Sheikh-al Masheikh Mahmood Khan, een ontmoeting

0

Kathy Anita de Vries – De Graaf

Hazrat Inayat Khan (1882-1927)[1]

Ik geef u niet mijn ideeën, wat ik u geef is mijn persoonlijke kennis. Ook zegt hij: Als uw denken het niet begrijpen kan, kan uw ziel het begrijpen.

Hazrat Inayat Khan

Dit is het tweede verhaal uit een serie van vijf interviews met bijzondere mensen — deel 1 over Rumi — waarin wij op zoek gaan naar heling. Heling voor psychisch leed; vooral van mensen in verpleeghuizen: de mens die bij het naderende einde van het leven is aangekomen, met rouw over dat wat voorbij is. Hoe gaan wij allen als mens in ons menszijn hiermee om? U en ik. Psychisch leed, rouw en pijn markeren vaak grenzen die soms zo moeilijk te slechten zijn. Maar toch, het bewustzijn van wie wij werkelijk zijn, schemert als een schijnsel van licht achter deze grens.

Hebben wij nog de moed ons bewustzijn op te lichten, dragers van het licht te mogen zijn in een duistere wereld waar al die vonkjes zo hard nodig zijn?
In dit tweede gesprek vertelt Sheikh-al Masheikh Mahmood Khan over de diepste essentie van de mens, de ziel. Deze tekst is mijn weergave van het gesprek en het is tevens gebaseerd op het bijzondere boek De Ziel: vanwaar en waarheen? van Hazrat Inayat Khan.

Sheikh-ul-Mashaikh is historicus en musicoloog en is de neef van Hazrat Inayat Khan, de grote musicus-mysticus die in de vroege jaren van de 20ste eeuw het Indiaas Soefisme naar de westerse wereld bracht.
Bovenstaand citaat van Hazrat Inayat Khan weeft voor mij door het gehele interview heen een draad van ontroering. Het zijn immers niet Murshid’s ideeën, het is zijn ervaring, zoals Mahmood zegt. Wat betekent dat? Dat betekent dat hij de grens heeft mogen overschrijden … en vervolgens legt hij deze mystieke kennis in ons hart met de bijzondere woorden:

Als uw denken het niet begrijpen kan, kan uw ziel het begrijpen.

Wat is de ziel en wat is het dat de ziel haar eigen bestaan doet kennen?, vraag ik Mahmood. Misschien, zegt Mahmood, zou je, denkend in Murshid’s terminologie, de ziel kunnen beschrijven als radiance, als straling, als gloed, als datgene, ja bijna symboliserend gesproken, als de lichtstraal die de mens bewust maakt. Dan komen wij bij de vibratie leer van Hazrat Inayat Khan, die daar uitgaat van de muziek en dus de vibratie, waarvan hij zegt, alles in het leven is vibratie, het lichaam, de geest en de ziel. De fijnste vibraties zijn zelfs niet door de ziel waar te nemen. De ziel is zelf uit die vibraties samengesteld. De vibraties die de ziel ook zijn bewustzijn geven. Wanneer de mens zich bewust wordt van die vibratie, van dat niveau van het zieleleven geeft hem dat het bewustzijn van te zijn.

De mystieke ervaring

De mysticus bereikt een mystieke ervaring op basis van zowel ontvankelijkheid als discipline. Dit gaat terug op wijsheid over een driedeling van de mens die zowel in India, in de Vedanta-traditie voorkomt alsook in het Soefisme in de klassieke tijd. De mens in geestelijke, fysieke en psychologische gestalte. Murshid Inayat Khan benoemt de psychologische gestalte tweevoudig als the mind, dus de geest, en the heart, dus het gemoed. Geest en gemoed vormen bij hem eigenlijk één, het tweede niveau van de mens. Hij zegt: de geest is de oppervlakte van het psychologisch wezen van de mens en het hart is de diepte ervan:

The mind is the surface of the heart and the heart is the depth of the mind.

En vervolgens noemt hij als het derde element het zieleleven.
In zekere zin kun je zeggen dat het hart de Januskop is die deels naar buiten kijkt naar de geest en het fysieke bestaan en deels uitblikt naar het derde niveau van de mens, zijnde het zieleleven.
Kennis hoort bij de mind, terwijl ervaren van het gevoelsleven een kwestie van het hart is. De ziel gaat het begripsvermogen te boven en dat is het gebied van ervaren. Het is dan ook heel moeilijk om de zielservaring terug te brengen naar begrippen van onze geest of in woorden van ons fysieke bestaan. Dat betekent eigenlijk dat als je dat doet, je het tot twee keer toe in zekere zin vernauwt. Dat is de moeilijkheid van het zieleleven. Heel veel mensen kunnen iets daarvan ervaren maar zijn zich er niet van bewust. Sommige mensen zoeken dat heel bewust na, de beleving van het zieleleven, ofwel dat wat je mystiek kunt noemen.

Het ervaren van de innerlijke werkelijkheid heeft echter twee dimensies, de verbinding in esoterische zin is de ontwikkelingsgang van het leren kennen van het diepste zijn in de mens, maar in metafysische zin is het de verbondenheid van het zieleleven met de uiteindelijke Goddelijke werkelijkheid. Je zou dus kunnen zeggen dat de kosmologische totaliteit in feite een uitbreiding is van zijn esoterische visie naar de metafysica. Het is dus heel belangrijk te beseffen dat Murshid Inayat Khan zijn hele kosmologie opbouwt uit wat de mens zelf ervaart.

Hoe verhoudt het leven van de menselijke ziel zich tot het leven van het Goddelijke Zijn?

Djalal-ud-Din Rumi [1]

Hier leidt mijn gesprek met Sheikh-al Masheikh Mahmood Khan naar treffende woorden van Rumi:

Luister druppel, geef jezelf op zonder spijt
en ontvang in ruil daarvoor de oceaan
Luister druppel, gun jezelf die eer
en voel je geborgen in de armen van de zee.
Wie viel ooit dat geluk ten deel?
Een oceaan die een druppel het hof maakt!
In godsnaam, in godsnaam, verkoop en koop direct.
Geef een druppel en ontvang een zee vol parels.

Mahmood vertelt hierover:

Rumi geeft het beeld van de druppel die naar de oceaan wil vloeien. De druppel komt van de bergbeken af, van de bergbeken komt het in de rivieren en de rivieren vloeien naar de zee en de zee is deel van de oceaan. Dat is een soort ingeboren neiging van de druppel om terug te keren tot de oceaan waar hij uiteindelijk via de verdamping bijvoorbeeld dus aankomt. Dus die wil terugkeren en dat is een heel algemeen beeld, dat vind je in alle religies en menselijke systemen terug.

Wat zegt Murshid Inayat Khan hierover? Ja, die druppel komt uiteindelijk in deze zee, in deze oceaan terecht en doordat hij de oceaan is, trekt hij zoveel van de magie en het leven in de oceaan tot zich dat hij weer plotseling tot hernieuwd leven komt.
Met andere woorden het idee dat de druppel niet alleen opgaat in de oceaan maar ook daaraan zijn magnetisme ontleent, zo zegt hij, dat druppel en zee elkaar aantrekken, is iets wat ook in metafysische zin zijn geldigheid heeft.

Zo komt de druppel uit de oceaan maar verlangt ook weer om terug te keren naar diezelfde oceaan. Zinnebeeldig kan men ook zeggen, de ziel gaat in deze kringlopen van God tot God

Na het opgaan in het leven Gods is er weer leven vanuit het leven Gods.

Kringlopen van God tot God

Vanuit een mystiek weten geeft Inayat Khan een boeiend inzicht in de kringlopen van de ziel.
Mahmood:

The circle of existence is ook in het oude Soefisme voorhanden. Over dingen die het intellect te boven gaan, kan je alleen maar symboliserend of poëtisch spreken. Alles wat je intellectueel zou willen formuleren, schiet tekort want op dat niveau is het niet waar. Het zit allemaal in een sleutelwoord bij Inayat Khan, in realisation, het verwerken van dat niveau van geestelijke verlichting. Je vindt in Murshids werk ook een zekere tweeledigheid, het van het ene bestaansniveau ontwikkelen naar het andere bestaansniveau.
Maar je hebt ook een begripsvorming die je in Murshid Inayat Khan’s werk vindt, die in feite de mens als zodanig, de ziel in Zich draagt, en de geest of de genius in zich draagt, de engel in zich draagt, in zijn fysieke vorm. De mens heeft de zielenwereld van de engelen en de djinn-wereld van de geest nooit verlaten, want deze zijn in hemzelf aanwezig. Dat kun je je een beetje voorstellen als een lift. De mens gaat van zijn fysieke bewustzijn naar zijn geestelijk bewustzijn, zijn emotionele bewustzijn. Dat is dan de tweede verdieping. En dan is daar die derde verdieping van het zieleleven. De mens gaat in die lift heen en weer, soms heel onbewust en soms wel gecultiveerd en bewust, maar stapt normaal niet uit die lift. Wat gebeurt als de mens uit zijn lichaam treedt?
Dan stapt hij daar bewust uit als het ware… Hij stapt dan in zijn geestelijk leven uit die lift en komt in die werkelijkheid, die daarmee samenhangt. En vervolgens, als hij dan tenslotte overgaat naar de derde fase, de zogenaamde engelenwereld, dan komt hij weer van die lift op de derde etage, op dat niveau van het zieleleven.
De mens is natuurlijk toch ingekapseld in zijn fysieke en mentale beperkingen, dus ziet dat wel. beleeft het wel, kent dat wel, maar is er niet zo radicaal mee bezig als iemand die dat, hetzij fulltime beoefent of als iemand die tenslotte het lichaam verlaat en dan plotseling constateert in die wereld te zijn.

Over leven en dood

Ik vind zelf deze woorden uit het boek van Hazrat Inayat Khan heel troostend:

De dood sterft, niet het leven. Wat is dan de ziel? De ziel is leven, zij raakt de dood niet aan. De dood is haar begoocheling, de indruk die zij heeft, de dood komt tot iets dat zij vasthoudt, niet tot de ziel zelf. Beide, leven en dood, zijn tegengestelde aspecten van een ding, namelijk verandering. Als er iets overblijft van de dood bij de ziel die van deze aarde is weggegaan, dan is het de indruk die deze op haar gemaakt heeft in overeenstemming met haar opvatting over de dood. Toch is het wel degelijk een verandering en als het leven verandering is, dan is de dood alleen een verandering van leven.

Als je het leven na de dood ontkent, is dat een enorme teloorgang.
Hierover zegt Mahmood:

Deels heeft de psychologie hier, spiritueel gesproken, enerzijds uitermate gebrekkig, toch getracht een richting aan te geven. Anderzijds, het nader over deze dingen nadenken, is wel wezenlijk. Ook het nihilisme is een vorm van menselijke verbeelding, het materialisme is een vorm van menselijke verbeelding, zo goed als de spiritualiteit. De mens heeft het vermogen tot verbeelden in zich. Het is een levensvoorwaarde om de geest, dus de verbeelding, op te wekken en dat kan in heel verschillende richtingen qua cultuur en beschaving, noem maar op — secundaire factoren waaraan de geest zich vervolgens aan onttrekt, dat is de kracht van de spiritualiteit.
Kijk, het idee van het leven in deze drie werelden, kun je een beetje leren door je eigen denken en voelen te verkennen en daarna datgene wat boven denken en voelen uitgaat.
Een besef er te zijn zonder eigenlijk het gevoel te hebben nog ‘iets’ te zijn. Dat kan ieder mens met een zeker gemak bereiken. Veel mensen zullen dat spontaan in zich voelen opwellen, maar zij kunnen het niet identificeren.
De mystiek is in die zin een soort geheime dienst, die alle mogelijke details analyseert waar geen mens verder bij stilstaat. Dat is het werk van deze ‘intelligence’, van deze geheime dienst waar de mens aan voorbijgaat.
En dat is zeker zo bij het zieleleven, even dat gevoel van opgeheven te zijn boven je denken en je voelen en toch met een zekere intensiteit van bestaan.

De magie van de schoonheid

Schoonheid is als magie op het mystieke pad dat versterkend werkt en ook een sleutelbegrip bij Murshid Inayat Khan is. Dit heft je op boven al je beperkingen en geeft je een vorm van vreugdevolle beleving: een vreugdegevoel dat tegelijkertijd rustgevend is:

Dat zijn the joy and the peace, de twee uiteindelijke elementen waarin het zieleleven zich manifesteert. Dus de schoonheidsbeleving als zodanig en het zoeken daarnaar, is voor de mens een heel vervullende manier van spiritueel bezig te zijn. Als de schoonheidsbeleving contemplatief wordt, dan zit je al heel dicht bij de meditatieve mystiek, dan is de overgave als het ware een vloeiende lijn.

Wat mij na het bestuderen van het boek van Murshid Inayat Khan zo opvalt, is dat het zijn hier op aarde — juist door het op deze zo bijzondere wijze beschrijven: vanaf het leven voor de geboorte tot na het sterven — nog zoveel meer aan betekenis wint. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het volgende stukje tekst (waarvan Murshid Inayat Khan meer voorbeelden geeft):

Wie op deze aarde geleerd heeft vreugde en geluk voor zichzelf en anderen te scheppen, zal in die andere wereld door vreugde en geluk worden omringd. En wie op deze aarde zaden van gif heeft gezaaid, zal daar de vruchten ervan moeten plukken. En daarin ziet men rechtvaardigheid als de aard van het leven.

Mahmood zegt tenslotte:

Ja, de diversiteit van de natuur spiegelt zich in de diversiteit van de mens, natuurlijk. Maar de mens zit zo vol twijfel en onzekerheden dat hij gewoon niet durft. De overgang van het verstandelijk begrijpen naar het kunnen invoelen van dingen, is voor mensen vaak heel moeilijk en die hebben helemaal niet in de gaten dat het denken ook een vorm van verbeelding is. Dit is een van de dingen die mensen zullen moeten leren, hoe relatief ook het denken is en alle verbeelding is relatief, maar het heeft allemaal een functie.

Als Uw denken het niet kan begrijpen, kan uw ziel het begrijpen…

[1] Bron: Author Nekbakht Foundation, 1911 Own work, Creative use. Op 18-06-2025 geraadpleegd van Hazrat Inayat Khan (1882-1927) in 1911

[2] Bron: Djalal-ud-Din Rumi – kunstenaar onbekend, historische impressie

Avatar foto

Ik studeerde vijf jaar hoofdvak piano op de conservatoria in Den Haag en Utrecht. Daarna volgde ik enige lessen bij Louis Kentner in Londen. Mijn tweede man Marco de Vries (o.a. oprichter van het Helen Dowling Instituut) bracht mij in aanraking met de nu 96-jarige pianiste Elly Salomé. Haar lessen die ik nog wekelijks volg zijn vanwege haar enorme kennis en betrokkenheid een inspirerende en verrijkende (zowel ei als ij) ervaring.

Schrijf een reactie