Rosalie de Wildt
WW knipoog 35
Als we spreken over fictie bedoelen we iets dat verzonnen is. Fictie vertelt een verhaal dat in de werkelijkheid niet bestond of ooit gebeurd is.
Dieren kunnen niets verzinnen. Mensen wel. De mens is het dier dat kan verzinnen sprak een of andere filosoof ooit. Verzinnen betekent letterlijk: de zin verplaatsen. Zin naar een andere plek brengen. Een plek die eerst niet bestond. Een verzonnen plek. Fictie speelt zich dus af op niet bestaande plekken of in gefantaseerde omstandigheden.
Waar komt die verzinbehoefte vandaan? Het lijkt paradoxaal: hetzelfde denkorgaan dat we gebruiken om de werkelijkheid te doorgronden, gebruiken we ogenschijnlijk ook voor het produceren van verzinsels die we vervolgens fictie noemen.
Er zijn nu twee conclusies mogelijk: ofwel we zijn stapelgek, want we spannen ons erg in om er maar wat op los te verzinnen, we lezen door anderen bij elkaar gefantaseerde boeken en we kijken naar onwerkelijke films terwijl we heel goed weten dat dat eigenlijk allemaal bij elkaar verzonnen is. Ofwel wij zijn ons er wel terdege van bewust dat we veel meer weten dan ons praktisch denkvermogen ons zou doen geloven. In het laatste geval hebben we om ‘fictie’ te produceren de knoppen gewoon wat verder opengedraaid en zijn we wat fijner ingetuned op de werkelijkheid. Verzinnen is dan in feite niets meer dan een exactere manier van denken.
Wat mijn driejarige kleinzoon, gebogen over een mierenhoop, allemaal haarfijn weet te vertellen over het leven der mieren: is dat fictie of niet? Onze poes in de vensterbank zal het trouwens ook worst wezen of wat hij intens beleeft verbeelding is of kennis. Als de zon zijn rug maar verwarmt en de brokjes klaar staan.
De vraag blijft dus of fictie niets anders is dan een ruimer en vollediger gebruik van ons denkvermogen en wellicht daardoor een verrijking van ons bestaan vormt of dat de term staat voor een voor het leven van alledag verstorende afwijking, die leidt tot allerlei verlangens die vanwege hun onvervulbaarheid vaak onrust met zich meebrengen.
[1] Poes in de vensterbank — De kat van Iris