Kolonialisme voor beginners
Fred de Haas
Vertaling in het Papiaments door Lucille Berry
Flora di Marti |
Flora di Marti |
in frisse hoofddoek zij zingt haar ogen zien geen toekomst meer haar vele lentes dan tóch wordt zij weer schoonheid haar mond o Flora di Marti! dan slaat de stilte toe zij, Flora di Marti, |
Lens’i kabes spòrt mará e ta kanta den su wowo no ta lusi futuro mas su sobenta añanan at’é ta buska beyesa atrobe su boka o Flora di Marti! den esei, silensio ta drenta esta, Flora di Marti, |
Curaçao, 16-01-1969 |
Curaçao, 16-01-1969 |
Noten
[1] Flora di Marti was 93 jaar en blind toen ik haar in de jaren 1960 ontmoette in haar huisje op Bándabou, het platteland van Curaçao. Zij stond bekend om haar voordrachtskunst. Ze was schitterend gekleed en vertelde al zingend en beeldend het verhaal van de Seú, het Curaçaose Oogstfeest waar de arbeiders hun oogstliederen zongen onder begeleiding van de tambú (trommel), de kachu (hoorn) en de heru (ijzeren schoffel). Ze vertelde over de dans en de keren dat ze, uit eerbied voor de vruchtbare aarde, hiervan enkele korrels in de mond nam. Haar declamatie was in het Papiamentu, doorspekt met enkele woorden in het Guene, de naam die men geeft aan de restanten van Afrikaanse talen die nog steeds voortleven in het Papiaments. De naam ‘Guene’ is afgeleid van ‘Guinee’, de naam waarmee men in vroeger tijden West-Afrika aanduidde. In zijn boekje ‘Benta’ (uitgegeven in 1959 door Boekhandel St. Augustinus, Curaçao) heeft Pater Paul Brenneker (1912-1996) een honderdtal oude liedjes opgeschreven waarin regelmatig woorden in het Guene voorkomen.
[2] Vertaling: slaven zijn net kippen. Deze uitdrukking slaat op het feit dat slaven niet werden beschouwd als mensen maar als kippen werden verkocht. De tekst maakt deel uit van een oud liedje. Het gedicht is een eerbetoon aan deze onbekende, bijzondere vrouw.
[3] Dit heeft betrekking op de melodie, de klank van de taal. Stijgende en dalende klanken zijn ook typisch voor het Papiaments.