Rosalie de Wildt
WW knipoog 34
Als kind werd mij vooral door mijn moeder, die overigens langdurig genoot van mijn afhankelijkheid van haar, vaak voorgehouden dat het bereiken van onafhankelijkheid in het leven erg nastrevingswaardig is.
Geluk zou samenhangen met de mate waarin je anderen steeds minder nodig had voor je natje en je droogje. Natuurlijk, er moest wel iemand gevonden worden waar je een gezin mee kon stichten maar die geluksvogel mocht niet te veel in de weg zitten bij de poging steeds meer op eigen benen te staan.
Een onmogelijke en dus uiterst vermoeiende opdracht. Je eigen boontjes doppen maar tegelijkertijd en zonder te veel schuldgevoel mensen om je heen verzamelen die het groene afval van al dat gepel naar de vuilnis willen brengen.
Want zeg nou zelf: het loopje met de grijze zak in de hand richting de ondergrondse stortplek maakt flink nederig en heeft ogenschijnlijk weinig met onafhankelijkheid te maken.
In deze rommelige en onzekere tijd lijkt het me van levensbelang de afhankelijkheid, of dat nou is van anderen, het klimaat of een lastig virusje, weer te gaan koesteren.
Ondanks onze aangeleerde obsessie met die verheerlijkte autonomie hoop ik vurig dat het ons toch nog gaat lukken!