Maand Januari 1

0

Mensis Ianuarius, louwmaand, ijsmaand, wolfsmaand, hardmaand, Nieuwjaarmaand, wintermaand

Machteld Roede

calendarium 1calendarium 2calendarium 3 en calendarium 4 — januari 1januari 2 en januari 3 — februari 1februari 2 en februari 3 — maart 1maart 2 en maart 3 — april 1april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3 — juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3 — augustus 1augustus 2 en augustus 3 — september 1september 2september 3 en september 4 — oktober 1oktober 2oktober 3 en oktober 4 — november 1november 2november 3 en november 4 — december 1, december 2, december 3 en december 4
Upgrade 7 januari 2025
Januari, Les Très Riches Heures du duc de Berry — Gebroeders Van Lymborch[1]

De maand januari is vernoemd naar Janus, de Romeinse god van het begin en het einde.
Januari en februari zijn de laatste twee maanden die aan de Romeinse kalender werden toegevoegd, aangezien de Romeinen de winter eerder als een periode zonder maanden zagen; tot 153 v.o.j. begon het Romeinse kalenderjaar dan ook op 1 maart.

Nivôse, sneeuwmaand[2]

Januari is de eerste maand van het jaar in de gregoriaanse kalender. Januari heeft 31 dagen.

De Franse republikeinse kalender (1793 tot 1806) kende de wintermaanden Nivôse (Sneeuwmaand: 21 december-19 januari) en Pluviôse (Regenmaand: 22 Januari-21 februari).

Janus of Ianus[3]

Januari, in het oude Rome de elfde maand van het jaar, werd door koning Numa vernoemd naar een van de oudste van de Romeinse goden. Hij heeft geen Grieks equivalent. Wel is hij geassocieerd met de Etruskische godheid Culsans, eveneens god van de doorgangen en van het begin.

Janus[4]

De wat raadselachtige maar invloedrijke Ianus of Janus was de god van het begin en het einde, van het openen en het sluiten, van poorten en openbare doorgangen. Hij was de god die de hemelpoort opende of sloot. Daarom werd hij bij alle offers en gebeden als eerste aangeroepen, omdat zonder hem de hemelpoort gesloten zou blijven voor gebeden.

Hij was de beschermgod van alle begin. Van het leven van de mens, het begin van iedere maand, en ook van belangrijke handelingen. Hij werd aangeroepen bij huwelijk en geboortes, en aan het begin van het zaai- en oogstseizoen. Als god van vruchtbaarheid en leven heette hij Janus Consivius, als god die de dag begon Janus Matutinus. Hij werd zelfs vereerd als Divus Deum, god der goden.

Janus verloste de mensen uit hun barbaarse toestand en bracht hen, als Saturnus, de beschaving. Hij wordt genoemd als de stichter van de maatschappij en het maatschappelijke leven en zou zowel het Romeinse rechtssysteem als geld en agricultuur hebben ingevoerd.

Janus werd afgebeeld als een man met twee aangezichten, in tegengestelde richting kijkend (Janus Bifrons), omdat hij zowel naar de toekomst en het verleden kijkt, of als een tweeling (Janus Gemini).Ook vertelt een mythe dat nadat hij Saturnus, op de vlucht voor Jupiter, gastvrijheid verleende, Jupiter hem als straf tot een god met twee gezichten maakte. Aanvankelijk was de ene helft gebaard, de andere niet; wellicht een symbool voor zon en maan. Later waren allebei de kanten gebaard. In zijn rechterhand heeft hij een sleutel. De januskop werd voor vaak afgebeeld op munten.

Tempel van Janus[5]

De mythologie verhaalt dat Janus stamde uit het Griekse Thessaloniki. Hij vestigde zich in Latium, de regio in centraal-westelijk Italië waar de stad Rome werd gesticht, waar hij de oerkoning werd.

Zijn regeerperiode was een tijdperk van geluk en van volmaakte vrede. De heuvel waarop hij zijn woning stond werd naar hem Janiculus genoemd.

Romulus, een van de stichters van Rome voerde al een eredienst voor Janus in. Zijn opvolger, de legendarische tweede koning van Rome Numa Pompilius, die regeerde van 716 — 673 v.o.j., liet voor Janus een oorlogstempel bouwen met dubbele deuren en honderd bronzen grendels.

De twee deuren van de Janus tempel bleven alleen in vredestijd gesloten, maar zodra er een oorlog uitbrak werden ze geopend. Tijdens koning Numa’s tijd bleven ze 43 jaar dicht. Daarna stond de tempel bijna altijd open. Augustus (Gaius Julius Caesar Octavianus) kon tweemaal de tempel van Janus te sluiten, de laatste keer in het geboortejaar van Jezus. Ook onder Nero werden de deuren van de Janustempel gesloten. Het plechtige openen of sluiten van de deuren geschiedde door de consul.

Op de eerste dag van januari vermeed men alles wat een kwade betekenis kon hebben voor de toekomst. En men gaf elkaar kleine geschenken ter versterking van de vriendschapsband. Tijdens de republiek aanvaardden de consuls hun ambt op de eerste dag van januari.

Janus leeft nog bij ons voort in de benaming ‘een januskop’ voor een dubbelhartig persoon.

Dionysia

De Dionysia is de verzamelnaam voor de beide vrolijke feestelijkheden die de oude Grieken vierden ter verering van Zeus’ zoon Dionysus, de god van de wijnbouw, de vruchtbaarheid van de natuur, van geestdrift en enthousiasme (zie ook Oktober 1):

  • de kleine of landelijke Dionysia (Διονύσια τὰ κατ’ ἀγρούς) en
  • de grote of stedelijke Dionysia (Διονύσια τὰ Μεγάλα of Διονύσια τὰ ἐν Ἄστει).

De kleine of landelijke Dionysia

De godheid Dionysos (Τα Διονύσια)[6]

Tijdens de werkelijk overal op het land gehouden feesten werden offers aan de wijngodheid gebracht en de zinnebeelden van de door Dionysus geschonken vruchtbaarheid jubelend rondgedragen, waarbij uitbundig werd gezongen en gedanst. De landelijke Dionysia (Διονύσια τὰ κατ’ ἀγρούς) werden gevierd in de toenmalige maand Poseidéon, dat in onze maanden december en januari valt. Aan deze feesten mochten ook slaven deelnemen.

Er waren veel attracties en wedstrijden. De populaire Akoliasmos veroorzaakte veel hilariteit, want velen tuimelden bij het proberen op één voet op een ingevette bal rond te huppelen. Wie overeind bleef kreeg een zak gevuld met wijn.

Orgie van satyrs[7]

Er waren luidruchtige parades van vermomde personen. Een fallus — symbool voor de bevordering van het leven — werd in een processie rondgedragen om de vruchtbaarheid van de gezinnen, de landen, de tuinen en een goede wijnoogst te stimuleren. Op Attisch vaatwerk (6e /5e-eeuws keramiek gemaakt uit de ijzerhoudende Attische klei die door oxidatie tijdens het bakken oranje rood verkleurt) zijn meermaals Dionysia scenes afgebeeld, zoals een god in de vorm van een fallus.

De grote of stedelijke Dionysia

Over de grote stedelijke Dionysia (Διονύσια τὰ Μεγάλα of Διονύσια τὰ ἐν Ἄστει) is meer bekend. Ze werden in de 6e eeuw v.o.j. door Pisistratus ingesteld. Gedurende vier tot zes dagen einde maart of begin april werden in de buurt van Athene vele offerdiensten gehouden, en naast grootse optochten en spelletjes kreeg toneel veel aandacht. Iedereen was welkom, mannen, vrouwen, slaven en mensen van buiten Athene. De grote Dionysia hielpen de macht van de stad te verstevigen en de rijkdom te etaleren.

Lenaea of Lenaia (τα Λήναια)

Eerder was in de maand Gamelion (dat is in onze maanden januari — februari), het grote winterfeest, het wijnpersfeest of de Lenaea gevierd, bij het oude heiligdom Lenaion, gelegen op een moerassig terrein even buiten Athene bij de Akropolis. Mensen droegen klimopkransen, tempels werden met klimop versierd. Na het feestelijk persen van de druiven werd de jonge zoete most (ambrosia) geproefd en geofferd. Tijdens een grote optocht werd het publiek vanaf paradewagens met spot en scherts vermaakt. Tijdens deze feestdagen werden de vrouwen ingewijd in de mysteriën. Vanaf het begin van de 5e eeuw v.o.j. werden aan het einde van de feestperiode de eerste komedies opgevoerd. Het werd traditie wedstrijden te houden wie de schrijver was van het beste drama.

Heiligdom en theater van Dionysus Emeutherus, aan de voet van de Atheense Akropolis[8]

Ook bij de Dionysia waren komedie voorstellingen het belangrijkste onderdeel. Bij aanvang van de festiviteiten werd een beeld van Dionysos in optocht naar een plek in het theatergebouw even buiten de stad gebracht, van waar de godheid goed zicht had op de te spelen stukken.

Aanvankelijk vonden de voorstellingen en wedstrijden plaats op de agora (het centrale plein voor de Atheense mannen) van Athene. Gezien het steeds maar verder toenemend aantal toeschouwers werden de activiteiten verplaatst naar het heiligdom van Dionysus Eleuthereus op een helling aan de voet van de Akropolis.

Aanvankelijk zat het publiek gewoon in een halve cirkel rond een podium van aangestampte aarde. Vervolgens kwamen er rijen houten zitbanken maar nadat die instortten, met vele doden ten gevolg, werden stenen zitplaatsen geplaatst. Aangezien de belangstelling voor het Attische drama bleef groeien werden zowel het podium als de ruimte voor de toeschouwers steeds meer uitgebreid en verbeterd. Tenslotte waren er 67 rijen marmeren zitbanken met plaats voor 17.000 toeschouwers, met in het midden van de eerste rij de erezetel voor de priester van Dionysus Eleutherus.

Aristophanes

Blijspeldichter Aristophanes — prent Willem van Senus[9]

Groot grondbezitter, dichter en schrijver van blijspelen, Aristophanes (446–306 v.o.j.), is beroemd om de Oudgriekse komedies die hij schreef voor de Atheense Lenaea en Dionysia. Van de 40 tot 44 stukken die hij schreef zijn er 11 bewaard. Hij schreef met grote fantasie, poëzie en humor over het vredesideaal, de culturele bedreiging door de sofisten of de verderfelijke invloed van het toneel.

Tijdens de Lenaea won hij in 425 v.o.j. met zijn integraal bewaarde De Acharniers een regelrechte aanklacht tegen de waanzin van de oorlog. De boer Dikaiopolis (‘rechtstaat’) uit het dorp Acharnai heeft genoeg van de Peloponnesische Oorlog en sluit persoonlijk vrede met de Spartanen.

Zijn dorpsgenoten (het koor) vinden hem maar een collaborateur. Tot hij weet te overtuigen dat slechts een paar ‘haviken’ baat hebben bij het voortzetten van de oorlog.

Schaal met De Vogels van Aristophanes[10]

De Vogels (uit 414 v.o.j.) vertelt hoe twee heertjes teleurgesteld hun corrupte en onbestuurbare Athene ontvluchten en in het Vogelrijk terecht komen.
Tijdens hun samen met de vogels een nieuwe droomstad bouwen verschijnen allerlei obscure personages. De vogels verzinnen een plan om de heerschappij over mensen én goden te verkrijgen en blokkeren de weg tussen hemel en aarde. Hierdoor vergaan de goden van de honger, omdat de rook van de offergaven hun hemelrijk niet meer kan bereiken. De vogels willen pas toegeven als Zeus zijn scepter afstaat.

Lysistrate (uit 411 v.o.j.) bezingt hoe de vrouwen onder leiding van Lysistratè besluiten tot een seksstaking, en de Akropolis bezetten waar de staatskas wordt bewaard, om hun mannen ertoe te dwingen op te houden met oorlog voeren.

Het sterrenbeeld Steenbok — Capricornus

In januari vallen de sterrenbeelden van de dierenriem steenbok (23 december-20januari) en waterman (21 januari-18 februari).
Rond het sterrenbeeld Steenbok deden uiteenlopende verhalen de ronde.

Joodse tijden

In de oude Joodse tijden werd het sterrenbeeld gezien als een hinde. Het stond voor Naphtali, de zoon van Jakob en Bilha, de slavin van Jakobs vrouw Rachel. Naphtali, die zelf vier zonen kreeg, droeg de steenbokbeeltenis op zijn banier als herinnering aan de zegen die Jakob aan het eind van zijn leven over Naphtali uitsprak:

Naphtali is een uitgelaten hinde die schone jongen werpt.

De kleding van een priester

Kohen Gadol, hogepriester van de tempel van Jeruzalem (op de borstplaat vier rijen van drie edelstenen)[19]

De twaalf stenen op de borstplaat van de Israëlische hogepriester correspondeerden met de twaalf zonen van Jakob en zo eveneens met de twaalf sterrenbeelden van de dierenriem. Exodus 39, 8-14 beschrijft in detail de kleding van de priester[20].

Laat een kunstenaar een orakeltas vervaardigen. … van goud, van paarse, karmijnrode en scharlaken wol, en van getwijnd linnen. … Gij moet ze bezetten met vier rijen edelstenen: een robijn, een topaas en een smaragd vormen de eerste rij, een karbonkel, een saffier en een jaspis de tweede, een hyacint, een agaat en een amethist de derde, een chrysoliet, een kornalijn en een onyx de vierde rij. Ze moeten in gouden kettingen gevat zijn. Er moeten twaalf stenen zijn, zoals er twaalf namen zijn van de zonen van Israël ….

Klassieke oudheid

Eurydice gebeten door de slang — toegeschreven aan Antoinette Béfort[21]

In de klassieke oudheid werd Steenbok geassocieerd met de Romeinse wat onduidelijke god Saturnus en de satyr Aristaeus die de waternimf Eurydice kort na haar bruiloft met Orpheus belaagde. Toen zij voor hem op de vlucht sloeg trapte ze op een slang die haar een dodelijke beet toebracht. Zoals zo mooi bezongen door Gluck lukte het Orpheus helaas niet om Eurydice uit het dodenrijk weg te halen.

De sterrenconstellatie werd toen ook beschouwd als de opening naar de hemel waardoorheen de zielen van de gestorvenen opstegen naar hun eeuwige verblijfplaats. Op munten geslagen tijdens het bewind van keizer Augustus werd de Steenbok afgebeeld omdat de keizer onder het teken van de Steenbok was geboren.

De geit Amalthea voedt Zeus en een jonge satyr — naar Bernini, foto Joke Koppius

Maar vooral werd toch gedacht aan de geit Amalthea, die de op Kreta geboren en daar voor zijn vader Kronos in een grot verborgen Zeus zoogde. Zeus was het zesde kind van de Titaan Kronos — heer en meester van de aarde, de zee en de hemel — en zijn zuster de Titanide Rhea. Uit angst voor de voorspelling dat hij eens door zijn eigen kinderen zou worden onttroond had Kronos hun vijf eerdere kinderen meteen na de geboorte verzwolgen.

Nu misleidde Rhea haar man door eerst vreselijke baringskreten te simuleren en daarna de kreetjes van een pasgeborene. Aan de toegesnelde Kronos bood ze een in doeken gewikkelde boonvormige steen die hij meteen in zijn geheel inslikte, waarna hij weer vertrok bij zijn overtuigend jammerende echtgenote. Snel vluchtte nu de hoogzwangere Rhea naar Kreta, baarde Zeus, en keerde om geen argwaan te trekken weer snel terug naar Kronos.

Hij wist totaal niet dat ergens ver weg zijn zoontje Zeus door de krachtige geitenmelk van zijn pleegmoeder Amalthea en de unieke, heilzame manna, de stroop die de vriendelijke nimfen de Meliai wonnen uit de esbomen daar, opgroeide tot de een oersterke, uiterst knappe jongeling met al duidelijk zichtbare leiderscapaciteiten.

Met behulp van Rhea bood hij zijn onwetende vader een beker met een sterk toverdrank. Deze maakte Kronos zo misselijk dat hij eerst de grote steen, en daarna zijn vijf eerder verzwolgen kinderen — Hera, Poseidon, Demeter, Hades en Hestia — nog geheel gaaf uitbraakte. Om vervolgens door het vele papaverzaad in de drank in een diepe slaap te vallen. Zijn kinderen werden de nieuwe leiders, de goden van hemel, aarde, zee en onderwereld, met Zeus als de onbetwiste oppergod.

Uit dankbaarheid gaf Zeus de geit Amalthea een mooie plek aan de hemelboog, tussen de Boogschutter en de Waterman.

Dikteon Antron of Psychro grot[22]

Op Kreta wordt de Dikteon Antron of Psychro grot — op 48 km van Heraklion — genoemd als de grot waar Zeus werd geboren, opgroeide, en gebaad zou hebben in het kleine meertje achterin. Er zijn al in 1400, en vooral tussen 1890 en 1939 veel archeologische vondsten gedaan, waardoor vaststaat dat in deze oude heilige Minoïsche grot al sinds 2000 v.o.j. de goden werden vereerd. Veel toeristen bezoeken het prachtig gelegen grottencomplex met veel stalagmieten en stalactieten.

Christelijke overlevering

Simon de Zeloot met zijn attribuut de zaag — anonieme Caravaggist[23]

In de christelijke overlevering werd het sterrenbeeld Steenbok gelieerd met Simon de Zeloot. Hoewel hij eerst tollenaar was en een medestander van de Romeinen, werd hij later een van de twaalf apostelen.
Er is weinig met zekerheid over hem bekend. Hij ijverde voor de vrijheid van Israël, als de sekte der zeloten, die strijd voerden tegen de Romeinen. De Heilige Schrift beschrijft hem soms ook als Simon de Kanaäniet, de bruidegom van de bruiloft van Kana, waar Jezus water in wijn veranderde.

De kerstening van de sterrenbeelden was te danken aan Julius Schiller (circa 1580-1627), een advocaat/notaris die in zijn sterfjaar zijn steratlas Coelum Stellatum Christianum publiceerde. Hierin werden de heidense sterrenbeelden vervangen door bijbelse tegenhangers. Zo verving Schiller de 12 sterrenbeelden van de dierenriem door de twaalf apostelen.

Simon de Zeloot als het sterrenbeeld Steenbok — Julius Schiller[24]

Schiller beeldde de sterrenbeelden af als geprojecteerd op een globe, meestal van de aarde kijkend. Ook zijn, toen heel ongebruikelijk, sterrenbeelden afgebeeld zoals vanaf de aarde zien, zonder gefantaseerde figuren.
Hoewel Schiller assistentie kreeg van onder andere de bekende astronomen Tycho Brahe en Johannes Kepler, werd zijn interpretatie slechts gezien als een curiositeit. Nu kunnen zijn afbeeldingen echter worden gezien als de grondslag voor de huidige sterrenkaarten.

Noten

[1] Bron: Les Très Riches Heures du duc de Berry, januari — Gebroeders Van Lymborch (1411-1416). Het miniatuur van de maand januari verbeeldt wat tegenwoordig een nieuwjaarsreceptie is. Er staat een rijk gevulde dis op de tafel en bedienden schenken drankjes. De feestelijke ontvangst door de Duc de Berry — met bontmuts en bontgevoerde blauwbrokaten mantel — speelt zich af in de ridderzaal van een Parijs’ kasteel. De hertog deelt kostbare geschenken uit, een soort vrijgevigheid dat in de Middeleeuwen als een ridderlijke deugd wordt gezien en tegelijkertijd als een manier om loyaliteit te belonen of te verkrijgen. Boven de haard is het wapen van de hertog zichtbaar: azuur bezaaid met fleur-de-lys en met kleine beren en gewonde zwanen.
[2] Bron: Nivôse, de sneeuwmaand, is de vierde maand van de Franse republikeinse kalender en de eerste wintermaand — Tresca Salvatore (Graveur), Louis Lafitte (Dessinateur du modèle, 1770-1828); allégorie pour le mois de Nivôse. Domaine public français, bibliothèque nationale & Bureau des Longitudes.
[3] Adelaïde van Reeth (1993). Encyclopedie van de Mythologie. Baarn: Tirion
[4] Bron: Janus Bifrons — foto Fubar Obfusco, Vaticaanse musea
[5] Bron: Tempel van Janus — foto Chabe01, Autun (F)
[6] Bron: De godheid Dionysos met een satyr circa 490-480 v.o.j. — kunstschilder Makron, foto ArchaiOptix, Altes Museum (Antikensammlung) F 2290, Berlijn
[7] Bron: seksuele orgie van 5 saters, tussen sfinxen circa 500 v.o.j. — kunstschilder Makron, foto ArchaiOptix, Altes Museum (Antikensammlung) 1964.4, Berlijn
[8] Bron: Heiligdom en theater van Dionysus — foto Berthold Werner
[9] Bron: Aristophanes — prentmaker: Willem van Senus (1783-1851), Rijksmuseum Amsterdam
[10] Bron: De Vogels (ca. 550-530 v.o.j.) — foto Jastrow, Ruiter met vogels en een gevleugelde figuur, Lakonische zwartfigurige kylix, British Museum
[11] Bron: Capricornus constellation map — Torsten Bronger
[12] Bron: Capricorn symbol (circa 1440-1450) — Book of Hours, the Fastolf Master, Bodleian Library, Oxford C.160. MS. Auct. D. inf.2, 11, fol 12r
[13] Bron: Capricornus — foto Vassil, een van de tekens van de dierenriem die op het linkerportaal van de gevel van de kathedraal van Amiens (voltooid in 1269).
[14] Bron: Capricornus (1624) — Johann Bayer, Bayer’s Uranometria, is one of the most important celestial atlases of the 17th century.
[15] Bron: Steenbok (18e eeuw) — foto © Yann Forget, Wikimedia Commons, CC-BY-SA, Jantar Mantar observatorium, Jaipur, India
[16] Bron: Fol. 50v Capricornus — Aratus (315-214 v.o.j.) poet, astronomer and writer, Uit: Phenomena, Leiden University Library
[17] Bron: Sterrenbeeld Capricornus — mythologische steenbok met een heremietachtige schelp als achterpoot. De randen zijn versierd met florale ornamenten zoals een distel. Getijdenboek (circa 1470), Loire, MS G.1 I fol. 12r, The Morgan Library and museum, NY.
[18] Bron: December, Sterrenbeeld Capricornus — miniatuur van folio 099r uit het getijdenboek (1455) van Simon de Varie, Parijs, KB 74 G37a, Koninklijke bibliotheek De Haag
[19] Bron: Kohen Gadol, hogepriester van de tempel van Jeruzalem (op de borstplaat vier rijen van drie edelstenen) — foto Andreas F. Borchert, Church of the Immaculate Conception, Ballymote, Ierland
[20] Zie: Exodus 39, 8-14, de Bijbel in 1000 seconden
[21] Bron: Eurydice gebeten door de slang (circa 1814) — aan Antoinette Béfort toegeschreven
[22] Bron: Dikteon Antron of Psychro grot — foto Z thomas, Kreta
[23] Bron: Simon de Zeloot (eerste helft 17e eeuw) met zijn attribuut de zaag — anonieme Caravaggist
[24] Bron: Simon de Zeloot (1627) als het sterrenbeeld Steenbok — Julius Schiller, Coelum stellatum Christianum XXXI, Andreae Apergeri, Augsburg

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie