
Dit benadrukt heel sterk het mechanisch denken. Ik denk dan ook, er zijn gigantische wachtlijsten bij de GGZ maar ook bij de ziekenhuizen. Als dat mechanisch denken zo goed zou werken, als die medicijnen zo fantastisch zouden zijn, dan zouden die wachtlijsten er niet hoeven zijn, denk ik dan heel simpel. Het werkt voor een deel van die mensen misschien, maar niet voor iedereen. Er is een gigantische toename van chronische ziekten en van psychische klachten. Het is wel goed om daarnaar te kijken. Het concept van dat mechanisch denken werkt dus niet. Er is meer, en dat laat Pim van Lommel ook heel mooi zien. Hij heeft onderzoek gedaan naar het non-lokale bewustzijn, naar bijna doodervaringen. Dat zijn allemaal signalen van ja, er is meer.[3]
Het is goed om je daar ook bewust van te zijn, want je hebt te maken met mensen die ook dat soort ervaringen hebben en die ook emoties hebben. Het is heel goed om daar bewust van te zijn, om breder te kijken.
“Mensen staan bij de grenzen van het leven en kijken naar het sterven…”
Het is al zo oud het sterven en hoe we ernaar kijken en hoe ermee om wordt gegaan, je hebt de Sjamanen, heel veel rituelen. Waarom mag dit nu in één keer er niet meer zijn, waarom wordt dat zo negatief bestempeld? Wat is dat?
“Moeten we niet eens meer terug naar open zijn en het daarover hebben met elkaar in plaats van alleen maar in angst leven?”
De werkelijkheid is lastig, maar wat is werkelijkheid? Wij kijken in feite vanuit allerlei invalshoeken en dat heeft ook te maken met waar je bril staat. Er is niet één werkelijkheid want jij ziet de dingen anders dan ik het zie. Het wordt zo gekleurd door je eigen ervaringen, door je eigen emoties, maar het is wel goed om daar bewust van te zijn, mensen ervan bewust te laten zijn. Dat dingen ook anders mogen zijn.
Liesbeth vertelt “Je ziet dat iemand in zijn of haar verdriet zit. Je ziet de triestheid. Dan kan ik alleen al mee huilen.”
Het is zo belangrijk om een reflectie, een gesprek te hebben. Als mensen een bepaalde waangedachte hebben, ga eens in gesprek of hoor het eens aan want dat is zo belangrijk voor mensen om dingen te testen. Klopt het nog waar je hier zit, dat je dingen ziet, misschien kunnen mensen nog reflecteren.
Het is zo belangrijk om gewoon in gesprek te gaan. Als je inderdaad zo geïsoleerd bent, blijf in gesprek met elkaar, blijf in contact…
Liesbeth beaamt “Dat moet gewoon blijven…”
De Blue Zones zijn specifieke gebieden in de wereld waar mensen uitzonderlijk gezond en lang leven. Deze gebieden zijn Ikaria, Sardinië, Okinawa, Nicoya en Loma Linda en staan bekend om het hoge aantal honderdjarigen. De levensstijl van de inwoners draagt bij aan hun afzonderlijke hoge levensduur en gezondheid. Dit hebben de vijf regio’s gemeen. Deze manier van leven biedt een hoopvol perspectief voor ieder mens die streeft naar een waardig, mooi en inspirerend leven ook op hogere leeftijd.
Wanneer wij kijken naar de Blue Zones in de wereld en luisteren naar de mensen daar, die een zeer hoge leeftijd hebben bereikt, is mijn eerste gedachte dat hier in onze maatschappij iets structureel moet veranderen. De factoren die ertoe bijdragen dat mensen zo’n hoge leeftijd kunnen bereiken, verdwijnen hier in snel tempo. Uiteindelijk kom ik dan toch op de geesteshouding, nauw samenhangend met ons mensbeeld als fundament voor verandering. Er zou aandacht voor de vruchtbare aarde moeten zijn, anders blijft het bij reactieve pogingen en ben ik bang dat je weer snel in het oude paradigma terechtkomt.
“In het doorvoeren van grote veranderingen kenmerkt deze wereld zich vaak door een heel traag tempo. Marco vertelt ergens in een interview dat de wetenschap 150 jaar nodig heeft gehad voordat deze de invloed van psychosociale factoren op bewustzijnsprocessen van de mens erkende.
Ik denk dat we de mens zo moeten gaan zien, als eenheid…”
De Blue Zones werden ook genoemd tijdens mijn opleiding Integrale Geneeskunde. Deze hebben heel veel vlakken zoals leefstijl. een bepaald soort voedsel, veel lokale producten.
Mensen blijven in beweging, zijn niet geïsoleerd, zij blijven tot op hoge leeftijd in contact met elkaar. Er spelen heel veel factoren een rol. Ik denk dan ook dat het fysieke niet te scheiden is van het psychische. Dit alles doet iets met de psyche en vice versa.
Waar wij natuurlijk heel erg mee opgroeien is dat het allemaal gescheiden is. Maar ik denk, zegt Monique, nee dat klopt niet. Het is één.
Ik denk dat we ook zo de mens moeten gaan bezien, als eenheid. De Blue Zones zijn daar een heel mooi voorbeeld van.
Dan bereiken mensen dus klaarblijkelijk een hoge leeftijd…
Met deze prachtige afronding eindigt een, naar ons idee, heel mooi interview met de bijzondere, op de mens betrokken, psychiater Monique de Veth.
Noten:
[1] Lees meer over ‘pammetjes‘.
[2] In een interview met Marco de Vries in Vrij Nederland.
In een interview in Quod Novum van 15 juni 1983 zei Marco de Vries:
“Geen onderzoek over mensen, maar onderzoek samen met mensen.”
Zijn benadering resoneert met Martin Bubers visie
“Ik moet het steeds weer zeggen: ik heb geen leer. Ik wijs alleen op iets. Ik wijs op de werkelijkheid wat niet of te weinig is gezien. Ik neem degene die naar mij luistert bij de hand en leid hem naar het venster. Ik stoot het venster open en wijs naar buiten.
Ik heb geen leer, maar voer een gesprek.”
[3] Deze visie, het bezien van de mens als eenheid, is zeker in contrast met de reguliere geneeskunde die juist gestoeld is op het Cartesiaanse model van een strikte scheiding tussen lichaam en geest.