Sint Nicolaas activiteiten

0

Achtergronden van de oude verhalen en tradities rond Sint Nicolaas 7

Deel 1: NicolaasjaarNicolaasjaar 1Nicolaasjaar 2Nicolaasjaar 3Nicolaasjaar 4Nicolaasjaar 5Nicolaasjaar 6Nicolaasjaar 7Nicolaasjaar 8 ― Nicolaasjaar 9 ― Nicolaasjaar 10
Deel 2: Nicolaaskerken AmsterdamFriesland 1 Friesland 2 ―  Friesland 3 ― Groningen, Drenthe en Overijssel ― Gelderland en Flevoland ― Utrecht, Noord Holland en Zuid Holland ― Zeeland ― Noord Brabant en Limburg

‘De eerste Heilige na de Moeder Gods’

Sint Nicolaas (Arabisch icoon, Libanon)[1]

Sinterklaasdag 5 december 2021 startte het heilige Nicolaas jaar.
Ter ere hiervan werd een reliek van de heilige Nicolaas ― bisschop van Myra ― bijgezet in de neogotische basiliek van de H. Nicolaas te Amsterdam, waar ook de Nicolaas kaars werd ontstoken.
Naar aanleiding hiervan startte op het Wijsheidsweb een aparte Nicolaasjaar rubriek.

Machteld Roede

De gedenkdag van Nicolaas

Nicolaasjaar 6 beschreef hoe Nicolaas aanvankelijk alleen in het oosten van Europa werd geëerd, in het bijzonder in Rusland. Nog steeds is de verering voor hem daar groot.

St Nicolaas, de patroonheilige van Russische kooplieden (1502) ― fresco Dionysius[2]

Zó groot, dat hij soms zelfs de plaats van God lijkt in te nemen. Toen tijdens de Revolutie de atheïstische propagandisten verkondigden dat er geen God bestaat, antwoordden eenvoudigen van geest soms:

“Zelfs als dat waar zou zijn, wat dan nog? Er is toch nog steeds Nikóla!”

Het onbeperkt vertrouwen in Nikóla overtuigde ook de Tataren, die eveneens de hulp van Nikóla inroepen en kaarsen voor zijn beeld plaatsen.

Nikóla de Wonderdoener[3]

Hij wordt Nicolaas de Wonderwerker, de Wonderdoener genoemd, ook Nikóla, soms Mikóla en in Oekraïne Mykola.
In Kyiv heeft een imponerende rooms-katholieke voormalige Nikolaaskathedraal.

De Russische Nikóla verschilt sterk van onze Sinterklaas met zijn bisschopgewaad, mijter en kromstaf. Hij rijdt ook niet op een schimmel over daken om door de schoorsteen geschenken te werpen.
Nee, Nikóla zwerft gekleed als een gewone Russische boer door het uitgestrekte Rusland met een zak over zijn schouders en een stevige stok, als het een echte zwerver of landloper. Hij voelt zich ook een echte Rus.

Hij overnacht bij arme mensen en geeft waar dat nodig is onopvallend hulp; aan iedereen, ook de heiden of de moslim. Hij is een door en door menselijke, vriendelijke oude man, die de moeilijkheden en de zwaarte van het leven en ook de zwakheden van de mensen kent.

Soms zwerft Nikóla samen met de profeet Elias. Die is streng, onvermurwbaar en veeleisend en straft bij de minste overtreding met onweer, hagel en storm om de oogst van zondaars te vernietigen. Het lukt Nikóla , de Barmhartige, af en toe Elias te bedaren en het onheil af te wenden.

Russische legenden verhalen over hoe een enkele keer Nikóla samen met Christus door het land zwerft en over de gesprekken die zij dan samen voeren.

Het oosters orthodoxe christendom viert de gedenkdag van de heilige Nikóla volgens de Juliaanse kalender op 19 december. Ook 9 en 22 mei zijn speciale Nikóladagen, evenals elke donderdag.

Uitbreiding over heel Europa

Naarmate het heidense geloof steeds meer werd vervangen door het Christendom breidde ook de Nicolaasverering zich geleidelijk over heel Europa uit. De schutspatroon van de zeevaarders kreeg vooral in de West-Europese kustnaties en grote aanhang.

In de 13e eeuw werd in het westers christendom en in het Grieks katholieke Griekenland volgens de gregoriaanse kalender gesteld op 6 december.

Op welke datum ook geëerd, nog steeds wordt zijn naamdag in verschillende vormen feestelijk herdacht. Sint Nicolaas is ongetwijfeld de meest populaire heilige binnen het Christendom, en hij blijft bemind ook wanneer zoals in Nederland de secularisatie om zich heen grijpt.

Anders dan de meeste andere prominente heiligen is de heilige Nicolaas niet alleen alom vereerd en aanbeden en zijn er ontelbaar veel kapellen en kerken aan hem gewijd, maar hij werd in ons land in de loop der eeuwen tevens het middelpunt van allerlei niet direct kerkelijke festiviteiten. Het is hierbij niet echt duidelijk hoe wellicht al in 1283 Sint Nicolaas tot Sinterklaas werd.

Al in de middeleeuwen was zijn naamdag St. Nicolaasdag 6 december een geluksdag waarop belangrijke zaken als bezitsoverdracht en huwelijken werden geregeld. Al eeuwen terug werd de heilige Nicolaas veel aangeroepen om te zorgen voor een goed huwelijk (Zie ook De wonderbaarlijke zuil in Bari, Nicolaasjaar 6).
Ook werd hij steeds meer gezien als geluk- en rijkdom brengend, mede de over bekende legende van de drie gouden appels die hij ― ongezien ― aan de drie maagden schonk.

In Amsterdam werd enige eeuwen een tot diep in de nacht druk bezochte Sinterklaasmarkt gehouden.

St. Nicolaasgilden

Sint Nicolaas als patroon van het beenhouwersgilde ― Quirinus van Amelsfoort[4]

Amsterdam

In Amsterdam werd in 1404 een St. Nicolaasgilde opgericht.

Vanaf de middeleeuwen vormde een gilde een belangenorganisatie waarvan de leden min of meer hetzelfde beroep of ambacht uitoefenden. Er werd kennis en ervaring uitgewisseld en vaak had een gilde het alleenrecht op het uitoefenen van het vak, wat kon leiden tot een monopolie in de handel.
Een gilde onderhield meestal een eigen altaar in de kerk. Men zag toen in ziekten of het mislukken van de oogst de straf van God voor slecht gedrag. Er werd daarom veel gebeden, kerken waren belangrijk, en de gilden stelden zich onder de bescherming van een bescherm- of patroonheilige.

Door de Reformatie moesten na 1573 de katholieke gebruiken uit de gilden reglementen geschrapt. De gilden zelf bleven echter wel actief, tot ze aan het eind van de 18e eeuw van overheidswege werden ontbonden.

Haarlem

St. Nicolaas- of Comansgilde, gevelsteen van het Coomanshofje[5]

Ook elders kwamen er St. Nicolaas gilden. Zo was er al in 1407 in Haarlem in de Grote Kerk een Sint Nicolaasaltaar aan pilaar vijf, aan de noordzijde van het Hoogkoor.

De leden van het Comans-, Kramers- of St Nicolaasgilde waren voornamelijk kleine kooplieden en winkeliers, vooral van de verkoop van vis. Het gilde werd opgeheven in 1798, het duurde nog tot 1804 voor alles was afgehandeld.

Delft

In Delft toont een gevelsteen op het huis Oude Langendijk 7A twee gekruiste kolfstokken, gebruikt bij het kolfspel, de voorloper van het hedendaagse golf. In dit pand was tot het eind van de 17e eeuw de Sint-Nicolaaskolf, de vergaderplaats van het Sint Nicolaasgilde, gevestigd. Tijdens een spelletje kolf op de banen buiten werden zaken besproken, die vervolgens binnen onder het genot van een glaasje werden beklonken.

Archief 229 inv.nr 317 Gildeboek van het Sint-Nicolaasgilde, omstreeks 1450 (Archief 229, inv.nr 317) Delft[6]

Een reglement van het stadsbestuur uit 1506 omschreef voor wie het Sint-Nicolaasgilde bedoeld was: detailhandelaren, zowel mannen als vrouwen. Zowel winkeliers, marktkooplui, of lieden die met goederen langs de deuren gingen voor de verkoop van stoffen en garen, boter en suiker, olie en zeep, kruiden of kaas. D.w.z., alles wat werd verkocht per lengte-, gewichts- of inhoudsmaat.

Tot de Reformatie in 1573 had het Nicolaas gilde in de Oude Kerk van Delft een eigen altaar waar op 6 december een mis werd opgedragen, evenals bij uitvaarten van gildebroeders en -zusters. Hun namen staan in het gildenboek dat vanaf omstreeks 1450 ruim een eeuw is bijgehouden.

De keuze voor Sint-Nicolaas als patroonheilige was niet toevallig. Een van de Nicolaas legendes verhaalt immers hoe hij tijdens een hongersnood kooplieden over wist te halen graan naar zijn stad te brengen, en hij gold ook als beschermheilige van rondtrekkende handelaren.

Meerdere huidige winkeliersverenigingen treden in zekere zin op als de opvolgers van de vroegere Sint Nicolaas gilden. Ze zijn de goedheilig man goedgezind en hebben een groot aandeel bij organisatie van de sinterklaasactiviteiten in hun dorp of stad.

Venray

Toch zijn er nog steeds Sint Nicolaas gilden actief. Zo organiseerde het Sint Nicolaas Gilde in Venray in 1888 de allereerste intocht van de Sint in Nederland, met een gevolg van engelen en knechten en een erewacht te paard. (Zie ook deel 8).

Schuttersgilden

Schutterij St. Nicolaas uit Heythuysen[7]

Er zijn meerdere Sint Nicolaas schuttersgilden. Deze zijn terug te voeren tot de kerkelijke broederschappen die rond 1450–1500 over gingen in gilden. De gildebroeders moesten man, christen en van onbesproken gedrag zijn; aanvankelijk was hun voornaamste doel de beoefening van de christelijke deugden.

Ze zorgden echter ook voor de gewapende bescherming van de kerk en eigen huis en haard, en gaven hulp bij plaatselijke rampen zoals de pest en watersnood. Zij stonden steeds meer paraat om de dorpsbevolking te beschermen tegen rondtrekkende huurlingen en plunderaars, tegen roof en brandstichting, en de oorspronkelijk geestelijke broederschappen werden tot gewapende schuttersgilden.

Om te kunnen toe treden tot de schutterij moest men burger of poorter zijn van de betreffende plaats en in staat zijn om de aanschaf van een wapen en de voorgeschreven kleding te kunnen bekostigen.

Tegenwoordig fungeren de schutterijverenigingen louter als gezelligheidsverenigingen, die jaarlijks schiet wedstrijden organiseren waarbij de eervolle konings-, ja keizerstitel en het koningszilver kan worden veroverd. Er is veel aandacht voor het beheren van de historische gilde-tradities en het meer dan eens al eeuwenoude gilde-erfgoed, zoals het koningszilver en de vaandels.

Het St. Anthonius en St. Nicolaasgilde van Groeningen (Noord Brabant) werd opgericht als Broederschap op 4 april 1494, en heropgericht in 1685, 1714 en 1716. Nu kan jaarlijks met Pinksteren ieder gekostumeerd persoon mee doen aan het vogelschieten, het schieten op een houten klos.

Groeningen

Haps

Sint Nicolaasgilde[10]

In Haps werden sinds 1604 de katholieke mannenbroeders van het Sint Nicolaas gilde ingezet om de bevolking te beschermen tegen rondtrekkend slecht volk.

Tegenwoordig bieden ze de Hapse gemeenschap dienstbaarheid en beheren hun eeuwenoude gilde-tradities en -erfgoed, maar ze noemen zich toch vooral een gemoedelijke mannen gezelligheidsvereniging.

Het Sinterklaasfeest

Vanaf de 15e eeuw werd bij rijke katholieke families de eens louter kerkelijke feestdag meer en meer tot een gezellig familiefeest.

Maar na de Reformatie ― begonnen in 1517 toen de augustijner monnik Maarten Luther zijn 95 stellingen openbaar maakte ― waren de nu heersende protestanten fel tegen al het paapse gedoe. Het was lang streng verboden om het katholieke geloof in het openbaar te uiten en de verering van de roomse heiligen moesten stoppen.

De overheid en de calvinistische dominees probeerden ook een verbod van de huiselijke viering van het Sint-Nicolaasfeest in te voeren. Het zou te veel heidense en paapse elementen zou bevatten. Zelfs het zetten van een schoen werd in sommige steden op straffe van een boete verboden.

Het invoeren van het verbod lukte in Engeland, Frankrijk en Duitsland, waar als vervanging de Kerstman populair zou worden. Hoewel ook buiten Nederland de Sinterklaastradities nooit helemaal verdwenen. Zeker ook België viert zeker Sinterklaas.

In Holland was de gezellige pret echter niet te bedwingen en Sinterklaas werd zelfs een populair feest voor iedereen. Typisch Nederlands werden het strooien met pepernoten en snoep, maar ook de plaag rijmelrijen waar iedereen zich aan waagde en in slaagde, en creatieve surprises.

Nog op 6 december 1859 schreef Dagblad de Tijd:

“St. Nikolaas. Het is opmerkenswaard dat bij de groote afkeer, die gedurende drie eeuwen in ons land door de regerende klassen tegen Katholieke plegtigheden en kerkgebruiken aan de dag werd gelegd, er toch zoveel in het volksleven bleef bestaan. … Het is waar dat de moker van de beeldenstormers [1566] zijn beeld hadden verbrijzeld, maar in het hart des volks bleef het geliefd.
… Zo viert heden het gansche land de Katholiek, de Protestant en de Israëliet, in broederlijke eendracht den St. Nicolaas”.

Sinterklaasviering in de schilderkunst

Het verbod om Katholieke heiligen te vereren en het feest van de goedheilig man te vieren had duidelijk geen vat op Jan Steen (1626–1679). Mogelijk schilderde hij zijn Sint Nicolaasfeesten als stille protestreactie op de heersende, opgelegde opvattingen over het katholieke geloof in de Nederlanden. Op zijn schilderij links: de jongste dochter van het gezin is braaf geweest en kreeg een pop van Johannes de Doper en een emmertje vol cadeaus. Haar kennelijk ongehoorzame oudere broertje huilt; zijn schoen bleef leeg.

Jan Steen ― De pop van Johannes de Doper en de koek, links: detail van het schilderij uit Museum Boijmans van Beuningen,
rechts: detail van het schilderij uit het Rijksmuseum[13]

Het schilderij rechts wordt wel de soberder protestantse variant genoemd. Het kleine meisje heeft hier een grote ronde koek in haar handjes.

Ook andere schilders hebben Pakjesavond vastgelegd. Een gezellig, druk familiegebeuren, waarbij echter Sinterklaas zelf ontbreekt.[14]

Het Sint Nicolaasfeest ― Richard Brakenburg[15]

De Nederlander Richard Brakenburg kopieerde bijna letterlijk het Sinterklaasfeest van Jan Steen, met o.a. ook een meisje met pop en een huilende jongen.

Aartshertogin en landvoogd van de Oostenrijkse Nederlanden Maria Christina schilderde graag. Was ze bekend met de Sinterklaas schilderijen van Jan Steen?

Het uitdelen van Sint Nicolaas geschenken ― Marie Christina van Oostenrijk[16]

Want ook zij toont op een gouache uit 1762, in een wat rijkere ambiance, een blij meisje met een pop, een huilende jongen met de roe in zijn schoen, een schaal met sinterklaas snoepgoed.

Huisbezoek van Sinterklaas

Aan het begin van de 19e eeuw begon het bezoek van de heiligman aan huis.

Sint Niklaas ― Constant Cap[17]

Het schilderij van de Vlaamse schilder Constant Cap laat een bijna in de schoorsteen zittende Sinterklaas zien, met kort zwart haar en een duidelijk opgeplakte blonde baard. Hij draagt een wit gewaad wat veel weg heeft van een mooie onderjurk, als staf dient een lange stok met een soort kwast, zijn mijter lijkt om een mok gewikkeld. Naast hem liggen snoepgoed en cadeautjes. maar ook wacht in een mand een grote roe. Een ondeugende knecht ontbreekt.

Tussen de aankomst in Nederland en 5 december

Tussen de aankomt van de stoomboot uit Spanje en 5 december kun je ‘s avonds op straat een sint met knecht(en) tegen komen, op weg naar een volgende afspraak. Tegenwoordig kunnen de kinderen in de weekenden echter ook in veel winkelcentra bij Sint langs gaan. Je struikelt daar dan over hummels met kleurige baretten of papieren mijters en toch soms een wat angstige snoet door het ongewone gebeuren.

Nog steeds volgt na zo’n drie weken met drukbezochte koopavonden en het met de kinderen ‘s avonds de schoen zetten en zingen bij de schoorsteen, een uiteindelijke feestdag op school en vaak ook op het werk ― met elkaar trachten te overtroeven met malle surprises en veel onschuldig geplaag. En tenslotte de pakjesavond de pakjesavond in de huiselijke kring met stapels cadeaus met gedichten, hoe maller hoe beter. In het zuiden wacht de kinderen veelal een grote feestelijk tafel vol pakjes.

Nicolaas en de Oranjes

Ook de familie Oranje Nassau viert naar verluidt Sinterklaas uitvoerig, met surprises en gedichten.
Reinildis van Ditzhuyzen vertelde in Vorsten (14, 2021) hoe in 1888 het achtjarige, nog duidelijk ‘gelovige’ prinsesje Wilhelmina in een brief aan haar gouvernante over het bezoek van de goedheiligman (alias de chef van het Militaire Huis) schreef.

“Ik denk dat hij een masker op had. Maar zijn lippen leken wel echt”.

Het sinterklaaspak van de viering op Soestdijk in 1955 is bewaard gebleven. Het bestond uit o.a. een wit ‘priesterkleed’ gemaakt van een beddenlaken en een kartonnen mijter met een kruis van goudpapier.
Van prinses Beatrix is bekend dat ze dagen uitgebreid in de weer is om voor iedereen cadeaus te verzorgen met mooie gedichten.

Reinildis overbuurman speelde eens sinterklaas op prinses Amalia’s lagere school in Wassenaar, waarbij zowel de zesjarige Amalia als moeder prinses Maxima elk bij hem op een knie klommen om een Spaans sinterklaas liedje voor hem te zingen.
Toen Amalia achttien jaar werd is op de tv bij het terugblikken op haar eerdere leven veelvuldig de opname herhaald waarop ze als klein meisje met de twee kleinere zusjes thuis bij brandende open haard sinterklaas liedjes zongen. Met een opvallend helder en zuiver gezongen solo van Amalia.

De Nederlandse Sinterklaas elders

Ook vele volwassenen kunnen niet zonder de Sint, die zich altijd soepel aan de omgeving weet aan te passen. In Abu Dhabi kwam in 1987 de Sint per dromedaris met twee Arabische knechten de bemanning van twee Nederlandse mijnenjagers bezoeken.

Ook in het vroegere Nederlands-Indië werd het sinterklaasfeest uitbundig gevierd. Het was daar een soort zomercarnaval. Socioloog, theoloog At Ipenburg, die jaren in West Papoea werkte, vertelde dat daar Sinterklaas rondtoerde in een bestelauto, zittend op een stoel in de open achterbak.

Uit de Nicolaas Catechismus van Godfried Bomans

Godfried Bomans als Sinterklaas[20]

Godfried Bomans (1913–1971) ― schrijver, columnist en mediapersoonlijkheid, groot Charles Dickens kenner en bekend van o.a. Pieter Bas, Erik of het klein insectenboek, en de strip Pa Pinkelman ― benoemde zelf zijn lichte humor graag als ‘scherts en jokkernij’. Hij kwam uit een gegoede katholieke familie; een broer en zus waren kloosterlingen.

Een catechismus is een opsomming en uitleg van de leer en dogma’s van een kerkgenootschap in begrijpelijke taal, vooral bekend binnen de katholieke kerk. In de 19e eeuw kwamen er cathechimusteksten voor kinderen in vraag- en antwoordvorm en in 1920 stelden Nederlandse bisschoppen de Nederlandse Schoolcatechismus verplicht voor de katholieke lagere scholen. In 1964 is dit gebod opgeheven.
Hierbij een deel van de parodie erop van Godfried Bomans.[21]

Vraag: ‘Heeft Sinterklaas ook vijanden?’

Antwoord: ‘Sinterklaas heeft drie vijanden, te weten: de Paashaas, het Kerstmannetje en zij, die weigeren Hem als ernst te beschouwen. Van de eerste twee zegt Hij dat Hij niet gelooft dat ze bestaan, en van de derde dat het niet bestaat dat ze niet geloven.’

Vraag: ‘Heeft Sinterklaas tijdens de oorlog ook aan Duitse kindertjes gegeven?’

Antwoord: ‘Sinterklaas heeft tijdens de oorlog aan alle Duitse kindertjes gegeven, die in Hem geloven.’

Vraag: ‘Moet Sinterklaas nu niet als collaborateur en profiteur beschouwd worden?’

Antwoord: ‘Als profiteur kan Sinterklaas niet beschouwd worden, daar Hij alleen gegeven en niets ontvangen heeft. Als collaborateur heeft Hij reeds terechtgestaan, doch het Hof heeft, in overweging nemende:

  • de hoge leeftijd van de delinquent, en voorts:

  • aannemende dat de door Hem geleverde speelgoederen de geallieerde opmars niet merkbaar vertraagd hebben.

gemeend met een berisping te moeten volstaan.’

Twee Russische Nicolaaslegenden

Nergens zijn er zoveel Nicolaas legenden als in Rusland. Men zegt wel dat elke boerenvrouw een eigen legende over Nikóla kan vertellen. Nikóla vormt een integrerend deel van de Russische folklore en de volksliteratuur. Deze is deels van Byzantijnse origine, rechtstreeks uit Griekenland of via de Slavische Balkanlanden.

De stijgbeugel van Nikóla[22]

Er was eens een boertje Morgoén. Hoe hij ook sloofde en werkte tot hij er bij neerviel, niets lukte hem.
Eens was Morgoén bezig in zijn moestuin, vlak aan de straatweg, toen Nikóla de Genadige langs reed.

‘God helpe u, boer!’

“Dank u wel, Sint Nikóla! Waar gaat ge, de Gode Welgevallige, naar toe?”

‘Ik ga naar de Verlosser.’

“Barmhartige Nikóla, wilt ge zo goed zijn de Verlosser te vragen, of er iets in de wereld is, dat mij geluk zou kunnen brengen?”

‘Goed, ik zal het vragen.”

“Zult ge het heus niet vergeten?”

‘Nee, ik vergeet het niet, wees gerust.’

Het boertje zag dat de stijgbeugels aan het zadel van Nikóla van goud waren.

“Genadige Nikóla, wees zo goed om een stijgbeugel af te binden en hem hier te laten? Als ge bij de Verlosser weer uw paard bestijgt, merkt ge dat er een stijgbeugel ontbreekt en denkt dan terug aan ons gesprek.”

Boertje Morgoén en Nikóla

De Barmhartige stemde toe, gaf een stijgbeugel aan het boertje ― en reed met slechts één stijgbeugel verder naar de Verlosser. Nikóla de Gode Welgevallige besprak met de Verlosser wat hij te bespreken had. Toen hij weer wilde vertrekken herinnerde hij zijn belofte aan Morgoén pas toen hij zijn paard weer zou bestijgen en zei:

‘Allerreinste Verlosser, de Waarachtige! Het boertje Morgoén heeft mij verzocht u naar zijn geluk te vragen. Hij is zo ongelukkig; is er iets in de wereld, dat hem geluk zou kunnen brengen?’

“Zeker, ook voor hem is er iets, dat hem geluk zou kunnen brengen, zijn geluk is stelen en zweren.”

Morgoén bleef werken in zijn moestuin en wachtte en werd doodmoe van het wachten op Nikóla. Eindelijk zag hij Nikóla de Gode Welgevallige op hem af rijden.

“Genadige Nikóla, hebt ge naar mijn geluk gevraagd?”

‘Wel zeker! Er is ook voor u geluk in de wereld.’

“Waarin steekt mijn geluk?”

‘Uw geluk is: stelen en zweren. Geef me nu mijn stijgbeugel terug.’

Maar Morgoén bleef staan of hij niets had gehoord, of hij doof was geworden.

‘Ik zeg u, geef mij mijn stijgbeugel terug!’

“Wat voor stijgbeugel? Ik kan er een eed op doen: ik weet niets van een stijgbeugel af!”

Zo moest Nikóla met slechts één stijgbeugel verder rijden door het Russische land. De Barmhartige zag de nood en ellende van de mensen kennen en gaf steeds snel hulp waar dat nodig was.

Ondertussen had Boertje Morgoén de als de zon stralende gouden stijgbeugel aan een paal gebonden en ging door met zijn werk. Op de weg reed een rijke heer uit Sint Petersburg; de belletjes aan de paarden van zijn driespan rinkelden vrolijk. Reeds van verre zag hij het geschitter van de gouden stijgbeugel. Bij de paal hield hij zijn paarden in.

‘Waar hebt je die stijgbeugel gestolen, boer?’

“Maar u vergist u, uw edele, ik kan er een eed op doen, het is mijn eigen stijgbeugel.”

‘Dat lieg je, ik zal je voor het gerecht brengen.’

Maar Morgoén bleef op zijn stuk staan en zwoer bij alles wat heilig is:

“Ik ben bereid ook voor de rechtbank onder ede te verklaren; de stijgbeugel is van mij.”

De heer haalde de stijgbeugel van de paal, beval de boer op de bok naast de koetsier plaats te nemen en samen reden ze naar de rechtbank. Onderweg bekeek de heer het boertje en zei:

‘Wat ziet je er vreselijk uit. Je hebt geen kleren aan, alleen maar vodden! Ik schaam mij iemand zo voor de rechter te brengen. Weet je wat, trek mijn overjas maar aan.’

De heer bedacht dat het niet genoeg was, haalde uit zijn koffer een hoed en een paar schoenen en gaf ze aan Morgoén.
Deze zag er nu piekfijn uit; niemand zou hem meer herkennen.

Als een heer verscheen Morgoén voor de rechtbank. De heer getuigde tegen hem en verklaarde dat de boer de gouden stijgbeugel moest hebben gestolen.

“Ik kan een eed afleggen, dat de stijgbeugel van mij is!”

hield Morgoén stug vol en iedereen geloofde hem.
Toen keek Morgoén naar de heer en zei:

“Nu zult ge nog wellicht gaan beweren, dat de jas, die ik aan heb, ook niet van mij is?”

‘Dat is toch zo, het is mijn jas.’

“En dat het driespan ook van u is?”

‘Maar natuurlijk is het driespan van mij!’

“Ik kan een eed afleggen, dat zowel de jas als het driespan mijn eigendom zijn!”

Iedereen in de zaal geloofde hem.
Ook de rechters en ze wezen hem én de gouden stijgbeugel én het driespan van de heer toe. Van af die tijd werd de boer steeds rijker, eindelijk had hij zijn geluk gevonden!
En hij dacht nooit meer aan zijn treurig lot van voorheen.

Sint Nikóla en het graan[23]

Dag na dag na dag scheen verzengende zon. De boeren konden zich niet meer herinneren wanneer er ooit regen was gevallen. Met sombere gezichten zaten ze voor hun armelijke hutten en spraken over de totaal verdroogde, mislukte oogst. Er was bijna niets meer te eten.

De rijke boeren hadden nog een schamele oogst doordat zij hun akkers konden bevloeien, maar onder de arme boeren dreigde de hongersnood. Ze vroegen zich af of Elias, de strenge, boos op hen was, of God de Heer hen wilde doen beseffen hoe zondig ze waren.

Terwijl ze zo met elkaar over hun ongeluk praatten naderde hen een onbekende oude grijze man, vast niet uit hun streek.

“Waarom kijken jullie zo bedrukt?”

vroeg hij de boeren,

“Is er een ongeluk gebeurd?”

Een van de boeren stond op en wees naar de velden.

“Zie je niet hoe onze akkers er verschroeid en kaal bijliggen?”

De oude man schudde zachtjes zijn hoofd en sprak:

“Beste mensen, als jullie nog een handvol roggekorrels hebt, breng me die dan.”

De boeren keken achterdochtig naar de oude man. Wilde hij hen voor de gek houden en bespotten in hun ellende? Ze overlegden met elkaar en besloten ten slotte toch maar een handjevol rogge te halen.

Zorgvuldig nam de oude man de roggekorrels in ontvangst, liet zich van de ene hut naar de andere brengen, en legde op ieder erf vlak voor de broodovens een roggekorrel neer.
De arme boeren overlegden met elkaar wat de zin van dit alles kon zijn en merkten niet dat de oude man stilletjes de armelijke hutten verliet. Ze misten hem pas toen ze hem wilden uitnodigen voor een schamele avondmaaltijd.

Het werd nacht en de boeren legden zich ter ruste. Bij het wakker worden keken ze als iedere morgen somber naar buiten om te zien of er eindelijk regenwolken in aantocht waren. Wat ze zagen verbaasde hen zo dat ze geen woord konden uitbrengen.

Waar de oude man voor de oven een graankorrel had neergelegd groeide een rijpe roggeaar en overal stak uit de schoorstenen een rijpe roggeaar. Ze ontdekten verder dat het kleine lampje voor de icoon van Nicolaas helder brandde. Buiten gekomen zagen ze op hun akkers het rijpe graan in de wind heen en weer wiegen.

Toen begrepen de arme boeren dat de oude man was die hen gisteren zo vreemd had bezocht Nicolaas de Barmhartige was geweest.

Sinterklaasliedjes

Hoor wie klopt daar kind’ren

Hoor wie klopt daar kind’ren,
Hoor wie klopt daar kind’ren.
Hoor wie klopt daar zachtjes tegen ‘t raam.
‘t Is een vreemd’ling zeker,
die verdwaalt is zeker.
‘k Zal eens even vragen naar zijn naam:

Refrein

Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
brengt ons vanavond een bezoek
en strooit dan wat lekkers
in één of andere hoek.

Stoute kind’ren, zegt hij,
krijgen knorren, zegt hij,
of een zakje, zegt hij, met wat zout.
Want je weet wel, zegt hij
dat Sint Nicolaas, zegt hij
van die stoute kind’ren heel niet houdt.

Refrein

Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
brengt ons vanavond een bezoek
en strooit dan wat lekkers
in één of andere hoek.

Hoor de wind waait door de bomen

Hoor de wind waait door de bomen,
hier in huis zelfs waait de wind.
Zou de goede Sint wel komen,
als hij ‘t weer zo lelijk vindt.
Als hij ‘t weer zo lelijk vindt.

Ja, hij komt in donkere nachten,
op z’n paardje oh zo snel.
Als hij wist hoe we hem verwachten,
oh dan kwam hij zeker wel.
Oh dan kwam hij zeker wel.

Noten

[1] Bron: Arabisch, Libanon Sint Nicolaas icoon Icônes arabes: art chrétien du Levant: exposition présentée à l’Institut du monde arabe du 6 mai au 17 août 2003 ― foto Michel Bakni. Inscriptie العربية: القديس نيقولاوس
العربية: ظهرتَ كاهناً في ميرا أيها القديس، وأتممتَ إنجيل المسيح أيها البار، لأنك وضعتَ نفسك عن شعبك، وخلصتَ […] الموت. لأجل هذا تقدَّست بما أنك مسارٌّ […] لنعمة الله. EN vertaling: Saint Nicholas You appeared as a priest in Myra, O saint, and fulfilled the Gospel of Christ, O righteous one, because you put yourself away from your people, and saved […] death. That is why you are sanctified, since you are a path […] to the grace of God.
[2] Bron: St Nicolaas, de patroonheilige van Russische kooplieden (1502) ― fresco Dionysius in de kathedraal van het Ferapontov-klooster
[3] Zie: Sinterklaas beleven.org/feesten/sinterklaas. Geraadpleegd op 18 september 2022.
[4] Bron: Sint Nicolaas als patroon van het beenhouwersgilde (1789) ― Quirinus van Amelsfoort, Collectie stadhuis ‘s-Hertogenbosch
[5] Bron: Gevelsteen van het Coomanshofje Haarlem (1659) ― fotograaf onbekend, Sint en Pietengilde
[6] Bron: Het Sint-Nicolaasgilde ― Stadsarchief Delft
[7] Bron: Schutterij St. Nicolaas ― fotograaf onbekend, facebook
[8] Bron: Groeningen Gildtboek (1494)― fotograaf onbekend, Het St. Anthonius & St. Nicolaasgilde
[9] Bron: De patroonheiligen Sint Anthonius Abt en Sint Nicolaas ― fotograaf onbekend, Het St. Anthonius & St. Nicolaasgilde
[10] Bron: Haps Sint Nicolaasgilde ― fotograaf onbekend, facebook
[11] Bron: Het Sint-Nicolaasfeest (circa 1665-1668)― Jan Steen, Rijksmuseum Amsterdam
[12] Bron: Het Sint Nicolaasfeest (circa 1660-1675) ― Jan Steen, Museum Boijmans van Beuningen, uitgeleend aan Museum Catharijneconvent 
[13] Bron: Vergelijking beide Jan Steens
[14] Zie: Laurens Collee (2016). ‘Pakjesavond met Jan Steen (en 5 andere schilders)’. seeallthis.com/blog/pakjesavond-met-jan-steen. Geraadpleegd op 18 september 2022.
[15] Bron: Het Sint Nicolaasfeest (1685) ― Richard Brakenburg, Rijksmuseum Amsterdam
[16] Bron: Distribution of gifts on the Feast of St. Nicholas (1763, gouache) ― Archduchess Marie Christine (1742-1798), Schönbrunn Palace, Vienna
[17] Bron: Sint Niklaas ― Constant Cap (1842–1915)
[18] Bron: Sint-Nicolaas arriveert per dromedaris (1 December 2019) ― foto Lucyin, in Wallonië (B) [19] Bron: St. Nicholas Greek Orthodox Church ― fotograaf onbekend, Abu Dhabi (VAE)
[20] Bron: Godfried Bomans als Sinterklaas ― foto van Mooie zinnenboek
[21] Uit: Godfried Bomans (8 december 1945) “De catechismus van Sint-Nicolaas, Bijzonderheden over Sinterklaas die een ieder moet weten” Elseviers Weekblad
[22] Zie: De stijgbeugel van Nikóla beleven.org/verhaal/de_stijgbeugel_van_nikola. Geraadpleegd op 18 september 2022.
[23] Zie: Sint Nikóla en het graan beleven.org/verhaal/nikola_en_het_graan. Geraadpleegd op 18 september 2022.

Avatar foto

was na een studie aan de UvA op Curaçao werkzaam als marien bioloog, en als humaan bioloog bij het Instituut voor Antropobiologie, Medische Faculteit Utrecht en vervolgens bij de Vakgroep Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte, Universiteit Maastricht.

Schrijf een reactie