Dodenherdenking
Marie-Claire Marx, verslag en foto’s
Cambodja, 26-28 september 2011
Grote familiereünie
‘Pchum Ben’ of ‘Ancestors’ Day’ of ‘the Festival of the Dead’ wordt ieder jaar opnieuw gehouden tijdens de 10de maand van de Khmer kalender.
In deze periode worden de overledenen herdacht.
Pchum Ben is de 15de en laatste dag van het Pchum Ben Festival. Pchum Ben betekent ‘gathering together to make offerings’. De dagen voor Pchum Ben heten Kann Ben.
In 2011 werd Pchum Ben gevierd op dinsdag 27 september.
De dag van Pchum Ben wordt doorgebracht in het thuisland. Enkele dagen voor Pchum Ben vindt er een ware volksverhuizing plaats. Velen vertrekken vanuit Phnom Penh naar hun geboorteplaats. Het is een grote familie reünie en voor de Cambodjanen de belangrijkste tijd van het jaar. De handel valt stil. Winkels en markten blijven gedurende dagen gesloten.
Het hoogtepunt is Ancestors’ Day
Het is een typisch Cambodjaans boeddhistisch feest met als hoogtepunt Ancestors’ Day.
Families komen samen in hun thuisland en gaan samen naar de plaatselijke pagoda.
Vroeger werd Pchum Ben gevierd over een periode van drie maanden tijdens het regenseizoen. Die periode is ingekort tot 15 dagen.
Boeddha zou zich gedurende drie maanden teruggetrokken hebben tijdens het regenseizoen.
Voor de monniken is Pchum Ben een tijd van bezinning en gebed waarbij zij in hun pagoda blijven.
In de andere tijd van het jaar bedelen monniken ‘s morgens voor eten. Dan ziet men overal monniken in ruil voor voedsel met de mensen bidden.
Pchum Ben zou enkel in Cambodja bestaan, maar ceremonies worden gelinkt aan feesten gehouden in Sri Lanka ‘Ghosts of the Dead’ en Taiwanees ‘Ghost Festival’.
Nabestaanden gaan naar meerdere pagoda’s
Pagodes, geesten van voorouders
Bij voorkeur gaan de nabestaanden naar meerdere pagoda’s, liefst zeven, om zeker te zijn dat de geesten van hun voorouders bereikt werden en tot rust gekomen zijn.
Iedere dag tijdens Kan Ben worden de pagoda’s druk bezocht om te bidden tot boeddha en te offeren. Iedere ochtend om 4:00 uur wordt rijst vermengd met sesamzaad op de grond rondom de pagoda’s uitgestrooid door monniken en nazaten om de vergeten hongerige geesten te voeden.
Gedacht wordt dat in deze periode de poorten van de hel opengaan en de geesten van de overleden voorouders over de aarde dwalen. De levenden kunnen hun lijden verzachten door in de pagoda’s voedsel te offeren en te bidden tot boeddha.
Vogels, hongerige geesten en offers
Tijdens het Pchum Ben Festival zijn de pagoda’s feestelijk versierd met vlaggen. Bij de ingang van de pagoda’s verdringen verkopers zich met lotus- en jasmijnbloemen die door het verwelken de vergankelijkheid van de mens weergeven.
Het offeren van wierookstokken en kaarsen is onontbeerlijk want door de walm worden de geesten van voorouders en familieleden naar de offeranden geleid
Na het uitspreken van een wens worden kleine vogeltjes losgelaten. Zij staan symbool voor vrijheid.
Belangrijk is voedsel te offeren voor de hongerige geesten waarbij rijst en bananen niet mogen ontbreken. Geld en kleding behoren ook tot de offergaven aan de monniken die door hun bidden de geesten van de overledenen bereiken.
Soms worden kleine boten gemaakt en op de rivieren gezet om de offeranden naar de doden te brengen.
Iedereen komt feestelijk gekleed naar de pagoda’s. Vrouwen zijn uitgedost in prachtige witte bloezen, vaak lijkend op kant en gekleurde lange rokken. Mannen dragen bij voorkeur een wit hemd. Iedereen is op zijn ‘paasbest’.
Het gezang van de monniken
De nacht van Pchum Ben zingen de monniken onafgebroken uit de Pali Canon.
Onder het monotone toon gezang van de monniken die eindeloos uit de Pali Canon zingen en in een walm van wierook door de vele geofferde wierookstokken en kaarsen, worden lotusbloemen en jasmijn neergelegd aan de voet van het boeddhabeeld.
In iedere kom die op lange tafels klaarstaan wordt een lepel gekookte rijst geschept.
Deze dagen is er een overvloed aan voedsel in de pagoda’s. Dat komt niet alleen ten goede aan de monniken maar eveneens aan de armen.
Na Pchum Ben herneemt het leven langzaam zijn dagelijkse gang.
Herkomst vanuit het boeddhisme
Het boeddhisme ontstond in de 6de eeuw v.o.j. in Noord-India met de geboorte van prins Siddhartha Gautama. In de meeste boeddhistische tradities wordt hij gezien als de ‘Supreme boeddha’.
Zijn geboorte- en sterfdatum zijn niet met juistheid gekend maar aangenomen wordt dat hij leefde van 563 v.o.j. tot 483 v.o.j..
Bij zijn geboorte werd voorspeld dat hij een grote koning zou worden of een boeddha (iemand die complete verlichting gerealiseerd heeft). Door zijn vader werd hij afgeschermd van alle wereldlijk lijden. Zijn jonge leven was zeer luxueus.
Op zeker ogenblik kwam de prins in contact met het lijden van de mensen en kwam hij tot de vaststelling dat het leven ondraaglijk veel lijden kent. Hij zegde zijn luxueuse leven vaarwel en ging leven als monnik op zoek naar ‘het pad der verlichting’.
Hij was een spirituele leraar van het oude India op wiens lering het boeddhisme ontstond. Zijn leerstellingen werden mondeling overgedragen en zouden slechts 400 jaar na zijn overlijden op schrift gesteld zijn in de ‘Pali Canon’, rond 32 v.o.j.
Na het overlijden van de boeddha ontstonden er door splitsingen in de Shangha (gemeenschap van boeddhistische monniken) 18 verschillende boeddhistische scholen.
Het Theravada was de hoofdstroming en die school bestaat nog steeds.
Theravada boeddhisme
Het hoofddoel van het Theravada boeddhisme is een einde te brengen aan het lijden (dukkha) en het nibbana (einde aan het lijden) te bereiken.
Theravada of letterlijk ‘Traditie van de Ouderen’ in het Pali (liturgische taal van Theravada boeddhisme) is de traditie die de oorspronkelijke boeddhistische leer en conventies navolgt. Vanuit India verspreidde deze vorm zich naar Sri Lanka en vandaar over zuidelijke landen waaronder Cambodja.
Alhoewel Cambodja al 2000 jaar geleden boeddhisme kende, werd het Theravada boeddhisme in de 15de eeuw de belangrijkste vorm van godsdienst in Cambodja.
In de loop der eeuwen was Cambodja sterk onder de invloed van het hindoeïsme.
De tempels van het Ankoriaanse Rijk zijn hiervan stille getuigen. Volgens het Theravada boeddhisme is iedereen zelf verantwoordelijk om de bevrijding of verlichting te bereiken. De boeddhisten leven sober en kennen weinig rituelen.
Monniken en nonnen doen afstand van hun aardse bezittingen en concentreren zich op meditatie. De Sangha (kloosterorde) staat centraal.
Vrijwel alle Cambodjanen zijn Theravadins of Theravada boeddhisten.
King Yama, de eerste sterfelijke
Het ontstaan van Pchum Ben is terug te voeren tot King Yama, zowel hindoe als boeddhistische god, die volgens Vedische (oud India) mythologie de eerste sterfelijke zou geweest zijn, die na zijn dood de weg zocht naar de hemelse verblijfplaats en daardoor heerser werd over de overledenen.
Volgens de hindoeïstische en later boeddhistische mythologie is King Yama de ‘Lord of the death’.
God van de onderwereld en de dood
Yama is de eerste voorouder die als god aanbeden wordt en beschouwd wordt als de god van de onderwereld en de dood.
Hij is te vergelijken met Hades uit de Griekse of met Pluto uit de Romeinse mythologie.
Yama is de naam van de boeddhist Dharmapala, ook bekend als Dharma. Volgens overlevering is hij rechter van de dood en heerser over de Buddhist Narakas, ‘Hells’ of ‘Purgatories’ waar de geesten gezuiverd worden. (Hells hebben een andere betekenis dan hel bij Christenen.)
Iedere overledene verschijnt voor de opperrechter Yama die bepaalt in welke ‘Naraka — lagere wereld of hel’ en/of ‘Swarga — hogere wereld of hemel’ de ziel een zekere tijd moet doorbrengen alvorens terug te keren tot de aarde en dus herboren te worden (reïncarnatie). Er zijn meerdere ‘hellen’ waarin de zielen in meerdere of mindere mate gefolterd worden en extreem lijden.
Angkor Wat de ‘royal monastery city’
In de 12de eeuw werd tijdens de regering van Suryavarman II de hindoetempel Angkor Wat gebouwd. Angkor Wat was de ‘royal monastery city’. De tempel is gewijd aan de hindoegod Vishnu. De galleries van de tempel zijn rijk versierd met basreliëfs.
Het oostelijk deel van de zuidmuur van het 2de platform is gewijd aan het oordeel door Yama, Lord of the Death. Zowel de beloningen als de zware straffen worden uitgebeeld. Na beoordeling stijgen de geesten van de rechtvaardigen naar een van de 37 hemels.
De uitverkorenen verblijven in een prachtige omgeving en worden bediend.
De veroordeelden worden door duivels naar een van de 32 hellen gevoerd waar de gruwelijkste folteringen wachten, uitgebeeld in de basreliëfs.
Alhoewel de god Yama is gebaseerd op de hindoe Veda’s, heeft de boeddhist Yama andere mythes en andere gebruiken ontwikkeld dan de hindoegod.
Volgens de Pali Canon wordt het oordeel van Yama altijd als juist beschouwd.
Dictatuur van de Rode Khmer
Tijdens het Khmer Rouge regime van 1975 tot 1979 verdwenen veel mensen om nooit teruggevonden te worden. Vrijwel iedere familie verloor tijdens het Pol Pot regime een dierbaar iemand. Voor veel Cambodjanen is het een niet opgelost familie trauma.
Geopperd wordt dat de Khmer Rouge bij het folteren van mensen zijn inspiratie putte uit de sculpturen van Angkor Wat.