Annelie van Steenbergen, tekst en afbeelding
Wijsheidsweb, 12 december 2019
Zijn naam is Bril. Zijn soort heeft sinds de veertiende eeuw dienst gedaan als middel tot gezichtsverbetering bij mensen met brekingsafwijkingen van het oog. Hij is ooit toegewezen aan iemand die al vijfentwintig jaar afhankelijk is van de corrigerende kwaliteiten van brillen. Zijn model is tijdloos, met een strakke lijn, die nog altijd modern aandoet. Zijn twee lensglazen geven optimale ondersteuning met inbegrip van correctie van astigmatisme. Zijn montuur knelt noch op de neus, noch achter de oren.
Toch is hij sinds twee jaar vrijwel werkloos. En niet alleen werkloos, hij is ook nog geboeid en geblinddoekt opgeborgen. Zijn contact met de buitenwereld bestaat uit geluiden, die gedempt de metalen wand van zijn doodskist binnendringen. Op die manier blijft hij op de hoogte van de bewegingen van degenen die hem verdrongen hebben, de flinterdunne, superdoorluchtige, vrijwel onzichtbare contactlenzen, die het taboe hebben doorbroken en zich op brutale wijze door middel van intiem lichamelijk contact tot een eenheid met hun werkgevers hebben verbonden.
Af en toe – aan de hand van de geluiden kan hij het moment exact voorspellen – zijn de kunstlenzen door een fout in de bediening niet bruikbaar en wordt Bril vloekend uit zijn gevangenis gerukt. Dan moet hij dienst doen tot het defect is opgelost, waarna hij zonder egards, meestal met vette glazen weer voor eindeloze tijd in zijn koffer wordt gesloten.
Hoelang, vroeg Bril zich in zijn eenzaamheid af, moet je je medewerking verlenen aan iets waar je niets mee te maken wilt hebben? Moet je je willoos scharen achter degenen met de nieuwe ideeën, onder het motto: Wie zwijgt stemt toe?
Zodra Bril begreep wat voor hem het antwoord was, heeft hij de uren van gevangenschap besteed aan het uitdenken van een strategie. Zijn verleden als hulpmiddel bij waarneming en studie kwam hem nu goed van pas. Hij zette de bekende feiten van oorlogen en revoluties op een rij, induceerde, deduceerde, en kwam tot een conclusie. Nu was het alleen nog een kwestie van wachten tot de tijd rijp was.
Het mens was laat thuisgekomen. Geluiden als stommelen en steunen wezen op dronkenschap. Het uitblijven van geluiden van stromend water betekende dat de tanden niet werden gepoetst, maar ook dat de lenzen niet werden uitgedaan. Bril wist dat ze daardoor verdroogden en enige tijd onbruikbaar waren. Het ideale moment voor actie.
De nacht duurde lang. Steeds weer controleerde hij de stappen van zijn plan en hij kreeg het zo warm dat de polymeren langs zijn poten dropen.
Tegen de tijd dat hij de eerste ochtendgeluiden hoorde, smolt zijn brug van de spanning. In tweeën gedeeld wachtte hij onder grote druk op het openen van zijn kist en toen eindelijk, eindelijk het moment kwam en hij in het felle licht de vijandelijke kippige blik van het mens zag, blies hij zich tot het uiterste op en brak zijn glazen ogen.
Want opstand van de enkeling is zelfvernietiging.