Tengo los ojos azules
Tengo los ojos azules
Y el corazoncito igual
Que la cresta de la lumbre
La luna es un pozo chico
Las flores no valen nada
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
De noche me salgo al patio
Y me harto de llorar
De ver que te quiero tanto
Y tú no me quieres ná
La luna es un pozo chico
Las flores no valen nada
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Esta gitana está loca
Pero loquita de atar,
Que lo que sueña de noche
Quiere que sea verdad
La luna es un pozo chico
Las flores no valen nada
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Las manos de mi cariño
Te están bordando una capa
Con agremán de alhelíes
Y con esclavina de agua.
Cuando fuiste novio mío
Por la primavera blanca
Los cascos de tu caballo
Cuatro sollozos de plata
La luna es un pozo chico
Las flores no valen nada
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
Lo que valen son tus brazos
Cuando de noche me abrazan
|
Mijn ogen blauw
Mijn ogen blauw
Mijn hartje puur
Een kruin van vuur
Een put: zo komt de maan mij voor
Bloemen: pracht die kleur verloor
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Op de patio in de nacht
laat ik mijn tranen stromen
De man op wie ik wacht
zal nimmer bij me komen
Een put: zo komt de maan mij voor
Bloemen: pracht die kleur verloor
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Die zigeunerin is gek,
stapel-, stapel-, stapelgek
en haar wensdroom in de nacht
wordt overdag ontkracht
Een put: zo komt de maan mij voor
Bloemen: pracht die kleur verloor
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Mijn handen vol liefde borduren
jouw mantel in stille uren
Violieren, violieren traag
versieren je gevlamde kraag
Witte lente
Zachte blikken
Paardenhoeven als
vier zilveren snikken
Een put: zo komt de maan mij voor
Bloemen: pracht die kleur verloor
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
Armen: schijn die niet bedriegt
waarin je in de nacht mij wiegt
|