Nieuwe Religies in Azië

0

Een dag met de voorouders

Erik Hoogcarspel, verslag en foto’s

Actiecentrum Taipei

In het kader van een internationale conferentie over daoïstische studies waren mijn echtgenote en ik op 1 januari 2024 uitgenodigd voor een bijeenkomst in het stadion van de Taiwanese stad Taoyuan. De stad telt zo’n 2 miljoen inwoners en ligt op 40 km ten zuidwesten van de hoofdstad Taipei. Het was al de 18e keer dat deze jaarlijkse ceremonie plaatsvond. We waren de avond tevoren per vliegtuig in Taipei gearriveerd en naar een mooie hotelkamer gebracht. Vandaar werden we de volgende ochtend na het ontbijt met een bus naar het stadion gereden.

Toen we aankwamen was het er al aardig druk. Er stonden veel bussen en onze bus moest nog een rondje rijden om op de plaats van bestemming aan te komen. Later hoorden we dat er in het stadion meer dan 10.000 mensen werden verwacht. Als deelnemers aan de conferentie kregen we een plaats vooraan, dicht bij het altaar dat aan een kant van het stadion was opgericht.

Voorouderceremonie

Om 11:00 uur werden er de vegetarische maaltijden uitgedeeld met eetgerei en een flesje water. Vervolgens moesten we allemaal tegelijk het geopende maaltijdpakket voor ons omhoog houden en werd er een gebed uitgesproken, zodat wij op deze manier onze maaltijd aan de voorouders aanboden. Tot de voorouders werden ook de slachtoffers van de conflicten op Taiwan in de vorige eeuw en zelfs van de wereldoorlogen gerekend. De voorouders toonden zich erg bescheiden, zodat we vervolgens zelf van de maaltijd mochten genieten.

Om 13:00 uur begon de ceremonie. Deze bleek te bestaan uit allerhande uitvoeringen die aan de voorouders werden aangeboden, maar waarvan wij natuurlijk ook konden genieten, zoals dansuitvoeringen, gezang en drumconcerten. Daar tussendoor kwamen ook nog allerhande officiële instanties en hoogwaardigheidsbekleders hun respect betuigen aan de voorouders, hetgeen er voornamelijk uit bestond dat ze een bloem in een bak voor het altaar plaatsten. Ook aan ons, de buitenlandse gasten, viel deze eer te beurt.

Autochtone stammen

Het leukste was nog wel de dansuitvoering van de 16 autochtone stammen. Dit ging er heel vrolijk aan toe. Het hoogtepunt was dat de dansers zich tussen het publiek op het speelveld van het stadion begaven, waar wij dus ook zaten, en de mensen meetrokken in hun dans. Op den duur huppelden vele mensen hand in hand met de dansers in een soort kringdans.

Dansuitvoering

De dansers en danseressen waren ook prachtig gekleed, in felle kleuren en soms met verentooien op hun hoofd. Het deed een beetje denken aan de kleding van de Amerikaanse indianen, alleen droeg men geen leer.

Men schat dat er op het ogenblik meer dan een miljoen oorspronkelijke bewoners op Taiwan leven en dat ze er al 15.000 jaar aanwezig zijn. Ze zijn van afkomst Austronesisch en hebben hun eigen talen. Ze onderhielden levendige handelscontacten met verwante volkeren in andere Oost-Aziatische landen, onder andere Indonesië en Zuid-Vietnam.

Han-Chinezen en Hollanders

In de 17e eeuw drongen er vanuit China kolonisten binnen, Han-Chinezen. Dit gebeurde onder invloed van de Nederlandse bezetting die van 1624 tot 1662 duurde. In het begin bleef de Nederlandse aanwezigheid beperkt tot een handelspost, maar na verloop van tijd begon men er grond te ontginnen en jacht te beoefenen. Vooral in de lager gelegen gebieden vestigden ze er kerken en scholen. Toen de Nederlanders voor het eerst voet aan land zetten, was er veel oorlog tussen de dorpen onderling. De Nederlanders wisten deze oorlogen te beëindigen. Later verhinderden ze met behulp van Taiwanese troepen dat de Spanjaarden er een fort konden vestigen.

Japanners

Nadat de Hollanders waren vertrokken waren heersers van het Chinese vasteland af en aan de baas op Taiwan, tot de Japanners in 1895 het eiland binnenvielen. Hun aanwezigheid duurde tot 1945. Het patroon was in het algemeen dat de lager gelegen gebieden werden bezet en de bergvolken zich bleven verzetten. Deze bergvolken werden dan ook steevast ‘wilden’ genoemd. Toch bleven ook in de lager gelegen gebieden de Taiwanezen dromen van zelfstandigheid. De Japanners hebben één enkele positieve bijdrage geleverd aan Taiwan: ze verboden het koppensnellen dat tot dan toe een geliefde nationale sport was geweest. Het is alleen jammer dat ze zich zelf niet aan dit verbod hielden.

Kuomintang, de troepen van Chiang Kai-shek

Een grote beproeving stond de Taiwanezen echter nog te wachten. De Japanners werden verjaagd door de Kuomintang, de troepen van Chiang Kai-shek die op het vaste land achternagezeten werden door het communistische leger van Mao Zedong. Ze namen ook nog eens 1,3 miljoen vluchtelingen mee. Deze periode werd in Taiwan ‘De Witte Verschrikking’ genoemd, omdat Chiang Taiwan probeerde te hervormen tot een Chinese centraal geleide staat met een sterk Chinees nationalistisch karakter. Daartoe kondigde hij de noodtoestand af die tot 1987 duurde. Op dat moment was de Kuomingtang gekrompen tot een gewone politieke partij. Taiwan was een democratie geworden.

Huidige China

Als je met deze roerige geschiedenis van Taiwan bekend bent, kun je je misschien voorstellen dat Taiwan als samenleving nog volop in ontwikkeling is. Er is bovendien natuurlijk de dreiging van het huidige China, dat geregeerd wordt door een machtsbeluste communistische partij met een leider die graag de geschiedenis in wil gaan als de stichter van Groot China.
Daarnaast krijgt de onderdrukte en geminachte autochtone bevolking eindelijk wat ruimte en erkenning. Bovendien profileert Taiwan zich als een wereldeconomie met een computerindustrie die tot de top van de wereld gerekend kan worden. De jongere generatie wil graag een zelfstandig Taiwan, maar ziet ook wel dat China aan het lijntje moet worden gehouden. Men weet heel goed wat er in Xinjiang, Tibet en Hongkong gebeurt en dat is niet iets om naar uit te kijken.
Al deze factoren brengen met zich mee dat er behoefte is aan een verenigende religieuze kracht, die voor iedereen toegankelijk is.

Nieuwe religies

Taiwan kent een aantal nieuwe religieuze bewegingen, net zoals trouwens China, Korea en Vietnam. In het algemeen combineren deze bewegingen elementen uit de religieuze hoofdstromingen boeddhisme, daoïsme, confucianisme, en christendom met invloeden van de oorspronkelijke religies. De nieuwe religies komen voort uit een grote behoefte aan eenheid en saamhorigheid na de religieuze en sociale versnippering die in Taiwan in het bijzonder werd gevoeld bij de opkomst van de natiestaat. Voor individuen is het ook een aantrekkelijke manier om deel te worden van een sociaal netwerk.

De Italiaanse socioloog Massimo Introvigne schrijft:
Confucius

De context van de opkomst van de Weixin Shengjiao, een van de grootste inheemse nieuwe religies in Taiwan, aan het eind van de twintigste eeuw, omvatte drie belangrijke elementen. Het eerste was de religieuze opleving in Taiwan na de Tweede Wereldoorlog, die voortkwam uit een reeds bestaand, ongelijksoortig mozaïek van religieuze organisaties en overtuigingen, waaronder de traditionele drie levensleren (boeddhisme, confucianisme en daoïsme) en een verscheidenheid aan volksreligies. De nieuwe religies ontkenden normaal gesproken de levensleren niet, maar combineerden ze met volksgeloven in syncretistische projecten die werden geleid door de religieuze creativiteit van hun stichters.
Ten tweede was er de noodtoestand, die tussen 1949 en 1987 in Taiwan van kracht was en onder andere de godsdienstvrijheid ernstig beperkte. Het einde van de lange periode van de noodtoestand in 1987 maakte het mogelijk om verschillende nieuwe religies wettelijk te erkennen en te registreren.
Het derde element was de Culturele Revolutie op het vasteland van China (1966-1976), die leidde tot de vernietiging van duizenden bibliotheken, tempels en andere culturele en religieuze herinneringen, in naam van een strikte interpretatie van het marxisme en maoïsme. Als gevolg hiervan vonden de Taiwanese autoriteiten dat het eiland moest optreden als beschermer van het bedreigde Chinese culturele erfgoed en het moest bewaren voor toekomstige generaties. [1]

Falun Gong

De bekendste nieuwe religieuze beweging is de Falun Gong (法轮功 uit China, het Werk van het Wiel van de Leer) of Falun Dafa (法轮大法, de Beoefening van het grote Wiel van de Leer). Deze is in 1992 in Changchun, een van de grootste steden van noordoost China, opgericht door Li Hongzhi. Li was toen 40 jaar. Hij kreeg een grote aanhang in China, van men schat wel 70 miljoen volgers. Zijn leer bestaat in grote lijn uit morele zuiverheid, meditatie en een paar eenvoudige lichaamsoefeningen. De belangrijkste deugden zijn eerlijkheid, mededogen en verdraagzaamheid. Het doel is het terugvinden van het oorspronkelijke zuivere zelf. De leer is echter uiterst conservatief op het gebied van relaties en seksualiteit. Li raadt zijn volgelingen aan om wel een baan te nemen en mee te doen met de maatschappij, maar zonder materialisme en zonder gehechtheid aan rijkdom, verdienste of reputatie. Hij bekritiseert de moderne tijd en de Chinese Communistische Partij. Dit laatste is er de reden van dat hij en zijn volgelingen vanaf 1999 in China worden vervolgd. Hij woont nu in New York, waar ook het internationale hoofdkwartier van de beweging is gevestigd. De beweging heeft zich nu over de gehele wereld verspreid. Natuurlijk heeft de beweging ook op Taiwan een aantal volgelingen.

Xing Tian Kong

Een andere nieuwe religie is gevestigd in de grootste tempel van Taipei en trekt dagelijks zo’n 10.000 bezoekers. Het is het ‘Ware Geloof van Xing Tian Kong’ (Ethiek van de Hemelse Tempel, 行天宮).
De ethiek bestaat uit het cultiveren van acht deugden: beleefdheid, rechtvaardigheid, eerbied, eerlijkheid, respect voor de ouders, kinderzorg, trouw en vertrouwen.
Daarnaast moeten de volgers de vijf confucianistische sociale relaties cultiveren: genegenheid tussen vader en zoon, trouw tussen heerser en onderdaan, plichtsbetrachting tussen echtgenoten, eerbied voor de oudere broer en vriendschap. Wat dit betreft is de leer sterk door het confucianisme beïnvloed. De beweging pretendeert echter een combinatie te zijn van confucianisme, daoïsme en boeddhisme.
Men vereert de ‘Vijf Redders’, dit zijn vijf vanouds bekende goden. In China zijn goden vaak vergoddelijkte legendarische personen.

Behalve enkele tempels heeft deze organisatie ook nog verscheidene bibliotheken en ziekenhuizen. De organisatie wordt voor het grootste deel bemenst door vrijwilligers. Een deel daarvan verzorgen de diensten in de tempel. Dit zijn de tempelleerlingen de xiao laosheng (Kleine Eerbiedwaardigen), zij zijn gekleed in lichtblauwe pakken. Het zijn meest vrouwen. Ze studeren, voeren de rituelen uit, maar delen ook zegeningen uit en helpen met de uitvoeren van de tempeldivinatie.
De divinatie begint met een klemmende vraag, deze moet wel eenduidig en duidelijk worden geformuleerd. Vervolgens gooi je twee niervormige houten blokjes op de grond. Ze zijn plat van onderen en bol van boven. Als het ene blokje met de bolle kant naar boven ligt en het andere met de platte kant, heb je toestemming van de goden om een divinatie uit te voeren. Je pakt de vaas met stokjes en kiest er een uit. Vaak wordt de vaas net zo lang geschud totdat er vanzelf een stokje uitsteekt. Op het stokje staat een nummer en met het nummer kun je een briefje aan een loket gaan halen waarop het antwoord in de vorm van een gedichtje staat te lezen.

De oprichter van de beweging, meester Xuan Kong werd in 1911 in Zhongliao op Taipei geboren en werd rijk als een kolenmagnaat. Hij begon in 1956 religie te onderwijzen en liet tempels bouwen. In 1970 is hij overleden, maar zijn organisatie is in volle bloei. De nadruk ligt op liefdadigheid en het bevorderen van een harmonieuze samenleving. Een belangrijk kenmerk van de nieuwe religieuze bewegingen in Taiwan is de praktische instelling.

Weixin Shengjiao

Een derde nieuwe religieuze beweging, de Weixin Shengjiao (Heilige Kerk van Alleen Geest) was onze gastheer tijdens de conferentie. Deze nieuwe religieuze beweging heeft zelfs internationale aspiraties. De naam verwijst naar het uitgangspunt dat de geest gelijk is aan de Boeddha en de enige weg naar geluk.

De stichter, Chang Yi-Jui, nu grootmeester Hunyan Chanshi genoemd, werd in 1944 op Taiwan geboren. Hij was aanvankelijk directeur van een ingenieursbureau. In 1982 werd hij ernstig ziek en ervoer een boeddhistische bekering. Toen hij een jaar later was hersteld richtte hij de ‘Maatschappij voor de Sleutel tot Transformatie’ op. Hij begon te mediteren, daoïsme en de Yijing (het Boek van de Veranderingen) te bestuderen. Een belangrijke inspiratiebron voor hem is vooral de daoïstische tekst over diplomatie de Guiguzi (Wijze van de Geestenvallei, 鬼谷子, 4e eeuw v.j.). De grootmeester ziet zichzelf als de incarnatie van deze auteur.

In zijn onderricht, dat volgens hem ook gebaseerd is op de inspiratie van de daoïstische wijze Lăozĭ, legt de grootmeester de nadruk op het cultiveren van wereldvrede door het beoefenen van fengsui (de Chinese wetenschap van het harmonieus inrichten van je omgeving) en het raadplegen van de Yijing. Al in 1998 was hij elke morgen om 6 uur ‘s morgens op de Taiwanese TV met het programma ‘Yijing en fengshui vanuit alle perspectieven’.
Zijn leer komt erop neer dat de studie van fengshui, letterlijk ‘wind en water’, gaat over de natuurwetten. De wind heeft te maken met onze adem, onze lichaamstemperatuur, leegte en ons denken. Water heeft te maken met ons bloed en onze wijsheid en vorm. Het echte geluk bestaat in het Zuivere Land en dat is een boeddhawereld, maar mensen kunnen ook zelf een zuiver land maken en dan krijg je een land als Zwitserland (!). Mensenwerk is echter voor de korte termijn en de resultaten zijn tijdelijk. Door onze omgeving, ons huis en onze werkplaats in te richten volgens de principes van fengsui en het beoefenen van het boeddhisme (opzeggen van teksten en ritueel) kunnen we toewerken naar een staat van geluk en vrede hier op aarde. Als iemand een andere religieuze beoefening kiest is dat ook goed, als de omgeving maar harmonieus is. De beweging is enorm gegroeid en heeft nu inmiddels 43 tempels over de hele wereld en verschillende Yijing universiteiten.

Om de wereldvrede te bewerkstelligen adviseert de grootmeester morele opvoeding. Dit is volgens hem de essentie van de filosofie van Confucius en die zou staan opgeschreven in de Yijing. In 2015 hebben aanhangers al zijn boeken bij elkaar gebracht van de meer dan 30 jaar onderricht over Confucius, boeddhisme, daoïsme en de 100 Chinese filosofische scholen uit de oudheid, maar ook over de Yijing en fengsui. Dit vormen samen een collectie van 18,000 boeken, die allemaal in de bibliotheek van het hoofdgebouw zijn te vinden. Het merkwaardige is dat de tempels van de beweging niet alleen in Taiwan, maar zelfs op het Chinese vasteland te vinden zijn en ook elders op de plaatsen waar de Chinese diaspora een grote dichtheid heeft bereikt.

Wortels in de geschiedenis

De nieuwe religieuze bewegingen vormen een voortzetting van een tendens die al heel lang in China bestaat en ook in de landen waar de Chinese cultuur prominent aanwezig is. In Vietnam bestaat de Cao Dai (Đạo Cao Đài) bijvoorbeeld al vanaf 1925[2]. In Korea is er sinds 1969 de Daesun Jinrihoe (대순진리회)[3]. Al deze bewegingen bloeien en breiden via de diaspora hun invloed ook in het westen uit. Dit is een voortzetting van een oude traditie die zijn oorsprong heeft in China en veroorzaakt is door de centralistische staatsinrichting. De verschillende religieuze bewegingen die zich het beste aanpasten aan de normen en waarden van de keizer en de adel, kregen alle steun en werd gesponsord. Wat daarbuiten viel werd geminacht als zijnde ‘volks’.

Seiwert schrijft hierover:

De bekende situatie dat de drie tradities, confucianisme, daoïsme en boeddhisme, allemaal de status van een orthodoxe leer hebben, bestond dus niet vanaf het begin. In plaats daarvan was dit het eindresultaat van een historisch proces dat de vorming van orthodoxe religies en filosofische scholen teweegbracht. In zekere zin was deze vorming van orthodoxie een oorzaak van de ontwikkeling van een heterodoxie. In feite ging de vestiging van orthodoxe tradities gepaard met het uitbannen van de heterodoxie… De krachten van religie werden gedeeltelijk gedomesticeerd door de vorming van orthodoxe, door de staat gecontroleerde vormen van taoïsme en boeddhisme. Er bleef echter een religieuze onderstroom van volkstradities bestaan die zijn eigen dynamiek had en ontsnapte aan de controle van de staat en de officiële geestelijkheid. Het was een sektarisch milieu dat onafhankelijke religieuze organisaties voortbracht. Hoewel de meeste groepen maar van korte duur waren, is er een continuïteit van bepaalde ideeën en symbolen. Het meest opvallend zijn de millenaristische en eschatologische overtuigingen over de komst van een nieuwe tijd van vrede en gerechtigheid. Zoals we meteen zullen zien, waren deze ideeën diep geworteld in de geschiedenis en lieten ze zelfs in het confucianisme hun sporen na.[4]

Net zoals later in Tibet het geval was bij de systematisering van het Bön sjamanisme, leverde ook in China het boeddhisme het model waarop het daoïsme als officiële eenheidsreligie werd gevormd. Het woord ‘daoïsme’ (dàojiào 道教), als naam voor een soort levensbeschouwing, bestond voor de invoering van het boeddhisme niet eens.

Het boeddhisme, dat in de derde eeuw zowel in het Zuiden als in het Noorden toegang had gekregen tot de heersende elites, gaf het voorbeeld van een georganiseerde religie met canonieke geschriften, uitgebreide rituelen, klerikale instellingen en erkende geleerdheid. Hoewel het boeddhisme af en toe werd bekritiseerd door confuciaanse geleerden, genoot het de steun van de heersende elites en van veel keizers.[5]

Allerlei elementen in de nieuwe religieuze bewegingen, zoals ziekenzorg, openbaringen van traditionele godheden, een nieuwe wereldorde en wereldvrede zijn al terug te vinden bij sektes uit de late Han-tijd (25-220). Er was zelfs een groep die de Xi Wangmu (Eerbiedwaardige Moeder van het Westen) aanbad, waarvan gezegd werd dat ze een hemel beheerde waar volgelingen na de dood terecht kwamen. Deze voorstelling werd later vervangen door die van de boeddhistische hemel van Maitreya of Amitābha. Het idee van een wereldvrede is de huidige versie van het idee dat ook al in die tijd bestond onder de naam tàipíng (太平), de alomvattende vrede.

De vierde levensbeschouwing van China

Laozi in de tuin van Weixin Shengjiao

Naast de drie officiële levensbeschouwingen van China, het boeddhisme, daoïsme en confucianisme, is er dus een vierde ongebonden levensbeschouwelijke beweging die veel levendiger en diverser is dan de andere. Er is geen canonieke leer, er zijn geen dogma’s, maar de groepen putten vrijelijk uit een verzamelbak van allerhande opvattingen, beelden en rituelen, die zo langzamerhand bij iedereen min of meer bekend zijn.

Sinds de late Ming-dynastie (ongeveer vanaf 1500) bracht deze vierde traditie ook steeds meer teksten voort. Hierdoor ging ze met nieuw organisatievermogen de concurrentie aan met de officiële levensbeschouwingen.
In hun teksten worden de bekende opvattingen, beelden en rituelen vaak door elkaar gebruikt zonder dat iemand zich eraan stoort. Zo begon Meester Chang, de leider van de Weixin Shengjiao, zijn carrière met het stichten van een boeddhistische tempel, maar combineerde dit al gauw met divinatie doormiddel van de Yijing. Daar kwam de leer van de fengshui (de heilzame inrichting van ruimtes) later bij. Gaandeweg identificeerde hij zich steeds meer met de heilige Guiguzi, die volgens hem nauw verwant is aan Laozi.

Nieuwe levensbeschouwingen zijn aantrekkelijk

De nieuwe levensbeschouwingen zijn aantrekkelijk, ze bieden namelijk iets wat de officiële niet kunnen leveren: directe toegang. Om echt mee te tellen moet je bij een officiële beweging monnik worden of examens afleggen. Bij een volksbeweging kan iedereen meedoen, leren en carrière maken. Rituelen, lessen en liefdadigheidsprojecten zijn voor ieder toegankelijk, onverschillig leeftijd en opleiding. Bovendien heb je veel meer keus en kun je er dezelfde beelden, voorstellingen en rituelen vinden die je in de officiële bewegingen ook hebt. Je kunt er zelfs leren mediteren of daoïstische yoga en innerlijke alchemie (nèidān shù 內丹术) beoefenen.
Bovendien kun je er een nieuw thuis vinden en nieuwe vrienden. Je wordt opgenomen in een netwerk van medestanders die elkaar helpen en steunen op allerhande gebieden. Je kunt van ziektes genezen door de rituelen, je kunt je begrafenis organiseren en je krijgt carrièrekansen die je anders niet zou krijgen, zowel binnen als buiten de organisatie.

Wij kennen zoiets alleen van organisaties als de Vrijmetselarij, maar deze vormen geen algemeen toegankelijk netwerk. De groepen die wij in het westen kennen zijn meestal eenzijdig gericht op een enkele methode of leider. Zouden dergelijke nieuwe religieuze bewegingen in het westen ook een kans maken?
We zullen zien.

Noten

[1] Mijn vertaling, zie: wrldrels.org/2016/11/12/weixin-shengjiao
[2] Zie: en.wikipedia.org/wiki/Caodaism
[3] Zie: en.wikipedia.org/wiki/Daesun_Jinrihoe
[4] Mijn vertaling, zie: Popular religious movements and heterodox sects in Chinese history, blz. 14
[5] Mijn vertaling, zie: Popular religious movements and heterodox sects in Chinese history, blz. 53

Avatar foto

studeerde hedendaagse continentale filosofie in Groningen, richtte een boeddhistisch meditatiecentrum op en studeerde Aziatische filosofieën en religies. Hij doceerde hindoeïsme aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Tijdens zijn werk als docent en leraar schreef hij studieboeken voor zijn studenten en columns. Hij praktiseert meditatie en taiji quan.