Kathy Anita de Vries-de Graaf
Wijsheidsweb, 9 februari 2020
Hebben pioniers vaak een ondankbare rol?
En waarom is het zo belangrijk dat wij deze pioniers niet vergeten?
Zijn we de pioniers vergeten?
Om met de laatste vraag te beginnen, wanneer wij de pionier vergeten, komt dat de belangen van de doelgroep niet ten goede.
Waarom is dit zo, luidt de volgende kritische vraag.
Omdat niets en niemand zo verbonden is met zijn doelgroep als de pionier. Sterker nog, hij of zij is bereid te strijden voor de belangen van deze groep, soms ten koste van hem of haarzelf.
Ik hoef de grote voorbeelden uit de geschiedenis niet te noemen, ik vrees dat ze voor het oprapen liggen. Als mijn eerste bewering waar is, betekent dit logischerwijze dat de belangen van de doelgroep minder goed worden gediend als de initiator van deze belangenbehartiging vergeten wordt.
Zijn intenties en doelstellingen verwateren langzamerhand. Wat daaruit voortvloeit is dat een afgietsel ontstaat waarbij doelen en middelen langzamerhand niet meer uit elkaar worden gehouden.
Als dit proces lang genoeg voortduurt is iedereen op een bepaald moment de zuivere doelstellingen volkomen vergeten en verwijdert men zich verder en verder van de bron. Dit veroorzaakt weer verlies van de oorspronkelijke criteria.
Hij of zij was ooit de scheppende bron, van waaruit alles wat later vorm kreeg, is voortgekomen. Het bijzondere is namelijk dat de strijd die deze man of vrouw moet voeren, voortkomt uit het werkelijk zien van het lijden of de misstanden waar deze groep onder lijdt.
Een feit is dat er logischerwijze sprake is van een ontwikkeling. De vraag is alleen in welke richting dit proces verloopt. Beweegt het zich verder van de oorspronkelijke intenties af of volgt juist een verdieping naar deze intenties toe? Dat kan uiteraard ook plaatsvinden door middel van veranderende vormen.
Hebben pioniers vaak een ondankbare rol?
Het antwoord op de eerste vraag zou onder andere in het volgende kunnen liggen.
De positie van de pionier wordt evenzeer bemoeilijkt door een conflict in de beweging van (de) tijd. Deze beweging is namelijk tegendraads.
De pionier is zijn tijd vooruit, hier is dus sprake van een versnelling, terwijl de omgeving bijna vanzelfsprekend achterblijft in een vertraging.
Alleen al in dit tijdsconflict kan het innoverende idee, het project van de pionier zodanig worden geschaad, dat het niet tot ontwikkeling komt.
Ook in dit pioniersschap zijn uiteraard fases te bespeuren, maar dit laatste vraagt om grootschalig onderzoek.
Op dit moment wil ik slechts de beweging van de tijd aanroeren. Mocht de vernieuwing deze tegendraadse beweging overleven, dan nog zal de tijd opnieuw een aanslag doen op de initiator, omdat enkele generaties of een generatie later, anderen de uiterlijke vorm van het project verder zullen leiden.
Dan, zo zien wij meerdere malen in de praktijk, wordt de essentie verlaten. Vaak ook door de nieuwe eisen die vanuit management en maatschappij worden gesteld, zien nieuwe generaties zich genoodzaakt een ander beleid te voeren.
Mijn gedachte hierbij is bij voortduring de hoop dat er toch verbinding blijft met het primaire gedachtegoed van de pionier.
Uiterlijke vormen veranderen uiteraard, maar moeten toch de kans krijgen te blijven resoneren op kostbare essenties die op hun beurt het fundament vormen van maatschappelijke vernieuwingen.
Een kleine conclusie op een onvolledig betoog
In het algemeen is het goed altijd de universaliteit van de pioniersgedachten te onderzoeken, omdat juist deze een kenmerk is dat de tijd overstijgt.
Anders zou een rigiditeit of starheid kunnen ontstaan die op zich weer beperkend werkt.
En dat kan of mag nooit de bedoeling zijn, niet van de pionier, niet van de doelgroep en niet van de mensen in een nabije cirkel daar nog omheen.
Noten
[1] Bron: Vallen en opstaan
[2] Bron: De pionier