Japan, het land van de rijzende zon 3

0

Marie-Claire Marx, tekst en foto’s

Reisverslag, 19 oktober–3 november 2001
Japan 1Japan 2Japan 3Japan 4Japan 5

Kamakura

Vanuit Tokyo namen wij een trein naar Kamakura ongeveer 50 km ten ZW van Tokyo.
Kamakura is een tempelstadje met een aaneenschakeling van mooie tempels en fraai aangeharkte zen tuinen met veel cederbomen. Vijvers met kois ontbreken niet.
Bij de verkeerslichten dromden wachtende hordes om bij groen licht over te steken.
Het was stralend, zonnig weer. Wij huurden fietsen.

Bij aankomst in Kamakura keken wij onze ogen uit op bonsai.

Zoals ikebana is bonsai verheven tot traditionele Japanse kunstvorm. De bonsaitraditie werd in China eeuwen v.o.j. ontwikkeld en stond bekend onder de naam penzai/penjing, in Japan bekend als bonsai. Bonsai is de traditionele Japanse kunstvorm die gericht is op het kweken van miniatuurbomen die dezelfde kenmerken hebben als een natuurlijk volgroeid exemplaar. In Japan gebruikt men enkel winterharde boomsoorten zodat de bonsaibomen buiten tentoongesteld kunnen worden.

Het chan-boeddhisme breidde zich vanaf de 11e eeuw uit in Japan en werd bekend als zen-boeddhisme wat aansloot bij de levenshouding die door de samurai nagestreefd werd. Samen met het zen-boeddhisme in de Kamakura-periode werd penjing (penzai) in Japan geïntroduceerd. De Japanse zen-boeddhisten streefden naar schoonheid in strenge soberheid en legden zich toe op het kweken van miniatuurbomen.
Bonsai is soberder dan penzai. Bij het kweken van bonsaiboompjes zijn zelfbeheersing, toewijding en discipline nodig.

De boeddhistische Kotoku-in tempel met de Daibutsu of Grote Boeddha

In Kamakura – hoofdstad van Japan van 1185 tot 1333 – bevindt zich de boeddhistische tempel Kotoku-in van de Jodo shu-sekte bekend om haar Daibutsu of Grote Boeddha van Kamakura (er staan in Japan meerdere Daibutsu waarmee een Grote Boeddha aangegeven wordt), een monumentaal bronzen standbeeld van Amida-Boeddha die weergegeven wordt in zittende meditatiehouding.

Amida-Boeddha of Daibutsu – Kamakura

De Boeddha zit op een lotustroon in open lucht, in weer en wind. Het beeld is ruim 13 m hoog en is in brons gegoten. Het idee om een groot boeddha beeld te maken ontstond in de 12e eeuw tijdens de Kamakura periode (1185-1333) waarin het gelijknamige shogunaat over Japan heerste (militaire dictatuur geleid door shoguns, Japanse opperbevelhebbers). De feitelijke macht was in die periode niet in handen van de keizer maar van de shoguns met als hoofdkwartier Kamakura.

De eerste Amida-Boeddha van het tempelcomplex was opgetrokken in hout en stond in een houten schrijn. In de 13e eeuw ontstond het ambitieuze plan om het houten beeld te vervangen door een veel groter beeld van brons. Het beeld werd aanvankelijk geplaatst in een houten tempelgebouw. Door natuurrampen verdween het tempelgebouw. Het beeld dat 121 ton weegt, trotseert al meer dan 523 jaar de natuurelementen.

De boeddhistische Hasedera tempel met de godheid Jizo

Hasedera tempel

Een van de mooie boeddhistische tempels is de Hasedera tempel dichtbij de Grote Boeddha gelegen. De tempel wordt vaak bezocht.
Deze tempel is bekend door de godheid Jizo, beschermer van kinderen in de onderwereld.

 

 

De godheid Jizo

Sommige tempels zijn speciaal gewijd aan de godheid Jizo die kaal en eenvoudig gekleed voorgesteld wordt.
Zijn beelden staan ook bij andere heiligdommen maar ook langs de kant van de wegen: langs meest afgelegen bospaden in de bergen tot drukke steegjes in grote steden.
De beelden zijn vaak voorzien van een rode muts en een rode slab (rood is een gelukskleur – de rode kleur zou bovendien bescherming bieden tegen demonen, ziekte en ander onheil).
De godheid Jizo is omringd door houten en stenen beeldjes van overleden kinderen zowel van vroeg gestorven kinderen als dood geboren en geaborteerde kinderen.
In 1948 werd abortus in Japan gelegaliseerd en sindsdien geldt abortus als het belangrijkste geboortebeperkingsmiddel.

Wat zo opvalt en wat de beeldjes zo aandoenlijk maakt, zijn de gebreide mutsjes en de slabben die ze dragen. Vaak zijn de beeldjes al heel oud en verweerd.
De beeldjes die aan Jizo-sama gewijd zijn maken deel uit van volksgeloof.
De godheid Jizo wordt bij uitstek door Japanse moeders vereerd en is sinds lang opgenomen in het boeddhisme. De godheid Jizo zou kinderzielen begeleiden en ze het hiernamaals binnensmokkelen in de mouwen van zijn mantel. De kinderen hebben niet lang genoeg geleefd om karma op te bouwen en kunnen daarom niet in de hemel komen.

De Hasedera (of Hase-kannon) tempel behoort tot de Jodo sekte. De tempel herbergt een verguld houten Kannon beeld van meer dan 9 m hoog. Het beeld heeft elf hoofden.
Het Kannon beeld is de goddess of mercy. Het werd gebeeldhouwd in de 14e eeuw. Het beeld mag niet gefotografeerd worden.

Bij iedere tempel staat een waterbekken en een wierookvat.
Een gong ontbreekt evenmin.

Zen-boeddhistische Kencho-ji-tempel

Wij bezochten Kencho-ji-tempel, de nummer een van de Vijf Grote Zen tempels van Kamakura en een van de oudste kloosters in Japan dat Zen beoefent (de tempel Kencho-ji werd in 1253 gesticht door de toen heersende regent Hojo Tokiyori tijdens de Kencho periode).
Opvallend rondom de tempels zijn de enorme lantaarns en de Japanse tuinen.

Nikko

Met de JR Shikansen reisden wij naar Utsunomiya waar wij overstapten op een trein naar Nikko. Onze totale reistijd bedroeg drie uur. Het was zonnig weer.

Tempels van shogun Tokugawa Ieyasu in Nikko – UNESCO

Nikko betekent zonneschijn; het herbergt prachtige tempelcomplexen.

Nikko is een stad gelegen in de bergen van Tochigi op 140 km ten noorden van Tokyo met tempelcomplexen waarvan meerdere erkend zijn door UNESCO en op de werelderfgoedlijst staan.
Nikko heeft zowel shinto schrijnen als boeddhistische tempels.

Het mausoleum van shogun Tokugawa Ieyasu

In Nikko ligt het mausoleum van shogun Tokugawa Ieyasu en diens kleinzoon Iemitsu (16e-17e eeuw). Het mausoleum is van historisch belang.

Het was een fikse wandeling naar de heiligdommen. Wij passeerden een vermiljoenrood gelakte brug uit de 17e eeuw, de heilige Shin Kyo brug over de Daiya rivier die gerestaureerd werd. De originele Shin Kyo brug werd in 1636 gebouwd voor de boodschappers van de Shogun en van de Keizer.

De boeddhistische Rinno-ji Tempel

De tempel Rinno-ji is de grootste boeddhistische tempel in Japan waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 8e eeuw. De tempel werd beschouwd als de hoofdtempel van de Tendai-sekte en ontwikkelde zich in de loop der eeuwen tot de Rinno-ji tempel die prachtig is en voorkomt op de lijst van werelderfgoed van UNESCO.
Bij de Tendai-sekte ligt de nadruk op onbaatzuchtige devotie.

De tempel bestaat uit vele gebouwen. In het belangrijkste gebouw van de tempel, Sanbutsudo, staan maar liefst drie acht m hoge houten boeddha’s die met goudblad versierd zijn.
Het betreft Amida-Boeddha die de weg wijst naar het Zuivere Land, de duizend-armige Senju Kannon en Bato Kannon die afgebeeld wordt met een paard op het hoofddeksel.
Voor dit gebouw staat een ruim 13 m hoge bronzen pilaar met 1000 boeddhistische sutra’s om de tempel te beschermen. Volgens de boeddhisten wordt de mondelinge leer van Gautama Buddha door sutra’s weergegeven. Boeddhistische sutra’s zijn meer dan een korte, bondige uitspraak. Ze zijn gedetailleerd en herhalen zich vaak.
In Cambodja was het niet ongewoon de monniken op een monotone toon de sutra’s te horen reciteren.
De pilaar staat symbool voor de wereldvrede. De Sorinto pilaar dateert van 1643 en werd gemaakt op aanvraag van shogun Tokugawa Iemitsu.

Op het terrein van de tempel liggen twee vermaarde Japanse tuinen met vijverpartijen, bruggetjes en veel esdoornbomen die prachtig waren in de herfst. Opmerkelijk waren de lantaarns en kleine beeldjes.

Shinto Toshogu schrijn van Tokugawa Ieyasu

Niet ver van het hoofdgebouw Sanbutsudo ligt het Toshogu schrijn, een prachtig grafmonument voor de shogun Tokugawa Ieyasu. Het is een shinto schrijn.
De shogun (betekent militair/samurai leider) liet een gedetailleerd plan na van een schrijn waar hij begraven wilde worden. Het plan omvatte een dertigtal schrijnen, maar er werden er meer gebouwd.
Tokugawa Iemitsu, zijn kleinzoon, liet in 1653 ook zijn eigen schrijn, Taiyuin (naam na zijn dood in 1651) op deze plaats bouwen. Uit respect voor zijn grootvader is de Taiyuin tempel kleiner en minder luxueus gebouwd dan de Toshogu.

Shogun Tokugawa Ieyasu zorgde ervoor, dat hij na zijn dood een heiligdom kreeg als een god met toevoeging van gongen (bellen). Door gongen aan zijn naam toe te voegen werd hij de incarnatie van een boeddha in de vorm van een belangrijke kami.

Bij het overlijden kreeg shogun Tokugawa Ieyasu de naam Tosho-Daigongen.
Zijn postume naam is Tosho-Daigongen (Great Gongen, Light of the East).
Gongen betekent Boeddha die op aarde gekomen is in de vorm van een kami om levende wezens te redden.

Het schrijn maakt deel uit van gebouwen die opgetrokken werden in een prachtige bosrijke omgeving met veel cederbomen. De gebouwen werden rijkelijk versierd met houtsnijwerk en goudblad.

Wij bezochten het Toshogu schrijn opgedragen aan Tokugawa Ieyasu, stichter van het Tokugawa-shogunaat. Het prachtige mausoleum dat uit meerdere gebouwen bestaat, omvat zowel elementen van shinto als van boeddhistische architectuur.
De bouw van het Toshogu schrijn begon in 1617 tijdens de Edo periode door zijn zoon en werd ongeveer 20 jaar later door zijn kleinzoon Tokugawa Iemitsu voltooid. Vakmannen en kunstenaars werkten jaren om het mausoleum te voltooien. Er werd 500 kg goud en 370 kg zilver verwerkt. Vooral de overvloed aan houtsculpturen is overweldigend.

Een hoge trap omgeven door prachtige natuur, leidt naar de tempelgebouwen in het bergachtig gebied. Via trappen en paden komt men steeds dichter bij de goden, bij de kami in shinto en steeds dichter bij het praalgraf van Tokugawa Ieyasu dat op het hoogste punt van het complex aangebracht is.

Aangekomen bij de tempelgebouwen vallen de twee wachters met boze gelaatsuitdrukking op. De Boeddha figuren dienen om boze geesten af te schrikken.
De afbeelding van menselijke figuren treft men aan bij boeddha tempels, terwijl bij shinto schrijnen alleen dieren en planten afgebeeld worden.

Sinds de Meiji-restoratie zijn de elementen strikt gescheiden bij shinto schrijnen en boeddhistische tempels. Zowel boeddhistische (uitbeelding van menselijke figuren zoals wachters met demonen gezichten die de tempel bewaken) als shinto elementen (uitbeelding van dieren en bloemen) zijn aanwezig bij deze heiligdommen in Nikko.

Stal van de Heilige Schimmel

Trap versierd met chrysanten leidt naar de stal.

Al spoedig kwamen wij bij de Stal van de Heilige Schimmel waar een paard waakt over de dierenstal met een van de beroemdste houtsnijwerken namelijk van de drie wijze apen: horen, zien en zwijgen. Het paneel is gebaseerd op de wijsheid van Confucius.
Nieuw-Zeeland gaf een schimmel aan Japan om te waken bij de stal.
Het is prachtig houtsnijwerk dat op de UNESCO-lijst staat.

De Shinkyu of heilige stal bevindt zicht dicht bij de hoofdpoort Omotemon zodat de paarden, schimmels, niet de helling op hoefden te lopen. De stal is wereldberoemd geworden door de acht panelen met houtsnijwerk, waarvan wij dat van de drie wijze apen het beste kennen: geen kwaad horen, geen kwaad zien, geen kwaad spreken.
Apen werden beschouwd als bewakers van paarden. Om die reden werd vroeger een aap gehouden in de heilige stal (mag men niet betreden).

Aangekomen bij de stal zagen wij een schimmel met een ruiter en aan iedere kant een Japanner. Allen waren rijkelijk versierd met bloemen, vooral gele chrysanten. Bloemenpracht was overal te bewonderen.

We liepen langs de fontein voor rituele zuivering en langs de Sutra Bibliotheek waar 7.000 boeddhistische Sutra’s of heilige teksten bewaard worden.

Een enorme gong die positiviteit of geboorte betekent is aangebracht in de trommeltoren terwijl de klokkentoren een bel bevat, symbool van negativiteit of dood. De torens zijn beiden meer dan 12 m hoog.
Een enorme bronzen lantaarn, Oranda doro, werd in 1643 door de VOC (Nederland) aan het Toshogu heiligdom geschonken.

Yomeimon poort

De poort Yomeimon, meer dan 11 m hoog en uit 1636, behoort tot de nationale schatten van Japan. Het is het meesterwerk van het Toshogu heiligdom. Door de pracht en praal van Yomeimon raakt men niet uitgekeken op de talrijke decoraties en de prachtig gekleurde figuren van dieren zoals giraffen, olifanten, vogels, draken, mensen en demonen.
Aan iedere zijde van de zeer hoge poort zijn rijkelijk versierde beelden van ministers in zittende houding aangebracht. Met opzet zijn er onvolmaaktheden gecreëerd zoals een omgekeerde pilaar want onvolmaaktheid staat voor een lang leven terwijl perfectie het begin van aftakeling is.

Het Toshogu heiligdom omvat een vijf verdiepingen pagode die in 1650 gebouwd werd maar na een brand in 1818 herbouwd werd (niet toegankelijk). Een pagode is typisch boeddhistisch maar voor de Meiji-restauratie werden naast shinto symbolen ook boeddhistische symbolen gebruikt.
In een enorme bronzen urne worden de overblijfselen van Tosho-Daigongen bewaard.

De boeddhistische Taiyuin tempel

Aansluitend zagen wij de boeddhistische Taiyuin tempel, die minder groot en luxueus opgezet is maar in schoonheid niet onderdoet. De tempel werd gebouwd in 1653 als mausoleum van Tokugawa Iemitsu, 3e machtige shogun van Japan, kleinzoon van Ieyasu.
De postume naam van shogun Iemitsu is Taiyuin.

Om bij de tempel te komen, is er een pad met veel trappen.
De hoofdkleur is vermiljoen terwijl de hoofdkleur voor het Toshogu schrijn goud is. Rondom de tempel is een woud van lantaarns, allen geschonken door lords. De tempel ligt verscholen tussen cederbomen.

Andere poorten

Een torii is de toegangspoort tot een shinto heiligdom, waarbij symbolisch aangegeven wordt dat men de wereldlijke omgeving verlaat om een heiligdom te betreden. Een torii werd meestal opgetrokken in hout dat vaak vermiljoenrood geschilderd werd. Soms werd een torii in steen opgetrokken. Vóór de Meiji-restauratie in 1868 werden shinto en boeddhistische symbolen door elkaar gebruikt. Tot de Meiji-periode werden torii vaak versierd met boeddhistische sutra’s.

Opvallend zijn de vele wachters die meer dan levensgroot afgebeeld zijn en er met een groen of rood gezicht angstwekkend uitzien.
Meerdere fraai bewerkte poorten loopt men door bij een bezoek aan het heiligdom.

Bij de Niomon poort waken twee woest uitziende wachters, Mishaku en Naraen Nio. Het zijn reusachtige beelden van 3,2 m hoogte en ze zijn bedoeld om de bezoekers te imponeren en slechte geesten te verdrijven.

Na het betreden van de tempel en afgeschrikt te zijn door de Nio wachters, komt men bij de reinigingsplaats met waterbekken om handen te wassen en de mond te spoelen.

De derde poort, Yashamon-poort of pioenpoort vanwege de fraaie pioenen in het houtsnijwerk, bevat vier beelden van Yasha, een afschrikwekkende beschermgeest.
Een van de beelden is volledig wit met goudversierselen (Witte Kendara). De andere beschermgeesten zijn rood, groen en blauw, allen met goudversierselen.

De Nitenmon-poort wordt bewaakt door vier goden waarvan de groene god van de winden en de rode god van de bliksem erg opvallen.

Achter een mooi gedecoreerde deur is het graf van Tokugawa Iemitsus of Tayyuin. Het graf is niet toegankelijk.

Rond half vijf namen we de trein naar Tokyo.

Avatar foto

Schrijven vond ik altijd fijn. Het begon met lange brieven naar kinderen en familie. Onze kinderen studeerden in Nederland toen wij in de diverse landen woonden. Vooral vanuit Madagaskar was communicatie erg moeilijk. De brieven groeiden uit tot artikels die ik niet enkel naar familie stuurde maar ook naar goede vrienden en naar Paridaens. Sommige artikels zijn gepubliceerd in de info van de school. Het blad verschijnt niet meer. En nu komen diverse van die artikels op het Wijsheidsweb terecht!