Rosalie de Wildt
WW knipoog 38
Zojuist nog heb ik op werkelijk sublieme wijze de in mijn zinloze haast verbrande rechterduim met de onwennige linker ingezwachteld, maar wie in de hele wijde wereld zal mij daarom bewonderen?
Is mijn wikkelwerk daarom dan minder subliem? Hoe noodzakelijk is bewondering eigenlijk om iets tot iets subliems te maken? Laat ik mijn argumentatie met nog een paar voorbeelden kracht bijzetten:
Stel dat Rembrandt zijn Nachtwacht ooit ergens op de zompige hei van het in zijn tijd wel zeer afgelegen Drenthe had geschilderd en dat het schilderij vanwege de onhandige omvang onder de lage hanenbalken van zijn boerderij simpelweg niet opgehangen kon worden.
Dat het vervolgens maar op de houten planken van de vochtige zolder was geschoven en inmiddels na die paar eeuwen totaal verweerd en beschimmeld tot een immense prop kleverig afval zou zijn verworden.
Hebben we dan toch nog te maken met iets subliems of zijn de resten van het kunstwerk gewoon het overblijfsel van een uit de hand gelopen stuk huisvlijt?
En als de geniale filosoof Nietzsche in Zuid-Limburg was geboren als zoon van een vrolijke vlaaienbakker wat zou er dan gebeurd zijn met de sublieme gedachtespinsels, die de jonge Friedrich al in een schriftje noteerde, daar in zijn kamertje met uitzicht op het Geuldal?
Papa Nietzsche had de woest volgeschreven vellen papier misschien wel gewoon losgeritst om er zijn taarten in te verpakken.
Je kunt je natuurlijk meteen afvragen of dat uiteindelijk niet veel beter zou zijn geweest voor het welzijn van zijn zoon, maar ik dwaal af.
De echte vraag is natuurlijk of het pakpapier nog steeds het sublieme bevat of dat het juist de heerlijk zoete, druipende inhoud van zo’n Victoria-vlaai met warme kersen was, die het sublieme vertegenwoordigde?
Ik weet nooit wanneer iets subliem is. Wel kan ik merken of het mooi, lief, heftig of geurig is.
Laat ik vanwege mijn volstrekte onwetendheid op het gebied van het sublieme daarom maar eindigen met het opsommen van een aantal zaken die ik als ik ze moest benoemen, wat gelukkig niet hoeft, subliem zou kunnen vinden: een donzig geel kuikentje dat nu eens niet vermalen gaat worden, een roze babyvoetje met 5 teentjes, een zeer oude tante van 97 met stralende ogen en een gesprek tijdens een duinwandeling dat spelenderwijs als een muziekstuk gecomponeerd en met de natuur verweven werd.