De 10 soefi-gedachten

0

Ameen Carp

Uit: De Soefi-gedachte, juni 2011

Wat is het soefisme?

Vaak werd Hazrat Inayat Khan de vraag gesteld: ‘Wat is het soefisme?’ Hij antwoordde op verschillende manieren en zijn meest bekende uitspraak is wel:

“Noem het de religie van het hart!”

Dat geeft aanleiding tot een volgende vraag: ‘Is soefisme dan een religie?’
En het antwoord was steeds:

“Nee, het is geen religie, want alle grote wereldreligies zijn al gegeven. Het is de essentie van religie. Het is dat wat als kern in alle religies te vinden is, het zuiverste, de essentie, dat wat er altijd geweest is, vanaf het begin van de tijd van de mensheid. Noem soefisme liever een levenshouding, een manier om te kijken naar het leven”.

Als we ons afvragen wat Hazrat Inayat Khan nog meer als antwoorden heeft gegeven, komen we bij de bekende ‘10 soefi-gedachten’.
Dit zijn geen dogma’s, geen geloofsformules, maar ze geven aan waar de soefi in gelooft. Vraagt men zich af of deze tien soefi-gedachten steeds in de huidige vorm hebben bestaan, dan vinden we dat dit niet zo is.

In het tijdschrift ‘Sufi Call’ van 1916 vinden we de volgende zeven soefi-gedachten (The Sufi Teachings):

  1. Door zelfrealisatie boven geloof en ongeloof uit te stijgen.
  2. Nooit de slaaf te zijn van principes.
  3. De beste moraal is de liefde en het meest prijzenswaardig is de schoonheid.
  4. Zuiver te zijn van alle onderscheid en verschil door het zich realiseren van de Ene.
  5. Wijsheid is de ware religie.
  6. Harmonie kan in rechtvaardigheid gevonden worden en rechtvaardigheid is in wederkerigheid te vinden.
  7. Muziek is het voedsel van de ziel en de bron van alle volmaaktheid.

Wij zien dus dat de grondgedachten van Hazrat Inayat Khan in deze zeven gedachten aanwezig zijn. Opvallend zijn de uitspraken: ‘Nooit de slaaf te zijn van principes’, wat verwijst naar geestelijke vrijheid.
En de derde zin: ‘De beste moraal is de liefde en het meest prijzenswaardige de schoonheid’, wat wij terugvinden in drie kernbegrippen van het soefisme: ‘liefde, harmonie en schoonheid.’

Het is begrijpelijk dat de woorden ‘harmonie en wijsheid’ ook in deze formuleringen voorkomen. De soefi zoekt in alle situaties naar harmonie. Maar ook naar harmonie met zijn eigen diepste wezen: harmonie met de natuur, met het werk, met meerderen en minderen, met het leven. Wijsheid zoekt men in het verstaan van de dingen. In het zoeken naar de oorzaak van verschijnselen, naar het begrip voor de reden van het handelen van mensen, naar de oorzaak van alle dingen.

Muziek komt uiteraard ook in deze gedachten voor. Als musicus was de soefileraar doortrokken van muziek, als mysticus zag hij dat de hele schepping tot stand kwam en komt door trillingen, die voortkomen uit één oerbron. In zijn visie is ook de mens een wezen van trillingen en is het de opgave in harmonie hierin te leven.

Uiteindelijk zijn deze tien soefi-gedachten in de huidige vorm geschreven en tot stand gekomen in 1917-1918. Hieruit blijkt dat een soefi doortrokken is van de grondgedachte van God, het enige Wezen. Daaruit blijkt dat het soefisme een religieuze levensfilosofie is.

“Zonder God is er geen schepping denkbaar; zonder God is er geen diepere zin van het leven te vinden.”

Moet men dan om soefi te zijn deze gedachten aanvaarden?
Niets moet. Er is immers geestelijke vrijheid. Maar deze gedachten helpen de mens in zijn zoeken naar de zin van het leven.
Laten we nog eens dieper nadenken over die eerste drie soefi-gedachten.

1 God als het enige Wezen. Geen andere bestaat dan God.

Hoe kan men dit zo stellig zeggen?
De diepe gedachte die deze gedachte zo stellig doet zijn is dat alle wezens, alle scheppingsvormen alleen maar kunnen bestaan omdat er geest, levenskracht, intelligentie, energie in zit. Dit doet het leven ontstaan, dit houdt het in stand, dit doet het ontwikkelen, dit doet het op een zeker moment ophouden te bestaan.

De druppel wordt één met het immense geheel – foto Joke Koppius

Deze kracht is alomtegenwoordig. Men denkt vaak: er is de kracht van het goede en de kracht van het boze. Maar in feite ligt deze dualiteit in de schepping besloten. Er is het licht en de duisternis. Er is het zuivere en het onzuivere. Het ligt alles in de eenheid van de schepping besloten. Daarom gelooft een soefi in God als het enige Wezen.

Ook het verschil tussen de ene mens en de andere mens is een eenheid in verscheidenheid. Ieder mens is een apart wezen, gedurende een zekere periode als een druppel in de oceaan. Daarna valt de druppel terug in de oceaan, wordt weer één met het immense geheel, waarmee het in feite steeds verbonden was door de ziel in de mens, de ziel die licht, energie, intelligentie en adem is. Waarlijk, roept de soefi uit: ‘Niets bestaat dan God. ‘

2 Er is één Meester, de leidende geest van alle zielen

Dit sluit geheel aan bij de soefi-aanroep:

“Tot de Ene, de volmaaktheid van liefde, harmonie en schoonheid, het enige Wezen, verenigd met alle verlichte zielen, die de belichaming vormen van de Meester, de Geest van Leiding.”

Als we praten over het zoeken van een meester, denken we meestal aan een levende wijze leraar die mensen helpt, zegent en geneest.
Zeker zijn die er: goeroes, murshids, wijzen. Zij zijn de belichaming van die leidende geest, die de mens voorwaarts helpt naar steeds verdere ontwikkeling, naar volmaking.

Er zijn vele mensen, die niet een geestelijke weg volgen. Toch worden ook zij verder geholpen in hun innerlijke ontwikkeling. Ook zij zoeken naar verheffing, verbetering, zuiverheid, eerlijkheid, liefde. Zij komen misschien nooit in een tempel, een kerk, een heiligdom. Zij bidden en mediteren misschien niet, maar iets werkt binnen in hen aan meer liefde, meer onzelfzuchtigheid, meer eerlijkheid.
Dat wat binnen in hen werkt is de verborgen meester, de geest van leiding.

3 Er is één heilig boek, het geheiligd manuscript van de natuur

Het altaar van de Universele Eredienst[1]

Wat wordt met de natuur bedoeld? Wij mensen zijn ook deel van die natuur. Ook wij zijn deel van die geweldige schepping. Soms voelen wij ons er even buiten staan en kijken er naar en zijn diep onder de indruk ervan. Maar dan voelen wij ons er deel van en weten we dat wij ook geboren worden, leven, groeien en weer sterven als deel van de natuur.

Dan dat heilige boek. Op het altaar van de Universele Eredienst liggen de heilige boeken van de wereldgodsdiensten: de bijbel, de koran, de zend-avesta, de torah, de dammapada, de bhagavad gita. En dan ook de gayan.
Maar hier gaat het om iets groters, het gaat hier om het lezen van het heilig boek van het leven. Daarin te lezen, daarover na te denken, daarvan te leren, daar gaat het om.

De soefi-gedachten 4 t/m 10

De volgende soefi-gedachten getuigen van de weg die een soefi gaat om tot die zuiverheid en volheid van leven te komen, waarover het boek ‘Het innerlijk leven’ spreekt.
Het innerlijk leven hoeft niet bepaald in de tegenovergestelde richting van het wereldlijke leven te gaan, maar het innerlijk leven is een voller leven. Het zoekt naar een evenwicht tussen innerlijk en uiterlijk leven.

Een soefi respecteert alle religies, alle heilige boeken, alle profeten. Dat er verschillen zijn in rituelen, in geloofsovertuigingen en in religieuze gewoonten stoort een soefi niet.
De ware devotie ligt in het onafgebroken navolgen van een zeker ideaal. Daarbij worden eigenschappen ontwikkeld als rechtvaardigheidsgevoel, verbondenheid, liefde voor alles en iedereen, liefde voor het leven, liefde voor schoonheid.

Schoonheid verheft en trekt aan, schoonheid van vormen, kleuren, lijnen, maar ook schoonheid van expressie, gebaren, woorden, blikken, uitstraling, gevoelens.

Het zoeken naar waarheid is voor een soefi een heel wezenlijke behoefte.
Wat is waar, wat is altijd waar? Wat blijft altijd? En hoe verander je jezelf? Hoe word je een humaan mens?
Een goed medemens, een goed, waarachtig, liefdevol deel van die immense schepping, waarin alles leeft omdat het leeft door en vanuit één oneindige geest.

In godsdienst is geen dwang.
Zo zijn deze tien soefi-gedachten een leidraad voor ons, die de geest, de ziel in ons allen willen realiseren.
Ze zijn niet alleen typerend voor de denkwijze van Hazrat Inayat Khan, maar van belang voor allen die het universele soefisme volgen.

[1] Bron: altaar van de Universele Eredienst

Avatar foto

werd in 1949 ingewijd in het soefisme. Hij richtte in 1966 uitgeverij East-West Publications op, dat later Sufi Publications is geworden. Hij was vijftig jaar leider van het centrum voor universeel Soefisme in Den Haag en gedurende 32 jaar, tot 2014 voorzitter van de Soefi Beweging Nederland.