Mensis September, herfstmaand, havermaand, fruitmaand
Machteld Roede
januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3 — maart 1, maart 2 en maart 3 — april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus-1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2, september 3 en september 4 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2 en november 3 — december 1, december 2 en december 3
Versie 19 september 2022, herzien september 2024
September — herfstgedichten
Autumn moonlight –
a worm digs silently
into the chestnut.
Matsuo Basho (1644–1694), renku en haiku gedichten[1a]
To Autumn
Season of mists and mellow fruitfulness,
Close bosom-friend of the maturing sun;
Conspiring with him how to load and bless
With fruit the vines that round the thatch-eves run;
To bend with apples the moss’d cottage-trees,
And fill all fruit with ripeness to the core;
To swell the gourd, and plump the hazel shells
With a sweet kernel; to set budding more,
And still more, later flowers for the bees,
Until they think warm days will never cease,
For summer has o’er-brimm’d their clammy cells.
Who hath not seen thee oft amid thy store?
Sometimes whoever seeks abroad may find
Thee sitting careless on a granary floor,
Thy hair soft-lifted by the winnowing wind;
Or on a half-reap’d furrow sound asleep,
Drowsed with the fume of poppies, while thy hook
Spares the next swath and all its twined flowers:
And sometimes like a gleaner thou dost keep
Steady thy laden head across a brook;
Or by a cider-press, with patient look,
Thou watchest the last oozings, hours by hours.
Where are the songs of Spring? Ay, where are they?
Think not of them, thou hast thy music too, —
While barred clouds bloom the soft-dying day,
And touch the stubble-plains with rosy hue;
Then in a wailful choir the small gnats mourn
Among the river sallows, borne aloft
Or sinking as the light wind lives or dies;
And full-grown lambs loud bleat from hilly bourn;
Hedge-crickets sing; and now with treble soft
The redbreast whistles from a garden-croft,
And gathering swallows twitter in the skies.
John Keats (1795-1821)[1]
Voici que la saison décline
Voici que la saison décline,
L’ombre grandit, l’azur décroît,
Le vent fraîchit sur la colline,
L’oiseau frissonne, l’herbe a froid.
Août contre septembre lutte;
L’océan n’a plus d’alcyon;
Chaque jour perd une minute,
Chaque aurore pleure un rayon.
La mouche, comme prise au piège,
Est immobile a mon plafond;
Et comme un blanc flocon de neige,
Petit a petit, l’été fond.
Victor Hugo (1802-1885)
September
The golden-rod is yellow;
The corn is turning brown;
The trees in apple orchards
With fruit are bending down.
The gentian’s bluest fringes
Are curling in the sun;
In dusty pods the milkweed
Its hidden silk has spun.
The sedges flaunt their harvest,
In every meadow nook;
And asters by the brook-side
Make asters in the brook …
From dewy lanes at morning
The grapes’ sweet odors rise;
At noon the roads all flutter
With yellow butterflies.
By all these lovely tokens
September days are here,
With summer’s best of weather,
And autumn’s best of cheer.
But none of all this beauty
Which floods the earth and air
Is unto me the secret
Which makes September fair.
‘T is a thing which I remember;
To name it thrills me yet:
One day of one September
I never can forget.
Helen Hunt Jackson (1830-1885)[4]
Im Herbst
Der schöne Sommer ging von hinnen,
Der Herbst der reiche, zog ins Land.
Nun weben all die guten Spinnen
So manches feine Festgewand.
Sie weben zu des Tages Feier
Mit kunstgeübtem Hinterbein
Ganz allerliebste Elfenschleier
Als Schmuck für Wiese, Flur und Hain.
Ja, tausend Silberfäden geben
Dem Winde sie zum leichten Spiel,
Die ziehen sanft dahin und schweben
Ans unbewußt bestimmte Ziel.
Sie ziehen in das Wunderländchen,
Wo Liebe scheu im Anbeginn,
Und leis verknüpft ein zartes Bändchen
Den Schäfer mit der Schäferin.
Wilhelm Busch (1832-1908)
Herbsttag
Herr, es ist Zeit. Der Sommer war sehr groß.
Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren,
und auf den Fluren lass die Winde los.
Befiehl den letzten Früchten, voll zu sein;
gib ihnen noch zwei südlichere Tage,
dränge sie zur Vollendung hin, und jage
die letzte Süße in den schweren Wein.
Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr.
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben,
wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben
und wird in den Alleen hin und her
unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.
Rainer Maria Rilke (1875–1926;1902)
September is het begin van de herfststormen
Hoe raast de herfststorm,
Maar hoog aan de hemel
Staan de wolken roerloos.
Ishii Rogetsu (1873-1928)[6]
Roses d’automne
Aux branches que l’air rouille et que le gel mordore,
Comme par un prodige inouï du soleil,
Avec plus de langueur et plus de charme encore,
Les roses du parterre ouvrent leur coeur vermeil.
Dans sa corbeille d’or, août cueillit les dernières :
Les pétales de pourpre ont jonché le gazon.
Mais voici que, soudain, les touffes printanières
Embaument les matins de l’arrière-saison.
Les bosquets sont ravis, le ciel même s’étonne
De voir, sur le rosier qui ne veut pas mourir,
Malgré le vent, la pluie et le givre d’automne,
Les boutons, tout gonflés d’un sang rouge, fleurir.
En ces fleurs que le soir mélancolique étale,
C’est l’âme des printemps fanés qui, pour un jour,
Remonte, et de corolle en corolle s’exhale,
Comme soupirs de rêve et sourires d’amour.
Tardives floraisons du jardin qui décline,
Vous avez la douceur exquise et le parfum
Des anciens souvenirs, si doux, malgré l’épine
De l’illusion morte et du bonheur défunt.
Nérée Beauchemin (1850-1931)[7]
The Blackberry Fairy
My berries cluster black and thick
For rich and poor alike to pick.
I’ll tear your dress, and cling, and tease,
And scratch your hands and arms and knees.
I’ll stain your fingers and your face,
And then I’ll laugh at your disgrace.
But when the bramble-jelly’s made,
You’ll find your trouble well repaid.
Cicely Mary Barker (1895-1973)
Herfstrood
In rouwzwart groen een vroolijk vlekje rood:
Een blozend dak, een gladiolusvlam,
Een rozige appel of een hanekam,
Zal dat mij troosten over zomerdood?
O tragisch traag laat vallen van den stam
Scharlaken bladen in de bruine sloot
De wilde wingerd, of in gulpen vloot
Zijn bloed, gelaten najaars-offerlam.
Een huivrende angst bevangt me en jaagt mij voort,
Grijpt bij de keel me en steelt mijn levensmoed.
In ‘t Westen praalt een karmozijnen poort,
Waarachter ‘k misdrijf, vreemd en wreed, vermoed.
De boze oktober heeft de Zon vermoord;
Zijn zwaard is rood, zijn mantel druipt van bloed.
Hélène Swarth (1859-1941; een van de Tachtigers)
Septemberdag
Ik proef deez dag gelijk een donzen vrucht,
Waarvan ‘k de rijpe ronding droomend streel,
Wijl koel doorvloeit mijn dorverschroeide keel
Het geurend sap met laving en genucht.
Liefkoozend teêr als perzike-fluweel
Omvlijt mij zoel de zomerzoete lucht,
Waar sluimrend loof doorgolft geen windgerucht,
Waar enk’l een bij buigt neer een bloemesteel.
Dof parelblank, waar wolk met wolk versmelt,
De bleeke hemel boven paars van hei
En grijzig geel van leeg moe stoppelveld,
Waar rijen schoven, leunend zij aan zij
En donker bosch, waar loom bedwelmend welt
Al herfstaroom uit, zwaar van mijmerij.
Hélène Swarth (1859–1941)
September
Lo! a ripe sheaf of many golden days
Gleaned by the year in autumn’s harvest ways,
With here and there, blood-tinted as an ember,
Some crimson poppy of a late delight
Atoning in its splendor for the flight
Of summer blooms and joy
This is September.
Lucy Maud Montgomery (1874-1942)
September Midnight
Lyric night of the lingering Indian Summer,
Shadowy fields that are scentless but full of singing,
Never a bird, but the passionless chant of insects,
Ceaseless, insistent.
The grasshopper’s horn, and far-off, high in the maples,
The wheel of a locust leisurely grinding the silence
Under a moon waning and worn, broken,
Tired with summer …
Let me remember you, voices of little insects,
Weeds in the moonlight, fields that are tangled with asters,
Let me remember, soon will the winter be on us,
Snow-hushed and heavy.
Over my soul murmur your mute benediction,
While I gaze, O fields that rest after harvest,
As those who part look long in the eyes they lean to,
Lest they forget them.
Sara Teasdale (1884-1933)[11]
Herfst in Holland
(Bezettingspoëzie)
Een man die aan een Amsterdamsche gracht
Ergens zijn kamer houdt, hoort er den regen,
Hoort er den wind, hij kent de zware wegen
Van Holland die doorweekt zijn dezen nacht.
Ik heb dit land, denkt hij, nooit liefgehad
Voor het door vreemde troepen werd betreden,
Voor dat de tanks over de straten reden
Van deze later zoo gekneusde stad.
Dan gaat het donker in zijn oogen bloeien;
Ziet hij het land, een visioen van bloed.
Hij weet dat nu een storm in Holland woedt
Die in den nanacht tot orkaan zal groeien.
Paul Lenda (peusodoniem van Alexander Gans)[13]
Oktober 1942 ontsnapte Gans kamp Westerbork, dook in Amsterdam onder bij auteur en illustratrice Lotte Ruting, en vluchtte via Parijs, Toulouse, de Pyreneeën, Gibraltar naar Londen. Hitler roeide zijn familie bijna volledig uit.
Vertaler Gans (1962)
“Het was in de laatste week van september in het jaar 1943 dat ik een gevoel kreeg van jongen-neem-de-benen-want-het-loopt-mis …. Twee maal had het moffengespuis mij te pakken gehad en twee maal was ik losgelaten zonder dat mijn ware identiteit aan het licht was gekomen.”
L’automne
Un cheval s’écroule au milieu d’une allée
Les feuilles tombent sur lui
Notre amour frissonne
Et le soleil aussi.
Jacques Prévert (1900-1977)[14]
Les Feuilles mortes
Oh! je voudrais tant que tu te souviennes
Des jours heureux où nous étions amis
En ce temps-là la vie était plus belle
Et le soleil plus brûlant qu’aujourd’hui
Les feuilles mortes se ramassent à la pelle
Tu vois, je n’ai pas oublié …
Les feuilles mortes se ramassent à la pelle
Les souvenirs et les regrets aussi
Et le vent du nord les emporte
Dans la nuit froide de l’oubli
Tu vois, je n’ai pas oublié
La chanson que tu me chantais.
C’est une chanson qui nous ressemble
Toi, tu m’aimais et je t’aimais
Et nous vivions tous les deux ensemble
Toi qui m’aimais, moi qui t’aimais
Mais la vie sépare ceux qui s’aiment
Tout doucement, sans faire de bruit
Et la mer efface sur le sable
Les pas des amants désunis.
Les feuilles mortes se ramassent à la pelle
Les souvenirs et les regrets aussi
Mais mon amour silencieux et fidèle
Sourit toujours et remercie la vie
Je t’aimais tant, tu étais si jolie
Comment veux-tu que je t’oublie?
En ce temps-là, la vie était plus belle
Et le soleil plus brûlant qu’aujourd’hui
Tu étais ma plus douce amie
Mais je n’ai que faire des regrets
Et la chanson que tu chantais
Toujours, toujours je l’entendrai!
C’est une chanson qui nous ressemble
Toi, tu m’aimais et je t’aimais
Et nous vivions tous les deux ensemble
Toi qui m’aimais, moi qui t’aimais
Mais la vie sépare ceux qui s’aiment
Tout doucement, sans faire de bruit
Et la mer efface sur le sable
Les pas des amants désunis.
Jacques Prévert (1900-1977)
Les Feuilles mortes — Yves Montand (1921-1991)[16]
September
Do you remember
The 21st night of September?
Love was changin’ the minds of pretenders
While chasin’ the clouds away
Our hearts were ringin’
In the key that our souls were singin’
As we danced in the night, remember
How the stars stole the night away, oh, yeah
Hey, hey, hey
Ba-dee-ya, say, do you remember?
Ba-dee-ya, dancin’ in September
Ba-dee-ya, never was a cloudy day
Ba-du-da, ba-du-da, ba-du-da, ba-du
Ba-du-da, ba-du, ba-du-da, ba-du
Ba-du-da, ba-du, ba-du-da
My thoughts are with you
Holdin’ hands with your heart to see you
Only blue talk and love, remember
How we knew love was here to stay
Now December
Found the love that we shared in September
Only blue talk and love, remember
The true love we share today
Hey, hey, hey
Ba-dee-ya, say, do you remember?
Ba-dee-ya, dancin’ in September
Ba-dee-ya, never was a cloudy day
There was a
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), say, do you remember?
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), dancin’ in September
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), golden dreams were shiny days
The bell was ringin’, oh, oh
Our souls were singin’
Do you remember never a cloudy day? Yow
There was a
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), say, do you remember?
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), dancin’ in September
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), never was a cloudy day
And we’ll say
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), say, do you remember?
Ba-dee-ya (dee-ya, dee-ya), dancin’ in September
Ba-dee-ya (dee ya, dee-ya), golden dreams were shiny days
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya, dee-ya!
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya
Ba-dee-ya, dee-ya, dee-ya, dee-ya!
Earth Wind & Fire (november 1978)[17]
September
[1a] Translated by Robert Hass © by owner. provided at no charge for educational purposes
[1] Written September 19, 1819; first published in 1820
[2] Bron: Victor Hugo (circa 1875) ― uit: Charles F. Horne: Great men and famous women; a series of pen and pencil sketches of the lives of more than 200 of the most prominent personages in history Vol. VII.; Selmar Hess, New York, 1894 (p. 163)
[3] Bron: Helen Hunt Jackson ― fotograaf onbekend
[4] Uit: Helen Jackson (1892) Poems. Boston: Roberts Brothers
[5] Bron: Rilke in Moscow (1928) ― L. Pasternak
[6] Uit: Tini Brugge (1995) Bloemen spreken in stilte. Haarlem: Gottmer.
[7] Patrie intime (1928)
[8] Bron: Cicely Mary Barker (circa 1915) ― fotograaf onbekend
[9] Bron : Een mooie nazomerdag ― foto Peter Rufi
[10] Bron: Sara Teasdale (1907) ― fotograaf onbekend, Missouri History Museum Photograph and Print Collection. Portraits n38637
[11] Van (1914) Poetry, Poetry Foundation
[12] Bron: Paul Lenda (1946) — fotograaf onbekend, Stichting Nederlandse Poëzie Encyclopedie
[13] Uit: Geuzenliedboek 1940-1945. 1975, H.M. Mos, M.G. Schenk; daarvoor circuleerde het gedicht anoniem)
[14] Prévert, Jacques (1949) Paroles. Paris: NRF Le Point du Jour.
[15] Bron: Gevallen herfstbladeren ― foto Hermes from mars
[16] Uit: Yves Montand — Les Feuilles Mortes muzikum.eu/nl/yves-montand/les-feuilles-mortes-songtekst
[17] Songwriters: Allee Willis, Maurice White, Al Mckay; Album The Best of Earth, Wind & Fire
>