Achtergronden van de oude verhalen en tradities rond Sint Nicolaas 1
Deel 1: Nicolaasjaar ― Nicolaasjaar 1 ― Nicolaasjaar 2 ― Nicolaasjaar 3 ― Nicolaasjaar 4 ― Nicolaasjaar 5 ― Nicolaasjaar 6 ― Nicolaasjaar 7 ― Nicolaasjaar 8 ― Nicolaasjaar 9 ― Nicolaasjaar 10
Deel 2: Nicolaaskerken Amsterdam ― Friesland 1 ― Friesland 2 ― Friesland 3 ― Groningen, Drenthe en Overijssel ― Gelderland en Flevoland ― Utrecht, Noord Holland en Zuid Holland ― Zeeland ― Noord Brabant en Limburg
‘De eerste Heilige na de Moeder Gods’
Gedurende het Nicolaasjaar belicht Machteld Roede maandelijks een speciaal aspect van de intrigerende heilige Nicolaas:
Haar persoonlijke motivatie om over de sint te schrijven, over oeroude midwinternachten en mythische achtergronden, waaronder de rol van Wodan/ Odin en de daarmee verbonden lokale folklore, over oeroude tradities en vruchtbaarheidsrituelen, over de mogelijke geboorteplaats in Myra en de laatste rustplaats van Nicolaas in Bari, over de vele plaatsen en kerken in zijn naam, de vieringen van het sinterklaas feest, een kerkelijke verbod, en over de intochten van de heiligman.
Vervolgens vertellen haar bijdragen over de knecht van de sint, over zijn mythische relatie tot Meester Eckhart, Pan en Herne, over meerdere kerkelijke verboden en zijn terugkeer na eeuwen en de geboorte van zijn naam Piet, en over de transities in zijn gedrag, zijn uiterlijk en kledij.
Na een samenvatting en een blik op de toekomst, volgt als toegift nog een bijdrage over de kerstman/ Santa Claus. Alles royaal voorzien van sprekende illustraties.
Sinterklaasdag 5 december 2021 startte het heilige Nicolaas jaar.
Ter ere hiervan werd een reliek van de heilige Nicolaas ― bisschop van Myra ― bijgezet in de neogotische basiliek van de H. Nicolaas te Amsterdam, waar ook de Nicolaas kaars werd ontstoken.
Naar aanleiding hiervan startte op het Wijsheidsweb een aparte Nicolaasjaar rubriek.
Mijn persoonlijke motivatie
Machteld Roede
Om drie redenen ben ik een echte Sint en Piet fan:
1
Ik ben geboren en getogen in Amsterdam, met als schutspatroon Nicolaas. Ik wilde als kind, eenmaal ingewijd in de volwassen wereld van het-niet-meer-geloven, veel over hem weten. Ik was betoverd door de vele eeuwen oude Sint Nicolaas legenden.
Legende = legenda (Latijn) = dat, wat gelezen moet worden. Het is een volkse overlevering over een heilig christelijk persoon of voorwerp, geen historische werkelijkheid.
Een sage daarentegen, korter dan een sprookje, kan een kern van waarheid bevatten, en gaat over helden, soms ook over heksen of weerwolven.
Van de zo’n 20 sint legenden is De Legende van de Drie Studenten uit de 11e eeuw alom bekend. Hierin wordt verhaald hoe drie jonge mannen door de herbergier waarbij zij overnachtten werden vermoord, in stukken gesneden en in een ton met pekel verstopt. Toen de heilige Nicolaas later die nacht daar ook zijn intrek nam, droomde hij over wat was gebeurd. Hij vond de pekelton en wekte de drie knapen weer tot leven.
Begin 1600 werd op de Dam in Amsterdam een gevelsteen geplaatst die deze legende uitbeeldt. Na afbraak van het gebouw waaraan de afbeelding oorspronkelijk was bevestigd, hangt de gevelsteen nu aan het ter plaatse nieuw opgetrokken gebouw.
Ook bekend is De legende over de Drie Maagden. Hun verarmde vader had geen geld voor de bruidsschat van zijn drie dochters.
Een leven in de prostitutie dreigde.
Gelukkig gooide in de nacht de heiligman een zak met gouden munten (of ballen of appels) door het raam zodat ze toch in alle eerbaarheid konden trouwen.
(Indertijd ontging me de strekking van dit verhaal).
Bij de sinterklaas snoep herinneren de chocolade munten in goudpapier gewikkeld en de oude vrijsters van taai of speculaas nog steeds aan deze legenden.
Bij mij hangt naast een boekenplank vol boeken over sinterklaas en kerstmis het ouderlijke schilderij van de 19e-eeuwse Amsterdamse neogotische St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade.
Aan de St. Nicolaaskerk is per 8 december 2012 de eretitel van basilica minor toegekend.
En ter ere van de start van het Nicolaasjaar is hier is op 5 december 2021 een reliek met een stukje bot bijgezet.
Wanneer ik met de trein Amsterdam binnenrijd, groet ik altijd even de markante torens.
2
Door mijn familienaam Roede voel ik me verbonden met de bonte knecht met zijn roede waar hij in mijn kinderjaren nog dreigend mee zwaaide.
In gedachte nam ik het voor hem op, hij zou nooit een kind echt hard slaan.
Onwetend van een heel andere betekenis tot ik Gerard van het Reve ging lezen, die zo veelvuldig de menselijke roede bezingt. Weer jaren later vond ik de fallische oer betekenis van Piets gezwaai.
3
Geboren en getogen in de Donarstraat, vlakbij de Wodanstraat waar mijn oudere zusje was geboren, las ik als kind ook graag over de hemelgoden uit het hoge Noorden.
Voor donder was ik niet bang, want ik wist dat ‘mijn’ oersterke reus Donar (Thor) hoog boven me bezig was zijn zware hamer Mjölnir te gooien.
Blij verrast was ik bij de ontdekking dat de over de daken rijdende Sinterklaas is te herleiden tot oppergod Wodan/ Odin. De op zijn lichtgrijze achtbenige paard Sleipnir over de wolken jagende vader van mijn held Donar.
Decennia later noemde ik mijn zwarte pup Odin. Riep ik zo over hem af dat hij door een ooginfectie ook eenogig werd?
Noten
[1] Bron: Sint Nicolaas icoon Sint Catherina klooster, Sinaï, (13e eeuw) – kunstenaar onbekend, Sint Catherina klooster, Sinaï (Egypte) / K. Weitzmann: “Die Ikone”
[2] Bron: Schutspatroon van Amsterdam (16e-eeuwse afbeelding op de Dam) – foto Aloxe
[3] Bron: Gevel met de schutspatroon van Amsterdam (Dam, hoek Damrak, begin 1600) – foto Gemeente Amsterdam
[4] Bron: De legende over de drie maagden ― Gentile da Fabriano, foto The Yorck Project (2002) 10.000 Meisterwerke der Malerei (DVD-ROM), distributed by DIRECTMEDIA Publishing GmbH. ISBN: 3936122202., Pinacoteca Vaticana
[5] Bron: Nicolaasbasiliek Amsterdam (1884-1887) – fotograaf onbekend
[6] Bron: Dondergod Donar of Thor vecht met de reuzen ― Mårten Eskil Winge (1872)
[7] Bron: Oppergod Wodan of Odin uit het IJslandse manuscript NKS 1867 4to (1760)
[8] Bron: Eenogige Oppergod Odin als zwerver ― Georg von Rosen (1886)