Maand December 2

0

Mensis December, wintermaand, donkere maand, feestmaand, Kerstmaand, Silvestermaand

Machteld Roede

calendarium 1, calendarium 2, calendarium 3 en calendarium 4januari 1, januari 2 en januari 3februari 1, februari 2 en februari 3maart 1, maart 2 en maart 3april 1, april 2 en april 3mei 1, mei 2 en mei 3 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus 1, augustus 2 en augustus 3september 1, september 2, september 3 en september 4oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4november 1, november 2, november 3 en november 4december 1, december 2, december 3 en december 4

Enkele jaarlijkse dagen uitgelicht: winterfeesten en -tradities (vervolg)

Lichtfeesten

Bij de diverse decembervieringen waren en zijn bij culturen van toen en nu licht en lawaai een essentieel onderdeel. Niet alleen in de gematigder streken, waar hoe dichter naar de noordpool toe, hoe minder daglicht er tot 21 december te zien is. Ook de mediterrane klassieken ervoeren de december somberte.

De Romeinen vierden rond het wintersolstitium de saturnaliën, ter ere van de Saturnus. De Romeinse god van tijd, rijkdom, landbouw en het uitgezaaide graan, waaraan de naam zaterdag is ontleend. De dagenlange feesten, gehouden vanaf de vijfde eeuw v.o.j., gingen gepaard met veel licht en vuur, zoals een brandend wiel of rad als symbool voor de zon.

Bij de vroegere Scandinaviërs trachtte god Wodan (Odin) met zijn grote gevolg door de Wilde Jacht met lawaai de boze wintergeesten te verdrijven.

Maar ook meer recent, tot vandaag aan toe, zijn er festiviteiten om de donkere, dorre winter letterlijk en figuurlijk te verlichten en de terugkeer van de zon te verwelkomen.

Santa Lucia Lichtfeest

Lucia brengt ontbijt op bed[1]

De Scandinavische landen, Finland en IJsland vieren midden december het Santa Lucia lichtfeest.

De 400 jaar oude traditie, met nog elementen van het voorchristelijke midwinterlichtfestival, ontwikkelde zich tijdens de Middeleeuwen, toen men leefde volgens de juliaanse kalender. Omdat deze drie schrikkeldagen per vier eeuwen te veel telde, verschoof de kortste dag langzaam naar voren, en viel vanaf de 14e eeuw niet op 21 maar op 13 december, de naamdag van Sint-Lucia. Dat zij volgens de legende haar eigen ogen uitstak en toch bleef zien, symboliseert mooi de winterzonnewende, de overwinning van het licht op de duisternis.

In Zweden is Sankta Lucia (Lat. lux = licht) al twee eeuwen een nationale feestdag. Het luidt het begin van de kerstperiode in
‘s Morgens wekken in het wit geklede meisjes met een lange rode sjerp om en een groene kaarsenkroon op hun hoofd het gezin met een ontbijt. Samen worden Lucialiedjes gezongen.
De oudste dochter loopt als heilige Lucia met brandende kaarsen op haar hoofd rond om het licht naar ieder vertrek van het huis te brengen.

Lucia met haar gevolg[2]

Elk dorp kiest jaarlijks een eigen Lucia. Zij draagt de grote kaarsenkroon; haar gevolg heeft een kaars in de hand.
Er zijn gele saffraan broodjes en men drinkt de kruidendrank glögg. Er zijn kerkconcerten en optochten.

In de nacht van 12 op 13 december brengt St. Lucia, vergezeld van haar ezel en haar helper Castaldo, cadeaus aan de brave kinderen maar kolen aan wie stout was. Kinderen zetten voor ze gaan slapen sinaasappels, koekjes of koffie voor Lucia op tafel neer, hooi of een wortel voor de ezel, en rode wijn voor Castaldo. Ze gaan daarna vroeg slapen, om te voorkomen dat ze Lucia zouden zien. Zij zou as in hun ogen kunnen strooien om ze te verblinden.

Midwinterhoornblazen

Midwinterhoornblazer[3]

Ook Nederland kent Midwinterrituelen, zoals het Midwinterhoornblazen.
Op het einde van het jaar wordt op meerdere plaatsen in het Oosten van ons land, zoals in Apeldoorn, Drenthe en Twente, op de lange houten Midwinterhoorn geblazen. Het zou een heidens overblijfsel zijn, terug te voeren op de vroegere Joelfeesten; de Winterzonnewendevieringen, rond de kortste dag van het jaar.[4]

De midwinterhoorn is geen muziekinstrument, maar een boodschap- en signaalgerei. Met het blazen wordt het donker verdreven en het licht opgeroepen.

Traditioneel blazen Gelderse en Overijsselse Midwinterhoornblazers vanaf de eerste adventszondag (‘anbloazen’) tot en met Drie Koningen (6 januari, ‘afbloazen’). Het is de bedoeling de boodschap van elkaar over te nemen en verder door te geven.

“Zee bloas um beurten de boodschap vèdan, dät ‘t duuster mut goan want ‘t lich kump d’r an”.

Bekijk en beluister

Open kampioenschap Midwinterhoorn blazen[5]

Midwinterhoorn[6]

De meestal van berk, els of wilg gemaakte midwinterhoorn is tussen 1,20 en 1,50 m lang. De hoorn wordt gemaakt van een stam die van nature al een bepaalde kromming heeft. Na het afschillen van de bast wordt de stam in twee delen gezaagd en over de lengte uitgehold. De twee hoornhelften worden vervolgens met houtlijm aan elkaar gelijmd. De toonhoogte is afhankelijk van de gebruikte hoorn, elke hoorn klinkt anders.

Uithollen van een doorgezaagde berkenstam voor een midwinterhoorn[7]

Sinds 13 december 2013 staat het midwinterhoornblazen op de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland.

De kortste dag van het jaar

Het is nu moeilijk voor te stellen hoe het ooit was in de tijden dat alles in diepe duisternis werd gehuld nadat de zon was ondergegaan en de maan weinig of geen licht gaf. Het is begrijpelijk dat de mensen toen zich sterk bewust waren van de hemelse verschuivingen. Hoewel ook wij het steeds eerder donker worden van de decemberdagen bewust ondergaan. Op de kortste dag van het jaar, 21 december, is het in Maastricht een half uur langer licht dan in Groningen. Na 21 december beginnen geleidelijk maar wel snel merkbaar iedere dag de dagen iets meer te lengen.

Kerstavond

Op Kerstavond, de nacht van 24/25 december, wonen vele zowel katholieken als protestanten, een kerstnachtdienst bij om de geboorte van Jezus Christus te vieren. Het is veelal de drukstbezochte kerkdienst van het jaar.

Het is een oude gewoonte om in het nachtelijk duister te kerken, ter herinnering de nachtelijke geboorte van het kerstkind. Door de Reformatie nam het bijwonen van de speciale kerstdienst of-mis af. Sinds de 20e eeuw nam het bijwonen steeds meer toe.

Juist op Kerstavond wordt in sommige landen de kerstviering in huiselijke kring gevierd.

Een bovennatuurlijke nacht

De Kerstavond werd na de Reformatie in Midden-en Oost-Europa gezien als een bovennatuurlijke nacht, waarbij de doden over de aarde rondliepen als geesten, heksen en weerwolven.
Aangeraden werd om veel knoflook te eten, heilige activiteiten te vermijden, en vooral je te onthouden van seksuele activiteiten. Immers, een die nacht verwekt kind was vervloekt en zou opgroeien tot een werktuig van de duivel. Van kerken was geen hulp te verwachten omdat ze tijdens Kerstmis speciale doelwitten waren voor kwaadaardige krachten.

Men bleef de hele kerstavond op om met familie en vrienden luid te zingen, dansen en spelletjes spelend ongewenst bezoek van troepen terugkerende de doden te voorkomen. Ook alle ruimtes die bij de woonruimte hoorden barstten van licht, baldadig lawaai en feest om het kwaad af te stoten.

Oekraïne

In Oekraïne vormt de kerstnacht de feestelijke inleiding op eerste, tweede en derde kerstdag, de belangrijkste dagen van het jaar. Oekraïne vierde kerst in januari, een restant uit de Sovjettijd, met de veelal orthodoxe kerk, die de Juliaanse kalender volgt. Langzamerhand raken de Oekraïners gewend aan het nu kerstmis einde december vieren, als de meeste Westerse landen.

Er is veel bezoek van en aan familie, vrienden en buren. Waarbij de begroeting is: Christus werd geboren, waarop de ander antwoordt Laten we hem eren/ zegenen.

Er worden samen veel kerstliedjes gezongen. Zoals Carol of the bells, een oorspronkelijk Oekraïens lied. Op kerstavond gaan de kinderen zingend langs de deuren en krijgen wat zakcentjes. En natuurlijk veel samen eten, erg veel eten, de hele dag door. Het betekent voor de thuiskoks minstens week in de keuken staan. Bij het hoofddiner zijn er twaalf gangen, terugdenkend aan de twaalf apostelen. Een van de hoofdgerechten is kutya, een schotel met in honing gezoete zaden. Waarbij graan symbool staat voor voorspoed.

En tussendoor is er het kerkbezoek; men is gelovig. De meesten zijn protestants of katholiek.

Nittel Nacht (ניטל נאַכט), de Joodse Kerstavond[8]

Ook in sommige joodse kringen is de nacht van 24 op 25 december een gedenkwaardige avond, bekend als Nittel Nacht. De naam die 17e-eeuwse joodse geleerden aan kerstavond gaven. Het Jiddische woord ‘Nittel’ is waarschijnlijk afgeleid van de Latijnse naam voor Kerstmis, natalis. Ook is de associatie genoemd met het Hebreeuwse nitleh (de gehangene), dat in de middeleeuwen verwees naar Jezus.

Het was de nacht voor Kerstmis en een ondode Jezus liep over de aarde. Joden speelden met familie en vrienden spelletjes en zongen liedjes om hem af te schrikken.

Joden onthielden zich van het lezen van de Thora, getrouwden onthielden zich van seks, men at veel knoflook, terwijl de hele nacht kaart of schaak werd gespeeld.

De parallellen zijn opvallend: Nittel Nacht is een joodse aanpassing van de christelijke traditie. Er loopt echter geen leger van doden over de aarde zoals christenen geloofden, maar slechts één ondode: Jezus, geboren Joods, maar nu een soort tovenaar, een krachtige duistere magie. Ook hier is er grote vrees voor de macht van het kwaad. Kinderen die onder deze verderfelijke invloed werden verwekt zijn geestelijk verdorven, zouden afvalligen worden.

Sommigen lazen wel in de (Sefer) Toledot Yeshu, het Boek over het Leven van Jezus. Een Joods boek met een dozijn versies, waarvan de eerste mondeling overgeleverde vertelling is teruggevoerd naar de derde eeuw. Het oudste boek is vermeld in 826, de bekendste versie is uit 1681.

Volgens het oude verhaal werd in het Joodse jaar 3651 (ongeveer 90 v.o.j.) Yeshu geboren. Verwekt toen Miriam (verloofd met Yohanan) tegen haar wil gemeenschap had met Jozef Pandera. Toen Yohanan achter het overspel kwam melde hij dit aan Rabbi Simeon ben Shetah, en vertrok naar Babylon of Egypte. Omdat er geen getuigen bij waren geweest kon Jozef Pandera niet worden gestraft.

Middeleeuwse afvalligen hekelden het algemene geloof onder de joden in die tijd dat Jezus op kerstavond over de wereld zou dwalen als straf voor het verspreiden van valse leringen. Ze schreven dat Joden vreesden dat als Jezus hen de Thora zou horen lezen, hij uitstel zou krijgen van zijn lijden, dus onthielden ze zich ervan. Ze schreven ook dat de Joden op kerstavond veel knoflook aten om de demon Jezus af te weren. En dat Joodse kinderen aarzelden om op kerstavond naar het toilet te gaan, uit angst dat Jezus hen zou grijpen en naar binnen trekken.

De eerste expliciete verwijzing naar het vermijden van de Torah-studie komt voor in Mekor Chaim (ergens tussen 1660-1692) van Rabbi Yair Bacharach. De eerste toespeling op het laat op blijven en spelletjes te spelen komt voor in een Joodse gemeenteverordening uit 1708.

De Joodse variant op kerstavond is wel een mystieke berekening genoemd, voortgekomen uit de Oost-Europese Joodse angst voor de christelijke meerderheid, die op elk moment kon overgaan tot moorddadige pogroms. Kerstavond markeerde vaak het begin van aanvallen op de Joodse bevolking.

Het was daarom verstandig binnen te blijven op Kerstavond te midden van de dan zo luidruchtige antisemieten, die stellig geloofden dat Joden verantwoordelijk waren voor de moord op Christus. Het was voor Joden vaak verboden om zich tijdens de kerstvakantie in het openbaar te vertonen.
Veel Joden hielden Nittel Nacht om zo te voorkomen dat ze hun huizen verlieten, te voorkomen dat ze de schijn wekten de christelijke feestdag te vieren.

Helaas kan niet worden ontkend dat van oudsher christenen op de dag dat ze de geboorte van hun Verlosser vierden nog iets erger tekeer tegen joden dan gemiddeld. Vooral in de Middeleeuwen kon je beter geen jood zijn in een christelijk land. En hoe christelijker het land, des te gevaarlijker. In de moslimlanden echter leefden toen moslims, joden en christenen ongestoord naast elkaar.

Toen sinds de komst van de Gregoriaanse Kalender orthodoxe christenen en westelijke christenen op twee verschillende data kerstmis vierden, werd bij een rabbijns debat besloten Nittel Nacht te vieren in overeenstemming met de plaatselijke christelijke gemeenschap.

Tegenwoordig wordt Nittel Nacht minder gevierd. Bepaalde chassidische gemeenschappen vieren het feest nog wel, en dan veelal volgens de Juliaanse kalender in plaats van de Gregoriaanse kalender. Sommige gemeenschappen vieren beide nachten.

Kerstmis

De gedenkdag van de geboorte van het Christuskind Jezus wordt in het westerse christendom en orthodox Griekenland op 25 december gevierd; bij de oosterse orthodoxen die de Juliaanse kalender gebruiken op 7 januari. Zij het, dat door het afstand nemen van de opstelling van de kerk in Moskou, in Oekraïne en ook in de meeste orthodoxe kerken in Nederland, nu ook kerstmis op 25 december wordt gevierd. Kerstmis is een vaste datum op onze gregoriaanse kalender. Pasen, en het er aan gekoppelde carnaval en Pinksteren daarentegen, volgen de maankalender, en vallen daardoor soms vroeg of juist laat.

Geschiedschrijving

De religieuze Jood Jezus, geboren rond 3 tot 4 jaar v.o.j., bracht zijn jeugd door in Nazareth (Galilea). Hij werd gedoopt in de Jordaan door Johannes de Doper en trok vanaf rond 28 o.j. als genezer en exorcist prekend rond in Galilea en Judea. Hij verzamelde volgelingen om zich heen, die hem rabbi, leraar, noemde, en gedroeg zich als leraar. Op bevel van de Romeinse prefect Pontius Pilatus werd hij in 30 (of 33 o.j.) door Romeinse soldaten gekruisigd.

Jezus van Nazareth[9]

De naam Jezus was in die tijd een van de meest voorkomende Joodse namen in Palestina, waar toen geen familienamen werden gebruikt. Hij was wellicht oorspronkelijk bekend als Jesjoea ben Josef (Jezus de zoon van Jozef). In de evangeliën wordt soms zijn plaats van herkomst toegevoegd: Jezus van Nazareth of Jezus de Nazarener.

De naam Christus wordt gebruikt voor de persoon waarvan christenen geloven dat hij waarlijk uit de dood verrezen is, dat hij de redder is, de Zoon van God. Voor wie gelooft zijn de vele mythische verhalen over en rond zijn leven waarheden.

Het bestaan van een historische Jezus wordt door vrijwel alle deskundigen geaccepteerd. Niet alleen deden in de eerste eeuw in het Nieuwe Testament de vier evangelisten Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes verslag van zijn leven. Ook niet-christelijke historici uit die tijd verwijzen naar Jezus, zoals einde van de eerste eeuw Tacitus en Suetonius, die Jezus als de oprichter van het christendom opvoeren. Zij stellen dat ook na zijn kruising de beweging die hij startte enigszins een bedreiging bleef vormen voor de Romeinse overheid. Daarnaast noemen verschillende Joodse bronnen Jezus.

De wetenschappers verschillen echter van mening over details van het leven van Jezus en de betekenis van zijn leer. Jezus’ bovennatuurlijke eigenschappen, de verhalen over zijn wonderen, en bovenal zijn opstanding uit de dood, worden beschouwd als geloofskwesties in plaats van historische feiten. Net als bij de alom vereerde Nicolaas werd al tijdens het leven van Jezus over wonderen verhaald, en groeide de legende vorming snel. Hieronder wordt hier kort naar verwezen, zonder een uitspraak over de al dan niet vermeende historiciteit.

Wonderdoeners werden eerder beschreven in het Oude Testament, zoals Mozes en Elia. Ook rond het jaar 0 leefden in Palestina wonderdoeners, Jezus overtrof echter allen. Hij genas zieken en gehandicapten (Lucas 5:12-26), verdreef duivelen (Lucas 8:26-39), wekte doden op (Lucas 7:11-17) en had macht over de natuur (Lucas 8:22-25). Hoe jonger de bron van de overlevering van de (apocriefe) evangeliën is, des te spectaculairder zijn wonderen van Jezus.

Conceptie

De conceptie van Jezus door de maagd Maria is voor althans de meeste Christenen een wonder. In het Nieuwe Testament schreef alleen Lucas 1:35:

“De Heilige geest zal over Maria komen… en… de kracht van de Allerhoogste zal haar overschaduwen”.

De maagdelijke geboorte is officieel vastgelegd op het concilie van Nicea (325) en Constantinopel (381), en wordt door vrijwel alle kerken onderschreven.
Ook voor historische figuren als Boeddha, Alexander de Grote en keizer Augustus zijn miraculeuze geboortes van maagdelijke moeders beschreven.

De miraculeuze conceptie kan geen parthenogenese (parthenos (Gr), maagd) zijn geweest zoals bij een aantal lagere diersoorten voorkomt. Dit zou hebben geresulteerd in een kind met dezelfde chromosomen set als de moeder, XX, twee X-chromosomen, dus een meisje.

De besnijdenis in de tempel, zoals gebruikelijk bij een Joods jongetje acht dagen na zijn geboorte, (Lucas 2:21) geeft aan dat Jezus het manlijke XY-chromosoom bezat. Dat kan alleen na bevruchting van een eicel door een XY-bevattende spermacel. Talloze schilderijen tonen het kindeke Jezus met zijn blote piemeltje.

Geboorteverhaal

Het toch zo essentiële geboorteverhaal, de allereerste aanzet tot het christendom, is slechts vrij summier beschreven in het Nieuwe testament. Het evangelie volgens Marcus of Johannes meldt er niets over.

Het evangelie volgens apostel Matteüs (1) noemt slechts met een paar woorden de geboorte. En wijdt dan uit over een speciale ster die magiërs uit het oosten de weg wees naar het de pasgeboren nieuwgeboren koning der joden. Over Herodes die door dit bericht bevreesd opdracht geeft alle kleine jongetjes te vermoorden, en uit angst hiervoor de vlucht van Jozef, Maria en de kleine Jezus naar Egypte. (Zie Maand Januari 2).

Het evangelie volgen Lucas (2) meldt daar niets over. Alleen hier wordt verhaald hoe een (nog niet getrouwd) paar uit Nazareth vanwege een volkstelling naar Bethlehem reist, waar de vrouw Maria bevalt. In een stal, omdat er geen plaats meer was in de herberg> Het kindje wordt in doeken gewikkeld in een kribbe gelegd. Engelen roepen herders in het veld op de Messias, een kindje in een voederbak, te bezoeken. Na de besnijdenis na acht dagen, reist het gezin naar Jerusalem; zonder enige vrees om in de buurt van Herodes te komen. Bij het volgens de Joodse wet verplichte bezoek aan de tempel om de eerstgeboren zoon aan de Heer te wijden zegent de oude Simeon het kind. Dan reist het jonge gezin terug naar hun huis in Nazareth.

Maria

Over Maria wordt vrijwel niets vermeld. In De Brieven wordt ze nooit met name genoemd en in Handelingen slechts een keer. Haar naam komt niet voor in het Johannes evangelie en in Marcus eenmaal. Wel is ze duidelijk aanwezig bij Matteüs en Lucas. De Bijbel noemt haar ouders niet, wel kort haar tante Elisabeth, naar verluidt de moeder van Johannes de Doper. Evenmin is Maria’s jeugd in het Nieuwe Testament besproken. Pas in de eerste eeuwen van het Christendom kwamen er meer en meer legendes over Maria. Langzaam werd ze als Moeder Gods belangrijk; Maria wordt nu wijdverbreid vereerd; ze wordt gezien als een grote troosteres.

Ook niet gelovigen bewonderen de vele schilderijen waarop de jonge, meermaals zogende jonge moeder is afgebeeld. Raken ontroerd door de beelden, waar haar aan het kruis overleden zoon op haar schoot rust, zoals Michelangelo’s piëta in de Sint-Pieter basiliek in Vaticaanstad. En door de aan haar gewijde muziek, zoals de vertolking van het wereldwijd overbekende Weesgegroet gebed, het Latijnse Ave Maria (Bach 1722; Schubert 1825; Gounod 1859).

Soera Maryam

De koran echter verhaalt in een soera (hoofdstuk) over haar vader Imraan (Amram). En in Maryam (Maria), een van de langste soera’s, uitgebreid zowel over haar ouders, haar geboorte, haar unieke opvoeding, haar maagdelijk zwanger worden (aartsengel Gabriel was in de buurt), en vooral ook de bevalling.

Maryam en Isa — kunstenaar onbekend[10]
Soera Maryam:

En de smarten van de bevalling dreven haar naar de voet van een palmboom. Zij riep: Ach, was ik maar gestorven en volstrekt vergeten. Toen riep Gods boodschapper Gabriel: Treur niet. Jouw Heer heeft een beekje aan je voet doen ontstaan. Schud de stam van de palmboom naar je toe, dan zullen verse, rijpe dadels op je neer vallen[11]. Eet en drink en verfris je ogen”.

Toen droeg zij haar kind naar haar volk. Zij zeiden: O Maria, je hebt echt iets ongepasts gedaan. Je vader was toch geen slechte man en je moeder toch geen onkuise vrouw. Zwijgend wees Maria naar haar kindje. Zij zeiden: Hoe kunnen wij met een wiegekind spreken? Kleine Jezus sprak: Ik ben de dienaar van God. Hij heeft mij het boek gegeven en mij gekozen als profeet. Hij heeft mij gezegend voor altijd. Hij heeft mij opgedragen mijn moeder te gehoorzamen. Hij heeft mij noch een onderdrukker noch een slecht mens gemaakt. Vrede zij met mij op de dag dat ik geboren werd, en de dag dat ik sterf, en de dag dat ik tot leven word opgewekt. Dat was Jezus, de zoon van Maria. En dit is het ware woord.

Oude en nieuwe tradities

De eerste kerststal (1223)

De eerste Franciscanen hadden dichtbij Assisi een kluizenaarscel, een hermitageplek. De grot ernaast deed Franciscus denken aan de geboortegrot die hij in Bethlehem had bezocht. Toen in 1223 paus Honorius III Franciscus toestemming gaf om de heilige Kerstnachtmis buiten te vieren, richtte hij in deze grot een realistische kerststal in. Er was een echte voederbak als kribbe voor Jezus, er waren levende figuren, en een ezel en een os.

De kerstboom, de lichtversieringen

Na sinterklaas verschijnen er steeds meer kerstbomen in de huizen, op het werk, in openbare gebouwen, en ook in parken, op pleinen, op de markt. Bekend is de fijnspar (22 tot 28 m hoog) op het Rockefeller Center in New York, versierd met tienduizenden lichtjes.

Kerstbomen zijn altijd groene naaldbomen. Kwekers werken er het hele jaar aan om de bomen de gewenste piramidevorm te geven. Vroeger werd vooral de fijnspar gebruikt; nu zijn in Nederland de naaldvaste nordman en de omorika het meest populair.

Het moment waarop de kerstboom wordt opgetuigd varieert per streek en religie. In Duitsland is dat pas op de ochtend van 24 december. In Nederland en België is de ongeschreven, maar steeds minder strakke regel dat kerstbomen en kerstversieringen pas na het sinterklaasfeest verschijnen.

De boom wordt volgehangen met slingers en het ragfijne engelen haar; bovenop komt een grote ster, engel, of de piek. Lichtjes zijn een belangrijk onderdeel. De brandgevaarlijke echte kaarsen ziet men niet meer. Ook buitenshuis worden bomen en struiken worden vol lampjesslingers gehangen. Soms ontstaat met ook verlichte rendieren en kerstmannen een ware lichtzee.

In de versieringen zijn symbolen van vroegere rituelen van het midwinterfeest te herkennen. De trompetjes herinneren aan het lawaai maken om de kwade geesten buiten te houden, de appeltjes betekenen vruchtbaarheid, de kerstballen en de lampjes brengen het ‘licht’.

Geschiedenis
Kinderen rond een kerstboom — H.J. Overbeek[12]

De in de winter groenblijvende naaldboom, gezien als een symbool van hoop, vernieuwing, vruchtbaarheid, werd bij meerdere culturen gebruikt bij winterceremonies en festiviteiten. Dat de oude Germanen er hun midwinterfeesten mee opsierden wordt nu echter een onbewezen speculatie genoemd.

Een 13e-eeuwse Frankische tekst noemt een groene boom vol kaarsen, maar pas vanaf de 16e eeuw zijn er daadwerkelijk kerstbomen bekend. In de 16e en 17e eeuw gingen rijkere Duitsers een boom in hun huis plaatsen. Ze hingen ze vol met appeltjes; later ook met slingers, plakgoud en koekjes.
Pas halverwege de 19e eeuw verscheen de kerstboom ook in de rest van Europa, naar het buitenland meegenomen door Duitse winkeliers. Omstreeks 1800 namen Duitse emigranten de kerstboomtraditie mee naar de Verenigde Staten. Vijftig jaar later was de kerstboom er algemeen.

Koningin Victoria zorgde voor de doorbraak in Engeland. Ze kende de kerstboom al door haar Duitse grootmoeder van vaderszijde, Charlotte van Mecklenburg — Strelitz. Vanaf de jaren 1840 werden voor haar en haar Duitse echtgenoot prins Albert in Windsor Castlle kerstbomen geplaatst. Tegelijkertijd introduceerde de Duitse prinses Sophie, echtgenote van kroonprins Willem, de kerstboom aan het Nederlandse hof.

Bij onze protestanten werd de kerstboom in huis in de 19e eeuw populair; bij de katholieken pas in de jaren ’50 van de 20e eeuw. Bij hen heeft de kersstal een centrale plek. Aanvankelijk stonden in de kerken geen kerstbomen; ze spelen geen rol in het Bijbelse kerstverhaal.

Meteen na kerst liggen er al kale kerstbomen op straat. Velen blijven echter nog genieten van de flonkerende lichtjesboom in de nog steeds vroeg donkere dagen, al is het lengen der dagen merkbaar ingezet. De meesten ruimen de kerstboom rond de jaarwisseling weg. Gemeentes organiseren soms kerstboomverbrandingen. Steeds meer bomen met kluit worden weer terug in de aarde gezet.

Volgens het bijgeloof brengt het ongeluk om na driekoningen op 6 januari nog kerstversiering in huis te hebben. Toch bleef vroeger bij katholieken de boom soms staan tot Maria Lichtmis; de katholieke feestdag 39 dagen na kerstmis op 2 februari. Het herdenkt de presentatie van baby Jezus in de tempel om hem, zoals elk eerstgeboren joods jongetje wanneer hij 40 dagen oud is, op te dragen aan God. Ook moest Moeder Maria volgens de joodse wet veertig dagen na de geboorte er een zuiveringsoffer brengen.

Kerstdiners

Was kerstmis aanvankelijk louter een serieus religieus feest, het ontwikkelde vooral na WO-II tot de tijd van familiediners. Met bijkomende gedoe over wie bij wie wordt uitgenodigd; wie van de (schoon)ouders de eerste kerstdag toevalt, en kerststress bij de huisvrouw. Tenslotte zit toch iedereen rondom de dis te stralen. Feestelijke gekleed, met liefst veel blingbling, of juist een malle wijde kersttrui.

Bij ons met kalkoen of konijn, stoofpeertjes en cranberries, al werd in de jaren 1970 gourmetten populair. In Scandinavië eet men vis, in Australië ham; in Italië komt op het einde de bewerkelijke kerstklassieker panettone op tafel (zoet brood met vruchten) en in Engeland natuurlijk de plumpudding.

Helaas kunnen de dagenlange romantische kerstmuziek, de vele zoetigheden, het steeds weer gepraat over vrede, de bom laten barsten. Mij is verteld dat voor advocaten januari de drukste maand voor echtscheidingen zou zijn.

Vroeger kreeg het inwonend personeel een dag vrij om de eigen familie te bezoeken, met een mand vol lekkere etenswaren.

Noten

[1] Bron: Lucia brengt ontbijt op bed ― Jenny Nystrom (1854–1946); hier is de Lucia sjerp blauw, niet rood
[2] Bron: Lucia met haar gevolg — foto Claudia Gründer
[3] Bron: Midwinterhoornblazer — foto Rasbak, Molen De Kroon Arnhem
[4] Zie ook op het wijsheidsweb: Roede, Machteld (2022) Krampus, angstaanjagende Sinterklaasprocessies en Lichtfeesten
[5] Zie: 5 jan 2025, Open kampioenschap midwinterhoorn blazen. RTV Vechtdal; youtube.com/watch?v=qQP8SbPSNE4
[6] Zie: Videofilmclub Hengelo, youtu.be/Enc4_UzrC9Q
[7] Bron: Uithollen van een doorgezaagde berkenstam voor een Midwinterhoorn — foto J.A.C. de Kroon
[8] Uit diverse internetbronnen samengesteld.
[9] Bron: Jezus van Nazareth (6e eeuw) — kunstenaar onbekend. Het oudste bekende icoon van Christus Pantocrator, een icoon uit de uit het Sint-Catharinaklooster op de berg Sinaï.
[10] Bron: Maryam en Isa — kunstenaar onbekend, Perzische miniatuur
[11] Onderzoek toont aan dat het eten van dadels zwangere vrouwen een snellere ontsluiting geeft en minder bloedverlies.
[12] Bron: Kinderen rond een kerstboom (1877) — H.J. Overbeek, Historiek.net

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie