Maand Juli 3

0

Mensis Julius, hooimaand, ook vennemaand, dondermaand

Machteld Roede

calendarium 1, calendarium 2, calendarium 3 en calendarium 4januari 1, januari 2 en januari 3februari 1, februari 2 en februari 3maart 1, maart 2, maart 3, maart 4 en maart 5april 1, april 2, april 3 en april 4mei 1, mei 2, mei 3, mei 4 en mei 5juni 1, juni 2, juni 3 en juni 4juli 1, juli 2, juli 3 en juli 4augustus 1, augustus 2 en augustus 3september 1, september 2, september 3 en september 4oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4november 1, november 2, november 3 en november 4december 1, december 2, december 3 en december 4
Juli 2022, upgrade september 2025

Natuur (vervolg)[1]

Insecten

Julikever

In juli vliegt tot eind augustus vanaf zonsondergang tot middernacht de langwerpige julikever (Polyphylla fullo). Ze leven hoog in dennenbomen in duinstreken. Ze worden in Nederland zeldzamer; hun leefgebied wordt aangetast.

De julikever is groot, tot 4 cm lang; de vrouwtjes zijn iets groter. De dekschilden tonen een zwartbruin met wit tot gele marmering. Ze hebben lange gevederde voelsprieten met opmerkelijke lamellen; de mannetjes met zeven lange bladen, de vrouwtjes met vijf wat kortere bladen. Deze antennes dienen — evenals bij andere bladspeetkevers als de meikever — om voedsel of een partner te vinden; de lamellen helpen als geur- en smaakzintuigen bij de oriëntatie.

De kleine julikever (Anomala dubia), tot 15 mm lang, vliegt overdag over grasvelden. Ze zijn vooral actief als het warm is, waarbij de metalige glanzende groene (soms meer blauwe) dekschilden de zonnestraling reflecteren. Ze kunnen bij tuinplanten kaalvraat van bladeren en bloemen geven. Ze zijn bivoltien, er is dus één generatie in twee jaar. De meerdere stadia van hun larven — de witte engerlingen met zes pootjes bij de bruine kop- kunnen onder de grond schade geven door hun vraat aan graswortels en o.a. asperges. Hun aanwezigheid is te herkennen aan kale plekken in het gras, en vogels die in het gazon pikkend naar de smakelijke engerlingen zoeken. Om ze te bestrijden worden als biologische bestrijders insecten parasitaire aaltje ingezet.

Vlinders

Vlinders worden actief bij temperaturen boven de 15°C. Op de lange, warme julidagen vliegen dan ook veel vlinders rond om, evenals de bijen en hommels, bij bloeiende planten als de vlinderstruik, ijzerhard en de lavendel nectar te halen. Van meerdere soorten vliegt nu de zomergeneratie; bij een aantal soorten is deze iets kleiner dan de voorjaarsgeneratie.

Daarnaast zoeken ronddartelende mannetjes, afgaande op de seksgeurstoffen die ze afscheidt, een paringsbereid vrouwtje, dat na hun paring snel een geschikt plekje zoekt om haar eitjes te leggen. Bij sommige soorten zoeken juist de vrouwtjes willige mannetjes.

Een van de eerste soorten die in juli verschijnt is de citroenvlinder. Grote aantallen van het bruin en het bont zandoogje vliegen rond, evenals van het groot en klein koolwitje, de meest geziene dagpauwoog, het koevinkje, de kleine vos, en vooral in tuinen de gehakkelde aurelia. De indrukwekkende koninginnenpage vertoont zich ook in juli weer veelvuldig. Het heideblauwtje is specifiek voor heidevelden. Tenminste, zo zou het moeten zijn….

Nachtvlinders

Van de rond 2450 vlindersoorten in Nederland, zijn slechts 53 soorten dagvlinders; de overige zijn nachtvlinders, die ook bloemen bestuiven. Naarmate de middag vordert zijn al sommige nachtvlinders te zien, zoals het muntvlindertje, de zwartrode sint-Jacobsvlinder en de intrigerende kolibrievlinder, die (vrijwel) nooit overwintert in onze streken. Vanaf mei leggen deze immigranten hun eieren op walstro; er komen eerst groen dan bruingekleurde rupsen, en de eerste inheemse vlinders vliegen hier in juli.
Als de echte kolibrie staan ze kort doodstil zwevend voor een lange buisbloem, een teunisbloem, een fuchsia; de snelle vleugelslag is nauwelijks te zien. De enige beweging is de lange roltong die de bloem binnen gaat om nectar te halen.

Vlinderfoto’s — Joke Koppius

Achteruitgang

Helaas is het hierboven beschreven juli beeld steeds minder reëel. De Veldgids Dagvlinders stelt dat dagvlinders een goede graadmeter zijn voor de kwaliteit van de natuur. Dan is het daar dus goed mis mee. Want het aantal vlinder waarnemingen neemt af. Weliswaar schommelen de aantallen van aanwezige vinders op korte termijn altijd, omdat het samenhangt met de grilligheid van het weer. Bij regen vliegen ze minder uit, ook minder bij droogte. En het verhaal verschilt per leefgebied, bos, heide of grasland.

zweefvlieg Volucella zonaria — foto Joke Koppius

De dramatische afname in soorten en in aantallen — gemeten door het landelijk meetnet voor structurele soortentellingen — geldt voor de zweefvliegen, de bijen en hommels, het geldt voor de vlinders. Voor ons een plezier om naar te kijken, maar ze zijn ook zo belangrijk voor het bestuiven bloemen en als voedselbron voor andere soorten. Insecten staan onderaan de voedselketen die direct loopt naar insectenetende vogels of via onder meer rupsen etende sprinkhanen, wormen, slakken, hagedissen naar vogels.

Wereldwijd nemen de insectenpopulaties (twee derde van alle diersoorten) jaarlijks met twee procent af. De vlinder teloorgang is aangetoond voor heel West-Europa, maar Nederland blijkt het meest kwetsbaar.

In de laatste honderd jaar verdween in Nederland zeker 80 % van de vlinders[4]. Er verdwenen meer dan 15 dagvlindersoorten en volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek waren in 2019 van de aanwezige soorten 12 ernstig bedreigd, en 10 bedreigd. Verdwenen zijn onder meer het dwergblauwtje, de moerasparelmoervlinder. De eens zo algemene zandhommel komt vrijwel alleen nog voor in het Zuid Westelijke deltagebied.

Sinds 1992 daalde de aanwezigheid van tien graslandvlinder soorten met 69 %. Een van de meest algemene soorten, het bruinzandoogje, nam in tien jaar met 35 % af. Heidevlinders gingen het meest achteruit omdat veel heidegebieden werden opgesplitst of geheel plaats moesten maken voor huizenbouw. Ze kunnen uitwijken naar tuinen om nectar te vinden; helaas lukt voortplanten daar niet. De duingebieden en de Limburgse kalkgraslanden tonen een minder triest beeld.

Op veel plaatsen namen het aantal en de verspreiding van de bosparelmoervlinder en bruine eikenpage af omdat hun habitat, halfopen bossen en bosranden in de eens wijdverbreide hakhoutbossen verdween. Boeren stopten namelijk met hun hakhoutbeheer — het om de zoveel jaar bomen zo omzagen, zodat dat zich er een groepje boomstoppels uit vormt. Dit laag gehouden bos vormde een uniek microklimaat.

De vlinderstand ging achteruit door het desastreuse gebruik van bestrijdingsmiddelen, waarvan veel meer in de bodem terecht komt dan aanvankelijk gedacht. Terwijl steeds meer monoculturen van bemest raaigras de graslanden vol met diverse bloemen vervingen. Door verstedelijking nemen de vlinderleefgebieden af en raken versnipperd. Funest is het te vroeg en te frequent maaien van bermen. Zo is er niet meer voortdurend voedsel te vinden.

Mede door de huidige ingrijpende klimaatveranderingen, het opwarmen van de aarde, het stikstofoverschot, door vernatting en verdroging, zijn meerdere vogel- en insectenpopulaties gehalveerd. Wie hoort nog de veldleeuwerik jubelend omhoogstijgen of ziet nog de gele kwikstaart? Na een rit over de Afsluitdijk of door de Flevopolders hoef je de autoruit niet meer te wassen om een dikke laag lijkjes te verwijderen.

Distelvlinder — foto Joke Koppius

Vrijwel geen soort kan zich snel genoeg aanpassen aan de te snel veranderende klimaatveranderingen. Een uitzondering is de flexibele, zeer mobiele distelvlinder (Vanessa cardui; familie Aurelia)[5], in Nederland te zien vanaf mei tot oktober. Hun namen verwijzen naar de distel (Carduus) hun waardplant. Ze brengen hier een nieuwe generatie voort. Het vrouwtje legt 500 eitjes op de bovenzijde van een blad. De rups gaat naar de onderzijde van het blad, spint dat bij elkaar en voedt zich met het blad. Als alleen de harde nerven over zijn, spint hij een volgend blad in.

In het najaar begint een gedeelte aan de terugkeer naar het zuiden, de rest sterft hier. Deze wereldreiziger migreert naar gezegd al miljoenen jaren, op de lange 15.000 km tocht van Midden-Afrika tot Noorwegen en weer terug, mee met de bloeiperiode van bloemen. Waardoor ze minder afhankelijk zijn van de huidige snel veranderende omstandigheden in een klein gebied.

Ze leven echter slechts vijf weken; ze kunnen een 4.000 km vliegen tot de steeds verder gerafelde vleugels het begeven. Het is dus steeds een nieuwe generatie die een volgend stukje van de lange reis aflegt. (Vastgelegd door fotograaf Lucas Foglia, Fotomuseum, Vlindervlucht, Den Haag, zomer 2025).

Naast aanpassingen doordat vlinderpopulaties verhuizen naar andere locaties worden ook toenames waargenomen. De graslandvlinders, het hooibeestje en het spectaculaire witte oranje tipje namen in aantal toe door warmere voorjaren. Door de klimaatsverandering worden ook in september nog eitjes gelegd. Het warm najaar 2024 bracht verrassend een extra generatie voort van de dagpauwoog met de vier zo opvallende vlekken.

Door het stikstofoverschot zijn er meer brandnetels, een gunstige waardplant voor de kleine vos, de gehakkelde aurelia, de witjes. Sommige bosvlinders profiteren van de nu grotere variatie in veel bossen.

En er migreren door de opwarming mediterrane soorten hier naartoe. Er kwamen wel eerder insecten verstekelingen mee in scheepsruimten, in verpakkingen, maar hun overlevingskans was hier toen nihil. Invasieve exoten kunnen de situatie hier echter verstoren, zoals de tropische ziekte dengue verspreidende tijgermug. Of de Aziatische hoornaar, een wesp van elders die een bedreiging vormt voor onze honingbijen.

Initiatieven

Er zijn initiatieven om de vlinders te helpen. Wegbermen en natuurweiden worden minder frequent gemaaid. Bij het project boshommellandschap Geuldal geteste bij-vriendelijk maaibeheer, met afvoer maaisel en tijdens het bloeiseizoen in blokken maaien, nam het aantal bloemen, bijen en hommels licht weer toe. Ook is gunstig, dat door het samenwerken van een 12-tal Limburgse partijen de versnippering van het agrarisch natuurgebied verminderde waardoor de biodiversiteit verbeterde. Niet meer maaien is niet goed, omdat dan grassen en bramen de overhand krijgen.

Burgers worden opgeroepen om in de (moes)tuin of op het balkon insecten/ vlindervriendelijke planten te plaatsen, voor de nectar of als waardplanten (nodig voor voedsel en voortplanting), zoals dille, ereprijs, judaspenning. Haal distels niet weg, ze dienen als kraamkamers voor de distelvlinder.

In 2024 kwam in goede samenwerking met de boeren de succesvolle BAM akker, de zoemende Biodivers Akker Mozaïek, een innovatieve akkermaatregel.[6] Op een groot stuk landbouwgrond komen meerdere afwisselende stroken van gewassen als luzerne en ook tarwe, veldbonen, en ruim twintig kruidensoorten. Wanneer alles bloeit komt hier een scala van insecten op af, want iedere bloem wordt bezocht door specifieke soorten. Dit trekt ook de roofzuchtige libellen en sprinkhanen, evenals vogels. In de winter geven de niet weggehaalde graanstoppels overwinterende vogels beschutting. In de borsthoge gewassen als haver zitten vogelnesten, zoals van de verdwenen gele kwikstaarten.

Boeren kunnen er hun rustakkers voor gebruiken, een akker die om de vier jaar, om de bodem rust te geven en ecologisch herstel mogelijk te maken, gedurende een bepaalde periode niet wordt bewerkt of beplant met productiegewassen als aardappelen of bieten, uien.

De Vlinderstichting houdt de vlindertoestand scherp in de gaten, mede door het organiseren van jaarlijkse vlinderteldagen in juli. Natuurfotograaf Paulien Bunshoek schrijft sinds 2021 in haar serie Vaarwel Vlinders over de verslechtering van de toestand van onze vinders. Daarnaast is het internationaal netwerk de GBIF (Global Biodiversity Information Facility) bezig alle schimmel, plant- en diersoorten vast te leggen (voor ze verdwijnen). Ze monitoren ook speciaal vlinders en libellen.

Paddenregen

In juli kunnen binnen een paar dagen jonge kikkers en padden massaal het water verlaten en het land opgaan. Dit zorgt voor spectaculair natuurfenomeen: op veel plaatsen werden kort na een buienfront honderden tot duizenden mini-kikkertjes en padjes gemeld. Na een lange periode van droogte komen ze uit hun poelen. Het is dan op sommige plaatsen goed opletten: straten, terrasjes bij een tuinvijver, of hooilanden rond de voortplantingspoelen kunnen zwart zien van de amfibieën jeugd. Omdat dit fenomeen zich vooral voordoet op een regenachtige avond, staat dit bekend als paddenregen.

Vogels

De vogelzang kent, na een hoogtepunt in de derde week van mei en een minderen in juni, een stille tijd van midden juli tot midden augustus, al geldt dat niet voor alle soorten. De grote lijster stopte al na Sint Jan, de groenvinken en boerenzwaluwen zingen echter ook in juli nog duidelijk door, de koekoek kan roepen tot eind juli.

In juli is voor de meeste vogels het broedseizoen vergevorderd of voorbij. De jongen, vaak te herkennen aan een vrij afwijkend juveniel verenpak, gaan op verkenning uit; vaak in groepen zoals de jonge spreeuwen met hun gespikkelde kleed.

Meteen na het broedseizoen zet de ruiperiode in, het periodiek vervangen van het oude verenpak. Wanneer eind augustus voor de meeste vogels de rui voorbij is, zet hun najaar zang in, die minder uitbundig is dan de mei zang.

Bosrietzanger — foto Adri de Groot[7]

In juli valt meer vogeltrek waar te nemen dan in juni. In de loop van de maand beginnen de eerste vogelsoorten al richting zuiden te trekken, zoals de hier overzomerende steltlopers: grutto’s, groenpootruiters en krombekstrandlopers, evenals de visarend. Ook de eerste gierzwaluwen beginnen met de terugkeer naar tropisch Afrika, evenals koekoeken en bosrietzangers. Wilde eenden zijn deels trekvogels. Een aantal begint al ons land te verlaten. In de herfst en winter wordt hun plek ingenomen door wilde eenden uit onder andere Scandinavië, Rusland, Polen.

Bijzondere dagen kalender

  • 1 juli: Herdenking afschaffing slavernij (NL)
  • 1 juli: Keti koti (Suriname sinds 1943, NL sinds 2009)
  • 1 juli: Nationale Komkommerdag, (Groent en Fruit Bureau, sinds 2010)
  • 1 juli: Dag van de Emancipatie van de Slaven (Sint Maarten, Sint Eustatius)
  • 3 Juli: International Plastic Bag Free Day
  • 4 juli: Independence Day of the Fourth of July (VS)
  • 7 juli: Dag van het Sprookje (NL, Efteling, sinds 2007)
  • 9 juli: Internationale Dag voor de Vernietiging van Vuurwapens (VN, sinds 2001)
  • 11 juli: Wereldbevolkingsdag (UNFPA, sinds 1987)
  • 14 juli: Quatorze Juillet (Frankrijk, sinds 1880)
  • 16 juli: Wereld Slangendag (wereld)
  • 17 juli: Herdenking MH17 (NL)
  • 18 Juli: Internationale Nelson Mandeladag (VN, sinds 2010)
  • 20 juli: Internationale Schaakdag (UNESCO, sinds 1966)
  • 28 juli: Wereld Natuurbeschermingsdag (VN, sinds 1972)
  • 29 juli: Internationale Dag van de Tijger (sinds 2010)
  • 30 juli: Internationale Dag van de Vriendschap (VN)
  • 30 juli: internationale Werelddag tegen Mensenhandel (VN)
  • eerste maandag juli: kermis in Tilburg Roze Maandag (NL, sinds 1990)
  • eind juni- begin juli: Wimbledon
  • begin juli: Tour de France
  • tweede weekend van juli: NN North Sea Jazz Festival (NL)
  • derde maandag in juli: Hoveniersmaandag
  • derde dinsdag in juli: de 4Daagse van Nijmegen (NL)
  • laatste zaterdag in juli: Zomercarnaval Rotterdam (NL)
  • vierdaagse, medio juli donderdag t/m zondag: Zwarte Cross
  • tussen 20 juli en 20 augustus: hondsdagen
  • Juli-augustus Kandi Esala Perahera, Sri Lanka (boeddhistisch)
  • Juli-augustus: Kataragama Perahera, Sri Lanka (hindoeïstisch)

Weerspreuken

Brengt de regen op juli één, de hele maand gaat erbij heen.
De eerste juli kil en wak, brengt veel koren in de zak.
Dut de reagen op 2 juli plagen, dan reagent ‘t nog 40 dagen
Is het op Sint Godelieve (6) regent, vult zij haar putje 40 dagen met regen.
Op Sint Henricus (13) droog of regen, veertig dagen duurt die zegen.
Regen met Sint Margriet (20), geeft zes weken boerenverdriet.
Regent het op Sint Margriet (20), 30 dagen regen … of niet!
Regen op Sint Magdaleen (22), dan regent het dagen achtereen.
Sint Jacob (25) koud en rein, koud zal de Kerst zijn.
Is Jacobs (25) warm, bevriezen met Kerstmis rijk en arm.
Bouwt op Sint Anna (26) de mier grote hopen, dan zal de winter niet zacht verlopen.
Is juli heet en droog, dan houdt de winter kwaad betoog.
Juli louter zonneschijn, zeker krijgen we gouden wijn.
Als in juli de vliegen de mieren, zal augustus ons met onweer bestieren.
Als juli druppelen gaat, het geen blaadje droog laat
Wisselen in juli regen en zonneschijn, ‘t zal het naaste jaar voor de boeren kermis
Mistsluiers in de vroege nacht geven julidagen in volle pracht.
In juli de morgen rood, ‘s avonds verkeert het weer in nood.
Als juli u niet ligt te heten, dan zal gans augustus u zweten.
Brengt juli hete gloed, zo gedijt september goed.
Is juli heet en droog, dan houdt de winter kwaad betoog.
Is juli voor bijen goed, boer kan dan maar hebben goede moed
Wanneer juli verkeert in gloed, dan worden vrucht en wijnen goed.
De wakkere hooimaand geeft de zeisen, de maaier in de hand met vlijt, daar lege schuren hooi vereisen, om het vee te voeden in wintertijd.
In de Hooimaand moet gebraden wat in september moet geladen
Nog nooit was een boer arm, was juli vochtig en warm.

Juli met de warmste dagen, broedt de grootste donderslagen.

Da Costa Getijdenboek, juli — Simon Bening[8]
Noten

[1] Uit onder andere: Jan Nijkamp, Ruud Rook, Henk Slijper, Ko Zweers (1976). De 12 maanden van het jaar. Utrecht: Het Spectrum
[2] Bron: julikever (Polyphylla fullo) — foto Francesco Bellamoli
[3] Bron: kleine julikever (Anomala dubia) — foto Laisverobotams
[4] Zie: Jean-Pierre Geelen en Eleanor Mohren, Het grote verdwijnen van de vlinder uit Nederland. De Volkskrant Wetenschap 12.07.2025.
[5] Zie: Merel Bem, Met je vleugels van papier De Volkskrant 16 juli 2025.
[6] Zie: Maarten Albers, Het zoemt weer van de zandhommels. De Volkskrant, Ten eerste, 4 juli 2025
[7] Bron: Bosrietzanger — © Vogeldagboek van Adri de Groot, vogeldagboek.nl
[8] Bron: Da Costa Getijdenboek, juli (circa 1515) — Simon Bening.
Een miniatuur met een maai- en hooitafereel. Twee mannen zeisen gras. Op een tweede veld verzamelt een vrouw het maaisel op hoppers. Twee mannen laden dit maaisel vervolgens met een hooivork op een hooiwagen, waarvoor twee ingespannen paarden ondertussen grazen. Een vrouw met een mand op haar hoofd en een fles in haar linkerhand loopt naar de mannen toe. In de verte — achter een paard en wagen aan — zijn een ruiter en een lopende man op weg naar een windmolen op de top van een heuvel. Verderop zijn gebouwen van een stad zichtbaar. In het rechter frame staat een standbeeld van een mannelijke figuur met een pelgrimshoed (mogelijk apostel Jakobus de Meerdere, wiens naamdag op 25 juli valt). Langs de onderrand staat een leeuw — het sterrenbeeld Leeuw — in een landschap. De scènes zitten in illusionistische houten lijsten. MS M.399, fol. 8v en MS M.399, fol. 9r, Morgan Library and Museum, NY.

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie