Annelie van Steenbergen
Wijsheidsweb, 16 juli 2019
Zij staat in de navel van de berg en leunt voorover om het dal te overzien dat haar elke ochtend de voeten wast. De zelfgenoegzame glimlach, vaderlijk en moederlijk tegelijk, alwetend, plichtsgetrouw, ligt versteend tussen de cherubijnen wangen, hemels en karmozijn als de lichtrand om de wolk waarin de bergtop boven haar gehuld is.
De straten van het dorp beneden haar zijn verlaten en op het kerkplein staan de fietsen en skateboards naast de snuivende paarden geparkeerd.
Een golftas van klassieke rood geruite stof staat als elke zondag naast haar in het gras. Zij haalt er een driver uit en zwaait hem zachtjes heen en weer boven het balletje met de vele facetten. Haar swing is soepel en professioneel.
Vandaag zal zij opnieuw proberen de gebrandschilderde ramen van de Onze Lieve Vrouwe van de Navel van de Berg in te gooien. Hole-in-one in het wijwaterbakje, dat is waar zij naar streeft.
Zij schuift wat met haar hoeven om de juiste positie te bepalen, vouwt de klauwen om de steel van de club, haalt evenwijdig aan de schouderlijn uit naar achteren en met een volle mep zwiept zij de bal het wit met blauwe uitspansel in, over de wei, over de rotspartijen, over de naaldbomen en alleen dankzij haar bovennatuurlijke gaven kan zij het kleine balletje nog volgen als het de top van zijn paraboolbaan heeft bereikt en razendsnel daalt, eindelijk precies in de richting van het glas-in-lood van haar kerk.
Zij heeft deze keer gemikt op het klare oog van Johannes, Vader der Forellen, in helder blauwe tinten ton sur ton in het glas gevoegd, en inderdaad penetreert het projectiel de Lieve Vrouwe op de berekende plaats en belandt midden in het bakje voor het middenpad.
De kerk is vol, maar niemand, niet een van de dommelende kerkgangers merkt het teken uit de hoogte op. De lichte tocht in het portaal wordt kennelijk toegeschreven aan opstekende wind.
De Lieve Vrouwe van de Navel van de Berg leunt beteuterd op haar stok. Haar volgelingen snappen er de ballen van, er is geen enkele aanwijzing dat haar stem ooit gehoord zal worden.
Al eeuwen staat ze hier, het huis wordt aanbeden en onderhouden en geen van de gelovigen heeft door dat zij niet daar woont, maar hier, op de ideale plek voor een golfterrein, een lustoord voor de vermoeide boer, een bron van gezondheid voor de verziekte boerin. Met een beetje inspanning en inzicht zouden deze glooiende hellingen een lucratieve toeristische trekpleister kunnen worden en tegelijkertijd een einde maken aan haar eenzaamheid.
Er rest nog maar één manier om de bewoners de ogen te openen. Ze zwaait ritmisch heen en weer, buigt licht door de knieën, leunt naar achteren en geeft zichzelf zo’n vaart mee richting dal, dat ze opstijgt, over de wei, de kloven en de watervallen en in de streperige luchten haar hoogste top bereikt en dan, als een baksteen, naar beneden valt.
Ze schiet door het dak van een hooiberg, vat vlam en samen met het gedroogde gras verpulvert ze tot as. De alarmklokken luiden, de brandweer snelt toe, maar er is geen blussen aan en als de kerkgangers zich rond de verkoolde resten van de boerderij verzamelen, is er niemand die vermoedt dat hun Lieve Vrouwe hier haar eind gevonden heeft.
En zo gebeurde het, dat door de onoplettendheid van de bevolking een heel dorp elke week naar de kerk gaat om de beschermster van het dal te aanbidden, terwijl de Dame in kwestie al geruime tijd van de aardbodem is verdwenen.
Alleen de koster heeft zich weleens in een verloren ogenblikje afgevraagd hoe die golfbal in het wijwater terecht gekomen is.