Mensis Ianuarius, louwmaand, ijsmaand, wolfsmaand, hardmaand, Nieuwjaarmaand, wintermaand
Machteld Roede
januari 1, januari 2 en januari 3 — februari 1, februari 2 en februari 3 — maart 1, maart 2 en maart 3 — april 1, april 2 en april 3 — mei 1, mei 2 en mei 3— juni 1, juni 2 en juni 3 — juli 1, juli 2 en juli 3— augustus 1, augustus 2 en augustus 3 — september 1, september 2 en september 3 — oktober 1, oktober 2, oktober 3 en oktober 4 — november 1, november 2 en november 3 — december 1, december 2 en december 3
De maand januari is vernoemd naar Janus, de Romeinse god van het begin en het einde.
Januari en februari zijn de laatste twee maanden die aan de Romeinse kalender werden toegevoegd, aangezien de Romeinen de winter eerder als een periode zonder maanden zagen; tot 153 v.o.j. begon het Romeinse kalenderjaar dan ook op 1 maart.
Januari is de eerste maand van het jaar in de gregoriaanse kalender. Januari heeft 31 dagen.
De Franse republikeinse kalender (1793 tot 1806) kende de wintermaanden Nivôse (Sneeuwmaand: 21 december-19 januari) en Pluviôse (Regenmaand: 22 Januari-21 februari).
Dionysia
De Dionysia is de verzamelnaam voor de beide vrolijke feestelijkheden die de oude Grieken vierden ter verering van Zeus’ zoon Dionysus, de god van de wijnbouw, de vruchtbaarheid van de natuur, van geestdrift en enthousiasme (zie ook October 1):
- de kleine of landelijke Dionysia (Διονύσια τὰ κατ’ ἀγρούς) en
- de grote of stedelijke Dionysia (Διονύσια τὰ Μεγάλα of Διονύσια τὰ ἐν Ἄστει).
De kleine of landelijke Dionysia (Διονύσια τὰ κατ’ ἀγρούς)
Tijdens de werkelijk overal op het land gehouden feesten werden offers aan de wijngodheid gebracht en de zinnebeelden van de door Dionysus geschonken vruchtbaarheid jubelend rondgedragen. waarbij uitbundig werd gezongen en gedanst. De landelijke Dionysia werden gevierd in de toenmalige maand Poseidéon, dat in onze maanden december en januari valt. Aan deze feesten mochten ook slaven deelnemen.
Er waren veel attracties en wedstrijden. De populaire Akoliasmos veroorzaakte veel hilariteit, want velen tuimelden bij het proberen op één voet op een ingevette bal rond te huppelen. Wie overeind bleef kreeg een zak gevuld met wijn.
Er waren luidruchtige parades van vermomde personen. Een fallus — symbool voor de bevordering van het leven — werd in een processie rondgedragen om de vruchtbaarheid van de gezinnen, de landen, de tuinen en een goede wijnoogst te stimuleren. Op Attisch vaatwerk (zesde/vijfde-eeuws keramiek gemaakt uit de ijzerhoudende Attische klei die door oxidatie tijdens het bakken oranje rood verkleurt) zijn meermaals Dionysia scenes afgebeeld, zoals een god in de vorm van een fallus.
De grote of stedelijke Dionysia (Διονύσια τὰ Μεγάλα of Διονύσια τὰ ἐν Ἄστει)
Over de grote stedelijke Dionysia is meer bekend. Ze werden in de 6e eeuw v.o.j. door Pisistratus ingesteld. Gedurende vier tot zes dagen einde maart of begin april werden in de buurt van Athene vele offerdiensten gehouden, en naast grootse optochten en spelletjes kreeg toneel veel aandacht. Iedereen was welkom, mannen, vrouwen, slaven en mensen van buiten Athene. De grote Dionysia hielpen de macht van de stad te verstevigen en de rijkdom te etaleren.
Lenaea of Lenaia (τα Λήναια)
Eerder was in de maand Gamelion (dat is in onze maanden januari — februari), het grote winterfeest, het wijnpersfeest of de Lenaea gevierd, bij het oude heiligdom Lenaion, gelegen op een moerassig terrein even buiten Athene bij de Akropolis. Mensen droegen klimopkransen, tempels werden met klimop versierd. Na het feestelijk persen van de druiven werd de jonge zoete most (ambrosia) geproefd en geofferd. Tijdens een grote optocht werd het publiek vanaf paradewagens met spot en scherts vermaakt. Tijdens deze feestdagen werden de vrouwen ingewijd in de mysteriën. Vanaf het begin van de 5e eeuw v.o.j. werden aan het einde van de feestperiode de eerste komedies opgevoerd. Het werd traditie wedstrijden te houden wie de schrijver was van het beste drama.
Ook bij de Dionysia waren komedie voorstellingen het belangrijkste onderdeel. Bij aanvang van de festiviteiten werd een beeld van Dionysos in optocht naar een plek in het theatergebouw even buiten de stad gebracht, van waar de godheid goed zicht had op de te spelen stukken.
Aanvankelijk vonden de voorstellingen en wedstrijden plaats op de agora (het centrale plein voor de Atheense mannen) van Athene. Gezien het steeds maar verder toenemend aantal toeschouwers werden de activiteiten verplaatst naar het heiligdom van Dionysus Eleuthereus op een helling aan de voet van de Akropolis.
Aanvankelijk zat het publiek gewoon in een halve cirkel rond een podium van aangestampte aarde. Vervolgens kwamen er rijen houten zitbanken maar nadat die instortten, met vele doden ten gevolg, werden stenen zitplaatsen geplaatst. Aangezien de belangstelling voor het Attische drama bleef groeien werden zowel het podium als de ruimte voor de toeschouwers steeds meer uitgebreid en verbeterd. Tenslotte waren er 67 rijen marmeren zitbanken met plaats voor 17.000 toeschouwers, met in het midden van de eerste rij de erezetel voor de priester van Dionysus Eleutherus.
Aristophanes
Groot grondbezitter, dichter en schrijver van blijspelen, Aristophanes (446–306 v.o.j.), is beroemd om de Oudgriekse komedies die hij schreef voor de Atheense Lenaea en Dionysia. Van de 40 tot 44 stukken die hij schreef zijn er 11 bewaard. Hij schreef met grote fantasie, poëzie en humor over het vredesideaal, de culturele bedreiging door de sofisten of de verderfelijke invloed van het toneel.
Tijdens de Lenaea won hij in 425 v.o.j. met zijn integraal bewaarde De Acharniers een regelrechte aanklacht tegen de waanzin van de oorlog. De boer Dikaiopolis (‘rechtstaat’) uit het dorp Acharnai heeft genoeg van de Peloponnesische Oorlog en sluit persoonlijk vrede met de Spartanen. Zijn dorpsgenoten (het koor) vinden hem maar een collaborateur. Tot hij weet te overtuigen dat slechts een paar ‘haviken’ baat hebben bij het voortzetten van de oorlog.
De Vogels (uit 414 v.o.j.) vertelt hoe twee heertjes teleurgesteld hun corrupte en onbestuurbare Athene ontvluchten en in het Vogelrijk terecht komen.
Tijdens hun samen met de vogels een nieuwe droomstad bouwen verschijnen allerlei obscure personages. De vogels verzinnen een plan om de heerschappij over mensen én goden te verkrijgen en blokkeren de weg tussen hemel en aarde. Hierdoor vergaan de goden van de honger, omdat de rook van de offergaven hun hemelrijk niet meer kan bereiken. De vogels willen pas toegeven als Zeus zijn scepter afstaat.
Lysistrate (uit 411 v.o.j.) bezingt hoe de vrouwen onder leiding van Lysistratè besluiten tot een seksstaking, en de Akropolis bezetten waar de staatskas wordt bewaard, om hun mannen ertoe te dwingen op te houden met oorlog voeren.
Driekoningen of Epifanie
De eerste week van januari staat voor velen nog in het teken van Jezus geboorte. De kerstcyclus eindigt op 6 januari, of in de vernieuwde katholieke liturgie hier en in België op de eerste zondag na 1 januari, wanneer Driekoningen — bij de rooms katholieken ook Epifanie, de Openbaring van de Heer (Solemnitas Epiphaniae Domini) genoemd — wordt gevierd.
Het oude verhaal dat gaat drie wijzen uit het oosten, geleid door een opvallend heldere ster, op zoek gingen naar de koning der joden, en tenslotte in Bethlehem de pasgeboren Jezus vonden.
Het aantal dagen tussen Kerstmis en Driekoningen zou het aantal dagen zijn dat de drie wijzen onderweg waren naar Jezus. (Volgens het bijgeloof brengt het ongeluk om na die periode nog kerstversiering in huis te hebben).
De gebeurtenis is beschreven in het bijbelboek Mattheus 2:1-18, en wordt wel gezien als voorspeld in het visioen van de heidense ziener Bileam, beschreven in het oude Hebreeuwse bijbelboek Numeri 24:17. (Het vers beschrijft Bileams vierde orakel, waarin hij profeteerde over een ster of scepter die in Israël zou oprijzen. Hij voorspelde een grote koning die uit Jacob zou voortkomen, die het koninkrijk Moab — in het huidige Jordanië — en alle vijanden zou overwinnen.)
Het evangelie van Mattheus spreekt niet over een stal — al evenmin als Lucas — niet over wijzen of koningen maar over magiërs, waarmee wellicht astrologen worden bedoeld. De Nieuwe Bijbelvertaling spreekt weer van magiërs in plaats van wijzen. Ook wordt hun aantal niet genoemd. Hun aantal werd waarschijnlijk tot drie vanwege de drie geschenken die ze meebrachten. (Of is dit een kip-en-het-ei verhaal).
In de loop der vele eeuwen kreeg de Driekoningen legende de nu bekende inhoud — mede door apocriefe geschriften.
In de beeldende kunsten werd aanvullende informatie ontleend aan de 13e-eeuwse Legenda Aurea en aan de Historia Trium Regum (1364) van Johannes von Hildesheim.
De drie wijzen werden in het Hebreeuws Galgalat, Malgalat en Sarathin genoemd en in het Grieks Apellius, Amerius en Damascus, maar sinds de Middeleeuwen staan ze bekend onder hun gelatiniseerde Perzische namen Caspar, Balthasar en Melchior. Zij schonken het Christuskind respectievelijk mirre, wierook en goud. Ze zouden met hun leeftijden, respectievelijk 20, 40 en 60 jaar, de volwassen levensfasen symboliseren, maar ook de drie (toen bekende) continenten Europa, Afrika en Azië.
Vanaf de 9e en 10e eeuw komt de benaming drie koningen in zwang. Ze werden een metafoor voor hoe de heersers van alle volken zich onderwierpen aan Jezus en het christendom. Ze worden nu ook met kronen afgebeeld, in plaats van de eerdere Frygische mutsen; maar de dromedarissen blijven.
Bethlehem
De Ster van Bethlehem wordt alleen kort genoemd in het Mattheüs 2, waar staat geschreven hoe magiërs uit het oosten (M 2:1) de ster (2:2) volgen om het huis (2:11 — niet een stal) van Jozef en Maria in Bethlehem te vinden. Bij Lucas 2 is er geen sprake van een ster of van wijzen uit het oosten.
Volgens Mattheüs (2:9) wees de Sterre de plaats aan waar het goddelijk kind geboren zou zijn door er recht boven te staan.
Er is gezocht naar mogelijke astronomische verklaringen voor de Ster van Bethlehem.
Ster of supernova
Om de precieze positie van de ster te bepalen zouden de magiërs daarvoor de beschikking moeten hebben gehad over een 17e-eeuwse telescoop. Maar dan nog was de aanduiding zo onnauwkeurig, dat ze wel honderden huizen in Bethlehem hadden moeten doorzoeken.
Het probleem is ook, dat door het draaien van de aarde niet is aan te geven wanneer precies de ster waar staat. Daarnaast staan sterren zo ver weg dat het ‘volgen’ ervan als gids niet mogelijk is.
Uit de Griekse tekst van Mattheüs (en anatolei) is trouwens niet op te maken of de magiërs toen ze nog in het oosten waren, de ster aan de oostelijke hemel zagen opkomen of bij dageraad.
Alles wijst er op dat de Sterre geen ster kan zijn geweest. De Sterre kan ook geen meteoriet zijn geweest, omdat die maar zeer kort te zien is. Een maandenlang zichtbare supernova is genoemd, echter die is rond het begin van onze jaartelling niet bekend.
Komeet
Een andere optie is een komeet, de restanten van een bevroren modderbal uit de begintijd van het zonnestelsel waarvan bij het dicht naderen van de zon het ijs is verdampt.
Meermaals is gedacht aan een passage van de beroemde heldere komeet van Halley, een van de periodieke kometen. Periodieke kometen keren regelmatig terug, hun komst is redelijk voorspelbaar en hun vroegere verschijningen zijn redelijk bekend. Halley is ongeveer elke 76 jaar duidelijk zichtbaar aan de sterrenhemel, zoals rond 12 jaar v.o.j en vervolgens in het jaar 65 n.o.j. Halley wordt echter wel een onheilskomeet genoemd, wat toch weinig past bij een goddelijk genoemde geboorte.
Een niet-periodieke komeet is praktisch eenmalig verschijnt onverwacht, onvoorspelbaar. Een vroeger verschijnen ervan is achteraf niet te berekenen, tenzij een betrouwbare bron de gebeurtenis beschreef.
Samenstand van planeten
Een veelvuldig genoemde verklaring is een samenstand van planeten. Aangezien planeten over langere perioden goed te bepalen banen volgen, is ook voor een datum rond twee duizenden jaren geleden de toenmalige posities van de planeten vrij nauwkeurig te berekenen.
Er was een conjunctie tussen Jupiter en Saturnus in het jaar 7 v.o.j. Toen stonden de planeten echter niet bijzonder dicht bij elkaar en waren ze met het blote oog te onderscheiden. Wel kwam het elkaar dicht naderen drie keer voor — op 19 mei, 30 september en 3 november — dus deze samenstand duurde enkele maanden.
Zo’n samenstand vindt echter regelmatig plaats en is dus niet zo’n uniek gebeuren als van de Sterre wordt verhaald.
Op grond van de conjunctie van Jupiter en Saturnus, en het moment dat toen de volle maan net boven de horizon kwam, berekende Rudie Vercauteren dat het geboortemoment viel op 6 januari van het jaar 6 v.o.j., in het teken van pisces (vis). Een andere berekening kwam tot 7 januari van het joodse jaar 4151 (jaar 7 v.o.j.) tegen middernacht[12].
Tevens is gewezen op de samenstand tussen Jupiter en Venus in juni van het jaar 2 v.o.j. Dit was meer spectaculair aangezien Venus veel helderder is dan Saturnus, en de twee planeten elkaar zo dicht naderden dat ze toonden als één enkel object. Dit zomernachthemel verschijnsel was echter slechts enkele dagen zichtbaar.
Magie niet breken
Het is zinniger de bijbeltekst niet te beschouwen als een historisch verslag, en geen feitelijke astronomische verklaring te zoeken bij de religieuze tekst. Er is trouwens weinig verifieerbaar van vrijwel de meeste in de bijbel beschreven geschiedenissen.
Verder spreken Mattheüs en Lucas elkaar op een aantal punten tegen over wat zich na de geboorte afspeelde. Mattheüs verhaalt over de lange vlucht naar Egypte om aan de kindermoord van Herodes te ontkomen, terwijl in Lucas het gezin na de besnijdenis al na 42 dagen terug reist naar hun huis in Nazareth (2:22). Nog wel via Jeruzalem, de stad van Herodes. Legende fictie die kan verschillen, al noemen ze beiden wel Bethlehem.
Is hun geboorteverhaal zo geschreven, omdat volgens de oude geschriften de Messias in Bethlehem geboren zou worden?
Ook andere belangrijke figuren als Alexander de Grote, keizer Augustus, de god Krishna en Boeddha werden wonderen rond de geboorte toegeschreven, met goddelijke inmenging en bijzondere voortekenen.
Wat is er tegen het kerstverhaal te zien als een mooie, zoete legende, waar in de loop der eeuwen steeds meer aan is toegevoegd, zoals de stal, de os en de ezel.
Waarom de magie ervan breken door het tot exacte brokjes te willen ontrafelen?
Het sterrenbeeld Steenbok — Capricornus
In januari vallen de sterrenbeelden van de dierenriem steenbok (23 december-20januari) en waterman (21 januari-18 februari).
Rond het sterrenbeeld Steenbok deden uiteenlopende verhalen de ronde.
Joodse tijden
In de oude Joodse tijden werd het sterrenbeeld gezien als een hinde. Het stond voor Naphtali, de zoon van Jakob en Bilha, de slavin van Jakobs vrouw Rachel. Naphtali, die zelf vier zonen kreeg, droeg de steenbokbeeltenis op zijn banier als herinnering aan de zegen die Jakob aan het eind van zijn leven over Naphtali uitsprak:
Naphtali is een uitgelaten hinde die schone jongen werpt.
De kleding van een priester
De twaalf stenen op de borstplaat van de Israëlische hogepriester correspondeerden met de twaalf zonen van Jakob en zo eveneens met de twaalf sterrenbeelden van de dierenriem. Exodus 39, 8-14 beschrijft in detail de kleding van de priester[20].
Laat een kunstenaar een orakeltas vervaardigen. … van goud, van paarse, karmijnrode en scharlaken wol, en van getwijnd linnen. … Gij moet ze bezetten met vier rijen edelstenen: een robijn, een topaas en een smaragd vormen de eerste rij, een karbonkel, een saffier en een jaspis de tweede, een hyacint, een agaat en een amethist de derde, een chrysoliet, een kornalijn en een onyx de vierde rij. Ze moeten in gouden kettingen gevat zijn. Er moeten twaalf stenen zijn, zoals er twaalf namen zijn van de zonen van Israël ….
Klassieke oudheid
In de klassieke oudheid werd Steenbok geassocieerd met de Romeinse wat onduidelijke god Saturnus en de satyr Aristaeus die de waternimf Eurydice kort na haar bruiloft met Orpheus belaagde. Toen zij voor hem op de vlucht sloeg trapte ze op een slang die haar een dodelijke beet toebracht. Zoals zo mooi bezongen door Gluck lukte het Orpheus helaas niet om Eurydice uit het dodenrijk weg te halen.
De sterrenconstellatie werd toen ook beschouwd als de opening naar de hemel waardoorheen de zielen van de gestorvenen opstegen naar hun eeuwige verblijfplaats. Op munten geslagen tijdens het bewind van keizer Augustus werd de Steenbok afgebeeld omdat de keizer onder het teken van de Steenbok was geboren.
Maar vooral werd toch gedacht aan de geit Amalthea, die de op Kreta geboren en daar voor zijn vader Kronos in een grot verborgen Zeus zoogde. Zeus was het zesde kind van de Titaan Kronos — heer en meester van de aarde, de zee en de hemel — en zijn zuster de Titanide Rhea. Uit angst voor de voorspelling dat hij eens door zijn eigen kinderen zou worden onttroond had Kronos hun vijf eerdere kinderen meteen na de geboorte verzwolgen.
Nu misleidde Rhea haar man door eerst vreselijke baringskreten te simuleren en daarna de kreetjes van een pasgeborene. Aan de toegesnelde Kronos bood ze een in doeken gewikkelde boonvormige steen die hij meteen in zijn geheel inslikte, waarna hij weer vertrok bij zijn overtuigend jammerende echtgenote. Snel vluchtte nu de hoogzwangere Rhea naar Kreta, baarde Zeus, en keerde om geen argwaan te trekken weer snel terug naar Kronos.
Hij wist totaal niet dat ergens ver weg zijn zoontje Zeus door de krachtige geitenmelk van zijn pleegmoeder Amalthea en de unieke, heilzame manna, de stroop die de vriendelijke nimfen de Meliai wonnen uit de esbomen daar, opgroeide tot de een oersterke, uiterst knappe jongeling met al duidelijk zichtbare leiderscapaciteiten.
Met behulp van Rhea bood hij zijn onwetende vader een beker met een sterk toverdrank. Deze maakte Kronos zo misselijk dat hij eerst de grote steen, en daarna zijn vijf eerder verzwolgen kinderen — Hera, Poseidon, Demeter, Hades en Hestia — nog geheel gaaf uitbraakte. Om vervolgens door het vele papaverzaad in de drank in een diepe slaap te vallen. Zijn kinderen werden de nieuwe leiders, de goden van hemel, aarde, zee en onderwereld, met Zeus als de onbetwiste oppergod.
Uit dankbaarheid gaf Zeus de geit Amalthea een mooie plek aan de hemelboog, tussen de Boogschutter en de Waterman.
Op Kreta wordt de Dikteon Antron of Psychro grot — op 48 km van Heraklion — genoemd als de grot waar Zeus werd geboren, opgroeide, en gebaad zou hebben in het kleine meertje achterin. Er zijn al in 1400, en vooral tussen 1890 en 1939 veel archeologische vondsten gedaan, waardoor vaststaat dat in deze oude heilige Minoïsche grot al sinds 2000 v.o.j. de goden werden vereerd. Veel toeristen bezoeken het prachtig gelegen grottencomplex met veel stalagmieten en stalactieten.
Christelijke overlevering
In de christelijke overlevering werd het sterrenbeeld Steenbok gelieerd met Simon de Zeloot. Hoewel hij eerst tollenaar was en een medestander van de Romeinen, werd hij later een van de twaalf apostelen.
Er is weinig met zekerheid over hem bekend. Hij ijverde voor de vrijheid van Israël, als de sekte der zeloten, die strijd voerden tegen de Romeinen. De Heilige Schrift beschrijft hem soms ook als Simon de Kanaäniet, de bruidegom van de bruiloft van Kana, waar Jezus water in wijn veranderde.
De kerstening van de sterrenbeelden was te danken aan Julius Schiller (circa 1580-1627), een advocaat/notaris die in zijn sterfjaar zijn steratlas Coelum Stellatum Christianum publiceerde. Hierin werden de heidense sterrenbeelden vervangen door bijbelse tegenhangers. Zo verving Schiller de 12 sterrenbeelden van de dierenriem door de twaalf apostelen.
Schiller beeldde de sterrenbeelden af als geprojecteerd op een globe, meestal van de aarde kijkend. Ook zijn, toen heel ongebruikelijk, sterrenbeelden afgebeeld zoals vanaf de aarde zien, zonder gefantaseerde figuren.
Hoewel Schiller assistentie kreeg van onder andere de bekende astronomen Tycho Brahe en Johannes Kepler, werd zijn interpretatie slechts gezien als een curiositeit. Nu kunnen zijn afbeeldingen echter worden gezien als de grondslag voor de huidige sterrenkaarten.
Noten
[1] Bron: Les Très Riches Heures du duc de Berry, januari — Gebroeders Van Lymborch (1411-1416). Het miniatuur van de maand januari verbeeldt wat tegenwoordig een nieuwjaarsreceptie is. Er staat een rijk gevulde dis op de tafel en bedienden schenken drankjes. De feestelijke ontvangst door de Duc de Berry — met bontmuts en bontgevoerde blauwbrokaten mantel — speelt zich af in de ridderzaal van een Parijs’ kasteel. De hertog deelt kostbare geschenken uit, een soort vrijgevigheid dat in de Middeleeuwen als een ridderlijke deugd wordt gezien en tegelijkertijd als een manier om loyaliteit te belonen of te verkrijgen. Boven de haard is het wapen van de hertog zichtbaar: azuur bezaaid met fleur-de-lys en met kleine beren en gewonde zwanen.
[2] Bron: Nivôse, de sneeuwmaand, is de vierde maand van de Franse republikeinse kalender en de eerste wintermaand — Tresca Salvatore (Graveur), Louis Lafitte (Dessinateur du modèle, 1770-1828); allégorie pour le mois de Nivôse. Domaine public français, bibliothèque nationale & Bureau des Longitudes.
[3] Bron: De godheid Dionysos met een satyr circa 490-480 v.o.j. — kunstschilder Makron, foto ArchaiOptix, Altes Museum (Antikensammlung) F 2290, Berlijn
[4] Bron: seksuele orgie van 5 saters, tussen sfinxen circa 500 v.o.j. — kunstschilder Makron, foto ArchaiOptix, Altes Museum (Antikensammlung) 1964.4, Berlijn
[5] Bron: Heiligdom en theater van Dionysus — foto Berthold Werner
[6] Bron: Aristophanes — prentmaker: Willem van Senus (1783-1851), Rijksmuseum Amsterdam
[7] Bron: De Vogels (ca. 550-530 v.o.j.) — foto Jastrow, Ruiter met vogels en een gevleugelde figuur, Lakonische zwartfigurige kylix, British Museum
[8] Bron: Aanbidding der koningen (circa 1475) — Hieronymus Bosch, Metropolitan Museum of Art, New York
[9] Bron: De geboorte van Christus — Manuel Perez Paredes, mozaïekmuurschildering, Nuestro Señor del Veneno-tempel, Mexico-Stad
[10] Bron: De aanbidding door de magiërs (1303) — fresco Giotto di Bondone, Cappella degli Scrovegni, Padua
[11] Bron: De oudst bekende afbeelding van de komeet van Halley (1068) — Tapisserie de Bayeux, La telle du conquest, Scène 32, foto Myrabella
[12] Info uit: Jacob-Lorber-Bulletin-Internationaal 02 (2016) 4
[13] Bron: Capricornus constellation map — Torsten Bronger
[14] Bron: Capricorn symbol (circa 1440-1450) — Book of Hours, the Fastolf Master, Bodleian Library, Oxford C.160. MS. Auct. D. inf.2, 11, fol 12r
[15] Bron: Capricornus (1624) — Johann Bayer, Bayer’s Uranometria, is one of the most important celestial atlases of the 17th century.
[16] Bron: Fol. 50v Capricornus — Aratus (315-214 v.o.j.) poet, astronomer and writer, Uit: Phenomena, Leiden University Library
[17] Bron: Sterrenbeeld Capricornus — mythologische steenbok met een heremietachtige schelp als achterpoot. De randen zijn versierd met florale ornamenten zoals een distel. Getijdenboek (circa 1470), Loire, MS G.1 I fol. 12r, The Morgan Library and museum, NY.
[18] Bron: December, Sterrenbeeld Capricornus — miniatuur van folio 099r uit het getijdenboek (1455) van Simon de Varie, Parijs, KB 74 G37a, Koninklijke bibliotheek De Haag
[19] Bron: Kohen Gadol, hogepriester van de tempel van Jeruzalem (op de borstplaat vier rijen van drie edelstenen) — foto Andreas F. Borchert, Church of the Immaculate Conception, Ballymote, Ierland
[20] Zie: Exodus 39, 8-14, de Bijbel in 1000 seconden
[21] Bron: Eurydice gebeten door de slang (circa 1814) — aan Antoinette Béfort toegeschreven
[22] Bron: The Goat Amalthea Nursing the Infant Zeus and a Young Satyr — Bernini, foto — foto Sailko. Galleria Borghese, Rome
[23] Bron: Dikteon Antron of Psychro grot — foto Z thomas, Kreta
[24] Bron: Simon de Zeloot (eerste helft 17e eeuw) met zijn attribuut de zaag — anonieme Caravaggist
[25] Bron: Simon de Zeloot (1627) als het sterrenbeeld Steenbok — Julius Schiller, Coelum stellatum Christianum XXXI, Andreae Apergeri, Augsburg