Susanne van Lent
Uit: Pabode, intern blad van de Pabo-opleiding HAN, april 2017
Afgelopen donderdag hadden we een overleg met een clubje collega’s rondom slb. Regelmatig valt het woord betekenisvol. Op enig moment stel ik de vraag: “Ja, maar hoe doen we dat dan als 1 student een casus inbrengt en de rest zit onderuit gezakt in zijn stoel met zo’n smoel van: Oh daar heb je haar weer?”. Mijn collega’s kijken me aan.
Het schiet door me heen dat hier een kans ligt het betekenisvol te maken.
Ik benoem: “Zoals nu ook, ik voel dat collega Klaas achterover geleund zit, maar ik doe er niks mee. En ik vraag me af wat er in hem omgaat?”
Met dat ik dit uitspreek voel ik de spanning in me stijgen. Iedereen kijkt naar mij.
“En nu, wat moet ik nu doen?”
Ik zit rechtop en heb het gevoel dat ik kleur terwijl ik deze vraag stel.
Collega Marthe: “Je kunt het toch gewoon vragen?”
“Ah, dat is ook betekenisvol leren he, dat je het gewoon kunt vragen en niet hoeft te weten”, verwoord ik terwijl ik de groep rondkijk.
Dan opper ik: “En waarom ben ik me trouwens vooral zo bewust van dat Klaas stil is en zeg ik niets over dat Marthe zoveel praat?”
Jaaa, zeggen collega Marthe en Jasper eensgezind, nu wordt het te complex terwijl ze me licht besmuikt toelachen.
Waarop ik uitroep: Ja, maar zo complex is het toch ook?
Het gesprek gaat weer verder en het betekenisvolle moment zindert nog in mij na.
[1] Bron: onderuitgezakt