Marie-Claire Marx, verslag en foto’s
VS, van 22 – 30 september 2016
Deel 1, deel 2, deel 3, deel 4
Yellowstone National Park
John D. Rockefeller Jr. Memorial Parkway verbindt Grand Teton National Park met Yellowstone National Park. De weg is in 1972 vernoemd naar John D. Rockefeller Jr. die gestreden heeft voor het behoud van het landschap. Aan deze weg ligt Flagg Ranch met Headwaters Lodge and Cabins. Helaas was het hotel gesloten.
Het Yellowstone National Park heeft een oppervlakte van 8,983 km² met een gemiddelde hoogte van 2,440 m en is voor het grootste gedeelte gelegen in het noordwesten van de staat Wyoming. Een klein gedeelte van het park ligt in de staten Montana en Idaho.
Geweldig grote vulkaanuitbarstingen begonnen ongeveer 2 miljoen jaar geleden in dit gebied en gaven het ontstaan aan geisers, heetwaterbronnen, modderpotten, fumaroles en meren.
Als gevolg van een plotselinge vulkaanuitbarsting ongeveer 600,000 jaar geleden, werd in een tijdsbestek van enkele luttele minuten een gebied van duizenden vierkante kilometers bedekt onder een dikke laag vulkanisch puin. Hierdoor ontstond een krater – caldera – van 75 km lengte en 45 km breedte en honderden meters diep. Het was waarschijnlijk de grootste vulkaanuitbarsting die de aarde ooit gekend heeft.
De oostgrens van de caldera ligt in het midden van Yellowstone Lake, de noordgrens tussen Canyon Village en Madison, de westgrens zo’n 20 km ten westen van Old Faithful en de zuidgrens loopt pal onder het Lewis Lake heen.
Yellowstone National Park is één van Amerika’s mooiste en meest spectaculaire natuurgebieden gelegen op een slapende supervulkaan.
In de eeuwen die volgden werd de caldera gevuld met lavastromen van andere vulkaanuitbarstingen zodat er niet veel meer te zien is van de oorspronkelijke caldera.
Jaarlijks valt er meer dan ½ m regen en sneeuw in Yellowstone. Het water zakt in de poreuze grond. De hoge temperatuur van het magma verhit het water dat in de vorm van heetwaterbronnen, fumaroles, geisers en modderpotten een weg naar buiten zoekt.
Rijke wildstand
Een van de grootste charmes van Yellowstone N.P. is de rijke wildstand zoals bizons, muildierherten, edelherten, gazelles, elanden en dikhoorn schapen. Poema’s, beren, wolven laten zich minder vaak zien.
Kleine dieren zijn o.a. coyotes, dassen, bevers, wezels, stekelvarkens, wolverines en talloze eekhoornsoorten en marmotten.
Roofvogels en watervogels komen voor in grote getale.
Het is ten strengste afgeraden (verboden) wilde dieren te voederen.
De naam Yellowstone werd gegeven door de Minnetaree-Sioux Indianen. Yellowstone duidt op de gele klei op de zandbanken en niet op het gele gesteente in de Yellowstone Canyon.
Er wonen geen Indianen meer permanent in het gebied. De Indianenstam die hier het vaakst kwam waren de Tukudeka of Shoshone Indians (Sheepeaters). Zij maakten namelijk jacht op bergschapen.
Wereld erfgoedlijst van UNESCO
Yellowstone National Park bestaat sinds 1 maart 1872 en is het oudste nationaal park ter wereld. Bij de oprichting van het park in 1872 werd de administratie van het park overgelaten aan het Interior Department. Toen bleek dat dit niet opgewassen was tegen zijn taken om het Yellowstone National Park te beschermen werden die in 1891 overgedragen aan het leger. In 1918 kwam er een overkoepelend orgaan voor alle parken, National Park Services. In 1978 werd het park op de Wereld erfgoedlijst van UNESCO geplaatst.
Lewis River
De afstand van het Grand Teton NP tot de zuidelijke ingang van Yellowstone NP is erg kort zodat wij al spoedig aankwamen bij Lewis Lake en bij de canyon van de Lewis River. De Lewis River stroomt door het Lewis Lake en komt aan het zuidelijk eind tevoorschijn.
Over ongeveer 2 miles stroomt de rivier door een vrij vlak grasland om nadien door een diepe, ontoegankelijke canyon te stromen evenwijdig met de weg naar de zuidelijke ingang van het park. Kort voor het verlaten van het YNP mondt de Lewis River uit in de Snake River. De Lewis Falls (waterval) zijn slechts 30 ft hoog.
De rivier is rijk aan vis (forel) zodat het een aantrekkelijk vakantie oord is voor veel vissers.
Bosbranden
De verwoesting van de bossen door branden was nog duidelijk zichtbaar. Meer dan 80% van het park bestaat uit bossen afgewisseld door vulkanische steen plateaus en bergen. Yellowstone N.P. kent een jaarlijkse neerslag van 500 tot 1,000 mm, wat in combinatie met de bodemgesteldheid de ideale omstandigheden zijn voor de “lodgepole pines” die vooral groeien tussen 1,800 m en 2,700 m.
Lodgepole pines
In Wyoming bestaat het grootste gedeelte van het park uit bos met vooral lodgepole pines.
Natuurlijke bosbranden zijn noodzakelijk voor de voortplanting van de lodgepole pine want de dennenappels van deze coniferen openen slechts bij hoge hitte zoals bij bosbranden om hun zaden vrij te geven en te verspreiden zodat jonge lodgepole pines kunnen opschieten. De dennenappels blijven jaren gesloten aan de vrouwelijke bomen hangen tot de juiste omstandigheden zich voordoen.
In 1988 brandde bijna een derde van het park volledig af door hardnekkige branden die ontstonden door een blikseminslag die enkele naaldbomen in lichterlaaie zette.
Door extreme droogte en stormachtige winden in 1988 werden de natuurlijk ontstane bosbranden niet gedoofd door de zomerregens zoals dit doorgaans het geval is en waren de branden al vlug niet meer te controleren. De branden hielden maanden aan en voor het eerst in de geschiedenis van het park werd het hele park gesloten voor bezoekers.
Sinds de hevig uitslaande branden zijn de bossen verjongd en ziet men tussen de fris groene lodgepole pines verbrande bomen, rechtstaand of omgevallen.
Achtvormige ‘loop’
De meeste bezienswaardigheden van YNP liggen aan een achtvormige ‘loop’ met een totale afstand van 142 MI of 229 km. Halfweg de loop is er een verbindingsweg. Wij waren via de zuidingang het park binnen gereden.
Aangekomen in West Thumb reden wij naar het westen, richting Old Faithful.
Aan weerszijde van de weg zijn vooral dennenbossen te zien.
Op zeker ogenblik stond er een bord “Continental Divide” met als hoogte 7,988 ft. We passeerden tot tweemaal toe de “Two Ocean Pass”, de drainage kloof die de voornaamste waterscheidingsgrens van het Noord-Amerikaanse continent is.
De denkbeeldige scheidingslijn verdeelt de gebieden die afwateren naar de Grote Oceaan en naar de Atlantische Oceaan.
Geisers, modderpoelen en fumaroles
Aangekomen in Old Faithful was het erg druk. Wij arriveerden net voor het uitbarsten van de geiser die (bij benadering) om de 90 minuten het kokende water als een fontein de lucht instuwt. Het was erg mooi minutenlang te kijken naar de waterkolom die hoog de lucht ingespoten werd. Nadien was het tijd om in het ‘Visitor Center’ van Old Faithful rond te kijken en iets te eten.
Het gebied van Old Faithful naar Madison is bezaaid met geisers, modderpoelen en fumaroles zodat de grond op vele plaatsen leek te roken.
In Madison vertrekt de weg naar West Yellowstone, de west ingang van het park en naar de noordelijk gelegen plaats Norris. Alhoewel wij die dag naar Gardiner naar ons hotel reden, waren wij verplicht Norris-Canyon Road, de verbindingsweg naar Canyon Village in het oosten te volgen met onderweg een eenrichtingsweg naar de Virginia Cascade (niet toegankelijk voor caravans en mobilhomes). De waterval was indrukwekkend.
De weg van Norris naar Mammoth Hot Springs (recht naar het noorden) was voor onderhouds werkzaamheden grotendeels afgesloten en zou dat blijven tijdens ons verblijf in Gardiner.
Van Canyon Village naar Tower-Roosevelt reden wij over de bij benadering opgegeven grens van de caldera waarna de weg klom tot 2,700 m of 8,859 ft door de Dunraven Pass.
Aangekomen bij Tower-Roosevelt reden wij opnieuw naar het westen om in Mammoth Hot Springs het park te verlaten via de noordelijke ingang bij Gardiner.
Ondanks de vele waarschuwingen in het park ‘speed limit’ en ‘no parking along the road’ was een auto van de weg afgegleden en hing half boven een ravijn zodat een takelwagen nodig was om de auto terug op de weg te zetten. Gelukkig waren de inzittenden ongedeerd.
Gardiner
Bij het naderen van Mammoth Hot Springs zag men de dampen opstijgen uit de aarde. In het dorp bleek een troep wapitiherten te overwinteren.
Na een lange rit arriveerden wij in Comfort Inn in Gardiner, gelegen in Montana, waar wij 4 nachten zouden verblijven. Er viel inmiddels een flinke bui.
De volgende dag stond een bezoek aan Mammoth Hot Springs op het programma.
Na een goed ontbijt verkenden wij Gardiner.
In Gardiner werd in 1903 door President Theodore Roosevelt de eerste steen gelegd van de Roosevelt Arch die gebouwd werd onder toezicht van het USA leger in Fort Yellowstone. Op de top van de boog staat een inscriptie “For the Benefit and Enjoyment of the People”. Aanvankelijk was deze stenen boog bedoeld voor de doorgang van karren en paarden maar gelukkig is de boog breed genoeg voor auto’s.
Gardiner ligt bij de noord ingang van YNP in de mooie Paradise Valley. Deze ingang was in 1872 de enige ingang tot het park wat in die tijd slechts door ongeveer 1,000 toeristen bezocht werd omwille van zijn ruig karakter. Van de 5 huidige ingangen is het de enige die het hele jaar open blijft. In 1883 legde the Northern Pacific Railway een treinspoor aan door de Paradise Valley van Livingston naar Gardiner waardoor het verkeer met paard en kar naar het YNP enorm toenam. Paradise Valley is de vallei van de Yellowstone River met in het oosten de Absaroka Range en in het westen de Gallatin Range.
Mammoth Hot Springs
De Yellowstone River vloeit door Gardiner en loopt parallel met de weg die over 5 miles klimt naar Mammoth Hot Springs, het enige grote thermale gebied van het YNP buiten de Yellowstone caldera gelegen. De terrassen veranderen voortdurend, soms merkbaar na een dag. Alhoewel het op 23 september droog weer was, verdwenen de bergtoppen in de wolken en bleef het vrij koud, +/- 10°C.
Even voorbij de noordelijke ingang zagen wij een coyote vrij dicht bij de weg op een berghelling een prooi eten. Aan de andere kant van de weg was de vallei van de Gardner River. Een deel van deze rivier is toegankelijk voor zwemmers die in het ondiepe water genieten van de warmte die vrijkomt van de heetwaterbronnen van MHS.
Halfweg tussen Gardiner en Mammoth Hot Springs staat een bord wat aangeeft dat men zich bevindt op de 45ste parallel breedteligging tussen de evenaar en de Noordpool. Dagelijks passeerden wij dit bord.
Aangekomen in Mammoth Hot Springs bevonden wij ons op een hoogte van 6,239 ft of ongeveer 1,900 m waar een kudde wapiti herten graasde te midden van huizen.
Rangers hielden de wacht om te beletten dat toeristen de dieren te dicht zouden benaderen.
Wij parkeerden zo dat wij de elks konden observeren terwijl wij in de auto genoten van een snack. De wijfjes en een jong mannelijk hert, vormden een grote foeragerende kudde. Een mannelijk hert met mooi gewei lag afgescheiden van de kudde en waakte over de wijfjes. Ieder jaar overwinteren de herten in dit gebied omdat het hier door de thermale warmte minder koud wordt dan in andere delen van het park.
Fort Yellowstone
Bij Mammoth Hot Spring ligt ‘Fort Yellowstone’ dat opgericht werd in 1891 als militair kamp om het park te beschermen tegen misbruiken in het park.
Het Interior Department wat vanaf 1872 opgericht werd bij de start van het park, bleek niet opgewassen te zijn tegen zijn taak om het Yellowstone Park te beschermen tegen stropers en souvenirjagers.
Het leger werd ingezet. Wilde dieren moesten beschermd worden tegen stroperij. Bovendien moest het leger vernielingen in het park voorkomen. Souvenirjagers braken stukken af van geisers, hot springs, versteende bomen. Bovendien werd het leger ingezet om het park te beschermen bij natuurlijke gebeurtenissen zoals bosbranden.
Al snel werden kampen voor toeristen ingericht. De cavalerie patrouilleerde ‘s zomers te paard en ‘s winters op skies.
Tot 1918 beschermde het leger het Yellowstone Park. Vanaf dan werden de taken overgedragen aan de National Park Services. Het Yellowstone Fort is vrijwel onaangetast bewaard en huisvest nu het parkhoofdkwartier, Yellowstone National Park Headquarters. Het vroegere verblijf voor officieren is ingericht als het Albright Visitor Center. Hier zijn veel opgezette dieren te zien die voorkomen in het park.
Mammoth Hot Springs heeft geen geisers zoals het gebied van Old Faithful en bovendien heeft de bodem een andere samenstelling. Onder de grond bevindt zich een dikke laag kalksteen.
Het hete water onder de grond kan gemakkelijk kalksteen oplossen wat onder de vorm van calciumcarbonaat mee omhoog gevoerd wordt via de hete bronnen.
Boven de grond koelt het water af waardoor het calciumcarbonaat kristalliseert als witte kalksteen en het ontstaan geeft aan terrassen van “travertin”.
Terraces
Door de grote hoeveelheid heet water die uit de grond opborrelt en over de terrassen stroomt, veranderen de terrassen voortdurend van vorm. Van nature heeft calciumcarbonaat een witte of grijze kleur. Algen en bacteriën die in het warme water leven, zorgen voor de mooie kleuren.
Waar het water het heetst is, overheerst wit en felgeel. Naar mate de temperatuur lager wordt veranderen de kleuren in oranje, bruin en groen.
Zodra er geen heet water meer over de terrassen stroomt, verliezen deze hun mooie kleuren en worden ze grijs en oninteressant.
Al van ver ziet men de dampen opstijgen van de terrassen van Mammoth Hot Springs. Over kilometers zijn loopplanken en trappen aangelegd om zo dicht mogelijk bij de thermale verschijnselen te kunnen komen.
Lower Terraces
Aangekomen bij de Lower Terraces is de “Liberty Cap”, 37 ft (11 m) hoge kegel van een voormalige bron, de blikvanger. In 1871 werd deze naam gegeven wegens de treffende gelijkenis met de peaked caps van de Franse Revolutie; de Liberty Cap heeft een conische vorm. De Lower Terraces werden druk bezocht.
Upper Terraces
Het was via de trappen een hele klim naar de hoger gelegen terrassen, Upper Terraces, maar ieder terras was een bezoek waard. Voor minder ervaren wandelaars en klimmers kon men met de auto naar een hoog gelegen parkeerplaats rijden om vandaar de Upper Terraces te zien.
Hier en daar stonden dode bomen op de terrassen, afgestorven door de dampen en de hitte van het water. Het deed denken aan het kunstwerk, Het Stille Uitzicht, van kunstenaar Hans Op de Beeck in de abdij van Herkenrode. Een desolaat landschap met dode bomen, heuvels en waterpartijen doen denken aan de dorre landschappen zoals men ze in de natuur ziet.
Voor een bezoek aan de Lower en Upper Terraces is een halve dag niet overdreven.
Van Mammoth Hot Springs reden wij richting Tower-Roosevelt. Dicht bij de weg graasden enkele bighorn sheep (dikhoorn schapen) die zich niet erg bekommerden om de lenzen die op hen gericht werden.
Tower-Roosevelt
Petrified tree
Even voor Tower-Roosevelt is een korte zijweg naar de ‘petrified tree’, versteende boom.
In het noordelijk deel van YNP zijn talloze fossiele resten te vinden van bomen en planten die miljoenen jaren geleden door plotse gigantische vulkaanuitbarstingen bedolven werden onder een dikke laag vulkanisch as. In luttele seconden werden complete bossen bedekt waardoor zij afgesneden werden van zuurstof zodat de bomen niet verbrandden.
In de loop van de duizenden eeuwen ontstonden fossiele resten, versteende bomen die door bodemerosie kwamen bloot te liggen. Het is uitzonderlijk versteende stammen rechtstaand te zien.
De petrified tree is een versteend overblijfsel van een redwood tree die miljoenen jaren geleden deel uitmaakte van een bos. Er is hier nog slechts één versteende stam over die goed afgeschermd is. Grijpgrage toeristen hebben een andere fossiele boomstam voorbije eeuw in stukjes gehakt om als souvenir mee te nemen. In dit gebied zijn veel verbrande boomstammen te zien.
Tower Falls
Even voorbij Tower-Roosevelt zijn de Tower Falls te zien, een indrukwekkende waterval van 132 ft of 40 m hoogte waarvan de naam te danken is aan de rotsen die de vorm van torens hebben. Een steile wandelweg voert naar beneden waar men de samenvloeiing ziet van 2 rivieren, Tower Creek en Yellowstone River. De canyon staat bekend als “the narrows”.
Op de terugweg naar Gardiner stopten wij bij Calcite Cascades niet ver van Roosevelt. De massieve rotsformaties bestaan uit basalt en zijn van vulkanische oorsprong. Zij lijken op soldaten die over de vallei van de Yellowstone River waken.
Iedere dag zag men vanaf de hoge kliffen van de weg vissers bij de rivier in de vallei.
Terug in het hotel stond de koffie klaar. Gratis!
Het restaurant van het hotel was inmiddels gesloten wegens winterstop zodat wij aan de overkant van de straat in een restaurant gingen eten.
De volgende dag zouden wij de Beartooth Highway doen.
Een zwarte beer verschool zich in het struikgewas bij Tower-Roosevelt. De beer was vrij dicht bij de weg zodat hij met een grote lens goed te zien was. De instructies van de rangers indachtig, bleven wij op veilige afstand. Ondanks de waarschuwingen laten ieder jaar toeristen zich verrassen door beren, vooral grizzly beren, waardoor ieder jaar opnieuw enkele dodelijke slachtoffers te betreuren zijn. Een foto blijkt belangrijker dan hun leven.
Elk traject in YNP is mooi, zo ook de weg van Tower-Roosevelt naar Silver Gate, noordoost ingang van het park, en verder naar Cooke City.
Lamar River
Na de afslag bij Tower-Roosevelt strekken grote grasvlakten zich uit in de vallei van de Lamar River. De brede vallei kleurde geel door de overvloedige plantengroei. Het was een prachtig landschap.
De weg volgde een heel eind de Lamar River tot deze afboog naar het zuiden.
Veel wilde dieren komen voor in dit gebied, vooral bizons, meerdere soorten herten, beren, maar ook watervogels door de aanwezigheid van de rivier en meertjes.
Vele kudden bizons graasden op de grasvlakten. Regelmatig zagen wij herten en zelfs een coyote zodat wij regelmatig op inhammen en parkings langs de weg stopten om met verrekijkers de dieren te observeren. Soms volgden wij een trail (wandelweg) om dicht bij een meer te komen.
De weg klom omhoog langs de Soda Butte Creek, geliefd bij vissers. Er worden vooral forellen gevangen. Soda Butte is een geiser buiten werking. De Soda Butte Cone is hiervan de stille getuige.
Op zeker ogenblik hadden wij links van ons de Baronette Peak met een hoogte van 3,171 m. Tegen de steile flanken waren witte vlekken te zien, berggeiten die echter te hoog zaten om goed te zien.
Op de hoge toppen van de bergen zoals Mount Norris (3,028 m), The Thunderer (3,217 m) en de Abiather Peak (3,331 m) die alle deel uitmaken van de Absaroka Range, lagen sneeuw en ijs.
Het was die dag erg koud zodat de temperatuur bleef steken rond 6°C of 40°F.
Cooke City
Via Silver Gate op 2,245 m hoogte, verlieten wij YNP op weg naar Cooke City.
Buiten het park stond een bord “open ranch”. Op zeker ogenblik liep een kudde koeien te grazen langs de weg. De koeien hadden de vrije loop.
Het had vorige nacht gevroren en gesneeuwd op de Beartooth Highway zodat deze vanaf Cooke City voor alle verkeer afgesloten was die dag.
In Cooke City bleek het slechts 3°C. te zijn. Bovendien was de wind schraal. Voor deze dag hadden wij het eindpunt bereikt. Na een warme maaltijd keerden wij terug naar Tower-Roosevelt. Wij hadden enkele lichte buien gehad die weinig voorstelden maar nu brak de zon door en warmde het iets op.
Voor wij aankwamen in Tower-Roosevelt werden alle auto’s door rangers tegengehouden. Een immense kudde bizons daalde af van de hoger gelegen weide gebieden om zich aan de overkant van de weg naar de vallei van de Lamar River te begeven.
Het park telt momenteel meer dan 5,000 dieren waarvan een deel afgeslacht zal worden. YNP streeft ernaar een kudde van 3,000 dieren te behouden die een ware attractie vormen voor de vele toeristen. In lange rijen daalden de dieren af van de hoger gelegen weiden. Stieren kunnen 900 kg wegen en wijfjes wegen tot 500 kg. Het was indrukwekkend de trek van de bizons te zien. Bizons kunnen erg gevaarlijk zijn. Ondanks hun logheid kunnen zij zeer snel reageren en bovendien hard lopen zodat geadviseerd wordt op veilige afstand te blijven, 100 m.
De rangers zorgden ervoor dat de toeristen niet te dicht naderden.
Rond 1900 waren de bizons die ooit de prairies van Amerika zwart deden zien, vrijwel uitgestorven. Dankzij de in het wild grazende bizons in Yellowstone bleef de soort behouden. De dieren zijn uitstekend bestand tegen de harde winters die YNP teisteren. De bizons vinden zelfs nog voldoende gras onder een dik pak sneeuw. Oude en zieke dieren overleven vaak de barre winters niet en dienen in het voorjaar als voedsel voor de grizzlyberen die uit hun winterslaap ontwaken.
Beartooth Highway
Het was inmiddels 25 september. Het was een zonnige dag en er was vrijwel geen wolk aan de hemel. Het leek ons een ideale dag om de Beartooth Highway te doen die bekend staat als een van de mooiste wegen in de VS. De BH begint in Cooke City en eindigt in Red Lodge. De Absaroka-Beartooth Wilderness strekt zich uit langs de weg. Alhoewel het slechts 69 miles of 111 km is, moet men minstens 3 uur rekenen om van Cooke City naar Red Lodge te rijden.
Het was een smalle, bochtige weg met veel haarspeldbochten. De weg klom hoog in de bergen, tot boven de boomgrens. De bergweg was soms erg smal met een bijna loodrechte bergwand – met stalen draad verstevigd tegen vallende rotsen – aan een kant van de weg en een diep ravijn aan de andere kant van de weg. Op de kale rotsen lag sneeuw.
De vergezichten waren adembenemend mooi. Meer dan 20 bergtoppen hebben een hoogte van 12,000 ft en zijn bedekt met ijs en sneeuw. Glaciale meren zijn uitgesleten door gletsjers. Granieten bergtoppen van de Beartooth Mountains lijken op Egyptische pyramiden.
De weg voerde langs de Beartooth Pass met een hoogte van 10,947 ft. Op meer dan 3,000 m hoogte was er een parking met een wandelweg en brown houses (zoals vrijwel op iedere parking).
De valleien waren erg diep en begroeid met vooral dennen (lodge pole pines) maar ook loofbomen die door de gele herfsttooi mooi afstaken in het landschap. Er waren diverse meren te zien o.a. het beartooth lake. Het is berengebied maar wij zagen hier geen beren. Het was koud in de bergen, tussen 35°F en 42°F.
Wij stopten vaak om de natuur in ons op te nemen en om foto’s te maken.
Aangekomen in Red Lodge rustten wij uit op een terras in gezelschap van enkele Amerikanen met wie wij een gezellige babbel hadden.
Bighorn sheeps, herten en bizon
De terugweg naar Siver Gate ging veel vlotter omdat wij vrijwel niet meer stopten. Wel hadden wij aandacht voor bighorn sheep (dikhoorn schapen) en herten waarvan wij meerdere soorten zagen.
Op zeker ogenblik kwamen wij vrijwel tot stilstand want een eenzame bizon liep midden op de weg. Stieren en zieke dieren willen wel afdwalen van een kudde. Na verloop van tijd ging de bizon het struikgewas in zodat wij konden verder rijden.
Terug in de vlakte steeg de temperatuur tot 62°F. De hele dag was het zonnig maar winderig.
Golden Gate
Dit keer reden wij van Mammoth Hot Springs richting Norris. Een deel van deze weg was voor verkeer toegankelijk.
Na 5 miles passeert men de Golden Gate, genoemd naar de gouden kleur van de rotsen. In 1884 bouwde het Amerikaanse leger een weg door de canyon. Het is een moeilijke weg die langs een diep ravijn loopt met aan een kant van de weg de vrijwel loodrechte gele rotswand en aan de andere kant het diepe ravijn met een riviertje en waterval, Rustic Falls.
Aanvankelijk werd de weg met houten schragen gebouwd die nodig waren om de steile met sneeuw bedekte pass te overbruggen. Er zijn smalle parkeerplaatsen.
Niet ver van de Golden Gate ligt de Bunsen Peak, een geïsoleerde vulkanische kegel die 1,400 ft boven de omgeving uitsteekt. De hellingen zijn slechts spaarzaam begroeid zodat men mooie panoramische vergezichten heeft op de omgeving.
Aangekomen bij Sheepeater canyon was het tijd voor de lunch. Tafels en banken waren voorzien om te picknicken.
Shoshone Indianen en Sheepeaters
Vroeger woonden de Tukudeka of Shoshone Indians in dit gebied.
Zij aten bighorn sheep die veel voorkomen in dit gebied. Volwassen bighorn sheep kunnen meer dan 140 kg wegen en de hoorns ongeveer 14 kg.
Een kleine groep Shoshone Indianen kreeg de naam Sheepeater, omdat zij jacht maakten op schapen in het berggebied van het Yellowstone Park, waar zij een half-nomadisch bestaan leidden.
De schapen waren een belangrijke voedselbron voor de Indianen. De vacht diende als kleding en de hoorns voor het maken van voorwerpen.
De Shoshone Indianen bewoonden het berggebied al sinds de ijstijden. Andere Shoshone Indianen waren meer gericht op visvangst of het verzamelen van vruchten, afhankelijk van het gebied waar zij zich bevonden.
Gardner River
Het is een prachtige omgeving met een brede rivier, de Gardner die door Gardiner stroomt.
Indrukwekkend zijn de kliffen van basaltkolommen. Ongeveer 500,000 jaar geleden koelde basalt lava af in de vorm van kolommen. Dezelfde basaltkolommen zagen wij op IJsland. De kliffen worden door sportieve lui beklommen.
Er is een mooie wandeling uitgezet langs de Gardner River waarvan de oevers rijkelijk begroeid zijn met o.a. willows (wilg). Op zeker ogenblik liep het pad tussen een heg van lage, geelgekleurde wilgen. Dit struikgewas blijkt erg geliefd te zijn door herten.
Obsidian Creek
Onze laatste halte was Obsidian Creek. Obsidian is een glasachtig, bijna zwart product wat gevormd werd door vulkaanuitbarstingen. Obsidiaan werd gebruikt om voorwerpen zoals speerpunten, te maken.
Omdat de wandelwegen afgesloten waren, konden wij niet tot bij de Obsidian Cliff komen maar genoten wij van Obsidian Creek, rivier met prachtige omgeving. In de bossen hielden herten zich schuil die zich lieten observeren.
Gardiner cottage
Nog voor 4:00 p.m. waren wij terug in Gardiner waar wij bij het hotel afgesproken hadden met Sue en Gerry, Amerikaanse vrienden uit de tijd dat wij in Madagaskar woonden.
Zij woonden in onze buurt in Analamahitsy, een buitenwijk van Antananarivo (Tana). Na 15 jaar was het een hartelijk weerzien.
Sue en Gerry hadden in Gardiner een cottage voor ons vieren gehuurd. Wij bleven hier vier nachten.
Voor wij onze intrek namen, had een grizzly beer enkele dagen deze buurt onveilig gemaakt. Zoals overal in het park zijn ook de vuilnisemmers van de huizen beveiligd tegen beren.
Wij hadden veel bij te praten. Sue en Gerry brachten drank mee. Wij deden inkopen in het warenhuis van Gardiner waar men gerechten kant en klaar kan kopen.
Die avond was er een debat tussen Donald Trump en Hillary Clinton. Vrijwel iedere avond hadden wij via CNN de stand van zaken gevolgd.
Wij hadden samen drie geweldige dagen.
Old Faithful
De volgende dag was zonnig. Na een goed ontbijt in de cottage, vertrokken wij rond 8:45 a.m. naar het geiser gebied van Old Faithful.
De weg van Mammoth Hot Springs naar Norris was afgesloten zodat wij via Tower-Roosevelt naar Canyon Village reden en vandaar naar Norris en Madison.
Wij stopten enkel om naar dieren te kijken zoals een vos in een open vlakte of een coyote of dikhoorn schapen. Telkens opnieuw genoten wij van het zien van een kudde bizons.
Wij reden naar Firehole. In het Lower Geyser Basin waren er prachtige wandelingen langs Fountain Paint Pot, een gebied met geisers, fumaroles, modderpotten, warm waterbronnen.
Ook hier waren wandelpaden aangelegd om de toeristen zoveel mogelijk te laten genieten van de thermale verschijnselen. De Clepsydra Geyser in dit gebied spuit vrijwel onophoudelijk heet water als een fontein omhoog.
Aangekomen in het Midway Geyser Basin zagen wij de Grand Prismatic Spring die fascinerend mooi is. Het mineraal rijke water omvat alle kleuren van de regenboog. Het is de grootste heetwaterbron van de US. Toen wij uiteindelijk aankwamen in het gebied Upper Geyser Basin met Old Faithful als belangrijkste geiser, was het wachten op de volgende uitbarsting van de geiser. Blijkbaar was de geiser tot leven gekomen even voor wij arriveerden. Wij hadden alle tijd om te genieten van een kop koffie en om rond te kijken. De lucht was blauw, het was aangenaam weer. Wij bevonden ons op een hoogte van 7,349 ft of 2,240 m.
Plots zagen wij naast Old Faithful een andere geiser spuiten (een kleinere geiser die slechts om de 4 dagen spuit). Volgens de voorspellingen van de rangers spuit Old Faithful om de 90 minuten. Een eruptie houdt 2 tot 5 minuten aan waarbij kokend water van 32 m tot 56 m hoog de lucht ingespoten wordt. Massa’s toeristen komen naar dit fenomeen kijken.
Via West Thumb reden wij terug naar Gardiner. Wij passeerden Continental Divide en reden een eind langs het Yellowstone Lake waarop watervogels te zien waren zoals zwanen, ganzen en eenden.
Wij volgden de Yellowstone River naar Canyon Village en passeerden de denkbeeldige grens van de caldera richting Tower-Roosevelt. Het was een klim over de Dunraven Pass waarbij wij Mount Washburn met een hoogte van 3,122 m zagen
Bizonkuddes zagen wij regelmatig in het park.
Mammoth Hot Springs met Sue en Gerry
Uiteraard stond een bezoek aan Mammoth Hot Springs met onze vrienden op het programma. Het was fascinerend om de terrassen te zien zodat wij ruim 2 uur tijd doorbrachten om de Lower en Upper Terraces rustig te bekijken. De kleurenschakeringen zijn fascinerend om naar te kijken.
Ook dit keer reden wij via de Golden Gate naar Sheepeater Cliff waar wij genoten van de meegenomen picknick. De basaltzuilen werden door volwassenen en kinderen beklommen.
Bij ons bezoek aan Obsidian Creek maakten bizons de streek onveilig.
In Mammoth Hot Spring was het genieten van vanille ijs.
Bij de afdaling naar Gardiner, stopten wij om langs de Gardner River te wandelen. Mensen lagen te baden in het ondiepe water en genoten van het heerlijk warme water afkomstig van de warm waterbronnen van Mammoth Hot Springs. Voor wij terug waren bij de auto op de parking kroop een slang voor onze voeten op de weg.
Het was een heerlijke dag.
Beartooth Highway met Sue en Gerry
Het was de volgende dag vroeg vertrekken naar Red Lodge want onze vrienden vonden het een enig idee om de Beartooth Highway te doen.
Het weer was aangenaam tussen 45°F en 72°F. Onderweg waren veel wilde dieren te zien, vooral in de vlakte van de Lamar River. Bizons bleven onze aandacht trekken. Gerry werkt voor bosbeheer en was een ideale gids.
In Cooke City snakten wij allen naar een kop koffie. De restaurants waren nog gesloten. Een souvenirs winkel opende zijn deur voor ons. De verkoper zette verse koffie die ons gratis aangeboden werd.
De sneeuw op de hoogvlakten was bijna overal gesmolten. Op de toppen van de bergen zag men gletsjers. Ook ditmaal stopten wij regelmatig om naar de natuur te kijken. Op de parking boven de boomgrens, bij het uitkijkpunt op 9,130ft hoogte gelegen, was het bord met informatie verdwenen. Het was eind september. Wellicht was men al begonnen met de opruiming van borden met het oog op de winterstop die in oktober zou beginnen.
Hoog in de bergen hadden wij het geluk een troep white mountain goats te zien. Wij konden tot dicht bij de mountain goats wandelen zonder dat de dieren het op een lopen zetten.
Aangekomen in Red Lodge stopten wij bij hetzelfde restaurant om op het terras een ijs te eten en koffie te drinken. Het was heerlijk zitten in de zon.
Gerry reed op de terugweg. De reis verliep voorspoedig.
Een kudde bizons en een zwarte beer
Voor wij bij Tower-Roosevelt aankwamen, werden wij ingesloten door een kudde bizons. Bizons liepen langs de ramen van de auto wat beangstigend was. De stieren imponeerden door hun omvang en kwamen bedreigend over.
Een auto met rangers probeerde de dieren te doen afdalen naar de Lamar vallei maar dat lukte nauwelijks. Het geluid van bizon stieren werd nagebootst vanuit de auto in de hoop dat de kudde de “stieren” zou volgen. Pas na veel pogingen zochten de bizons de weiden op zodat het verkeer kon doorrijden.
Even verder waren veel auto’s langs de weg in de berm geparkeerd. Er bleek een zwarte beer in het ravijn te zijn. Het ravijn was behoorlijk diep maar met een verrekijker lukte het om de beer te observeren. Grizzlyberen lieten zich niet zien.
Voor wij terugreden naar Gardiner bezochten wij Tower Falls met onze vrienden. De Brown Houses waren gesloten als voorbereiding op de winterstop die weldra ingezet zou worden.
In de Gardner River lagen nog mensen te baden toen wij van de cliff afdaalden naar onze cottage.
Het waren mooie dagen met onze vrienden. Het afscheid was aangebroken. Dit keer genoten wij in een restaurant, bij Rosie’s, van een typisch Amerikaans ontbijt met pancakes and syrup, eggs and sausages and muffins.
Na onze auto’s vol getankt te hebben, namen wij afscheid.
Ons bezoek aan Yellowstone National Park liep ten einde.
Canyon Village
Via Mammoth Hot Springs en Tower-Roosevelt reden wij over de Dunraven Pass naar Canyon Village. De bighorn sheep en bizons waren van de partij.
Aangekomen in Canyon Village begaven wij ons naar het spectaculaire mooie ravijn van de Grand Canyon van de Yellowstone River die ongeveer 24 miles of 39 km lang is vanaf de Upper Falls naar Tower Fall. De breedte van de canyon varieert van 450 m tot 1,200 m. Het is een jong ravijn, waarschijnlijk slechts 14,000 jaar oud. De vergezichten zijn adembenemend.
De intense kleuren op de wanden van de canyon zoals rood, roze, oranje, wit en vooral geel verbleken in het felle zonlicht tot pasteltinten. Uit de wanden van de canyon komt nog steeds stoom en zijn er heetwaterbronnen ten gevolge van de thermische verschijnselen in de caldera. De gele kleur van de wanden is het gevolg van ijzer in de rotsen en niet door de aanwezigheid van solfer. De naamgeving van de rivier is onduidelijk maar waarschijnlijk werd de rivier genoemd naar de gele kleur van de rotsen.
Door de Yellowstone River ontstonden door erosie watervallen zoals de Upper Falls en de Lower Falls die zich in de diepten van de canyon storten, van 240 m tot 370 m diepte. Door de eeuwen heen werd de Grand Canyon of the Yellowstone River uitgesleten. Er zijn wandelwegen uitgezet langs de North en South Rim.
Wij volgden de North Rim (eenrichting). Wij daalden af naar de Upper en Lower Falls via een steil zigzaggend pad wat prachtig aangelegd is tussen rotsen en bomen. Eerst komt men bij de Upper Falls, een waterval van 33 m hoogte. Uiteindelijk komt men op een platform vanwaar men een schitterend uitzicht heeft op Lower Falls die zich van een hoogte van 93 m in het ravijn stort.
De klim naar boven was iets moeilijker maar verliep zonder problemen.
Langs de North Rim van de caldera is een trail (wandelweg) van bijna 5 km uitgezet. Men wordt beloond met prachtige vergezichten op de canyon.
Na ongeveer 2 uur reden wij “one way” terug naar Canyon Village en vandaar naar het Yellowstone Lake met een oppervlakte van 341 km² en op 2,357 m hoogte boven de zeespiegel gelegen waardoor het meer het grootste hoog gelegen meer van Noord-Amerika is. Het is bovendien een diep meer, tot 125 m diepte.
Wij vonden een mooie picknick plaats langs het meer. Er waren veel watervogels te zien.
Van West Tump reden wij richting Old Faithful.
Er waren vooral bossen te zien en soms grote stukken verbrande lodgepole pines met jonge groene bomen tussen de verbrande stammen. Tot tweemaal toe passeerden wij “Continental Divide” om tenslotte aan te komen in Old Faithful waar wij genoten van koffie en ijs.
Nog een laatste keer zagen wij de geiser tot leven komen en zijn kolom heet water hoog de lucht in stuwen. Nog eenmaal stopten wij bij modderpoelen. Vanaf Madison volgden wij de Madison River die in een brede vallei stroomt om tenslotte via de west ingang het park te verlaten en ons naar Idaho Falls te begeven. Het was inmiddels 4:30 p.m.