Achtergronden van de oude verhalen en tradities rond Sint Nicolaas b
Deel 1: Nicolaasjaar ― Nicolaasjaar 1 ― Nicolaasjaar 2 ― Nicolaasjaar 3 ― Nicolaasjaar 4 ― Nicolaasjaar 5 ― Nicolaasjaar 6 ― Nicolaasjaar 7 ― Nicolaasjaar 8 ― Nicolaasjaar 9 ― Nicolaasjaar 10
Deel 2: Nicolaaskerken a ― Nicolaaskerken b ― Nicolaaskerken c ― Nicolaaskerken d ― Nicolaaskerken e
‘De eerste Heilige na de Moeder Gods’
Sinterklaasdag 5 december 2021 startte het heilige Nicolaas jaar.
Ter ere hiervan werd een reliek van de heilige Nicolaas ― bisschop van Myra ― bijgezet in de neogotische basiliek van de H. Nicolaas te Amsterdam, waar ook de Nicolaas kaars werd ontstoken.
Naar aanleiding hiervan startte op het Wijsheidsweb een aparte Nicolaasjaar rubriek.
Machteld Roede
Nicolaasjaar 7 besprak de Nicolaaskerken in Amsterdam. In Nicolaasjaar 8a en 8b komen aan de Heilige Nicolaas opgedragen kerken elders in het land ter sprake.
Hierbij is gebruik gemaakt van uiteenlopende beschrijvingen vol architectonische vaktermen door veelal duidelijke bewonderaars.
“Kon het niet kort houden, die beschrijvingen onderga ik haast als poëzie”.
Al in de vroegste christelijke tijden werden in ons land kapellen en kerken gewijd aan de zo geliefde heilige Nicolaas, schutspatroon voor velen. In de 16e eeuw werden ze tijdens de reformatie echter veelal van roomse tot protestantse kerken getransformeerd en veranderden daarbij meestal van naam.
De Reformatie
Rond het begin van de 16e eeuw groeide verzet tegen misstanden in de rooms katholieke wereld, aanvankelijk binnen de eigen gelederen. Startpunt voor de Reformatie (Hervorming) werd het jaar 1517 toen Maarten Luther zijn 95 stellingen openbaarde. Doordat steeds meer mensen konden lezen verspreidde via pamfletten de inhoud zich snel. Mede door de invloed van Calvijn en ook Zwingli ontstonden vooral in Noordelijk Europa reformatorische golven, met vanaf 1540 Godsdienstoorlogen tegen de invloed van Rome, wat uiteindelijk tot een echt schisma leidde. (Eerder, in 1054, had zich al de Orthodox Katholieke kerk afgescheiden).
Door de Hervorming werd het protestantisme het derde christelijke geloof ― bijbel lezen werd ook door de gewone gelovigen essentieel ― waarbij zich steeds meer vooraanstaande politieke leiders aansloten.
In 1566 werden in Vlaanderen en de Zuidelijke Nederlanden tijdens de Beeldenstorm kerken geplunderd, waarbij vooral heiligenbeelden werden weggehaald.
Dit leidde mede tot de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648) tegen de katholieke Spaanse overheerser.
De eerste twintig jaar meer een burgeropstand, vanaf 1588 een echte oorlog, waarbij in de 16e eeuw de (Water)Geuzen een belangrijke rol speelden. Zo werd de reformatorische beweging ook een belangrijke politieke zaak, die vooral succes had in de Noordelijke Nederlanden.
Nicolaaskerken in Nederland
Vanaf midden 19e eeuw werden weer nieuwe rooms katholieke kerken gebouwd. Op dit moment kent Nederland tenminste 95 Nicolaaskerken, zeker niet alleen gelegen onder de rivieren waar het rooms katholieke geloof dominant is. ‘Hoewel de kerstening boven de rivieren langzaam ging en ruim drie eeuwen zou duren’ (Nicolaasjaar 5) is het aantal Nicolaaskerken in Friesland (23 en een klooster), Groningen (8), Overijssel (12), Utrecht (9) en Noord-Holland (18) relatief hoog.
Dit lijkt me zeker te relateren aan het eeuwenlang grote belang van scheepvaart en visserij in deze provincies, waarbij zeelieden en vissers de heilige Nicolaas als schutspatroon zagen.
Het is intrigerend hoe echt eeuwenoude gebouwen deels of geheel werden gesloopt, hoe sobere protestanten de kerken, eerder een afspiegeling van het kleurrijke roomse leven, veranderden. Hoe godshuizen meedogenloos (deels) werd gesloopt of door brand, belegeringen, plunderingen en WOII geweld zwaar werden beschadigd of zelfs geheel verwoest. Hoe er ruzies waren over hoognodige uitbreidingen en hoe in de huidige seculiere tijd kerkgebouwen andere functies krijgen.
Leg je oor te luisteren en hoor hoe de stenen spreken …
Friesland kent zoveel (groten)deels nog Romaanse kerken dat aan alle (mij) bekende Friese Nicolaaskerken aandacht wordt gegeven.
De heilige Nicolaas was in het vroege verleden patroonheilige van zo’n 23 Friese parochies. Zeker 22 plaatsen hadden of hebben een Nicolaaskerk: Blija, Cornjum, Deersum, Drogeham, Hantum, Hemelum (kerk en klooster), Hijum, Huins, Midlum, Nijeholtpade, Nijland, Offingawier, Oostrum, Peperga, Piaam, Schalsum, Sint Nicolaasga, Sonnega, Stavoren, Swichum, Vlieland, Wieuwerd en Witmarsum. Hij kreeg dus zelfs een eigen dorp: Sint Nicolaasga.
De meeste kerken in Friesland en Groningen zijn gesticht door “ketterse” Arianen uit het oosten, die hun kerken bouwden volgens de traditie van de oosters Orthodoxen.
Hierbij waren er drie ruimtes. Men kwam binnen door de ‘voorkerk’ of doopkapel aan de westzijde, waar ook de biecht werd afgenomen. In het middengedeelte stond de preekstoel waarop rondreizende predikheren preekten en waar doden werden begraven. Hier werd ook muziek gemaakt en bij regen markt gehouden. Zwervers sliepen er en bij hoog water stonden de koeien er droog. In het ‘hoog’ of de sacramentskapel werd de liturgie gelezen en het heilig avondmaal gevierd.
Veel oude Friese kerken zijn eigendom zijn van de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Sinds april 2018 kunnen gasten in het bezit van een speciale pelgrimspas voor een klein bedrag slapen in een tiental hiervan (Tsjemping). De kerken hebben maximaal vier veldbedden; een slaapzak moet worden meegebracht.
Blija
In het begin van de 16e eeuw werd op de terp Blija (Fr. Blije; in de buurt van Holwerd) de laatgotische Sint-Nicolaaskerk gebouwd.
Van de eerder aanwezige romaanse kerk bleef de toren uit de 13e eeuw behouden.
De eenbeukige kerk heeft een vijfzijdig gesloten koor.
In de kerk bevinden zich enkele opvallende grafzerken, waaronder die van de in volle wapenrusting afgebeelde vooraanstaand Friese edelman Janke van Unema († 1540) en zijn vrouw Tet Wyboltsma († 1532). Mogelijk was het overlijden van Tet Wyboltsma de aanleiding voor de bouw van de nieuwe kerk.
Op hun grafsteen ― alleen Janke is afgebeeld ― staat rondom geschreven:
“INT IAER ONS HERÊ MVXL (1540) DEN XIIJ NOVÊBRIS STERF DEN EDELÊ EERENTVESTÊ HEERSCHAP IANKE VAN WNEMA. ENDE TET SIJN WIJF STERF INT IAER MVXXXIJ (1532) DÊ IJ OCTOBRIS HIER BEGRAVE”[5]
Boven de ingang aan de noordzijde staat een reconstructie van een beeld van Sint-Nicolaas in een nis gemaakt door beeldhouwer Hans Jouta (1966; opgegroeid bij de Friese Waddenkust; hij maakte ook het standbeeld voor Johan Cruyff).
Cornjum
De vlak onder Leeuwarden gelegen hervormde Nicolaaskerk van Cornjum (Fr. Koarnjum) uit 1873 verving de bouwvallig geworden vroegmiddeleeuwse kerk.
In het koor hangen drie borden met de tien geboden, de geloofsbelijdenis en Onze Vader, alle afkomstig uit de voorgaande kerk.
Op 30 maart 2017 is de kerk overgenomen door de Stichting Alde Fryske Tsjerken. Een Plaatselijke Commissie organiseert concerten en exposities en verhuurt het vroegere godshuis voor rouw- en trouwdiensten.
David van Goorle/ Gorlaeus
In het gangpad ligt het goed bewaarde graf van de al op 21-jarige leeftijd gestorven filosoof David en natuurwetenschapper van Goorle/ Gorlaeus (1591-1612). Zijn ouders, behorend tot de oudste en meest aanzienlijke Friese adelgeslachten, bewoonden de toenmalige Martenastate in Koarnjum.
Hij was een van de eerste atomisten. In twee boeken verkondigde hij zijn voor die tijd revolutionaire atoomtheorieën, waarbij hij ― in strijd met de theorie van Aristoteles ― stelde dat er wel degelijk kleinste deeltjes zijn. Hij wordt een van de grondleggers van de deeltjes-atoomtheorie genoemd.
De Universiteit Leiden heeft de Gorlaeus laboratoria naar hem vernoemd.
Deersum
Archeologische vondsten tonen aan dat het kleine dorp Deersum (Fr. Dearsum) in het zuidwesten van Friesland al voor de christelijke jaartelling is ontstaan op een terp langs de Middelzeedijk die bescherming bood tegen de eeuwen later dichtgeslibde Middelzee.
Hier staat op een omheind kerkhof een bakstenen Nicolaaskerk met een halfrond (vierzijdig) gesloten koor en een gesloten zadeldaktoren uit de 13e eeuw.
De klok van een anonieme gieter is waarschijnlijk uit de 14e eeuw. De vier gotische spitsboogvenster in de zuidgevel zijn uit de 16e eeuw; het rondboogvenster in de noordgevel is ouder. De gotische 15e-eeuwse poort aan deze zijde is dichtgemetseld. De kerk is een rijksmonument.
Het koor heeft een piscina. Een bekken onder meer voor het wassen van het linnen kelkdoekje waarmee na de communie de kelk voor de miswijn met weinig water wordt schoongemaakt en afgedroogd.
Op begraafplaats ligt een 17e-eeuwse zerk en ook het graf van een boordschutter van de tijdens WOII in de buurt neergestorte W7714 Halifax van de Royal Air Force. De overige omgekomen bemanningsleden werden niet gevonden.
Drogeham
Drogeham(Fr. Droegeham), mooi gelegen in de Friese Wouden, is een van de dorpskernen van de gemeente Achtkarspelen. De protestantse Sint Nicolaaskerk in Drogeham staat op een geest (gaast), een hoge zanddrug (dus niet op een terp). De toren met zadeldak is nog grotendeels 13e-eeuws.
Verval in de 19e eeuw maakte vernieuwing van het gebedshuis noodzakelijk. In 1876 werd in opdracht van uit den Haag bij de bouworde ― onder leiding van gemeentearchitect Van der Werf ― de stijl van de oude romaanse dorpskerk aangehouden. Daarbij kwam het nieuwe schip op de grondslag van de oude kerk te staan, waardoor de complete romaanse indeling behouden bleef. Januari 1877 werd de nu neo-romaanse kerk ingewijd. Door aanhouden van de oude constructie komt er weinig licht in de kerk, waardoor het interieur wat somber is.
De hoge borstwering is gesloten en door lisenen in vakken verdeeld. Daarboven staan rondboogvensters, met daarboven onder de dakgoot een boogfries. De oostzijde heeft kleinere rondboogvensters. De romaanse toren bestaat uit twee geledingen. De onderste heeft rechthoekige spaarvelden, aan de zuidzijde afgedekt door lijstwerk van roze Bremer zandsteen, aan de andere zijden gedekt door keperfriezen. Een zigzag van schuin tegen elkaar gestelde bakstenen, een typerende romaanse gevelversiering.
Drogeham was een van de eerste gemeenten die meegingen met de Afscheiding, begonnen in 1834 in Ulrum onder leiding van ds. H. de Cock. In 1835 volgden Doeveren en Genderen, Hattem, Almkerk en Drogeham (ds. S. van Velzen). In 1947 sloot Drogeham zich aan bij de Vrijmaking onder leiding van een dominee uit Kampen. Na een scheiding van 175 jaar zijn nu de gereformeerde kerk en de hervormde gemeente van Drogeham gefuseerd tot de protestantse gemeente Drogeham. Per 1 januari 2023 sluit ook de vrijgemaakte gemeente van Twijzel zich bij Drogeham aan.
“Us gemeente wurdt hieltyd lytser [kleiner]; wy wurken al jierren gear”,
sprak Sjoerdtje Beiboer, secretaresse van de kerkenraad van Twijzel.
Hantum
In Hantum staat op een gedeeltelijk afgegraven hoge terp een in de 12e eeuw van tufsteen gebouwde, romaanse Nicolaaskerk, met halfronde koorsluiting.
In de 16e eeuw maakte een laag van baksteen de kerk wat hoger. De toren dateert uit 1808.
De vensters in de zuidelijke muur en in het koor zijn ook van latere tijden, al zijn de oorspronkelijke romaanse raamvormen en spaarnissen nog herkenbaar.
In de noordelijke muur is de oorspronkelijke maatvoering nog vrij intact.
Het interieur wordt gedekt door een houten tongewelf.
Naast de kerk staat een gebarsten klok uit 1530 waarop Sint Nicolaas is afgebeeld, evenals de Heilige Catharina, met op een bronzen plaat de volgende tekst:
Mei barsten hong ik yn de toer,
Hast wie ik smolten yn it fjoer:
Dan waard ik wer “sa goed as nij”
Mar ‘t âlde lichem wie dan wei!
**
It wie dan ek gjin drôve dei
Doe ‘t hjir op it tsjerkhôf lei:
Kin ‘k net mear sprekke fan it oer.
Myn geast is dochs fan langer doer.
Hemelum
Nicolaaskerk
De Nicolaaskerk in Hemelum (Fr. Himmelum) was oorspronkelijk een zaalkerk uit 1668. Gebouwd op fundamenten van de oude Benedictijnen kloosterkapel, onderdeel van het complex van het Sint Nicolaasklooster, een Benedictijner vrouwenklooster.
Dit was een van de eerste kloosters in Friesland en werd bewoond van 1180 tot begin 15e eeuw door nonnen maar ook Begijnen, vrome katholieke vrouwen, die een kuis leven wilden leiden. Na sluiting van het klooster diende de kloosterkapel als kerk voor de katholieke gemeenschap van Hemelum tot 1580.
Toen namen tijdens de Reformatie de hervormden de kerk in bezit. Zij lieten rond 1660 de voormalige kloosterkapel afbreken en een nieuwe kerk bouwen. Een tekening van Jacob Stellingwerf uit 1722 toont een eenbeukig dorpskerkje met uitwendige steunberen, met op het pannendak een dakruiter met luidklok en spits. In 1816 is de kerk, in 1896 de toren echter vernieuwd en daarbij sterk gewijzigd. Niet iedereen was en is daar gelukkig mee.
Nicolaas klooster
Tegenwoordig is in Hemelum weer een Nicolaas klooster aanwezig, nu het Russisch Orthodox klooster van de Heilige Nicolaas, bisschop van Myra en Wonderdoener.
In een verklaring keuren de geestelijken de recente afsplitsing van de orthodoxe Nikolaas van Myrakerk in Amsterdam niet goed (Nicolaasjaar 7). Zij blijven onder het patriarchaat van Moskou.
Verklaring n.a.v. vertrek Amsterdamse vaders uit Moskouse patriarchaat:
“… als patriarch Kiril verkeerde uitspraken heeft gedaan en daarmee verbonden beslissingen heeft genomen, dan zal uiteindelijk Onze Hemelse Vader hem op Zijn wijze hem terechtwijzen” …
In Christus trachtend, vader Onufry en vader Jewsewy[16]
Hijum
De aan Nicolaas uit Myra gewijde, door een boomsingel omgeven, 12e-eeuwse tufstenen kerk aan de rand van het dorp Hijum staat op een rond 1900 vrijwel helemaal afgegraven terp, die ooit ontstond op een oude kwelderwal.
Het eenbeukige gebouw heeft een ingebouwde zadeldaktoren met eenvoudig westwerk. De muren van het schip hebben spaarvelden afgesloten door lisenen, met daarboven rondboogfriezen.
Het vijfzijdig gesloten koor werd In de 15e eeuw vernieuwd. De torenklok werd in 1670 gegoten door Petrus Overney; ook de preekstoel met doophek stammen uit de 17e eeuw. De inrichting van het sobere interieur is nog vrijwel volledig als vroeger.
Er liggen oude grafzerken, zoals van de in 1590 overleden Fokel Roorda. Op het kerkhof liggen nog minstens twee middeleeuwse grafzerken.
De kerk wordt vrijwel niet meer gebruikt. Voor bezichtiging is de sleutel af te halen op een sleuteladres. De kerk is een rijksmonument en is eigendom van Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Huins
De protestantse Nicolaaskerk in Huins (Fr. Húns), een rijksmonument, stamt uit de 13e eeuw.
De eenbeukige kerk heeft een houten geveltoren met een ingesnoerde spits uit de 18e eeuw en een houten tongewelf. De preekstoel, het doophek, en twee herenbanken met bollen op de hoeken 17e-eeuws. Typerend zijn de verschillende groen tinten van het interieur. De verlichting wordt geven door acht 19e-eeuwse olielampen, die jaarlijks zorgvuldig worden gepoetst.
Midlum
De nu protestantse Nicolaaskerk in Midlum (Fr. Mullum) werd rond 1200 op een terp gebouwd en gewijd aan Nicolaas van Myra. De eenbeukige kerk met vijfzijdig gesloten koor en een houten tongewelf werd meerdere malen verbouwd.
Door ommetselen, bepleisteren en het aanbrengen van een gotische ingang en grotere vensters ging het romaanse karakter grotendeels verloren. In 1810 verving een ingesnoerde torenspits de achtkantige lantaren en werd de toren ommetseld. In de toren hangen twee klokken uit de 15e eeuw.
In 1912 is aan de noodzijde van de witgepleisterde kerk een consistorie aangebouwd (de ruimte waar de kerkenraad vergadert).
Nijeholtpade
Het streekdorp Nijeholtpade (Fr. Nijeholtpea) ontstond in de late Middeleeuwen aan de weg van Wolvega naar Oosterwolde.
De nu hervormde laatgotische eenbeukige Nicolaaskerk kerk uit 1525 ― gelegen op een verhoogd kerkhof ― heeft een driezijdig gesloten koor en spitsboogvensters. De slanke toren met ingesnoerde naaldspits kreeg in de 18e eeuw een steunbeer.
In de klokkenstoel hangt twee klokken, één uit 1598 van Willem Wegewaert en één uit 1611.
Het doophek uit 1675 kreeg een andere plek.
Onder de vloer bevinden zich twee grafzerken uit 1627 en 1640 van de familie Lycklama uit Nijeholtpade, later afgekort tot ‘Lycklama à Nijeholt’. Op het kerkhof een zerk met zeis en zandloper voor de gebroeders Buitenga († 1881 en † 1883).
De kerk is een rijksmonument.
Nijland
De protestantse Nicolaaskerk in Nijland (Fr. Nijlân; “Nieuw land”) ligt op een ovaal omgracht kerkhof (beide rijksmonumenten) in het oude deel van het dorp. Dit ontstond in de 13e eeuw op het nieuw land in het rond 1200 drooggevallen zuidelijk deel van de toenmalige Middelzee. Deze Middeleeuwse zeearm begon rond 1100 steeds sneller dicht te slibben. Het ontstaan van de Zuiderzee bevorderde de dichtslibbing.
Een sage verhaalt dat tot drie keer toe alles wat de boeren overdag hadden opgebouwd ‘s nachts weer werd afgebroken. Daarop werd besloten God de plaats van de kerk aan te laten wijzen. Twee ossen werden voor een wagen met bouwmaterialen gespannen en het land in gestuurd. De volgende ochtend werden de ossen aangetroffen in een rietpoel. Daar werd de kerk gebouwd.
In een van de vensters zitten kleine stukjes gebrandschilderd glas met voorstellingen van de ossen. Naast de kerk staat een kunstwerk van de os.
De toren met een ingesnoerde spits van de eenbeukige kerk stamt uit de 13e eeuw. Het schip met steunberen en vijfzijdige koorsluiting is rond 1600 herbouwd met hergebruik van gele kloostermoppen van de oude 13e-eeuwse kerk. De ingang aan de zuidzijde toont een fronton (de bekroning van de ingang in driehoeksvorm) met op de twee kraagstenen (consoles) wapenschilden en in het midden een engelenkopje en een opschrift over torenherstel in 1664.
De kraagstenen in het koor zijn voorzien van een ster, een lelie en het wapen Hottinga. Het doopvont is 17e-eeuws, de preekstoel uit 1659. In de kerkvloer liggen nog een aantal belangrijke gebeeldhouwde zerken. In 1872 is een stucgewelf aangebracht over het eerdere inwendige houten tongewelf; in het afgescheiden koor is het oorspronkelijk gewelf nog zichtbaar.
Dit is een van de kerken waar pelgrims op eenvoudige wijze de nacht kunnen doorbrengen.
Offingawier
Het kleine dorp Offingawier (Fr. Offenwier) ten oosten van Sneek is ontstaan op een terp. Vanaf 1328 duidt de plaatsnaam op een wier, een opgeworpen hoogte voor bewoning door het geslacht Offinga.
Doordat twee kleine kernen naar elkaar toegroeiden vormde zich vanaf de 19e eeuw langzamerhand een lintdorp. Nu zijn er in de zomer veel waterrecreanten aan de kant van het Sneekermeer.
In 1335 werd door de hulpbisschop van Utrecht in Offinghewere een zaalkerk aan de patroonheiige Nicolaas gewijd.
In 1850 werden echter kerk en toren ingrijpend vertimmerd en de oude muur werd ommetseld met zware onbehouwen Friezen, waarbij grote vensters werden aangebracht. Ook de ranke houten geveltoren stamt uit de 19e eeuw. Zo ontstond een geheel nieuwe stijl en de kerk oogde veel jonger.
De torenklok is maart 1943 door de Duitse bezetters weggehaald.
Op 17 december 1948 is een nieuwe kok geplaatst, gegoten door Jacobus van Bergen te Midwolda, met twee opschriften:
1943
Geveld door Duitsch geweld
Door burgerij en Kerkvoogdij hersteld
1948
en
Luiden wil ik voor de dooden
Levenden ter Kerke nooden.
Toen de kerk ging verzakken ― in het jaar dat het dorp bij Sneek werd gevoegd ― bleken bij onderzoek van de op het eerste gezicht 19e-eeuwse kerk in de binnenmuren nog elementen te zitten van de middeleeuwse kerk uit 1335.
Mede dankzij deze ouderdom heeft de kerk de status van gemeentelijk monument gekregen, en is sinds 2020 ook een rijksmonument.
Oostrum
De Sint-Nicolaaskerk van Oostrum (Fr. Eastrum; een rijksmonument) heeft een toren met zadeldak uit de 13e eeuw, het schip is waarschijnlijk in de 16e eeuw gebouwd.
De zuidelijke muur telt zes duidelijk Gotische vensters, de noordelijke muur slechts één.
Op de oude toren klok staan afbeeldingen van Nicolaas, acht heilige vrouwen en een Latijns versje. Aan de zuidzijde is het dak bedekt met halfronde pannen, die beurtelings met de bolle en met de holle kant naar boven zijn gelegd (nonnen en monniken).
De kerkklok is in 1457 vervaardigd door de klokkengieter H. Kokenbacker.
Bij restauratiewerkzaamheden in 1973 zijn muurschilderingen gevonden uit waarschijnlijk 1582. Het zijn afbeeldingen van een vijftal gotische kerken en een toren. Niet duidelijk is welke kerken worden afgebeeld.
In de kerk bevinden zich rouwborden en een herenbank van de familie Mellema.
Peperga
Het dorp Peperga (Fr. Pepergea), in de zuidoosthoek van Friesland, telde in 2021 90 inwoners. Het kleine dorp bezit een indrukwekkende kerk met een laatgotische spitse toren. In het land van de stoere zadeldaktorens wel de elegantste kerktoren van Friesland genoemd.
Er was al een kerk in 1328, gewijd aan de heilige Nicolaas, is op te maken uit een zogenaamde institutiebrief van 27 februari 1561, waarin Harmannus Jacobi tot vicaris van het altaar van de H. Maagd in de Nicolaaskerk te Peperga werd aangesteld.
In 1413 werd Peperga door Frederik van Blankenheim, de 51e bisschop van Utrecht, in as gelegd. Het schip van de in 1537 in Peperga in Gotische stijl gebouwde Nicolaas kerk werd omstreeks 1808 door brand geheel verwoest.
De huidige kerk werd op 23 september 1810 in gebruik genomen. De kerk is in 2001 verkocht en kwam in particulier bezit. Het herbergt nu een historisch restaurant. Ter herinnering dat Pieter Stuyvesant in Peperga is geboren en in de kerk van Peperga werd gedoopt door zijn vader, dominee Balthasar Johannes Stuyvesant, is de kerk in 2007 hernoemd tot Pieter Stuyvesantkerk.
Het gebouw bevat muurresten van de oude kerk. Zeker is dat de onderste zone van het muurwerk is opgetrokken van hergebruikte gemêleerd rode bakstenen, hogerop aangevuld met kleinere mangaanbruine bakstenen.
Aan weerszijden zijn er drie grote rondboogvensters tussen brede muurdammen. De driezijdige koorsluiting heeft twee ingekorte rondboogvensters.
De symmetrische zaalkerk heeft een houten tongewelf, voorzien van geschilderde ornamentranden van rond 1910. Er liggen vier zerken w.o. een gotische priesterzerk.
De romp van de indrukwekkende laatgotische spitse toren uit 1517 heeft drie door zandstenen cordonlijsten gescheiden geledingen met in de onderste de ingang in een geprofileerde spitsbogige nis. Het torenportaal was ooit met een kruisribgewelf overdekt.
De middelste geleding toont aan elke kant een korte spitsboognis met vorktracering. In de hoogste geleding zitten galmgaten over de volle hoogte met gemetselde kruiskozijnen.
De in 1725 door de Amsterdammer Jan Albert de Grave gegoten bronzen luidklok verdween helaas, zoals de meeste klokken, tijdens WOII. In 1948 is er een nieuwe klok geplaatst, gegoten in Midwolde door de Gebr. Van Bergen.
De opbouw is volgens een gedenksteen in roze Bremer zandsteen in 1537 toegevoegd. Het is een van baksteen gemetselde achtzijdig lantaarn, waarvan de hoeken eindigen in pinakels, bekroond worden door zandstenen kruisbloemen. Er zijn geprofileerde rondboogopeningen met omlijstingen in kielboogvorm. Hierop volgt de ingezwenkte spits.
Piaam
In zuidwest Friesland is in Piaam een vierzijdig gesloten eenbeukige gotische Nicolaaskerk uit de 13e eeuw te bewonderen (een rijksmonument).
De westgevel en de houten geveltoren met ingesnoerde spits dateren mogelijk uit de 18e eeuw.
Bij de restauratie in 1954 zijn in de zuidgevel vensters aangebracht. De kerk was oorspronkelijk aan Nicolaas gewijd en is nu protestants.
Schalsum
De ten noordoosten van Franeker gelegen protestantse 13e-eeuwse eenbeukige Nicolaaskerk met een halfrond gesloten koor in Schalsum (Fr. Skalsum; een rijksmonument) is een van de oudste kerken in de regio.
Sommigen dateren een eerste aanleg omstreeks 1100, anderen op grond van resten tufsteen in de muren in de 12e eeuw. Rond 1300 werd het godshuis gewijzigd. Rond 1400 is de noordmuur beklampt met baksteen. In de 16e eeuw kreeg de kerk een nieuwe kap met houten tongewelf. En in de 19e eeuw is de noordgevel vernieuwd.
In de zuidmuur, met steunberen en middeleeuwse rondboog en spitsboogvensters, zijn een dichtgemetselde rondbogige vroegere vrouweningang te zien en sporen van kleine rondbogige vensters.
En de contouren van een oude hagioscoop. Een laag geplaatst raampje, waardoor knielend van buitenaf het altaar en het sacrale (de hostie) waren te zien. In de middeleeuwen de enige manier voor een kluizenaar, een misdadiger, een overspelige of een melaatse om toch de dienst te kunnen volgen.
Ook zijn er nog resten van een piscina, een nis in de muur voor het reinigen van de miskelk.
De 14e-eeuwse vlakopgaande geheel ommetselde toren heeft een balustrade, een ingesnoerde spits en een oud uurwerk.
De luidklok in de toren uit 1761 bestaat niet meer. Zoals zoveel klokken door de nazi opgeëist om kanonnen te kunnen maken? Na WOII kwam in 1949 een nieuwe klok uit de gieterij van Van Bergen uit Midwolda.
Toch is aan het interieur noch het exterieur ingrijpend veel veranderd. Daardoor is de kerk van Schalsum een van de weinige waar de in de inleiding beschreven oude inrichting in een drieslag ― te weten drie kapellen onder één dak ― is behouden. Zij het wel wat aangepast aan de tijd. Het doopvont werd vervangen door een koperen schaal aan de preekstoel, waardoor de voorkerk of doopkapel louter ingang werd. In veel andere kerken werd het een rommelhok.
In de middenkerk kwam de preekstoel centraal te staan met de banken en stoelen er omheen. Het openbare karakter van deze ruimte verviel: dus geen markt meer, geen toevluchtsoord meer voor zwervers of koeien.
Het Avondmaal werd nu hier gevierd zittend aan lange tafels en niet meer op het ‘hoog’, de achterste sacramentskapel, deze veranderde in een vergaderkamer. In veel andere kerken werd ook dit een rommelhok. Soms werd het koor aan de kerkruimte toegevoegd of de overbodige koorruimte werd afgebroken.
Het interieur en de ramen zijn zacht roze en zacht geel geschilderd.
De fraaie eikenhouten preekstoel uit 1711 ― eigendom van de Stichting Alde Fryske Tsjerken ― heeft gesneden panelen. Op het middenpaneel is het Laatste Avondmaal afgebeeld, op de zijpanelen de vier evangelisten: Matteüs met engel, Marcus met leeuw, Lucas met stier en Johannes met adelaar. Het orgel uit 1862 is een van de laatste kerkorgels zonder een windmotor en moet dus nog steeds ‘getrapt’ worden.
Het kerkje wordt gebruikt voor rouwen en trouwen, en voor culturele evenementen. De kerk is een stempelpost en slaapplaats voor pelgrims.
Sint Nicolaasga
Er is zelfs een heel dorp dat de naam van de heilige Nicolaas draagt; het werd al in 1399 vermeld onder de naam Sinte Nyclaesga.
De adellijke familie Van Eijsinga speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van Sint Nicolaasga (Fr. Sint Nyk). Zij stamden af van een legendarische grietman (rechter en bestuurder) die de woeste streek in de 18e eeuw liet ontginnen en bebossen.
In 1580 ging de pastoor vanwege de reformatie in ballingschap; de kerk, het kerkhof en de bezittingen van de pastorie kwamen in protestantse handen.
De katholieken moesten voor hun erediensten een schuilkerk op de heide bezoeken. In 1835 kwam er een nieuwe zogenaamde waterstaatskerk in gebruik tot 1885. Toen werd begonnen aan de bouw van de huidige markante kerk. Dit rooms katholieke bedehuis uit 1887 is een door de Friese architect Jan Doedes van der Weide (leerling van Cuypers) ontworpen neogotische kruisbasiliek met een 61 m hoge toren.
De doopvont in 1933 gemaakt door het Utrechtse bedrijf Edelsmidse Brom is 1973 overgenomen van de Haagse Heilige Hartkerk. De kerk behoort sinds 2015 tot de Heilige Christoffel Parochie (Veel parochies fuseren recentelijk).
Er zijn gebrandschilderde ramen van 1897. Een halve eeuw later kwamen er ramen bij van de prominente Friese schilder, glazenier en ook cultureel antropoloog Jacob Ydema (1901–1990), waarvan de eerste in 1938 werden geplaatst in de doopkapel en in de zijbeuken Ze zijn uitgevoerd in grisaille, een schildering met zwart of bruine glaspasta op glas. Ze tonen gebeurtenissen uit het leven van Jezus, vanaf de Annunciatie tot aan het sterven en de herrijzenis.
En ook de heilige Nicolaas.
In 1941 werd een groot grisaille raam geplaatst in het Noordelijk transept ter herinnering aan het 250-jarig bestaan van de parochie. Vier Friese heiligen zijn afgebeeld, waaronder Eelke van Lidlum, de abt die door zijn eigen broeders werd doodgeslagen. Ook zijn moordenaar is te zien met de knuppel in de hand. Kleinere panelen tonen soldaten met geweren en kanonnen, als getuigenis van de oorlogstijd. Het roosvenster in dit transept laat Christus zien met de twaalf apostelen. Als heimelijk protest tegen de bezetting verwerkte Ydema hierbij deels oranje gekleurd glas.
Het grote gebrandschilderde raam in het Zuidelijk transept herinnert aan de bevrijding in 1945 met nogmaals vier heiligen met een bijzondere betekenis voor Friesland. Kleinere panelen beelden het gevoelen van de bevrijde burgers uit. Het roosvenster toont het Alziend oog van God en profeten.
Grote Lourdes of Mariagrot
Achter de kerk ligt een in 1933 aangelegde grote Lourdes of Mariagrot. Pastoor Bentla, een vurig Mariavereerder, vroeg parochiaan Huite Huitema om een ontwerp. Deze was regelmatig met zijn zieke vrouw naar Lourdes geweest en had veel foto’s gemaakt van de grot waar in 1858 Maria zou zijn verschenen aan Bernadette Soubrious.
Stavoren
De Nicolaaskerk van Stavoren (Fr. Starum) is een rijksmonument, mede wegens het 18e-eeuwse orgel.
In 1858 maakte meester-timmerman J.A. Bokma plannen voor een nieuwe Nicolaaskerk. Het ― na een zware storm gedurende 28-29 mei 1860 ― instorten van de westgevel van de oude kerk uit de 16e eeuw bespoedigde de nieuwbouw van een driezijdig gesloten zaalkerk met rondboogvensters en een neoclassicistische omlijsting van de ingang, die eind 1861 gereed kwam. In de geveltoren hangt een reeds in 1629 door Hans Falck gegoten klok. Op het koor staat een windwijzer met de vorm van een zeemeermin.
Het orgel werd rond 1785 gebouwd door twee plaatselijke timmerlieden, Wiebe Meyes en zijn zoon Meye Wiebes, waarbij zij voor het pijpwerk en de orgelkas (houten kast voor de orgelpijpen; beschermend en onmisbaar klankbepalend) onderdelen van een bestaand orgel gebruikten.
Bij de afbraak van de oude kerk werd het orgel gedemonteerd en in 1862 overgeplaatst in de nieuwe Nicolaaskerk. Er kwamen restauraties in 1902-1903, 1964 en 2003-2004.
Het orgel met 6 registers, twee manualen en een aangehangen pedaal werd in 1992 een beschermd monument. Achter de kerk liggen op de algemene begraafplaats zeven oorlogsgraven van het gemenebest.
Swichum
Ten zuiden van Leeuwarden tornt een mooie eenbeukige bakstenen kerk uit de 13e eeuw met steunberen en een zadeldaktoren met twee klokken uit 1438 en 1548 en een beklamping uit 1883 boven het weidse Friese landschap uit.
Het kerkje (een rijksmonument) staat op een begin 20e eeuw grotendeels afgegraven terp.
Vlieland
Op het Friese Waddeneiland Vlieland (dat tot 1942 bij N. Holland hoorde) stond al vanaf de middeleeuwen een kapel, voor het eerst vermeld in 1245. Later werd deze verheven tot parochiekerk.
Toen het dorp West-Vlieland langzaamaan ontvolkte en de bevolking naar Oost-Vlieland trok, ontstond de behoefte aan een groter gebouw. De kerk uit 1604 werd in 1647 verbouwd tot een kruiskerk.
In 1997 bij de viering van het 350 jarig bestaan werd besloten de kerk ‘Nicolaaskerk’ te noemen. Dit is mogelijk gerelateerd aan het oeroude Klazenfeest Opkleden dat Vlieland viert op 5 december. Net als op andere Waddeneilanden, zoals Klozum op Schiermonnikoog, gaan bewoners onherkenbaar verkleed langs de huizen.[48]
De kerk is de enige op het kleine eiland, en kan ook worden gebruikt voor o.a. concerten, huwelijken en lezingen.
Wieuwerd
Er hangt een mysterie rond de hervormde eenbeukige Nicolaaskerk Wieuwerd (Fr. Wiuwert), die dateert uit de 12e-13e eeuw, de noordgevel uit de 14e eeuw. In 1868-1870 werd de zuidgevel en het koor beklampt, in 1888 de zadeldaktoren vervangen door een neogotische toren. Een houten tongewelf dekt het interieur.
De kerk en het hekwerk met toegangspoorten zijn rijksmonumenten.
Onder het verhoogde koor is in 1609 een grafkelder gebouwd voor de familie Walta. In 1765 ontdekten timmerlieden hier in boomkistgraven elf gemummificeerde lichamen. Uiterst geschrokken vlogen ze in paniek de kerk uit.
Hoe was de mummificatie op natuurlijke wijze mogelijk? Bijzonder is een vier eeuwen oud kunstgebit. En wie liggen hier? Alleen familieleden Walta of ook leden van de Labadisten, een religieuze Duitse sekte die in 1675 bij de grote Walta State introk? Is wellicht de hoogbegaafde eerste vrouwelijke universitaire student van Europa Labadiste Anna Maria Schurman een van de vier overgebleven lichamen die nu in de zo befaamd geworden mummiekelder zijn te bezichtigen? En waar zijn de overige zeven mummies gebleven?
Witmarsum
In Witmarsum (Fr. Wytmarsum) staat de H. Nicolaas van Tolentijnkerk.
In Nicolaasjaar 6 is beschreven dat deze ook zeer vereerde en heilig verklaarde Nicolaas van Tolentino uit Midden-Italië een Augustijner priester uit de 13e eeuw was.
De kerk uit 1902 behoort bij het naastgelegen klooster. Het ontwerp is van A.J. van Schaik.
De Schots-Nederlandse kunstenaar Koert Linde heeft een nieuwe kruiswegstatie gemaakt. Goede Vrijdag 2008 werden ze tijdens de eucharistieviering voor het eerst getoond.
Op 1 januari 2014 fuseerden de parochies van Bolsward, Witmarsum, Workum en Makkum tot de Zalige Titus Brandsmaparochie, de eerste drie plaatsen met behoud van een vierlocatie in de eigen kerk.
De geloofsgemeenschap van Makkum komt vanaf april 2017 tijdelijk bijeen in de doopsgezinde kerk.
Alleen de kerk in Witmarsum is een Nicolaaskerk.
Sonnega
Als afsluiting kan nog worden vermeld dat er ooit een Nicolaaskerkje stond op de oude monumentale begraafplaats van Sonnega (Stellingwerfs: Sunnege, Fr. Sonnegea). Het werd rond 1830 afgebroken.
Oude manuscripten geven aan dat Sonnega al in de 15e eeuw een Nicolausparochiekerk had; het bouwjaar is onbekend.
Piet van de Lende vond bij zijn ‘mit et b’j mekeer gadderen en de archieven in deuken’:
“23 juni 1509 is er de institutie van Johannes ter Maeth tot de St. Nicolausparochiekerk te Sonaga, vacant door dood van Gosswinus, krachtens presentatie van hertog George van Saxen, met bevel tot inbezitstelling bepaaldelijk aan den deken Hinricus ten Velde.”[54]
Sonnega ― onder de rook van Wolvega ― vormt een lintdorp samen met het al in oorkonde van 1340 genoemde dorp Oldetrijne (Trinda, ook Aldetrinde, Ooldetriene). Oldetrijne had het laatste nog met riet bedekte kerkje (gewijd aan de heilige Catharina) dat werd afgebroken in 1869 en vervangen in 1870. Trinda, een rijke parochie, had 32 hypotheken uitstaan, de renten te betalen met rogge.
De Amsterdamse schilder Jacobus Stellingwerf tekende het kerkje van Sonnega in 1722 of 1723. Daarbij was tevens de nog steeds op de begraafplaats aanwezige klokkenstoel uitgebeeld.
In het overduidelijke gelovige Fryslân verrezen tot in de kleinste dorpjes kerken. Maar in echt arme gebieden of waar de gemeenschappen te klein waren om een kerk te bouwen werden klokkenstoelen neergezet. Ook bij een kerkje dat gebouwd werd zonder toren kwam de klok in een aparte klokkenstoel geplaatst. Soms werd wanneer een kerkgebouw of toren geheel in verval raakte er een klokkenstoel naast gebouwd.
In 1644 werd voor de houten klokkenstoel van Sonnega door firma Noteboom uit Leeuwarden een nieuwe klok gegoten van 365 kg, met erin gegraveerd de naam van de Grietman van Westwellingwerf, Dirck van Baerd. De kadastrale atlas uit 1832 beschrijft het perceel van kerkhof, kerkje en klokkenstoel. In 1858 werd de houten stoel vernieuwd, en in 1912 vervangen door een ijzeren klokkenstoel.
Want een luidklok is onmisbaar. Bij het de doden te kunnen beluiden, en bij de traditie van het Sint Thomasluiden, zoals in Katlijk en Oudehorne, om de boze geesten te verjagen.
Refrein De Alde Friezen (De Oude Friezen); het Friese volkslied
Klink dan en daverje fier yn it rûn,
Dyn âlde eare, o Fryske grûn! (bis)
Klink dan en daver ver in het rond
Jouw oude eer, o Friese grond! (bis)[56]
Legenden over de heilige Nicolaas van Tolentijn
Over Nicolaas van Tolentijn[57] (rond 1245–1305) wordt verteld dat hij eens zo ziek was, dat zijn broeders vreesden voor zijn leven. De dokter schreef de patiënt voor vlees te eten. Dat weigerde Nicolaas; het paste niet bij zijn eerbied voor alle leven. De prior van het klooster gaf het bevel dat hij vlees moést eten. Nicolaas liet ― in grote gewetensangst ― de prior roepen en zei:
“Ik weet dat ik aan mijn overste in het klooster moet gehoorzamen. Dat heb ik immers destijds beloofd aan Jezus mijn Verlosser, aan zijn Allerheiligste Moeder en aan onze stichter Sint Augustinus. En ik heb erbij gezegd dat ik me daaraan zou houden tot aan mijn dood.”
Toen daarop de ziekenbroeder in gezelschap van de prior hem vlees bracht, nam hij gehoorzaam een heel klein hapje en zei:
“Nu ben ik gehoorzaam geweest. Probeer mij nu verder niet tot de zonde van vraatzucht te verleiden, want ik wil me houden aan de raad van een nog veel betere dokter.”
En binnen de kortste keren was hij weer beter.
Ook wordt ook verteld dat toen Nicolaas eens ziek was hem een gebraden patrijs werd voorgezet. Ook nu gaf de prior bevel dat hij moest gehoorzamen en ervan nemen. Met een zucht maakte hij aanstalten te gehoorzamen, hief zijn ogen ten hemel, maakte het kruisteken en reikte naar het gebraden patrijsje. Maar op dat moment kwam de patrijs weer tot leven en vloog gezond en wel weg.
- Roemeling, Otto (2013). Heiligen en Heren. Studies over het parochiewezen in het Noorden van Nederland vóór 1600. Proefschrift, Leiden
En onder andere de sites: - Kerkfotografie nl
- Kerkpagina nl
- Kerkzoeker frl
- Reliwiki reliwiki.nl
- Rijksmonumenten nl
- Tsjerkepaad Fryslân nl
- Wikipedia wikipedia.org
- Zoekmachines
Noten
[1] Bron: Sint Nicolaas, brandschilderwerp Oostenrijk ― The Met Museum
[2] Bron: 16e-eeuwse protestantse spotprent van de paus ― Museum Catharijne convent Utrecht
[3] Bron: Plaatsen waar Nicolaaskerken in Friesland zijn of waren ― Omrop Friesland
[4] Bron: Blija, Nicolaaskerk; Blije, Nikolaastsjerke ― foto Romke Hoekstra
[5] Zie: www.leidenmedievalistsblog.nl/articles/speuren-naar-sporen-van-een-friese-edelman Blija, Speuren naar sporen van een Friese edelman ― foto Jonathan Bos. Geraadpleegd op 31 juli 2022.
[6] In de lege nis heeft waarschijnlijk een beeldje gestaan van Sint Nicolaas. De kerk gaf Hans Jouta opdracht het beeld van Sint Nicolaas te reconstrueren ― foto Hans Jouta
[7] Bron: Cornjum, Hervormde kerk Nicolaaskerk ― foto Uberprutser
[8] Bron: Cornjum, Graftombe van David van Goorle (1591-1612) ― foto Klaas Tijdsma
[9] Bron: Deersum, Nicolaaskerk, deels 13e-eeuws ― foto Pa3ems
[10] Bron: Deersum, piscina. Als bijzonderheid heeft deze een zandstenen schap om ampullen op te zetten; via de afvoer liet de priester het gewijde water op de gewijde grond van het kerkhof lopen, ten bate van de sacramenten voor de doden.
[11] Bron: Droegeham (Drogeham), Sint Nicolaaskerk
[12] Bron: Hantum, Hervormde Nicolaaskerk (12e eeuw) ― foto Gouwenaar
[13] Bron: Hantum, Luidklok met de afbeelding van Sint-Nicolaas ― foto Gouwenaar
[14] Bron: Hemelum, Nicolaaskerk ― foto Agnes Monkelbaan
[15] Bron: Hemelum, interieur Russisch-orthodox klooster ― foto Gouwenaar
[16] Zie: http://kloosterhemelum.nl/nl/ Geraadpleegd op 31 juli 2022
[17] Bron: Nicolaaskerk – fotograaf onbekend
[18] Bron: Hijum, Kerk in Hijum (1723) ― tekening Jacobus Stelligwerf, Stichting Alde Fryske Tsjerken
[19] Bron: Hijum, Rondboog friezen en dikke lisenen ― Stichting Alde Fryske Tsjerken
[20] Bron: Huins, Romaanse Nicolaaskerk; Húns, Nikolaastsjerke ― foto Romke Hoekstra
[21] Bron: Midlum Nicolaaskerk (1200) ― Stichting Tsjerkepaad
[22] Bron: Nijeholtpade, Nicolaaskerk (16e eeuw) ― foto Pa3ems
[23] Bron: Nijland, protestantse Nicolaaskerk; Nijlân, Nikolaastsjerke ― foto Romke Hoekstra
[24] Bron: Bron: Ossen, brandschilderwerk ― SCAN Nijland
[25] Bron: Nijland, kunstwerk van een os ― friesland.nl
[26] Bron: Nijland, fronton ― foto Jan Dijkstra
[27] Bron: Offingawier, Nicolaaskerk ― foto Michiel Verbeek
[28] Bron: Oostrum, Sint-Nicolaaskerk met 13e-eeuwse toren ― foto Gouwenaar
[29] Bron: Oostrum, Kerkklok met afbeelding van Sint Nicolaas ― klokkengieter H. Kokenbacker (1457)
[30] Bron: Peperga, Nicolaaskerk/ Pieter Stuyvesantkerk laatgotische spitse toren ― ExpeditieKram.nl
[31] Bron: Peperga, Nicolaaskerk/ Pieter Stuyvesantkerk in drone vlucht ― friesland.nl
[32] Bron: Piaam, de zuidoost gevel ― fotograaf onbekend
[33] Schalsum, Nicolaaskerk, Skalsum; Nikolaastsjerke ― foto Romke Hoekstra
[34] Bron: Schalsum, Tekening kerk naar C. Pronk (1734) in bezit van Rijksdienst voor de Monumenten Zorg
[35] Bron: Schalsum, preekstoel (1711) – foto Maenicolaas
[36] Bron: Sint Nicolaasga, Sint Nicolaaskerk Sint Nicolaasga ― foto Udo Ockema
[37] Bron: Sint Nicolaasga, bronzen doopvont in de doopkapel (1932-1933) – Chris Booms
[38] Bron: Sint Nicolaasga, Beeld van Sint Nicolaas ― foto Sinterklaas mijn hobby
[39] Bron: Sint Nicolaasga, Ramen met de raflegging en verrijzenis van Jezus (1938) ― brandschilderwerk Jacob Ydema
[40] Bron: Sint Nicolaasga, Bevrijdingsraam, St. Nicolaaskerk (1949) ― Jacob Ydema
[41] Bron: Sint Nicolaasga, Brandschilderwerk met Sint Nicolaas ― foto’s Sinterklaas mijn hobby
[42] Bron: Sint Nicolaasga, zicht op de Lourdesgrot in de tuin behorende bij de kerk, met smeedijzeren hek (replica 1933)
[43] Bron: Stavoren, zuidoost-gevel Nicolaaskerk (1861)― pdejong.com
[44] Bron: Stavoren, orgel (rond 1785) ― orgelbouwers Wiebe Meyes en zijn zoon Meye Wiebes ― pdejong.com
[45] Bron: Swichum, Nicolaaskerk (13e eeuw) ― foto Bouwe Brouwer
[46] Bron: Vlieland, De kerk gezien vanaf het plein ― foto Weetjesman
[47] Bron: Vlieland, Kerk met begraafplaats ― foto Weetjesman
[48] Zie: Machteld Roede Krampus, angstaanjagende Sinterklaasprocessies en Lichtfeesten
[49] Bron: Wieuwerd, Nicolaaskerk ― foto: Theo Buijsrogge, powerplaces.eu
[50] Bron: Wieuwerd, Nicolaaskerk hekwerk ― foto John Boers
[51] Bron: Wieuwerd, Mummiekelder (1609) ― foto Johan Vogelzang
[52] Bron: Witmarsum, H. Nicolaas van Tolentijnkerk ― Diana Nieuwold (2 foto’s), kerkfotografie.nl
[53] Bron: Sonnega, Klokkenstoel ― foto Udo Ockema
[54] Zie: www.stellingwerven.dds.nl/dorpen/sonnega/sonnega2.html Geschiedenis Sonnega door Piet van de Lende. Geraadpleegd op 4 augustus 2022
[55] Bron: Sonnega De klokkenstoel, een typisch Fries bouwwerk ― foto Udo Ockema
[56] Zie: nl.wikipedia.org/wiki/Fries_volkslied Fries volkslied. Geraadpleegd op 4 augustus 2022
[57] Dit is een uittreksel uit http://www.heiligen-3s.nl/heiligen/09/10/09-10-1305-nicolaas.php Geraadpleegd op 14 augustus 2022.
[57] Bron: Saint Nicholas of Tolentino Restoring Two Partridges to life (1500) ― Pietro Perugino, Detroit Institute of Arts