Hoofdredactie
Zoroastrische, joodse, christelijke, islamitische richtingen — Christelijke richtingen
De christelijke leer is ontstaan als een religieuze gemeenschap tussen andere joodse gemeenschappen in de oostelijke gebieden van het Romeinse rijk, zoals Antiochië, Syrië en Palestina.
Waar de figuur Jezus van Nazareth ook voor de Joden en de Moslims als een profeet van god geldt, daar hebben de christelijke discipelen hem tot gods zoon verheven. Over deze en andere geloofskwesties handelde het concilie van Nicea (het huidige Iznik in Turkije) in 325 waar bisschoppen de ware leer (letterlijk ‘ortho doxa’) vaststelden. Belangrijke leerstellingen zijn onder meer dat de menswording van god de verzoening tussen mens en god weer mogelijk maakt na de zondeval — waarmee het kwaad in de wereld kwam door het eten van de verboden vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad — de onbevlekte ontvangenis van Maria, de hemelvaart van Jezus christus.
De westerse jaartelling begint met de vooronderstelde geboorte van Jezus als Aramese Jood in Nazareth. Vanaf omstreeks zijn dertigste jaar begon hij in Galilea en Judea te prediken.
Zijn leven en leer zijn beschreven in (zowel canonieke als apocriefe) evangeliën. Die van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes vormen het Nieuwe Testament van de Bijbel volgend op het Oude Testament met de meer mythische en legendarische vertellingen vanaf de oorsprongsmythe, genesis. Doordat Jezus volgelingen kreeg en over een komend ‘koninkrijk’ sprak zagen het Romeinse bestuur en de Joodse hogepriesters een bedreiging in hem. De prefect Pontius Pilatus liet hem in het jaar 33 kruisigen.
Scheiding tussen de westerse Rooms-Katholieke kerk en de Oosters-Orthodoxe kerk
Net zoals bij de andere monotheïstische richtingen is er in het christendom een uitwaaiering van verschillende geloofsrichtingen ontstaan sinds het concilie in 451 van Chalcedon — vlakbij Constantinopel (tot 330 Byzantium), het huidige Istanbul — dat de aanleiding vormde tot een scheiding tussen de westerse Rooms-Katholieke kerk en de Oosters-Orthodoxe kerk.
Het anglicanisme
Het Anglicanisme is terug te voeren tot het missiewerk van Augustinus van Canterbury in 597 en de komst van de enige heilige katholieke en apostolische kerk op de Britse eilanden.
De Reformatie en het protestantisme
Met de kerkhervormers van de 16e eeuw — Luther (1483-1546), Zwingli en Calvijn (1509-1564) — ontstonden diverse protestantse richtingen.
Met ’95 stellingen’ klaagde Maarten Luther de wantoestanden in de katholieke Kerk aan (31 oktober 1517). Het leidde tot de Reformatie en wordt daarom gezien als de oorsprong van het protestantisme.
Kernpunten van Luther
- Iedereen moet de bijbel zelf kunnen lezen en daarnaar leven.
- Alleen het geloof zelf kan ervoor zorgen dat je in de hemel komt.
- De aflaathandel is slecht. (De Rooms-katholieke kerk verkocht aflaten om je zonden af te kopen.)
- Afzien van rijkdom, pracht en praal (zoals in de Rooms-katholieke kerken).
Latere afscheidingen
In latere eeuwen ontstonden er nog meer (splinter)afscheidingen. Lutheranen, calvinisten, zwinglianen, hussieten, anabaptisten of wederdopers, mennonieten of doopsgezinden, baptisten, methodisten, darbisten, quakers, zevendedagsadventisten, pinkstergelovigen en evangelischen zijn alle protestanten…
De Jehova’s getuigen en de mormonen scheiden af vanwege meningsverschillen over theologische vragen die ook steeds sociale kwesties betreffen: zoals welke interpretatie van de bijbelse teksten de ware is, welke rol de hiërarchie in de kerkelijke organisatie en in samenleving en gezin speelt, de verhouding tussen man en vrouw, enz..
Het christendom lijkt nog steeds tot de grootste religies ter wereld te behoren, hoewel het percentage met de stijgende wereldbevolking en de afname van het kerkbezoek aan het afnemen is.
- Borchert, B. (1994) Het verschijnsel, de geschiedenis, de nieuwe uitdaging. Haarlem: J.H. Gottmer.
- Gough, M. (1963) De eerste christenen. Antwerpen/ Zeist: W. De Haan.
- Pagels, E. (ed. 1988) Adam, Eve, and the Serpent. London: Pinguin Books.
[1] Bron: Uit Luthers Disputatio pro declaratione virtutis indulgentiarum, uitgegeven in Wittenberg door Melchior Lotter d.J., 1522.