Er zijn voor elkaar, tot op het laatst

0

Wim Lamfers

Wijsheidsweb, 23 februari 2020

De waarde van vriendschap

Al jaren waren zij vriendinnen. Hun mannen waren al jaren dood. Al jaren zagen zij elkaar elke week, vaste prik. Al jaren belden zij elkaar elke morgen om 9 uur, om te horen of de ander wakker was geworden. Al jaren dronken zij na de kerkdienst met elkaar koffie, met een gebakje van de beste plaatselijke warme bakker, de ene zondag bij de een, de andere zondag bij de ander.

Allemaal uitingen van naastenliefde, van zorg dragen voor elkaar, opdat het leven draaglijk blijft, mede dankzij de sociale contacten die beide vrouwen ook met anderen hadden.

Levinas noemt dit alledaagse, maar o zo belangrijke er zijn voor de ander

‘la petite bonté’[1],
goedheid op microniveau

Goedheid op macroniveau, een verzorgingsstaat organiseren is, helaas, maar al te vaak mislukt, ondanks alle goede bedoelingen. Maar goedheid in het klein kan iedereen uitoefenen. Waar dat gebeurt verandert de buurt, de samenleving, ten goede.

Naastenliefde sterker dan de dood

Een van die twee vrouwen (zij had geen kinderen) werd in het ziekenhuis opgenomen. Haar vriendin bezocht haar trouw, ook toen de situatie ernstiger werd.
Juist dan, wanneer menigeen het laat afweten, bang als men is voor ellende en voor de dood, is het zaak er te zijn voor de ander, opdat niemand zich alleen voelt.
Wie niet op ziekenbezoek durft te gaan, omdat men bang is dat men niet goed weet wat men moet zeggen, omdat men bang is voor de confrontatie met de ziekte die aan zoveel levens een eind maakt, omdat men bang is voor de dood, heeft niet door dat men niet alleen de ander, maar ook zichzelf tekort doet.

Met de hoofdzuster maakte mevrouw de afspraak dat zij dag en nacht kon worden gebeld wanneer het einde van het leven van haar vriendin in zicht was. Dan zou zij komen waken.

Een kwestie van je verantwoordelijk weten voor het welbevinden van de ander. Je laat iemand niet alleen sterven of om het met Levinas te zeggen:

‘Ik heb niet het recht iemand alleen dood te laten gaan’[2]

Uren zat zij naast het sterfbed en hield zij, omdat verdere communicatie niet meer mogelijk was, de hand van haar vriendin vast, tot de laatste zucht.

Niemand mag zich immers aan zijn lot overgelaten, eenzaam en verlaten voelen. Mens zijn is immers medemens zijn, juist ook dan als het moeilijk wordt in het leven, goedheid om je heen verspreiden en zo anderen tot zegen zijn.
Verbondenheid tot op het laatst is zo’n heel praktische uiting van levenswijsheid, van liefde voor een medemens, van goed nabuurschap.

De waarde van stervensbegeleiding

Wie vaker aan het ziekbed van terminale patiënten heeft gezeten, heeft aan de hand van de verhalen die deze mensen je hebben toevertrouwd een stuk levenservaring opgedaan dat zo verrijkend voor je is, dat je het iedereen gunt dergelijke bijzondere ervaringen op te doen.
Aan sterfbedden leer je welke omstandigheden, welke beslissingen al dan niet bijdragen aan het geluk, aan het succes in een mensenleven, waarom mensen zich zo en niet anders hebben ontwikkeld, waarom mensen zich zo en niet anders gedragen.

Maar al te vaak en eenzijdig worden ‘oudjes’ in de media afgeschilderd alsof zij geen taak meer zouden hebben in het leven en de samenleving alleen maar tot last zijn.
Alsof er niet duizenden senioren zijn die vrijwilligerswerk verrichten, ten dienste van anderen en de samenleving, omdat onverschilligheid, de andere kant opkijken dodelijk is voor een medemens, voor een samenleving.

Stervensbegeleiding is zo’n uiterst belangrijke taak. Uitgerekend mensen die weet hebben van het einde kennen het belang van die taak, brengen de filosofie van het medemens zijn van Levinas in praktijk, alsof de kunst van het mens zijn, waar het juist zo heel nauw luistert, de gewoonste zaak van de wereld is.
Leven is immers leven voor de ander, ook op dat moment dat niemand kan ontvluchten: de laatste zucht.

Noten

[1] Levinas, E. (2010) Altérité et transcendance, Paris: Le livre de poche. Nr 4397. p. 116 v.
[2] Levinas (2010) p. 113.

Avatar foto

Na 38 jaar predikant te zijn geweest en na twaalf jaar de Weesper filosofiekring te hebben geleid — die Heidi Muijen in 2016 heeft overgenomen — geniet Wim Lamfers elke dag van een leven vol studie en ontspanning als pensionado in het mooie Susteren.