Rosalie de Wildt
WW knipoog 20, UVA symposium, 19 november 2009
Een pasgeboren baby wil voedsel en koestering en als hij geluk heeft is er iemand in de buurt die hem beide zaken om de paar uur verschaft. Hij hoeft niet veel meer te doen dan wakker te worden en wat te huilen om zijn verlangens te laten stillen.
Met een rond gedronken buikje en kusjes op zijn bolle wangetjes slaapt hij na gedane zaken weer lekker veilig door, in de volstrekte zekerheid dat hij gehoord zal worden als zijn verlangen naar aandacht en zorg weer opspeelt. Bij dit zes- of zeven maal per dag herhaalde ritueel is het verschonen van de luier waarschijnlijk belangrijker voor de verzorgers dan voor hemzelf. Zo begint een leven gelukkig vaak met het stillen van ons allerdiepste verlangen, lekker niets doen en je toch geliefd en veilig te weten.
Maar hoe snel komt helaas de klad in dit vervulde bestaan…
Vanaf het moment dat we doorkrijgen dat we iemand zijn, komen de regels en geboden om de hoek kijken. Onze ouders bouwen het knuffelen en pamperen af en gaan ijverig aan de slag om alles wat ze zelf ooit leerden of afleerden door te geven aan hun kind.
Het is immers van levensbelang dat het kind zich leert aanpassen aan de samenleving. Nooit zal het veilig en zeker zijn als het zich de sociale spelregels niet eigen maakt. Want iedereen weet erg zeker dat als je niet snapt hoe de verhoudingen in de samenleving liggen, het leven een hachelijke zaak is.
Ouders, leraren en andere ‘volwassenen’ schaven en kneden het kind net zo lang tot het op haar beurt ook weer groot genoeg is om zich een eigen dak boven het hoofd te verwerven, de verzekeringspapieren zelf te kunnen invullen en geprepareerd te zijn de volgende generatie te voeden, knuffelen en vooral de ‘goede’ kant op te sturen.
Om ervoor te zorgen dat de samenleving min of meer gestroomlijnd verlopen kan, zijn er in de loop der eeuwen ontelbare, al dan niet zichtbare, wetten, verordeningen en gedragsregels bedacht. Alles werkt samen om van de maatschappelijke orde een imitatie van de ordening te maken die we ook menen te zien in de natuur. Een rups ontpopt zich tot een kleurrijke vlinder en een eikeltje groeit uit tot een gezonde eikenboom.
Schijnzekerheid helaas want zoals de natuur naast al dat moois tsunami’s en snel groeiende tumoren brengt, kunnen, hoe we in een vertwijfelde poging de onzekerheid te ontlopen ook ons best deden om ons aan te passen, onze comfortabele huizen instorten en onze rijke oogsten verdrogen.
[1] Bron: Neerslag tekort in Nederland — KNMI