Slavernij en discriminatie: Frantz Fanon was zijn tijd ver vooruit 1

0

Fred de Haas

Over assimilatie ― discriminatie ― racisme en ‘schuldgevoel’ in Frankrijk ― Nederland en de Antillen

Slavernij en discriminatie 1Slavernij en discriminatie 2

Curaçao is nog steeds gewikkeld in een voortgaand dekolonisatieproces, zo niet fysiek dan toch wat de geest betreft. Dat klinkt wat dramatisch, maar we zullen dit fenomeen met een opgewekte zin voor de realiteit bekijken.

Het land Pais Kòrsou kan nog altijd met vrucht putten uit het gedachtegoed van de briljante, jonggestorven ― zwarte ― Martinikaanse schrijver Frantz Fanon die deze gedachten heeft neergelegd in zijn in vele talen vertaalde boeken: ‘Peau noire, masques blancs’ (Parijs, Editions du Seuil, 1952), ‘Les damnés de la terre’ (Parijs, Maspero, 1961) en het postuum verschenen ‘Pour la Révolution africaine’ (Parijs, Maspero, 1964).

Gedachten van de Martinikaan Frantz Fanon

Frantz Fanon[1]

We gaan op zoek naar de essentie van de ideeën die een groot en bijna vergeten politiek denker aan de wereld heeft nagelaten in boeken die de weg wezen naar de geestelijke vrijwording van de gekoloniseerde mens. Aan de orde komen onder andere thema’s als onderdrukking, racisme, vervreemding, bewustwording, tolerantie, intolerantie en onafhankelijkheid.

Frantz Fanon (1925-1961), schrijver, arts, psychiater en strijder voor de bevrijding van Algerije uit de koloniale greep van Frankrijk, stierf op 36-jarige leeftijd aan leukemie.

De blik van de Ander

‘Peau noire, masques blancs’ (Zwarte huid, witte maskers) is een essay waarin we tal van persoonlijk beleefde voorbeelden vinden van het racisme zoals dit tot uiting kwam in de jaren veertig en vijftig van de 20e eeuw in Europa en de Europese koloniën.
Zo vertelt Fanon op geestige wijze dat hij in een treincoupé in Frankrijk altijd het gevoel had dat ie voor drie telde omdat er naast hem altijd twee plaatsen open bleven…

In die tijd was er gewoonlijk nog sprake van een primitief en openlijk beleden racisme. Alle mensen die een donkere kleur hadden waren min of meer verdacht en alles wat afkeurenswaardig was werd belichaamd door de ‘Zwarte’, de ‘Neger’.

Maar laten we ons niet vergissen. In onze tijd steekt dit openlijk beleden racisme in het ‘beschaafde’ Europa vaak nog brutaal de kop op, hoewel onmiddellijk gezegd moet worden dat de Europese regeringen en landen – Rusland en Hongarije niet inbegrepen – die uitingen van racisme onmiddellijk de kop in proberen te drukken.

Hoewel in Frankrijk een racistische uiting zelfs een delict is waarvoor men vervolgd kan worden, trekt een aantal lieden zich daar heel weinig van aan, getuige wat er in november 2013 gebeurde in verband met de (zwarte) Franse Minister van Justitie Christiane Taubira. Deze intelligente politica uit Frans Guyana had al twee voortreffelijke wetten op haar naam staan, waaronder de wet op het huwelijk dat in Frankrijk nu ook openstaat voor homoseksuelen. Christiane Taubira zal ongetwijfeld een glimlach van voldoening niet hebben kunnen onderdrukken toen die wet met moeite door het parlement was geloodst. En op die ‘glimlach’ viel een aardig woordspelletje te maken.

Het Franse blaadje ‘Minute’ plaatste na de aanvaarding van de Wet een grote foto op de cover met het opschrift: ‘Maligne comme un singe, Taubira retrouve la banane’ (vertaling: die slimme aap van een Taubira vindt haar banaan / glimlach terug).

‘Avoir la banane’ is een gewone, volkse, Franse uitdrukking voor ‘breed glimlachen’, maar je kan het ook letterlijk vertalen en dan wordt het racistisch met een seksistische connotatie, vooral ook omdat Taubira met een banaan werd afgebeeld.
Zelfs een groepje kinderen (!) scandeerde in Angers waar Taubira op bezoek was luidkeels:

‘la guenon, mange ta banane!’
Vertaling: ‘aap, eet je banaan op!

‘Taubira retrouve la banane[2]

Een van die kinderen hield voor alle duidelijkheid een bananenschil omhoog. Frankrijk, 2013! Geen misverstand mogelijk.

Maar Minister Taubira was niet van plan zich er druk om te maken en zei: ‘Dat zijn uiterst gewelddadige woorden omdat ze ontkennen dat ik tot de menselijke soort behoor

‘[…] Ik kom er zelf wel overheen, maar voor mijn kinderen en mijn verwanten is het heftig, het is heftig voor iedereen die op mij lijkt’.

Een reactie waar Frantz Fanon trots op zou zijn geweest!

Christiane Taubira werd in diezelfde tijd ook nog geschoffeerd door een vrouw die op de lijst stond voor het Front National voor 2014 in Rethel, een gemeente in de Franse Ardennen. Deze vrouw had op haar Facebookpagina naast de foto van Taubira een aapje gezet dat Taubira moest voorstellen op de leeftijd van 18 maanden.

Toen Radio France 2 haar om een toelichting vroeg zei mevrouw de kandidate over Taubira:

‘het is een wilde. Als ze over iets belangrijks spreekt op de TV dan glimlacht ze als een duivel […] Uiteindelijk zie ik haar liever tussen de takken van een boom hangen dan in de regering zitten’.

Zelfs het extreem rechtse Front National vond dit te gortig (ongetwijfeld omdat dit kiezers zou kosten) en haalde haar van de lijst.

Emeritus hoogleraar Piet Emmer maakte mij erop attent dat Christiane Taubira zelf te verwijten viel dat zij er in de Franse Senaat op had aangedrongen dat de slavernij die op grote schaal werd bedreven door de Arabieren liever geen aandacht zou krijgen om te vermijden dat de Arabische jongeren zich door deze kennis belast zouden kunnen voelen.

Een staaltje hypocrisie dat je niet van een integere Minister van Justitie verwacht zou hebben.

In l’Express van 4 mei 2006 zei Taubira:

‘Il ne faut pas trop évoquer la traite négrière arabo-musulmane pour que les jeunes Arabes ne portent pas sur leur dos tout le poids de l’héritage des méfaits des Arabes’
Vertaling: ‘we moeten niet zo de nadruk leggen op de arabisch-islamitische slavenhandel opdat de Arabische jongeren niet de hele last van de misdadige erfenis van de Arabieren op hun schouders hoeven te dragen’.

Uitingen van onvervalst racisme overkwam ook de (zwarte) minister van Integratie in Italië, Cécile Kyenge Kashetu, van Congolese origine, die sinds 1983 als oogarts werkzaam was geweest in het Italiaanse Modena. In 2013 werd ze benoemd tot Minister van Integratie.
Ze was de eerste zwarte Minister in Italië. En dát was kennelijk voldoende reden voor de vicevoorzitter van de Italiaanse Senaat, Roberto Calderoli, om op een feest van zijn (uiterst rechtse partij) de Lega Nord, de volgende uitspraak te doen in aanwezigheid van 1500 mensen:

‘Quando la vedo non posso non pensare a un orango’
Vertaling: ‘als ik haar zie kan ik niet nalaten om te denken aan een orang-oetang.’

Calderoli hoefde niet af te treden maar bood wel zijn excuses aan… Ja, ja.

Net als Christiane Taubira hield ook Kyenge de eer aan zichzelf:

‘Ik trek me de woorden van Calderoli niet persoonlijk aan, maar ik word er niet vrolijk van omdat ze zo’n slecht beeld van Italië geven’.

Cécile Kyenge[3]

Een ander lid van de Lega Nord, Dolores Valandro, adviseuse van een district, schrijft in hoofdletters op Facebook naar aanleiding van een bericht dat een Afrikaan had geprobeerd een Italiaanse vrouw te verkrachten in Genua:

“MA MAI NESSUNO CHE LA STUPRI, COSI’ TANTO PER CAPIRE COSA PUO’ PROVARE LA VITTIMA DI QUESTO EFFERATO REATO??????? VERGOGNA!”
Vertaling: ‘Waarom verkracht niemand haar (= Cécile Kyenge) eens een keertje, zodat ze begrijpt hoe een slachtoffer van zo’n misdaad zich voelt? Het is een schande!’

Italië 2013! Racisme tot in de ‘hoogste’ kringen.

De racist is erop uit om de Ander te vernederen en, soms, zelfs te doden.
We hebben dit gezien bij het geweld van de neonazistische en neofascistische groeperingen in Duitsland en Rusland dat onwillekeurig doet denken aan de dagen van de Ku-Klux-Klan in de Verenigde Staten.

En mag ik u ook herinneren aan de overwinning in 2008 van de Schweizerische Volkspartei van Christophe Blocher in Zwitserland, de partij die een verkiezingsposter had waarop een paar witte schapen stonden afgebeeld die een zwart schaap wegjoegen?

De grootheid van Fanon

De grootheid van Fanon ligt in het feit dat hij, evenmin als Christiane Taubira en Cécile Kyenge racisme niet beantwoordt met contra-racisme, dat hij haat niet beantwoordt met haat, maar het racisme overstijgt door in iedereen een mens te willen zien.
Wat Fanon nastreefde was echte communicatie tussen blanke en gekleurde mensen en de opvoeding van zowel blanke als zwarte racisten tot redelijke, sociale wezens.
Voor wraakgevoelens en vergelding was bij de hoogstaande denker Fanon geen plaats.

Wat gold voor de discriminatie van de zwarte en gekleurde mens gold voor Fanon ook voor de discriminatie van Joden. Een antisemiet was voor hem ook een racist. Ik denk niet dat Fanon erg blij zou zijn geweest met de bedenkelijke humor van de Franse komiek Dieudonné M’bala M’bala en zijn lied ‘Shoananas’.

Dieudonné had in zijn show over de journalist Patrick Cohen van France 2 ook het volgende gezegd:

‘weet je, als de wind de andere kant uit gaat waaien weet ik niet of hij nog tijd heeft om zijn koffers te pakken. Als ik hem hoor praten, die Patrick Cohen, dan zeg ik bij mezelf, kijk, die gaskamers… Toch jammer!’

Die antisemitische houding van Dieudonné (die overigens een boete van € 28.000 heeft gekregen van de rechtbank in Parijs) heeft nogal wat navolgers.
Zo maakte Nicolas Anelka, de bekende Franse voetballer na een goal een gebaar dat overal wordt uitgelegd als antisemitisch. Het gebaar is een neonazi groet en staat bekend als ‘la quenelle’.

Geen imitatie van de Blanke!

De grote les die de zwarte/ gekleurde mens zou moeten trekken uit het feit dat – zelfs in de 21e eeuw, veel blanken de gekleurde mens nog als een ‘minder soort’ zien – is dat ze vooral niet moeten proberen om (de cultuur van) de blanke na te bootsen of zich met de blanke te identificeren. Dat leidt namelijk alleen maar tot vervreemding en frustratie.
En dat is precies wat er in het Caribisch gebied op grote schaal is gebeurd. De gekleurde mens kon nog zo zijn best doen om in alles op de blanke te lijken, de blanke zou hem op elk gewenst moment kunnen laten voelen dat ie niet blank was en dus… minder.

In een artikel, gewijd aan Frantz Fanon geeft Armand Meimand in de ‘La Revue de Téhéran’ van februari 2009 een goede analyse van het fenomeen ‘vervreemding’ zoals Fanon dit bedoelde:

‘De zwarte mens leert zijn eigen taal en cultuur te verachten en adopteert die van de blanke. Als zwarte kan hij/zij alleen maar over zijn/haar schaamte en schuldgevoel heenkomen door zoveel mogelijk op de blanke te lijken: hij/zij wordt een zwarte met een wit masker. Maar het resultaat hiervan is een stuk bedrog, want de blanke blijft hem/haar minachten vanwege de kleur van zijn/haar huid en blijft zich de meerdere voelen.
[…]
als de zwarte ontdekt wat er met hem/haar aan de hand is, is het te laat. Omdat hij bij geen enkele cultuur hoort is de zwarte mens zijn identiteit kwijt en blijft er bij hem slechts een gevoel van vervreemding over en zelfhaat’.

Het witte ‘ideaal’ en de ‘Makamba Pretu’

Europa, het rijke Westen, is in de verbeelding van de zwarte en gekleurde mens altijd een paradijs geweest. En de kleur ‘wit’ werd van oudsher (en nog steeds) geassocieerd met Europa en het ‘ideaal’.

Fanon:

‘Voor een zwarte is er slechts één bestemming. En die heeft een witte kleur’[5].

Makamba Pretu

Het beste bewijs voor deze stelling is het verschijnsel dat veel gekleurde mensen in de loop der tijden hebben geprobeerd het witte ideaal van taal en cultuur zoveel mogelijk te verinnerlijken. Zo iemand noemde/ noemt men op Curaçao een Zwarte Hollander, een Makamba Pretu.

Theater[6]

De Makamba Pretu is het volmaakte product van de volmaakte kolonisatie.

De Curaçaose schrijver Frank Martinus die in zijn ‘Afscheid van de Koningin’ (De Bezige Bij, 1975) een amusante en meedogenloze analyse maakte van het hypocriete postkoloniale denken schrijft over die ‘gearriveerde Neger’ het volgende (‘Afscheid van de Koningin’ p. 97):

“Die gearriveerde Negers beschikken soms over vooroordelen over hun eigen mensen, die alles slaan wat je uit de mond van de meest domme blanke kunt optekenen. Ze beschikken ook steevast over de simpele, liberale filosofie: wie hard werkt (en spaart) komt er altijd, een filosofie die natuurlijk heel moeilijk is te ontzenuwen als ze de algemene deugdelijkheid ervan alleen maar met zichzelf willen bewijzen: ‘Kijk-maar-naar-mij’.
[…].
Het vervelendste bij dit alles is, dat je nooit met al te harde argumenten hun illusies kunt doorprikken omdat je je hoe dan ook een beetje solidair met ze blijft voelen. Niet vanwege hun kleur, nee, maar omdat je weet dat ze niet zo lang geleden nog arm moeten zijn geweest.”

Op alle Caribische eilanden zijn er voorbeelden van dit fenomeen te vinden. Ook op de Franse Antillen waar de schrijfster Mayotte Capécia voor Fanon gold als een van die zwarte figuren die zo dicht mogelijk tegen de blanken en hun westerse cultuur wilden aanschurken en de blanken allerlei prachtige eigenschappen toedichtten.

Fanon gruwde van mensen die uit infantiele overwegingen een blanke man of vrouw aan de haak wilden slaan. Hij zegt nogal bot:

‘De liefde is verboden terrein voor de Mayotte Capécia’s van alle landen’ (Peau noire… p. 36).

Niet dat die uitspraak van Fanon veel heeft uitgehaald.

Een groot aantal Antillianen zijn in die tijd om studieredenen de Oceaan overgestoken en in Nederland getrouwd met blanke vrouwen. Terug op Curaçao moesten ze spitsroeden lopen onder de spottende blikken van hun landgenoten (bij die Nederlandse vrouwen had je immers geen ‘pakkes’) en soms duurde het niet lang of zo’n huwelijk liep op de klippen.

Onbewust wilde men door dat soort gemengde huwelijken het ‘zwarte ras witter maken’. Op Curaçao heette dat ‘drecha rasa’ (= het ras/ de kleur verbeteren) en in Latijns-Amerika heeft men het over ‘afinar la raza’, wat op hetzelfde neerkomt.

Lactification

Fanon had er een eigen, spottende term voor: ‘lactification’ (= vermelking). De kleur van melk is bekend. Wat Fanon dacht van de ‘Makamba Pretu’, de zwarte die van binnen wit was, heeft hij op niet mis te verstane wijze te kennen gegeven. Een voorbeeld uit Afrika.

Een van de Afrikaanse leiders op wie hij vanwege diens ‘witte’ gedrag heftige kritiek had, was de voormalige, zwarte President van Ivoorkust, Félix Houphouët-Boigny (1905-1993) die hij beschouwde als een ‘stroman’ en een ‘handelsreiziger’ voor het Franse kolonialisme in Afrika:

‘Als een gekoloniseerde als de heer Houphouët-Boigny niet langer denkt aan het racisme, aan de ellende van zijn volk en aan de schaamteloze exploitatie van zijn land en zelfs niet meer in staat is om gehoor te geven aan de in zijn onderdrukte volk kloppende hartslag van de bevrijding en bovendien alle macht namens zichzelf uit handen geeft aan types als Bigeard en Massu (Franse generaals, FdH), moeten we niet aarzelen te zeggen dat we hier te maken hebben met verraad, medeplichtigheid en een verkapte aansporing tot moord’[7].

In sterk afgezwakte vorm zou je deze kritiek ook kunnen toepassen op figuren uit de vroegere Antilliaanse politiek van na 1954.

Toch moeten we niet vergeten dat ook deze mensen kinderen van hun tijd waren en hen achteraf niet te hard vallen om hun houding.

Zoals Fanon al zei:

‘het is beter om je niet bezig te houden met wat er allemaal in het verleden is vertoond en het verdient de voorkeur om door te gaan en aan de toekomst te werken.’

Moderne slavernij

Tegenwoordig proberen jongeren in Afrika vanwege een schrijnend gebrek aan mogelijkheden om zich te ontwikkelen via een relatie met een blanke Europeaan/Europese naar Europa te komen. Internetcafés worden om die reden druk bezocht.
Als ze contact maken hebben ze vaak geen idee wat daarachter verborgen kan zitten. Dat kunnen heel goed seksueel gestoorden zijn of schurken die hen in een prostitutienetwerk willen lokken onder mooie beloftes van andersoortig werk.
Jonge Afrikaanse vrouwen gaan op die manier een duistere toekomst van moderne slavernij tegemoet, een nachtmerrie waaruit ze bijna niet meer kunnen ontwaken.

Ook jonge, Afrikaanse mannen proberen zo aan een miserabel leven in hun land te ontsnappen. Hun ultieme doel is een visum voor Europa te bemachtigen. Ook zijn ze bereid tot concessies en te trouwen met alle blanke vrouwen die maar voorhanden zijn.

In zijn hoedanigheid van psychiater zegt Fanon:

‘de zwarte lijkt in zijn gedrag op een geobsedeerd type mens. […] de gekleurde mens probeert zijn identiteit te ontvluchten en zijn aanwezigheid op de wereld tot nul te reduceren’[8].

Fanon zag in Frankrijk genoeg voorbeelden van jonge Afrikanen die voor een visum zelfs bereid waren om van seksuele oriëntatie te veranderen:

‘in Europa hebben we een paar vrienden aangetroffen die pederast zijn geworden. Passieve pederasten, weliswaar. In dat geval was er geen sprake van een neurotisch soort homoseksualiteit; het was voor hen gewoon een middel waar ze hun toevlucht toe namen zoals anderen souteneur werden’[9].

Ook haalt Fanon voorbeelden aan van het gedrag van Antillianen die geobsedeerd zijn door hun verlangen om seks te hebben met een blanke vrouw:

‘als ze nog maar net in Le Havre (een havenplaats in Noordwest Frankrijk, FdH) zijn aangekomen, gaan ze naar de bordelen.
En als ze dan dat inwijdingsritueel tot de ‘echte mannelijkheid’ hebben volbracht, nemen ze de trein naar Parijs’[10].

Een paar bladzijden verder zegt hij wat ie ervan denkt:

‘deze seksuele mythe ― het zoeken naar een blank lichaam ― mag niet langer vanwege een vervreemde psyche een levend begrip voor elkaar in de weg staan’[11].

De zwarte mens moet, zegt Fanon, dus nooit ontkennen dat hij zwart is. Dat is verraad aan zichzelf en leidt tot ontgoocheling.
Tegenwoordig zien we nog steeds symptomen van dat verlangen om blank te willen zijn. In de Amsterdamse Bijlmer zijn tal van (verboden) middeltjes achter de toonbank te koop om een zwarte huid lichter van kleur te maken. En er wordt nog steeds druk gebruik van gemaakt…

Een kapster uit de Bijlmer vertelde het volgende aan het Parool (november 2009):

‘de meeste vrouwen met kroeshaar hebben liever geen kroeshaar. Ze willen Europees haar: steil en glad. Het is niet dat ze niet trots zijn op hun afkomst. Het is vooral praktisch: met Europees haar kan je meer kanten op. Maar toch: ze ziet om zich heen dat veel donkere mensen in de Bijlmer bleekmiddelen gebruiken om een blanke huid te krijgen. Vooral Afrikanen hebben graag een lichtere teint.

De bleekmiddelen zijn illegaal, kankerverwekkend en overal te koop.

Op een Nederlands forum voor Creolen vond ik de volgende twee uitspraken uit 2011:

‘Ik vindt het triest dat sommige creoolse of hindoestaanse vrouwen hun gezicht bleken. Soms zie ik dames die ik nog ken uit mijn schooltijd en ik weet dat ze van nature donker waren. Maar plotseling zie je ze na jaren met een lichtere tint in hun gezicht terwijl de rest van hun lichaam nog donker is. Of ze bleken hun hele lichaam. Hebben deze mensen een complex of zo ? Waarom kan je niet mooi zijn als je donker bent ? Weten ze niet dat het bleken van je huid heel gevaarlijk is ? Nep om te zien man !’

‘de media maakt ons nog steeds wijs dat je niet mooi ben als je donker bent’.

Fanon was het hiermee eens en vond dit soort gedrag (zoals het gladmaken van kroeshaar en bleken van de zwarte huid) ook ongelofelijk dom.

Julian Coco en Helmin Wiels

Ik herinner mij in dit verband (nooit ontkennen dat je zwart bent) de gewoonte van Julian Coco, de onlangs overleden zwarte meester gitarist uit Curaçao, om een kamer vol blanken binnen te komen met de woorden:

‘wie wil er een kus van deze zwarte lippen?’

Julian wist dat de mensen hem erg zwart vonden en, geestig als hij was, nam hij altijd de vlucht naar voren. Hij was iedereen vóór door de aandacht te vestigen op zijn kleur en kreeg altijd de lachers op zijn hand.
Dat had, vond ik, altijd iets tragisch. Maar zo deed Coco het nu eenmaal en, in zekere zin, was dat een effectieve zelfbescherming. Julian Coco had trouwens helemaal geen hekel aan Hollanders.

‘Ik heb een zwak voor die Makamba’s’,

zei hij altijd. Hij was er trouwens met een getrouwd.

Iemand die ook zijn kleur niet onder stoelen of banken stak was Helmin M. Wiels, de leider van de Curaçaose volkspartij de Partido Soberano.
Wie herinnert zich nog dat Helmin een video opname had laten maken waarin hij achter tralies een banaan zat te eten? Hij deed dit om op een meedogenloze ― maar geestige ― manier te laten zien hoe blanken over zwarten konden denken.

Dat tafereel (ik heb er verschrikkelijk om moeten lachen) was duidelijk geïnspireerd door wat Fanon schreef op bladzij 90 van ‘Peau noire, masques blancs’ (een boek dat Helmin Wiels waarschijnlijk in een Nederlandse of Engelse vertaling onder zijn hoofdkussen had liggen):

’Ik wierp een objectieve blik op mezelf, ontdekte mijn zwartheid, mijn etnische eigenschappen en op mijn schedel voelde ik woorden beuken als: kannibalisme, achterlijkheid, fetisjisme, raciale gebreken, slavenhalers en vooral, vooral de reclameboodschap ‘Y’a bon Banania!’ Y’a bon Banania.

Toen ik in mijn jonge jaren veelvuldig gebruik maakte van de Parijse metro viel me altijd één affiche op dat op elk station minstens één keer voorbijflitste.
Dat affiche was banaangeel en er stond een forse, zwarte soldaat op die lachend de boodschap ‘Y’a bon Banania’ (vertaling: wat is die Banania toch lekker!) verkondigde.

‘Y’a bon Banania’[12]

Het feit dat ik me dat nu nog steeds herinner betekent dat de reclamejongens van 1912 ― zo oud is het merk Banania al ― voortreffelijk werk hadden gedaan.

Drie jaar lang heeft er op het Banania affiche uit 1912 een Antilliaanse vrouw gestaan, maar in 1915 werd ze vervangen door een zwarte Senegalese soldaat. Dat was de man die ik steeds had gezien in de ondergrondse.

De slogan ‘Y’a bon Banania’ was een verzonnen soort pidgin-Frans dat Afrikanen en Antillianen geacht werden te spreken als ze hun Creoolse taal gebruikten.
Het product Banania was een chocoladedrank in poedervorm van cacao, bananenmeel, tarwe, honing en suiker. Wel lekker. Je kon het met melk koken en het was in 10 minuten klaar. Het was voedzaam en prima geschikt voor het leger.

De soldaat op de affiche beantwoordde volledig aan het beeld dat de gemiddelde blanke zich toen maakte van de ‘neger’:

een vriendelijke maar domme Afrikaan met dikke lippen en een grote mond die nogal onnozel lachte en eruitzag als een groot soort kind. En hij sprak natuurlijk (!) geen algemeen beschaafd Frans. Kortom, hij was het perfecte symbool van de Creools sprekende onderdaan uit de Franse koloniën. De tekening wekte de lachlust op en zorgde ervoor dat het product Banania gretig aftrek vond bij het grote publiek.

De firma heeft die reclame lang weten te handhaven en pas in 2011 vaardigde de rechtbank van Versailles op verzoek van de ‘Beweging tegen het racisme en voor de vriendschap tussen de volken’ het verbod uit

‘om het product Banania nog langer te verkopen met de slogan ‘Y’a bon’. Op straffe van € 20.000 per overtreding per dag.

Fanon merkte al op dat de zwarte man op die affiche eigenlijk gereduceerd was tot een voorwerp te midden van andere voorwerpen.

Wie het Banania effect wil vergelijken met de Zwarte Piet discussie in Nederland is ver van huis. Zolang er nog niet op elk treinstation in Nederland 24 uur per dag een Zwarte Piet en een Sinterklaas te zien is valt het allemaal nogal mee in onze gebieden.

Racisme en intolerantie

Vreemdelingenhaat, racisme en intolerantie zijn verwante zaken die meestal moeilijk van elkaar zijn te onderscheiden. Tegenwoordig schuilen ze nog wel eens onder de vlag van ‘strijd tegen het terrorisme’.
Die camouflage werkt goed, want niemand wil natuurlijk terrorisme, behalve de terroristen zelf.

In Nederland zijn velen bang voor ‘geestelijke terreur’ van de kant van fanatieke Moslims en zijn daarom gauw bereid beledigende opmerkingen aan het adres van moslims te vergoelijken.

De Nederlandse PVV politicus Wilders heeft ooit voorgesteld belasting te heffen op het dragen van Islamitische hoofddoekjes onder de naam ‘Kopvoddentax’.
Met dit verbaal nogal beledigende voorstel heeft hij de vrije meningsuiting wel erg hoog in het vaandel geheven. Vanwege dit soort uitspraken wordt hij dag en nacht bewaakt. Obsessie, ijdelheid en moed gaan bij hem hand in hand. Een voorbeeld van een van zijn streken was een anti-islam sticker die je bij hem kan bestellen. De sticker stelt de vlag van Saoedi-Arabië voor met daarop een Arabische tekst die o.a. de volgende inhoud had: “De Islam is een leugen. Mohammed is een boef”.

Dit lijkt me niet de juiste manier om geesten rijp te maken voor een open discussie. Wat zou hij ervan zeggen als ze in Saoedi-Arabië gingen rondlopen met de Nederlandse vlag waarop stond: ‘Jezus is een oplichter en de Paus is zijn profeet’?

Het vervelende bij Wilders is dat ie ook wel eens gelijk heeft met zijn uitspraken. Zo is hij van opvatting dat je niet zó tolerant moet zijn dat je anderen de volledige vrijheid moet geven om intolerant gedrag te vertonen.

Geen speld tussen te krijgen…

Racisme, intolerantie en geweld overal aanwezig

Simone de Beauvoir en Richard Wright[13]

Frantz Fanon stelde in zijn tijd dus al vast dat racisme, intolerantie en geweld overal aanwezig waren.
In zijn tijd kreeg de Franse schrijfster Simone de Beauvoir nog een officiële waarschuwing omdat ze gearmd met de zwarte schrijver Richard Wright over straat liep.

Europa en Amerika blijven ook heden ten dage gewelddadig en racistisch. Denk aan de massamoord in het voormalige Joegoslavië. Denk aan de Verenigde Staten waar nog altijd stadswijken zijn waar alleen zwarten, Spaanssprekende Latijns-Amerikanen of Aziaten wonen.
In 1991 speelde de zaak Rodney King, de zwarte jongeman die op sadistische wijze werd afgeranseld door blanke politieagenten die hiervoor niet werden veroordeeld… De laatste tijd liggen in de VS de voorbeelden voor het grijpen (‘Black lives matter’)

Een donkere president Obama helpt wel een beetje en de woorden die hij in 2008 als presidentskandidaat richtte tot de Afro-Amerikaanse gemeenschap waren ongetwijfeld oprecht gemeend:

‘[…] in feite hebben we geen keus als we willen voortgaan op de weg van een betere saamhorigheid. Voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap betekent dit dat we de last van ons verleden moeten accepteren zonder er slachtoffer van te worden, dat wil zeggen dat we echte rechtvaardigheid moeten blijven eisen in alle aspecten van het Amerikaanse leven’.

Meer dan vijftig jaar geleden zei Frantz Fanon hetzelfde en de omstandigheden waarin hij toen verkeerde waren heel wat slechter. Nog steeds heeft zijn boodschap niets aan kracht ingeboet en die boodschap geldt ook voor Latijns-Amerika waar de zwarte, gekleurde en Indiaanse gemeenschappen nog altijd zwaar worden gediscrimineerd (o.a. in Brazilië, Colombia, Perú enz.).

Schuldgevoel: niet nodig

Bijna niemand onder de weldenkende mensen in de zwarte/gekleurde gemeenschappen binnen en buiten Afrika zit erop te wachten dat degenen die zich in het verleden schuldig hebben gemaakt aan kolonisatie en slavenhandel snikkend op de knieën vallen en berouwvol om vergiffenis smeken. Van belang is alleen dat nu en in de toekomst iedereen met hetzelfde respect wordt behandeld, dat de historische waarheid niet wordt verdoezeld en dat nieuwe generaties zich bewust blijven van wat er in het verleden is gebeurd.

Op bladzij 185 van ‘Peau noire, masques blancs’ zegt Fanon zelf:

‘Ik, gekleurde mens, heb niet het recht om de blanke man een schuldgevoel tegenover mijn ras op te dringen. Ik, gekleurde mens, heb niet het recht om na te denken over middelen die het mij mogelijk zouden maken om het gevoel van eigenwaarde van de oude Baas te vertrappen […]. Moet ik soms van de blanke man van vandaag vragen zich schuldig te voelen over de slavenhandel van de 17e eeuw?’

In hetzelfde essay waarschuwt hij blank en zwart[14]

‘à s’écarter des voies inhumaines qui furent celles de leurs ancêtres afin que naisse une communication authentique’
Vertaling: om de onmenselijke wegen van hun voorouders te verlaten zodat er echte communicatie kan ontstaan.

Het is een groot misverstand om uit het werk van Fanon te willen begrijpen dat hij de blanke zou haten. Nee, het enige dat Fanon verafschuwde was het kolonialisme, de onderdrukking, de onrechtvaardigheid en de uitbuiting. In het begin van zijn boek zegt hij al op bladzij 10:

‘ik wil mijn broeder, Zwarte of Blanke, ertoe brengen om op krachtige wijze het betreurenswaardige kleed af te schudden dat is geweven door eeuwen van onbegrip’.

Voor alle duidelijkheid: Fanon had nooit een hekel aan de Fransen, maar wel aan het Frankrijk dat, bevrijd van het nazidom, na de Tweede Wereldoorlog bloedbaden aanrichtte in Sétif (1945) of Madagascar (1974) en dat, na bewezen diensten, de Senegalese en Marokkaanse soldaten in de kou liet staan.

Fanon was een humanist. Fanon was een halve eeuw geleden wijzer dan vele anderen nu. En hij was pas 36 jaar toen hij stierf!

Geweld in de oude koloniën na de onafhankelijkheid

Na het vertrek van de koloniale machthebbers zijn er vreselijke dingen gebeurd in Afrika. In Mauritanië heeft de slavernij zijn kop opgestoken, in Zuid-Afrika zijn Zimbabwaanse migranten levend verbrand en aan stukken gehakt, migranten uit Bénin zijn uit Guinea verdreven, in Ruanda heeft er genocide plaatsgevonden, in Mali staan Christenen en Moslims elkaar naar het leven, in Egypte worden de Kopten vervolgd, in Centraal Afrika wordt er gemoord, in Zuid-Soedan was er een burgeroorlog, in Libië discrimineert men zwarten uit Centraal- en West-Afrika.

Een paar krantenkoppen en berichten uit de Volkskrant van het verleden:

11/01/2013: Frankrijk begint militaire interventie in Mali.
28/03/2013: Veiligheidsraad sanctioneert militaire interventiemacht in Congo.
22/04/2013: 185 doden bij gevechten in Baga, Nigeria.
15/12/2013: etnisch geweld in Zuid-Soedan.
27/12/2013: Massagraven in Zuid-Soedan
28/12/2013: Chaos in Centraal Afrikaanse Republiek. Land balanceert op de rand van burgeroorlog.

Al dat geweld en die intolerantie die zijn losgebarsten na de onafhankelijkheid zijn te wijten aan de heersende inheemse klasse die de koloniale bestuurders is opgevolgd.
Fanon heeft in zijn tijd herhaaldelijk gewaarschuwd voor de machtswellust, het egoïsme, de inhaligheid en de schijnheiligheid van die regerende klasse.

In vergelijking met wat er in Afrika gebeurt is Curaçao een beschaafd land, maar het ontbreekt het merendeel van de bevolking nog steeds aan de juiste scholing en aan politiek inzicht.
Daardoor lieten de mensen zich helaas nog makkelijk meeslepen door loze beloftes van schijnheilige en corrupte politici.

Noten

[1] Bron: Frantz Fanon (1959) – fotograaf onbekend, Frantz Fanon Archives / IMEC
[2] Bron: christiane-taubira-a-la-une-de-minute-pourquoi-il-faut-stopper-ce-bashing-odieux
[3] Bron: Cécile Kyenge (2013) – foto Provincia di Modena, minister van Integratie in de regering van Enrico Letta, de eerste Afrikaanse Italiaanse minister in de geschiedenis van Italië
[5] Peau noire, masques blancs, p. 139
[6] Bron: Makamba Pretu poster
[7] Pour la Révolution africaine, p. 120
[8] Peau noire, masques blancs, p. 48
[9] Peau noire, masques blancs, p. 146
[10] Peau noire, masques blancs, p. 58
[11] Peau noire, masques blancs, p. 66
[12] Bron: Y’a bon Banania ― De Andreis Giacomo poster; L’Histoire par l’image décrypte l’histoire
[13] Bron: Simone de Beauvoir en Richard Wright – fotograaf onbekend,  b-ray bloggin
[14] Peau noire, masques blancs, p. 187

Avatar foto

studeerde cum laude af in de Franse, Spaanse en Portugese taal- en letterkunde. Vanaf het begin combineerde hij zijn functies met werkzaamheden als literair vertaler. Fred de Haas vertaalde onder meer uit het Papiaments, het Frans, het Spaans en het Russisch. Hij is leider, zanger en gitarist bij het Latijns-Amerikaans ensemble Alma Latina.

Schrijf een reactie