Mensis December, wintermaand, donkere maand, feestmaand, Kerstmaand, Silvestermaand
Machteld Roede
calendarium 1, calendarium 2, calendarium 3 en calendarium 4 — januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3 — maart 1, maart 2 en maart 3 — april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2, september 3 en september 4 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2, november 3 en november 4 — december 1, december 2, december 3 en december 4
Kalender
Aangezien het vroegere Romeinse jaar niet op 1 januari, maar 1 maart begon, heette de toenmalige tiende maand december (van het Latijnse decem voor het getal tien).
In de Juliaanse en Gregoriaanse kalenders is het de twaalfde maand van het jaar.
Het is de zevende maand die 31 dagen telt.
De Franse republikeinse kalender (1793-1806) kent als laatste herfstmaand Frimaire (Rijpmaand: 21 november-20 december) en als eerste wintermaand Nivôse (Sneeuwmaand: 21 december-19 januari).
Het licht verdwijnt op onze noorderbreedte al halverwege de middag, en ‘s morgens blijft het nog lang donker. De korte dagen zijn veelal grijs, en er is vaak mist.
Daarom is het goed dat vanaf begin december feestelijke straatverlichting de duisternis wat verdrijft en Sinterklaas veel gezelligheid brengt.
Vervolgens zorgen tijdens de donkere dagen voor Kerstmis kerstbomen vol lichtjes — zowel buiten als binnen voor het raam — voor veel sfeer.
Het sterrenbeeld Boogschutter — Sagittarius
In de maand december vallen de sterrenbeelden Boogschutter (23 november-22 december) en Steenbok (23 december–19 januari).
In de Griekse mythologie werd Boogschutter — het negende sterrenbeeld van de dierenriem — soms geassocieerd met een satyr.
Maar de sterrencombinatie lijkt ook op een centaur met een boog in de hand. Daarbij dachten de Grieken aan de zoon van Cronos en de nimf Filira, de wijze Cheiron (bij de Romeinen Cheiron), half mens, half paard; een grote heelmeester met veel medische kennis. De centaur, die in zijn grot meerdere helden opvoedde en lesgaf, zoals Jason, Herakles en Achilles.
Toen bij een gevecht een pijl de onsterfelijke Cheiron zwaar verwonde, kon hij niet sterven, maar hij leed ondragelijk. Daarom bood hij de Titanenzoon Prometheus zijn onsterfelijkheid aan.
De scherpzinnige, geliefde Prometheus die de eerste mensen schiep, kreeg de mensheid zo lief dat hij ze boven de vriendschap met Zeus stelde en ze het verboden vuur schonk.
De woedende Zeus liet hem aan een rotswand in de Kaukasus ketenen, zonder ooit te kunnen slapen. Een adelaar kwam dagelijks zijn steeds weer aangroeiende lever uitpikken en opvreten. Dit zou eeuwig duren tenzij iemand in zijn plaats vrijwillig dood zou willen gaan.
Toen na vele jaren zijn vriend Herakles tijdens zijn Elfde Werk opdracht passeerde, schoot deze de adelaar dood en ontketende Prometheus van de rotswand. Zijn plaats wilde hij laten innemen door zijn zo gekwelde leermeester Cheiron.
Zeus greep in en plaatste Cheiron tussen de belangrijkste sterren aan de hemel.
Meerdere sterren van deze constellatie zijn groot, en zeer helder. Boogschutter bevat talloze nevels. De blauwe hyperreus Pistool in de Pistoolnevel heeft zelfs de hoogste helderheid van alle sterren in de Melkweg. Bijzonder is ook dat boogschutter planeten heeft buiten het zonnestelsel.
Enkele jaarlijkse dagen uitgelicht: winterfeesten en -tradities
Advent
Advent (Latijn adventus, komst), de aanloopperiode naar de christelijke viering van het kerstfeest, begint vier zondagen voor kerst. Advent eindigt op 24 december, bij het avondgebed van de Kerstnacht, met de viering van de geboorte van het lichtbrengend Kerstkind. De lengte van de adventsperiode wisselt dus. Bij oosters-orthodoxe kerken begint advent echter op 15 november en bedraagt dus jaarlijks steeds 40 dagen.
In kerken en bij de mensen thuis hangen en staan kerstkransen van dennengroen met vier witte of rode kaarsen, waarvan op de eerste adventszondag één kaars enige tijd brandt. Iedere zondag wordt een kaars meer enige tijd aangestoken en op de vierde zondag voor kerst branden alle vier kaarsen. In katholieke kringen en bij de protestantse kerk van Noorwegen is de derde adventskaars roze, een verwijzing naar de groeiende vreugde.
Er zijn ook enkele adventskaarsen, waarop in de lengte de nummers 1 tot 25 zijn aangebracht. Elke dag brandt de kaars een nummer verder op.
Er is een zekere verwantschap met het joodse Chanoekafeest, waarbij dagelijks een kaars meer wordt aangestoken van de chanoekia kandelaar.
Omdat de adventstijd een periode is van berouw en bezinning zijn de in de kerk gedragen liturgische gewaden paars, de kleur van boete en inkeer. Sommige versieren thuis de kerstkrans met paarse linten en hangen decoraties op van paarse linten. Er zijn ook gelovigen die deze periode vasten. Of althans geen alcohol nuttigen. Op de derde adventszondag, zondag Gaudette, kan echter de kleur roze het feestelijke karakter van deze zondag aangeven. Veel protestantse kerken herdenken op de laatste zondag voor advent, Eeuwigheidszondag of Gedachteniszondag, de overledenen.
De oorsprong van de advent viering is onduidelijk. Een eerste vermelding is te vinden bij Gregorius van Tours (circa 538-594). Hij schreef dat een van zijn voorgangers, St. Perpetuus rond 480 voorafgaand aan kerstmis een vastentijd van drie weken had ingesteld.
Adventskalenders
Er zijn diverse adventskalenders. Ze beginnen meestal op 1 december en gaat vaak door tot 31 december. Op elke dag kan een luikje worden geopend; bij december kraslot kalender open gekrast. Er zijn kalenders die voor het raam of een lichtbron worden gezet. Bij ieder geopend luikje valt het licht door dun papier geïllustreerd met een ster, een kaars, een kerstklok. Op 25 en 26 december toont een extra groot luikje een voorstelling van de kersstal.
Er zijn tegenwoordig uitgebreide online versies, met bij aanklikken van de dagen steeds een feestelijk plaatje. Of een commerciële aanbieding.
Aanvankelijk waren de advent kalenders voor de kinderen, met achter elk luikje een chocolaatje of een ander snoepje. Maar ook hier sloeg de commercie toe. Met al snel uitverkochte aanbiedingen van de meest luxe, prijzige kalenders, met bijvoorbeeld achter ieder luikje een cosmeticaproduct, en met de kerstdagen exclusieve parfum. Ze beloven ‘een magische kerstsfeer achter elke deur en elk raam’.
Wel een contrast met mensen die naar de ware geest van de advent op zoek zijn….
Het raadsel van een goede Kerst
Ik vatte samen wat Esther Maria Magnis[15], Duits godsdienstwetenschapper, historica en schrijfster, als christen schreef over het raadsel van een goede Kerst. Waarbij volgens haar velen elk jaar opnieuw in alle ernst op zoek gaan naar de perfecte sfeer, maar toch iets essentieels missen:
‘Zelfs voor christenen blijft Kerst ongrijpbaar, want de betekenis is te groot. Het vergt een ziel als een wijde zee, zegt een kerstlied.
Kerst is niet alleen een familiefeest, het is meer dan samen veel eten, zingen, en cadeautjes, een commercieel spektakel. Meer dan de projecties van atheïstische tijdperken die het herleiden tot Germaans joelfeest.
Christelijke feesten zijn het volstrekt tegenovergestelde daarvan. Het zijn vieringen van openbaring. De werkelijkheid komt aan het licht. Daarom zijn christelijke vieringen ook een tocht door de naaktheid en gruwel van ons bestaan. Door die schreeuwende angst dat alles misschien zinloos is, dat de dood geen kwaad is maar gewoon biologisch verval, omdat er nooit echt iets waardevols aan ons was. Dat is de uitgangspositie van Kerst — onze behoeftigheid en onze beperking. Zo stelt Esther Maria Magnis, die zich op Kerst voorbereidt door tijdens de adventsperiode te vasten.’
Zij schrijft verder:
“Daarom vieren wij christenen vaak ’s nachts feest. Niet onder een onbezorgde blauwe lucht met wollige wolkjes, als een vriendelijk tentdak over ons heen gespannen, maar in het donker, waarin je kunt zien wat er eigenlijk aan de hand is — een zwarte uitgestrektheid — er is niets, alleen maar sterren….Maar ons verhaal begint niet bij het licht, het bevat ook het eerste deel: de ramp. De nacht. Pas daarna komen de lichtjes.”.
Sinterklaas[16]
De gedenkdag van de heilige Nicolaas valt in het westerse christendom en het orthodoxe Griekenland op 6 december. De orthodoxe christenen, die leven volgens de juliaanse kalender vieren het op 19 december van onze gregoriaanse kalender. Op 5 december is het voor Nederland, de voormalige koloniën en Vlaanderen een belangrijk familiefeest, waar de kinderen vanaf de aankomt van de Sint in het land drie weken eerder in spanning naar toe wordt geleefd.
De afkomst van de heilige Nicolaas
Volgens de overleveringen is Sint Nicolaas terug te voeren op een bisschop uit de vierde eeuw uit Myra. Een toenmalige Romeinse provincie in het huidige Z.W. Turkije. Historische bewijzen over een Nicolaas van Myra zijn echter niet gevonden. Zijn naam staat niet op de lijst met aanwezigen van het door de Romeinse keizer Constantijn in 325 bijeengeroepen Concilie van Nicea, al werd beweerd dat hij dit bijwoonde. In 1959 werd hij door het Vaticaan van de liturgische kalender verwijderd. Wel zeker is dat in de zesde eeuw een eenvoudige monnik Nicolas leefde die zieken genas en als exorcist duivels wist uit te bannen.
De mythevorming rond welke Nicolaas ook raakte al snel wijd verbreid. Al in 550 werd hij heilig verklaard door orthodoxe kerk om zijn vele goede daden, vooral voor de armen, en voor de wonderen die hij had verricht. De al tijdens zijn leven zeer bekende en geliefde bisschop zou begraven zijn in Myra. In de 6e eeuw verrees rond dit graf een grote Nicolaas basiliek, al was het gebied al eeuwen in handen van de ongelovige Byzantijnen.
Aanvankelijk werd de Eerste Heilige na de Moeder Gods in toenemende mate alleen in het orthodoxe oosten van Europa geëerd, in het bijzonder in Griekenland en Rusland. Als patroonheilige van Rusland werd hij op talloze iconen afgebeeld. Meerdere tsaren droegen zijn naam. Sinds de 13e eeuw raakte St. Nicolaas als de schutspatroon van de zeevaarders ook wijdverbreid in de West-Europese kustnaties. In de 13e eeuw werd zijn naamdag vastgesteld op 6 december. Vanaf dat moment verspreidde zich de Nicolaasverering over heel Europa. Veel plaatsen kregen zijn naam of eren hem als schutspatroon, vooral havensteden. En steeds meer Nicolaas legenden kwamen in omloop. Maarten Luther probeerde in 1535 in protestantse gebieden de viering af te schaffen. Maar het bleef ook in niet-katholieke gebieden gewoon bestaan.
Bari
De populariteit van St. Nicolaas breidde zich mede snel uit door het intrigerende verhaal over de ontvoering van zijn vermeende stoffelijke resten.
Tijdens de kruistochten belandde een schip uit het Zuid-Italiaanse Bari in het toen nog direct aan zee gelegen islamitische Myra. Na het bijwonen van de mis in de grote basiliek overmeesterden de 62 matrozen de priester en de monniken die de heilige tombe beschermden en roofden het grootste deel van de heilige botten. De grafschenners werden op 9 mei 1087 bij terugkomst in Bari (regio Apulië, in hak van de laars van Italië) met groot gejuich begroet.
Die gebeurtenis wordt jaarlijks in Bari op 7, 8 en 9 mei nog steeds groots gevierd. Met onder meer de terugkeer over zee van een middeleeuws Nicolaas icoon en vervolgens een processie met veel lichtjes en vuurwerk tot slot.
Ook wordt wel verhaald dat edelmannen uit Venetië de beenderen van Nicolaas uit Myra weghaalden uit angst dat de islamitische bezetters ze zouden vernietigen, Het merendeel kwam ook volgens deze versie van het verhaal in Bari terecht. Italianen spreken hoe dan over een reddingsactie, in Myra echter beschouwd als roof.
Nederland
Al in de 8e eeuw bracht L(i)udger(us), de bisschop van Munster die preekte in Friesland en Groningen, de Nicolaas verering naar ons land. Ook hier verrezen talloze Nicolaaskerken en -parochies, de oudste vooral in het noorden, verscheen zijn beeltenis in het gemeentewapen, in afbeeldingen in de kerken, op gevelstenen of als boegbeeld van een schip.
Nicolaas is onder meer de schutspatroon van de havenstad Amsterdam, waar in de loop de eeuwen meerdere Nicolaas kapellen en kerken verrezen. In de nog grotendeels heidense 8e eeuw was hij de schutspatroon van een eerste, houten Nicolaas kerk.
Op de plek van een kleine houten kapel uit de 13e eeuw werd aan het begin van de 14e eeuw de grote kerk aan het huidige Oudekerksplein gewijd aan de heilige Nicolaas. In de 15e eeuw bleef deze de hoofdkerk van Amsterdam. Op 26 mei 1578 grepen de calvinisten de macht, zetten de roomse stadsregering af, en doopten de oudste parochiekerk van de stad om tot Oude Kerk.
In 1661 werd op de hogere verdiepingen van een pand op de hoek van de Oudezijds Voorburgwal en de Heintje Hoekssteeg een rooms-katholieke schuilkerk ingericht. Hij stond bekend als Nicolaaskerk, maar later werd de naam veranderd in Ons’ Lieve Heer op Solder.
Tijdens de Republiek der Nederlanden (1588–1795) mochten namelijk (oud)katholieken, remonstranten, lutheranen en doopsgezinden voor hun godsverering alleen bijeen komen in buiten niet als kerk herkenbaar gebouw.
Toen na drie eeuwen de rooms-katholieken weer openlijk hun geloof mochten belijden werd in de jaren 1884-1887 tegenover het Centraal Station van Amsterdam aan de Prins Hendrikkade en grenzend aan het water van de Oudezijdskolk naar een ontwerp van de architect Adrianus Bleijs de huidige Sint-Nicolaaskerk gebouwd, met de officiële naam Heilige Nicolaas binnen de Veste.
Het heilige stukje bot
Op 8 december 2012 kende de Romeinse Congregatie voor de Goddelijke Eredienst deze Nicolaaskerk de eretitel toe van basiliek (basilica minor).
Bij de aanvang van het heilige Sint-Nicolaas jaar ontving de basiliek op 5 december 2021 een reliek van de heilige Nicolaas; het eerste Nicolaas-relikwie dat in de Sint-Nicolaas stad Amsterdam werd bijgezet.
Nicolaas van Tolentijn
Er is ook Italiaanse Nicolaas van Tolentijn (rond 1245-1305), in de 16e t/m 18e eeuw een van de meest vereerde heiligen in Europa en Amerika. Hij is geboren in Pontano (bij Ancona). Hij was kloosterling bij de Augustijner-heremieten, priester en volkspredikant, vanaf 1275 in Tolentino. In tegenstelling tot Nicolaas van Myra, wiens bestaan onzeker is, was Nicolaas van Tolentino zeker een historische figuur; al zijn beiden niet in lijsten met heiligendagen terug te vinden. Zo is bekend dat hij stierf te Tolentino op 10 september 1305. Op zijn graf werd een basiliek gebouwd.
Reeds bij zijn leven werd de uiterst charismatische Nicolaas beschouwd als een groot heilige. Honderden kwamen dagelijks om hem te horen preken. Vele zondaars bracht hij terug op de goede weg. Hij verrichtte vele wonderen, waarvan tussen 1305 en 1325 er 301 officieel werden geregistreerd. Zo zou hij een gehangene weer tot leven hebben gewekt. Meer dan voldoende voor zijn heiligverklaring op 7 juni 1446. Het is nog steeds een drukbezocht pelgrimsoord.
Nicolaas van Tolentino is (mede-)patroon van Antwerpen, van de landstreek Beieren, van Genua, Rome, Tolentino en Venetië, van het Spaanse Córdova en in Perú van de hoofdstad Lima. Hij is patroon van het dagelijks brood en van de vrijheid, van arme zielen, vooral van christenen in doodsstrijd. Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen Engelse ziekte, koorts, sterfte onder het vee, zoals mond- en klauwzeer, tegen brand en tegen een plotselinge dood.
Rond zijn feestdag 10 september delen de Augustijnen gewijde broodjes uit. In Eindhoven is de devotie groot, omdat hier ooit een brand werd gedoofd doordat een monnik gewijde broodjes op het vuur wierp. Hij wordt afgebeeld in Augustijner habijt. Soms met zijn ceintuur zielen uit het vagevuur trekkend.
Wodan
Het is intrigerend om in huidige Sinterklaasgebruiken en ook in verhalen rond Santa Claus resten te herkennen van de oeroude verering van de heidense god Wodan (Odin). Hij en zijn pantheon bleven immers eeuwenlang in onze Lage Landen vereerd, naast het zich langzaam breidende christendom. Bij de kerstening werd om de mensen te paaien een christelijk sausje gelegd over wat het volk al geloofde.
Wodan stormde op zijn achtbenige paard Sleipnir door het hemelruim, Sint-Nicolaas rijdt ‘s nachts op zijn schimmel over de daken, en Santa Claus vliegt met zijn door rendieren getrokken slede langs de hemel. Alle drie delen geschenken uit.
Odin had twee raven die hem iedere avond vertelde wat er in de Negen Werelden elders gebeurde, Sinterklaas beschikt over hulpknechtjes die voor hem de goede en de stoute dingen van de kinderen in het grote Sinterklaasboek noteren.
Offergiften
Het ritueel om zingend bij de schoorsteen een schoentje te zetten met een wortel voor de schimmel, voert terug naar het vroegere leven in plaggenhutten. Het rookgat boven de centrale vuurplaats waardoor de lucht en ’s nachts de sterrenhemel te zien waren, werd gezien als de verbindingslijn tussen de aardse en de bovenaardse wereld. Van uit de hemel konden de goden en geesten zo op de men toekijken. Om de donkere geesten gunstig te stemmen werden offergiften bij de stookplaats gelegd. Ons speculaas heeft soms nog de vorm van dierfiguren, als op de Germaanse offerkoeken van toen.
Vruchtbaarheidssymboliek
Er zit een erotische kant aan de oude Sinterklaas overleveringen (De Groot, 1949). Vruchtbaarheid is in alle culturen, binnen alle religies, een belangrijke thema en vruchtbaarheidsriten behoren tot de vroegste uitingen van het geloof in hogere machten. Er zijn rituelen om de vruchtbaarheid van de gewassen en het vee af te smeken, en smeekbedes aan de goden voor het krijgen van veel en gezond nageslacht. Hierin past Sint-Nicolaas, als de beschermer van de vruchtbaarheid en voortplanting, de hijlick (huwelijks) maker, de heilige beschermer van het gezinsleven.
De bisschoppelijke kromstaf symboliseert de herdersstaf, een verwijzing naar Christus als de Goede Herder, en staat voor de pastorale zorg van de bisschop voor zijn kudde. Een bisschop draagt binnen zijn eigen bisdom de krul naar voren, van zich af, om zijn kudde naar binnen te kunnen halen. Buiten zijn bisdom heeft hij die rechtsmacht niet.
De staf van Sint-Nicolaas verbeeldt echter de oeroude rituele vruchtbaarheidstwijg, een onderdeel van de levensboom. De krul is ook te beschouwen als een symbolische slang, teken van geest, wijsheid en oneindigheid; de verticale stok als een afdaling naar aardse sferen.
Zoals in de meeste sprookjes en volksverhalen zit er naast de fallus symboliek van zijn staf nog diverse andere seksuele en vruchtbaarheidssymboliek rond Sint Nicolaastradities. Zo verwijst ons strooien van kruidnoten, later ook snoep, naar de boer die zaad over zijn akker uitstrooit.
Speculaas
In de 15e eeuw begon het bakken van speculaaspoppen, vrijers en vrijsters. Eeuwenlang was het gebruikelijk dat in sinterklaastijd een jonge man zijn aanbeden meisje zo’n vaak met glazuur en noten versierde koek gaf om haar stilzwijgend zijn warme gevoelens te tonen. Was dit wederzijds, dan nam ze de pop aan.
Ook de rond 150 Nicolaas legenden, waarin waarschijnlijk verhalen over verschillende figuren tot een persoon werden samengevat, zitten vol vruchtbaarheidssymboliek.Nicolaaslegenden
De drie vermoorde studenten
Een van de bekendste sinterklaaslegendes is het verhaal over de drie door een herbergier in stukken gehakte en gepekeld in een ton verstopte studenten. Toen zeven jaar later de nog jonge Nicolaas naar de herberg kwam en om gepekeld vlees vroeg, raakte de herbergier in paniek en vluchtte weg. Nicolaas ontdekte de ton, begon te bidden, en de jongens kwamen gezond en wel weer tot leven. Dit verhaal zou bevruchting, zwangerschap en geboorte verzinnebeelden.
De drie gouden ballen
Nicolaas treedt op als huwelijksmakelaar in de legende van de drie huwbare maagden. Hun wanhopige arme vader had geen bruidsschat voor zijn drie huwbare dochters waardoor voor hen een toekomst in de prostitutie dreigde. Nicolaas gooide ongezien drie gouden ballen door hun raam naar binnen. Zo konden ze trouwen; hun eerbaarheid was gered. De heiligman staat meer dan eens met drie gouden appels afgebeeld.
Aankomst
De aankomst van de heiligman verschilt sterk per land. In Nederland arriveert Sint-Nicolaas per stoomboot uit Spanje; al jaren in een oude, pittoreske haven, met een uitgebreid verslag op de tv. De mythisch heiligman verschijnt vervolgens tegelijkertijd op vele plaatsen, onder andere tijdens de grote intocht in Amsterdam.
5 december
Op 5 december wordt sinterklaas op diverse plaatsen gevierd, met veel pakjes, soms verpakt in een malle surprise, en veelal voorzien van een gedicht vol plagerijen. Overdag op scholen en vaak ook op het werk, ‘s avonds in de familiekring. Het is een ieder jaar terugkerend mysterie dat opeens grote delen van de bevolking tijdelijk blijk geeft te beschikken over een speciale dichtader.
Sunneklaas Ameland
Op 4 en 5 december viert Ameland het grimmige Klein en Groot Sinterklaas. Het Friese wadden eiland heet dan Het Eiland der Demonen. Niet-Amelanders worden geweerd, de vrouwen en wie nog een achttien is moeten absoluut binnenblijven, anders lopen ze de kans op een pak slaag. Toch gaan sommige vrouwen verkleed als man de straat op. Het is een kat en muis spel, om niet herkend te worden.
Groepen mannen trekken rond vermomd als Sunneklaas. Van tevoren is wekenlang in het geheim gewerkt aan hun de speciale pakken met griezelige maskers, vaak met meerdere koeienhorens (een fallussymbool). Ze rammelen met kettingen, slaken grimmige dierengeluiden, slaan dreigend met stokken op de grond. In huizen waar licht brandt gaan de mannen naar binnen voor een drankje. De vrouwen moeten dan wel eerst over een stok springen (een oud vruchtbaarheidsritueel).
Het heidens vertoon is zeker geen kinderfeest, maar een (vergeten) dramatisering van de Wilde Jacht van god Wodan met zijn vele volgelingen om de winterdemonen te verdrijven.
De Amelanders doen er buitengemeen geheimzinnig over; potten kijkende ‘vastewallers’ zijn dan absoluut niet welkom. Een cameraploeg van omroep PowNed die het in 2024 toch waagde werd hard aangepakt.
Sunderum Terschelling
In een aantal dorpen op het eveneens Friese Terschelling wordt op 6 december een min of meer vergelijkbaar, maar duidelijk gemoedelijker Sundersum (Sunderum, Sundrum, te vertalen met Sint-heeroom) gevierd. Om boze geesten te verdrijven en oude vetes uit te vechten.
Noten
[1] Bron: Les Très Riches Heures du duc de Berry, december — Gebroeders Van Lymborch (1411-1416). De broodheren van de familie Maelwael en Van Lymborch waren fanatieke jagers. De miniatuur toont een scène tijdens een hondenjacht. Op een tra in het bos van Vincennes — waar de bomen nog in het blad staan — verscheuren bloeddorstige honden een everzwijn. De in het blauw geklede jager blaast op zijn jachthoorn het hallali — om te melden dat de jacht ten einde is. Op het tafereel staan verwijzingen naar de Duc de Berry zoals zijn sterrenbeeld boogschutter, zijn passie voor jagen en zijn liefde voor honden. De miniatuur is mogelijk door Bartélemy d’Eyck afgemaakt.
[2] Bron: Frimaire, de derde maand van de Franse republikeinse kalender — Tresca Salvatore (Graveur), Louis Lafitte (Dessinateur du modèle, 1770-1828); allégorie pour le mois de Frimaire. Domaine public français, bibliothèque nationale & Bureau des Longitudes.
[3] Bron: Het sterrenbeeld Boogschutter — foto Alpsdake
[4] Bron: Sagittarius symbool — foto Fallaner, the Wishing Bridge, Jaffa
[5] Bron: sterrenbeeld Boogschutter (12e eeuw) — foto Jastrow, in de apsis van Saint-Austremoine in Issoire, Auvergne (Fr)
[6] Bron: De boogschutter, sagittarius — foto Vassil, een van de tekens van de dierenriem die op het linkerportaal van de gevel van de kathedraal van Amiens (voltooid in 1269).
[7] Bron: Sagittarius de Centaur — hofastroloog van Iskandar Sultan. Uit: ‘Kitab-i viladat-i Iskandar’ of ‘Het boek van de geboorte van Iskandar’ of de ‘Iskandar horoscoop’. Het manuscript bevat de horoscoop van de Timuridische prins Iskandar Sultan. wellcomeimages.org/indexplus/image/L0040138.
[8] Bron: Sagittarius (c. 1440-1450) — Book of Hours, the Fastolf Master, Bodleian Library, Oxford C.160. MS. Auct. D. inf.2, 11, fol 11r
[9] Bron: Sagittarius (1603) — John Bayer
[10] Bron: Sagittarius (1825) — Sidney Hall, plate 24 in Urania’s Mirror, a set of celestial cards accompanied by A familiar treatise on astronomy … by Jehoshaphat Aspin.
[11] Bron: Sagittarius (c. 1810) — kunstenaar Sanju, Himachal Pradesh, Pahari Hills, Mandi of Kangra (IND), Cleveland Museum of Art
[12] Bron: Gewelfschildering met het sterrenbeeld boogschutter — foto Ton van der Wal, OLV Kerk in Zwolle, rijksmonument
[13] Bron: Adventskrans — foto Cornischong
[14] Bron: Adventskalender (1903) — Richard Ernst Kepler, Adventskalender Im Lande des Christkinds. Die Fenster enthielten weihnachtliche Verse und konnten mit Bildern aus einem Ausschneidebogen überklebt werden. Vollständig überklebtes Exemplar. Erschienen bei Gerhard Lang in München.
[15] Uit: Esther Maria Magnis, Kerst begint niet bij het licht. Maar in de ramp. In de nacht — De Nieuwe Koers, 25 november 2024
[16] Groot, A.D. de (1949) Sint-Nicolaas, patroon van liefde. Een psychologische studie over de Nicolaus-figuur en zijn verering in vroeger eeuwen en nu. Amsterdam: Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij (Psychologische reeks 6).
Zie ook op het wijsheidsweb: Roede, Machteld (2022) Afkomst van de Heilige Nicolaas en Nicolaaskerken en het Mirakel van Amsterdam
[17] Bron: Oude Kerk Amsterdam ― foto Amsterdam Municipal Department for the Preservation and Restoration of Historic Buildings and Sites (bMA)
[18] Bron: de heilige Nicolaas — Museum Ons’ Lieve Heer op Solder
[19] Bron: De Nicolaasbasiliek (gebouwd 1884-1887) — foto calflier001, bij het Centraal Station Amsterdam
[20] Bron: De Noorse god Odin op zijn paard Sleipnir — afgebeeld op de Tjängvide-steen in Walhalla, Sweden, number cb884bf0-6941-497c-a2ef-5dc6cd5d12e0 in the RAÄ Fornsök database.