Waar natuur en cultuur om de voorrang strijden

0

Wim Lamfers

Wijsheidsweb, 21 oktober 2019

In de tuin van Holland is van echte natuur nog amper sprake. Omdat we ons als ‘maîtres et possesseurs de la nature’ (Descartes) gedragen is in cultuur brengen al eeuwenlang sterker dan de natuur. Land- en tuinbouw alsmede de boerenstand veranderden in vijftig jaar ingrijpend. Tractoren en combines doen het werk in enkele uren, maar diersoorten sterven uit. Natuur is verworden tot natuurmonumenten, omdat overal huizen en asfalt oprukken. Vertrouwd landschap en natuur verdwenen steeds meer, steeds sneller…

Boeren in Tescani; in de heuvels staan duizenden huizen leeg[1]

Roemenië kent een overvloedige, indrukwekkende natuur, waardoor men daar altijd weer het gevoel heeft dat natuur en cultuur met elkaar strijden om de overhand, dat de cultuur haar plaats moet bevechten op een vaak ongerepte natuur. De natuur is er zo oppermachtig, dat in cultuur brengen al eeuwenlang moeizaam verloopt. Cultuur zoals wij die alom kennen is dan ook weinig aanwezig: steden bleven de eeuwen door klein, onderwijs is beperkt toegankelijk en uitwisseling met het buitenland bestond amper.

Tachtig jaar wanbeleid hebben diepe sporen nagelaten in het land en in de harten van mensen. Rivieren zijn amper bedijkt, grootschalige ontbossing brengt alles verwoestende overstromingen en modderstromen teweeg, veel bouwland ligt braak ten gevolge van de gruwel der verwoesting van de collectivisering. Een doordachte landbouwpolitiek ontbreekt doordat corrupte en onbekwame politici, zakkenvullers die vriendjespolitiek bedrijven, al tientallen jaren het ‘beleid’ bepalen.

In heuvelachtige gebieden, waarop het communisme geen greep kon krijgen, leiden keuterboeren een hard bestaan. Zij produceren op de weinige hectaren grond die zij mochten behouden alleen voor eigen gebruik, met schaarse geldmiddelen en werktuigen die rijp zijn voor het museum, net genoeg om te overleven. Een koe, een varken, kippen en ganzen houden is voor hen en voor dorpelingen in Roemenië de gewoonste zaak van de wereld evenals een moestuin die het nodige oplevert om de winter door te komen. Daarnaast bedrijven keuterboeren, waar dat mogelijk is, op kleine schaal landbouw. Menig orthodox klooster in Roemenië is ook zo zelfverzorgend.

In de zeer vruchtbare laagvlakten zijn partijleden die ooit de zogenaamde uitbuiters keihard bestreden na 1989 grootgrondbezitters geworden op een schaal zoals de geschiedenis nooit heeft gekend. Deze ‘heren’ hebben direct na 1989 enigszins functionerende collectieve boerderijen voor een habbekrats opgekocht, de leidingen van de irrigatiesystemen als oud ijzer verkocht en herstellen nu, jaren later, diezelfde irrigatiesystemen met de nodige steun van de Europese Unie, waarbij natuurlijk voor de ‘heren’ het nodige handgeld overschiet.

Zorgden grootgrondbezitters in vroeger dagen voor het dorp en zijn bewoners, de moderne grootgrondbezitters doen niets voor hun naaste en de samenleving. Partijleden en leden van de Securitate (de Roemeense Gestapo) beschikken in tegenstelling tot hun voormalige slachtoffers over veel (dubieus verkregen) geld en moderne landbouwwerktuigen. Het gevolg is dat kleine boeren en dorpen uitsterven.

De landhuizen van weleer vervielen toen het kantoren van collectieve boerderijen, dorpsscholen of psychiatrische inrichtingen werden. Overal in Oost-Europa werden op bevel van Stalin landhuizen met de grond gelijk gemaakt, nadat de bewoners naar een gevangenis of concentratiekamp verdreven of in de dood gedreven waren. Wat na 1989 nog overeind stond werd vaak als bouwmateriaal gestolen en een ruïne in plaats van een hotel of cultureel centrum.

Met dat de elite werd gekleineerd raakte veel kennis verloren, temeer daar omhooggevallen parvenu’s zonder enige ervaring de nieuwe leidinggevenden werden en nog steeds zijn. Met dat de keuterboeren werden gecollectiviseerd raakten miljoenen mensen ontworteld. Een boer is gehecht aan zijn grond en zijn dieren. Worden die je ontnomen, dan knapt er definitief iets in je of wordt je gek. De verwoestende psychische en maatschappelijke gevolgen van de grootste politieke blunder van de twintigste eeuw, de gedwongen collectivisatie, zijn alom zichtbaar. Terwijl alom over opbouw werd gesproken holden de oogsten achteruit en waren afbraak en vernielingen aan de orde van de dag. Enigszins herstellen van dat alles zal nog generaties duren… Wie decennia lang alleen maar in vrees en beven heeft geleefd wordt niet snel een mondig, ondernemend, zelfstandig burger.

Met geen enkel respect voor de rijke natuur ontwortelen partijkaders en hun nazaten op grote schaal bomen met als gevolg dat na zoveel kaalslag heuvels worden blootgesteld aan erosie. Wie de natuur probeert te beschermen moet nogal eens wijken voor intimidatie door dubieuze politieke invloed, met opzet slecht geformuleerde wetgeving of plotseling rijk geworden machtige lieden. Tot in beschermde natuurgebieden toe reikt de machtige arm van de nog steeds machtige partij, met ook daar desastreuze gevolgen. Zodoende holt een land vol natuurschoon achteruit waar toerisme zou kunnen bloeien.

In vijfenzeventig jaar tijd is de partij er in geslaagd maar liefst tien miljoen (!) bewoners uit Roemenië al dan niet met dwang te verdrijven. De ontvolking van het platteland, maar ook van kleine steden verloopt na 1989 schrikbarend snel. Bijna iedereen heeft wel familieleden die naar het buitenland zijn vertrokken, omdat daar wel werk is, je daar wel geld kan verdienen, je daar niet grof wordt behandeld door autoriteiten en ambtenaren, ongestoord kan leven en men er geen enkel vertrouwen meer in heeft dat het onder deze politici ooit nog goed zal komen met Roemenië.

Door een rampzalige (landbouw)politiek en door gebrek aan wegen staan in de heuvels duizenden huizen leeg, maar sterven ook dorpen in het laagland uit. Het daar eens aanwezige beetje cultuur wordt sinds 1989 snel overwoekerd door natuur.
Over dertig jaar zal Roemenië uitgestrekte natuurgebieden kennen en Romania vooral door Roma worden bezeten.
‘Na Ottomanen, Fanarioten en partijleden andere sprinkhanen die het land kaal vreten. Niet toevallig zeggen Roemenen altijd weer over hun land: ‘Het is een mooi land, maar jammer genoeg is het bewoond.’

[1] Bron: Tescani Bacau region – foto Rakoon

Avatar foto

Na 38 jaar predikant te zijn geweest en na twaalf jaar de Weesper filosofiekring te hebben geleid — die Heidi Muijen in 2016 heeft overgenomen — geniet Wim Lamfers elke dag van een leven vol studie en ontspanning als pensionado in het mooie Susteren.

Schrijf een reactie