De kroning van Eisenstein

0

Erik Hoogcarspel

Bron: Boeddhistisch Dagblad, 13 april 2020 Op 22 mei op het ww
Het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2)[5]

Het Coronavirus herinnert volgens de Amerikaanse schrijver Charles Eisenstein aan de goede oude tijd waarin de dreigingen van besmettelijke ziekten konden worden afgewend door de moderne geneeskunde en hygiëne. Deze tijden zijn volgens hem voorbij, zo schrijft hij in zijn recent verschenen essay ‘The Coronation’.
De regeringen zijn volgens hem ditmaal in hun nopjes met het virus:

“Hoezeer verwelkomen zij de uitdaging waar ze eindelijk voor gesteld zijn. Hoe graag omarmen ze het als de uiterste crisis. Op wat een vanzelfsprekende wijze zoeken hun systemen van informatievoorziening naar de meest alarmerende schildering ervan. Hoe gemakkelijk gaat het publiek mee in de paniek, waarbij het de dreiging omarmt dat de autoriteiten in staat stelt deze te gebruiken als een bliksemafleider voor de meerdere onuitsprekelijke problemen die ze niet aan kunnen.”

Coronation blz. 5

Sociaal Primitivisme

Charles Eisenstein (1967) studeerde wiskunde en filosofie in Yale. Hij schreef tot nog toe zes boeken, houdt vaak lezingen en hij woont momenteel in Ashville, North Carolina, een stad ongeveer zo groot als Gouda.
Hij onderging een existentiële crisis doordat hij zijn ervaringen niet kon rijmen met zijn wetenschappelijke opleiding en zag het licht.

Zijn eerste boek, waar hij 10 jaar over deed, heet ‘The Ascent of Humanity’. Het doel ervan is “om een organische opvatting van de godheid in te voeren dat gevoed wordt door de wonderen die de wetenschap heeft ontdekt”.
In verband daarmee verkondigt hij een organische opvatting van het zelf als een oppervlakte-fenomeen van een netwerk van relaties.

De Toren van Babel — Pieter Breughel de Oudere[1]

Dit klinkt allemaal erg ingewikkeld, maar op de voorplaat van zijn boek prijkt het schilderij ‘De Toren van Babel’ van Pieter Breughel de Oudere.
Deze mythe vormt — samen met die van de uitdrijving uit het Paradijs — het grondpatroon van het gehele boek.
De mensheid is uit het Paradijs weg geraakt op het moment dat de landbouw werd ingevoerd. Vanaf die tijd ontstond het begrip van eigendom, werd er later geld ingevoerd en ontstonden de techniek en de wetenschap.
Beide laatste activiteiten zijn volgens Eisenstein vergeefse pogingen om het leven te controleren. Deze controle is nodig omdat de mens zich van de natuur (die tevens God is) heeft afgezonderd. Deze toestand strekt zich uit over een gehele periode, die van de Afscheiding, die tot nu toe heeft geduurd. Ze maakt echter deel uit van een soort natuurlijke evolutie, want ze zal worden opgevolgd door een periode van Hereniging.

Eisenstein is een soort sociaal primitivist, hij is ervan overtuigd dat de beschaving de mens meer kwaad heeft gedaan dan goed. Ondertussen leeft hij wel midden in de huidige maatschappij, hij verdient er zijn geld en zijn zoon werkt zelfs voor Dunkin’ Donuts, een bedrijf dat als businessmodel heeft alle mensen moddervet te maken en daar veel geld mee te verdienen.
Een sociaal primitivist moet blijkbaar compromissen maken voor de carrière in een beschaafde wereld of iets wat daarvoor doorgaat.

Jean-Jacques Rousseau[2]

De bekendste sociaal primitivist is Jean-Jacques Rousseau (1712–1778). Deze was op zijn minst net zo’n vat vol tegenstellingen als Eisenstein.
Hij kon er maar geen genoeg van krijgen de Franse elite te bekritiseren, maar liep intussen alle salons af om de rijke dames geld af te troggelen. Hij schreef boeken over de opvoeding van kinderen maar legde zelf alle elf kinderen die zijn lieve Thérèse hem schonk te vondeling.
Dit betekent overigens niet dat de boeken van Jean-Jacques geen waarheid zouden kunnen bevatten. Een auteur hoeft zijn eigen idealen niet te praktiseren, zoals een richtingaanwijzer niet de kant hoeft op te gaan die hij aanwijst.

Eisenstein doet zijn best om zijn lezers ervan te overtuigen dat de weinige jager-verzamelaarsvolkeren die van onze cultuur van afscheiding en individualisme verschoond zijn gebleven, in een soort van zalige overvloed leven en nooit last hebben van enige ziekte of gebrek.
Hij verwijst enthousiast naar het werk van de anarchist John Zerzan over het Indianenvolk de Pirahã die een zeer eenvoudige taal spreken en bijna geen instrumenten gebruiken.
Net zoals Rousseau sprak van de ‘edele wilde’ vindt ook Eisenstein dat dit soort mensen minder verdorven zijn dan wij.

Natuurreligie

Technologie en wetenschap vormen in wezen de vijand van de mens omdat daarbij alles wordt gerationaliseerd. Daardoor leeft de mens afgescheiden van de organische goddelijke natuur.
Eisenstein wil niet terug naar het oude Joods-Christelijke geloof, hij wil een nieuwe New Age-achtige versie daarvan. Hij wil een non-dualistische religie, waarbij materie en geest verenigd zijn en het heelal zelf heilig is. Alles heeft bewustzijn en het animisme is volgens hem waar! Het individu die deze religie praktiseert wordt dan weer ingekaderd in een familie en een gemeenschap of in een stam en verbonden met zijn omgeving.

Een groot deel van het boek is ingeruimd voor een kritiek op de huidige samenleving, echter hoofdzakelijk gezien vanuit het perspectief van de Verenigde Staten.
Daarbij werkt Eisenstein zijn bezwaren uit op allerhande terreinen van de wetenschap en schuwt er daarbij niet voor om tot in de details uit te weiden. Hij trakteert de lezer op praktisch alles wat hij in de collegebanken heeft geleerd en daarna van alternatief-wetenschappelijke Amerikaanse auteurs heeft gelezen.

Zijn kennis van Europese auteurs gaat niet verder dan Descartes en Galilei, die dan ook zo’n beetje worden beschouwd als de bron van alle kwaad. Zijn historische kennis is oppervlakkig en hij is onbekend met sociologisch onderzoek en met analyses van hoe wetenschap echt werkt.
Hij noemt verder het boeddhisme en het daoïsme wel, maar komt niet verder dan wat algemene opmerkingen. Volgens hem leeft de primitieve mens al in het nirvāṇa.

Ondanks zijn voorliefde voor primitieve samenlevingen houdt Eisenstein dus niet van eenvoud. Veel van zijn maatschappijkritiek is overigens terecht, het probleem is alleen dat dit veel meer van toepassing is op het leven in de Verenigde Staten dan ergens anders. Dit land is ethisch totaal failliet.
Bij de uitbraak van het Coronavirus kochten de Chinezen mondkapjes, de Europeanen toiletpapier (je moet er toch niet aan denken dat je met korstjes op je kont in het ziekenhuis belandt?), maar in de V.S. kocht iedereen vuurwapens omdat men daar bang is voor de buren.
Het sprinkhanenkapitalisme en de extreme geldzucht die de scheiding tussen arm en rijk opdrijft, zijn dan ook van Amerikaanse oorsprong.

Sprinkhanenplaag[3]

Een goed voorbeeld van hoe de Amerikaanse invloed langzaam in Europa doorsijpelt, is de vanzelfsprekendheid van het utilisme. Ik noem dit een meet- en regelethiek, het is de ethiek van een sjacheraar.
Het komt erop neer dat ethische afwegingen gebaseerd worden op de resultaten van handelingen en niet op hun motivatie.

Er is in de media bijvoorbeeld sprake geweest van triage, het voorbehouden van medische behandelingen aan bepaalde groepen mensen in geval van schaarste. Liever opa laten doodgaan dan een frisse jonge meid, die nog een heel leven voor zich heeft.
Een mensenleven is dan als een blikje fris, als je twee blikjes hebt en je kunt er maar één meenemen, dan gooi je het blikje weg dat bijna leeg is.

Het onthouden van een medische behandeling aan iemand die dat nodig heeft gaat echter in tegen de Eed van Hippocrates die elke arts aflegt. Een mensenleven is volgens deze eed geen blikje fris. Dit betekent dat de arts niets te kiezen heeft en dat hij zich moet houden aan het principe van levens te redden, dat is principe-ethiek. Motivatie, eerbied voor het leven, bepaalt de afweging en een leven is niet te meten!

Triage kan daarom alleen worden uitgevoerd op basis van een lotingsmechanisme, maar wie denkt daar nog over na!

Historicisme

Zoals de joden hopen op de wederkomst van de Messias en de christelijke Millenialisten op de wederkomst van Jezus, hoopt Eisenstein op het aanbreken van de periode van Hereniging.

De uitbraak van het Coronavirus is voor hem een teken dat dit niet lang meer zal duren. Dit doet denken aan de New Age beweging. De musical ‘Hair’ begint met het bekende lied over de nieuwe eeuw van Aquarius:

“When the Moon is in the seventh house and Jupiter aligns with Mars, then peace will guide the planets and love will steer the stars. This is the dawning of the age of Aquarius…”.

Al deze ideologieën hebben één element gemeenschappelijk: historicisme.
Dit is het geloof dat de geschiedenis verloopt volgens een soort dienstregeling. Wie het spoorboekje van de geschiedenis via openbaring of een soort intuïtie heeft begrepen, weet dus wat er gaat komen.
Eisenstein is ervan overtuigd dat hij een van deze profeten is en herkent overal tekenen van de aanstaande ommekeer.

Het historicisme heeft echter een opvallend gebrek: het heeft altijd gelijk. Het kan geen ongelijk hebben. Om te beginnen omdat het te vaag is.
Iemand die bijvoorbeeld zegt “na regen komt zonneschijn” heeft altijd gelijk, maar hij zegt niets. Als je maar lang genoeg wacht breekt de zon heus wel weer door.
Iemand die zegt dat de regen over een kwartier zal ophouden, kan wel degelijk ongelijk krijgen. Zij doet een riskante voorspelling, maar vertelt iets over de wereld dat we nog niet wisten. Bovendien is de uitkomst van de voorspelling aan interpretatie onderhevig.
Als iemand voorspelt dat er binnen een uur een wolkje in de vorm van een teddybeer zal overdrijven komt die voorspelling altijd uit. Wie de teddybeer niet heeft gezien heeft niet goed gekeken.
Het is onmogelijk om te bewijzen dat de teddybeer niet langs is gekomen. Er zijn altijd mensen die een teddybeer voorbij zien drijven, op zijn kop van achteren, het maakt niet uit.

Een ander voorbeeld is de persoonlijke horoscoop die je in sommige tijdschriften kunt vinden. Sommige mensen geloven er heilig in, zelfs als je de beschrijvingen van de verschillende sterrenbeelden omwisselt.

Karl Popper heeft een heel boek aan gewijd aan een kritiek op het historicisme, getiteld ‘De Armoede van het historicisme’. Hij legt daarin uit waar de schoen wringt.
Geschiedenis is het verslag van wat mensen doen en denken, maar op dit moment kan niemand weten wat hij of zij over een week denkt. Niemand weet dus wat hij of zijn zal doen, noch wat anderen mensen zullen denken of doen. Daarom is de geschiedenis per definitie onvoorspelbaar. Bovendien maakt de geschiedenis deel uit van de geschiedenis. Zij kan daarom nooit worden beschouwd als feitelijke kennis.
Elk oordeel over een stukje geschiedenis wordt bepaald door de historische periode waarin ze wordt gevormd en is zelf weer geschiedenis.

De kroning

Eisenstein geeft dus zijn oordeel over de recente uitbraak van het Coronavirus. Hij ziet erin een teken van de naderende maatschappelijke omwenteling waarop hij zo hoopt.
Hij merkt terecht op dat we nu merken hoezeer ons lot is verbonden met alle andere mensen op deze aarde. Alhoewel, dit ‘we’ bestaat alleen uit een eliteklasse, die gestudeerd heeft en geld heeft om te reizen, de meeste arme mensen hebben wel wat anders aan hun hoofd.

Hij vindt verder dat de autoriteiten verkeerd met het probleem omgaan. De methode van controle en beheersing is volgens hem verkeerd. Bovendien vindt hij het in principe verkeerd om mensen van elkaar te isoleren. Eenzaamheid is volgens hem dodelijker dan het virus. Dat de talloze monniken, nonnen en kluizenaars op de wereld hier niets van merken, ontgaat Eisenstein.

Hij haalt, zoals wel vaker in zijn boek en ook in zijn essay, dit argument onderuit door te verklaren dat doodgaan helemaal niet erg is. Je wordt dan immers weer in de natuur opgenomen, het is een ‘coming home’ (Coronation blz. 10). Ergens anders noemt hij elk mensenleven toch weer kostbaar. Hij vindt in elk geval dat mensen geen vrijheid mag worden ontnomen.

Teleurstellend is dat hij niet afwijzend staat tegen de vele samenzweringstheorieën die in het bange en wantrouwige Amerika inmiddels al zijn verzonnen.
Misschien is het Coronavirus wel ontwikkeld en verspreid door een kwaadwillige groep wetenschappers die de mensheid aan zich wil onderwerpen. Wie zal het zeggen, schrijft hij, je weet het niet, toch?
Bovendien vermoedt hij dat de regeringen wel blij zullen zijn met deze situatie waarin ze de mensen weer eens flink kunnen onderdrukken. Daarnaast, schrijft hij met een volgende drogredenering, hebben we virussen nodig, ze zijn niet onze vijand want ze zijn een onderdeel van de natuur. Misschien, zo speculeert hij verder, kunnen ze een middel zijn om de maatschappelijke omwenteling te bevorderen, zodat we een mooiere samenleving kunnen opbouwen.

Dan is het Coronavirus een kroning (coronation) van de mensheid.

Samsāra

Dat het leven niet ideaal is, hoef je een boeddhist niet uit te leggen. De vaststelling daarvan is het begin van het boeddhisme. Er zijn wel boeddhisten die geloven dat het eens wel ideaal zal worden, hetzij na wedergeboorten in een boeddhaland, hetzij na het einde van de huidige Kaliyuga (IJzeren Tijdperk) als de legers van boeddha Maitreya het kwaad hebben verslagen.
Dit laatste wordt voorspeld in de Kālacakratantra. Dit soort mythes zijn vanuit het hindoeïsme het boeddhisme binnen gesijpeld.

Dante met de Divina Commedia in de hand — Domenico di Michelino[4]

Overigens valt het niet mee om zich zo’n ideale wereld voor te stellen. In het boek van Dante Alighieri (1265–1321) de ‘Goddelijke Komedie’, wordt een beschrijving van de hemelen en de hellen gegeven.
Schopenhauer merkte hiervan op dat Dante voor de beschrijving van de hemelen met zijn handen in het haar moet hebben gezeten, maar dat hij voor de beschrijving van de hellen alleen maar om zich heen hoefde te kijken.

Men heeft trouwens ook al vaak geprobeerd mooie nieuwe samenlevingen zoals die Eisenstein graag wil, in elkaar te knutselen. Talloze communes en alternatieve leefgemeenschappen hebben een kortstondig succes gekend en zijn ten slotte ter ziele gegaan, meestal vanwege het probleem wie de toiletten moet schoonmaken.
Eisenstein blijft daarom het antwoord schuldig op de vraag waarom de periode van Hereniging lang zal duren.

De historische boeddha heeft echter met geen woord over utopieën gerept, blijkbaar was hij geen historicist. Zijn weg naar het ontwaken is een taak die ieder zelf op zich moet nemen, niet iets waar we met ons allen op moeten gaan zitten wachten.

Dat heeft zo zijn voordelen: of je al dan niet een eindje opschiet op deze weg, heb je zelf in de hand. Als je daarin slaagt, heb je geen kroning nodig. Elke omstandigheid, elke maatschappij, elke periode is dan goed. Je geluk is dan niet meer afhankelijk van de omstandigheden.

Noten

[1] Bron: De Toren van Babel
[2] Bron: Jean-Jacques Rousseau
[3] Bron: Sprinkhanenplaag
[4] Bron: Dante met de Divina Commedia in de hand, tempera op doek (1465), Domenico di Michelino, Santa Maria del Fiore, Florence
[5] Bron: SARS-CoV-2

Avatar foto

studeerde hedendaagse continentale filosofie in Groningen, richtte een boeddhistisch meditatiecentrum op en studeerde Aziatische filosofieën en religies. Hij doceerde hindoeïsme aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Tijdens zijn werk als docent en leraar schreef hij studieboeken voor zijn studenten en columns. Hij praktiseert meditatie en taiji quan.